HABA 300928 Adventure land Bedienungsanleitung

HABA Spiele 300928 Adventure land

Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung fĂŒr HABA 300928 Adventure land (4 Seiten) in der Kategorie Spiele. Dieser Bedienungsanleitung war fĂŒr 9 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/4
Een spannend strategisch spel
voor 2 - 4 avonturiers
vanaf 10 jaar
TL 86869
Wolfgang Kramer & Michael Kiesling
n Avonturenland heerst koning Agamis in zijn kasteel. Het
land wordt gekenmerkt door grote steden, uitgestrekte bos-
sen, ruige bergen, een grote rivier en de gevaarlijke mistge-
bieden. In de rivier is veel goud te vinden, de bossen staan be-
kend om hun geneeskrachtige kruiden en in de bergen woont
het bergvolk. Er zijn talrijke mijnen, waar de beste zwaarden
uit de wijde omtrek worden gesmeed.
In de mistgebieden wonen de agressieve mistmonsters, die
wel eens onschuldige avonturiers overvallen en ontvoeren.
Dat is de laatste tijd vaak gebeurd en de koning vreest dat
de steden ook bedreigd gaan worden door de mistmonsters.
Daarom roept hij avonturiers uit alle landen op om naar
Avonturenland te komen, de steden te beschermen, kame-
raden te overtuigen en tegen de mistmonsters te vechten.
Voordat jullie aan het spel beginnen, kiezen jullie Ă©Ă©n van
de drie avonturen van het spel. De doelen ervan verschillen,
waardoor het spelgevoel verandert. Wij raden aan om met
avontuur 1, ‚De kameraden‘, te beginnen. Dat is de eenvou-
digste variant. Avontuur 2, ‚De roemrijken‘, vereist al wat
meer vaardigheden en bij avontuur 3, ‚Vlucht naar de ste-
den‘, moet je op verschillende elementen tegelijk letten.
Deze handleiding bevat de basisregels die voor alle avon-
turen gelden. Voor de afzonderlijke avonturen zijn er over-
zichtskaarten met de voorwaarden om te winnen en eventu-
eel gewijzigde spelregels.
Moge de moedigste winnen!
ILeg het spelbord in het midden van de tafel. Naast het
spelbord leg je als gemengde stapel met de puntenwaarden
naar beneden:
◆ de terreinkaarten
◆ de zwaardkaartjes
◆ de kruidenkaartjes
◆ de mistmonsters
Zet de 30 kameraden en de waterman naast het spelbord.
De dobbelstenen en de goudkaartjes leg je daarnaast.
Kies nu Ă©Ă©n van de drie avonturen voor dit spel:
1. De kameraden
2. De roemrijken
3. Vlucht naar de steden
Leg de overzichtskaart van het gekozen avontuur op tafel,
zodat jullie de doelen van het spel binnen handbereik
hebben.
Iedere speler kiest een kleur en legt de puntensteen van
die kleur op veld 0 van de puntenlijst.
Neem vóór het spel het vermelde aantal avonturiers,
kameraden en zwaarden uit het spel (gebruik hiervoor het
overzicht). Leg de weggelegde materialen terug in de doos.
Iedere speler zet een avonturier in de startzone buiten de
regels 1, 2, 3 en 4 en de kolommen A, B, C en D. Als jullie
met slechts twee spelers spelen, zet je daarnaast allebei een
avonturier in de startzone buiten rij 5 en kolom E.
Draai 8 terreinkaarten om en leg de bijbehorende kaartjes
of kameraden op het spelbord (zie 1. Twee terreinkaarten
omdraaien en spelbord uitrusten).
Belangrijk: Voor elke omgedraaide terreinkaart waa-
rop ‚mist‘ staat afgebeeld, draai je bovendien een andere
terreinkaart om nadat je de actie ‚mist‘ (zie p. 4 bovenaan)
hebt uitgevoerd.
Van de omgedraaide terreinkaarten maak je een open
aegstapel.
Aantal Uit het spel verwijderen
spelers Avonturiers Kameraden
per kleur en zwaarden
2 0 8
3 2 5
4 2 2
Je speelt om de beurt, met de wijzers van de klok mee. De jongste speler begint.
Wie aan de beurt is, voert achtereenvolgens twee acties uit:
1. Twee terreinkaarten omdraaien en spelbord uitrusten
2. Avonturier(s) verplaatsen
1. Twee terreinkaarten omdraaien en spelbord uitrusten
De speler draait achtereenvolgens twee terreinkaarten van de stapel om. De
coördinaten op de kaart geven aan op welk veld op het spelbord iets van de moet
worden gelegd. Daarna komen de omgedraaide terreinkaarten op de aegstapel.
Bos: het bovenste kruidenkaartje van de stapel,
met de puntenwaarde naar beneden en zonder te
kijken
Gebergte: het bovenste zwaardkaartje van de stapel,
met de puntenwaarde naar beneden en zonder te
kijken
2 3
30 x stad 18 x rivier 28 x
gebergte
14 x mist20 x bos
110 terreinkaarten
B 4
B 4B 4
B 7
B 7B 7
B 5
B 5B 5
H 4
H 4H 4
30 kameraden 1 waterman
4 puntenstenen (zwart, groen, paars, oranje) 3 overzichtskaarten
40 avonturiers (10 x zwart, 10 x groen,
10 x paars, 10 x oranje)
1 spelbord
Begin van het spel voor 2 spelers
INHOUD VAN HET SPEL
VOORBEREIDING VAN HET SPEL
3 dobbelstenen
A 1
A 1A 1
TL 86857
VERLOOP VAN HET SPEL
Stad: een kameraad
B 5
B 5B 5
A 1
A 1A 1
TL 86857
4 x 4 x 3 x 2 x 1 x
14 mistmonsters
28 zwaarden (extra waarde 0, 1, 2, 3)
80 kaartjes:
20 kruiden (waarde 2, 3, 4) 18 goud-
klompjes
B 4
B 4B 4
2. Avonturier(s) verplaatsen
Er zijn twee mogelijkheden om avonturiers te verplaatsen: je
kunt Ă©Ă©n avonturier tweemaal willekeurig ver in een richting
verplaatsen, of twee avonturiers Ă©Ă©nmaal. Je kunt een
avonturier ook slechts Ă©Ă©nmaal of helemaal niet verplaatsen.
REGELS VOOR HET VERPLAATSEN
Belangrijk: je mag een avonturier zo ver je wilt naar het
zuiden (= naar beneden) of naar het oosten (= naar rechts)
verplaatsen, maar nooit naar het noorden (= naar boven) of
naar het westen (= naar links)!
◆ Avonturiers mogen over andere avonturiers, kameraden
en kaartjes springen.
◆ Ze mogen niet over mistmonsters en de waterman
springen.
◆ Ze mogen zich niet diagonaal verplaatsen.
◆ Als je een avonturier (met of zonder kameraden, zie later)
verplaatst naar een veld waarop een kaartje ligt of een
kameraad staat, doe je het volgende:
■
Rivier: neem het goud van het veld en leg het voor je.
■
Bos, bergen: bekijk de waarde van het kruiden- of
zwaardkaartje en leg het met de puntenwaarde naar
beneden voor je.
■
Stad: de kameraad sluit zich aan bij je avonturier. Vanaf
nu bewegen beiden zich samen over het spelbord. Een
avonturier kan zoveel kameraden meenemen als
mogelijk.
■
Mist: je moet tegen het mistmonster vechten (zie p. 5)!
◆ De zet van een avonturier mag ook op een ‚leeg‘ veld
eindigen. Verschijnt naarmate het spel vordert een
zwaard- of kruidenkaartje of een kameraad op dit veld,
dan krijgt de speler het kaartje meteen, of de kameraad
sluit zich aan bij de avonturier. Als een avonturier op een
veld komt waarop goud wordt gelegd, krijgt de speler het
goud voordat hij door de waterman gepakt wordt en uit
het spel verdwijnt.
◆ De zet mag echter niet eindigen op een veld waarop al een
avonturier of de waterman staat.
Voorbeeld:
Bij het begin van zijn zet draait Martin de kaarten J3 (daar
wordt een kameraad geplaatst) en D7 (daar wordt een
mistmonster gelegd) van de stapel om. Omdat hij een terrein-
kaart ‚mist‘ hee, neemt hij nog een kaart: I4 (daar legt hij een
kruidenkaartje). Hij verplaatst Ă©Ă©n van zijn avonturiers uit de
startzone voor regel 3 naar het veld J3 en zet hem naast de
kameraad. Dan verplaatst hij zijn andere avonturier van veld
E2 naar het veld E9 en neemt hij het goud dat daar ligt.
Rivier: een goudkaartje
Waterman-regel:
Steeds wanneer een goudkaartje op het spelbord
wordt gelegd, zet je de waterman erop.
Als het eerste goud is gelegd, verplaats je de waterman
van de tafel naar het goud. Als de waterman al in de
rivier staat, verplaats je hem langs de rivier naar het net
gelegde goud.
Opgelet: alle avonturiers in de rivier en hun kamera-
den over wie de waterman stapt, worden uit het spel
gehaald. Deze gaan terug in de doos.
Mist: het bovenste mistmonster van de stapel, met de
puntenwaarde naar boven
Belangrijk: voor elke omgedraaide terreinkaart ‚Mist‘
leg je het mistmonster op het desbetreende veld op
het spelbord, waarna je een volgende terreinkaart van
de stapel omdraait en het bijbehorende kaartje legt.
Per beurt tellen de kaarten met mist bij de twee ter-
reinkaarten dus niet mee.
Voorbeeld: Het aangevallen mistmonster hee een sterkte van 12 (het rode cijfer). Met een avonturier (sterkte +1) en
zijn 2 kameraden (sterkte +2) ga je naar het veld van het mistmonster. Je gebruikt twee zwaarden: Ă©Ă©n hee een extra
waarde van 2, het andere een extra waarde van 1. Je krijgt twee dobbelstenen en gooit 2 en 3:
Gevecht tegen een mistmonster
Er wordt direct gevochten als een avonturier op
een veld met een mistmonster komt. Om een
mistmonster te overwinnen, moet de avonturier
minstens dezelfde sterkte hebben als het mist-
monster (het rode cijfer).
De sterkte van je avonturier bepaal je als volgt:
Avonturier: Iedere avonturier hee een sterkte van 1.
+ kameraden: Per kameraad van de avonturier voeg je een
sterkte van 1 toe.
+ zwaarden: Vóór het gevecht beslis je hoeveel zwaarden
je wilt inzetten (maximaal 3). Voor elk in-
gezet zwaard krijg je een dobbelsteen die je
gooit. Het totaal tel je op bij je sterkte. Als er
extra waarden (blauwe cijfer) op het ingezette
zwaard/de ingezette zwaarden staan, tel je die
er ook bij op.
= sterkte van de avonturier
Als je nog niet sterk genoeg bent, kun je het gevecht toch
winnen door kruiden en/of goud in te zetten.
+ kruiden: Op elk kruidenkaartje zie je de sterkte van
het kaartje (groene cijfer). Je mag zoveel van je
kruidenkaartjes gebruiken als je wilt. Het
totaal tel je op bij je sterkte. Een teveel aan
kruidensterktepunten wordt niet teruggegeven.
+ goud: Er zijn 2 mogelijkheden om je goud bij het
gevecht in te zetten:
1. Je krijgt 1 sterktepunt per goudkaartje dat je
inzet.
2. Je mag met Ă©Ă©n/meerdere van de zojuist
gegooide dobbelstenen (zie zwaarden)
nogmaals gooien, als je Ă©Ă©n/meerdere
goudkaartjes inzet. Opgelet: een nieuw resul-
taat van de worp vervangt het vorige. Als je
niet tevreden bent met een worp, kun je nog
een goudkaartje inzetten en opnieuw gooien,
enz.
Je hoe geen zwaarden in te zetten om een gevecht te
winnen. Een avonturier kan het mistmonster ook met zijn
eigen sterkte plus kameraden, kruiden en/of goud over-
winnen.
Gevecht gewonnen? Pak het mistmonster en leg het met
de puntenwaarde naar beneden voor je. Je avonturier en
zijn eventuele kameraden blijven op het veld staan. Inge-
zette kaartjes worden teruggelegd in de doos.
Gevecht verloren? De avonturier, zijn kameraden en
gebruikte zwaarden, kruiden en goud worden uit het spel
gehaald en in de doos gelegd. Het mistmonster blij op het
veld liggen. Als je ziet dat je een gevecht niet kunt winnen,
hoef je geen kruiden/goud te gebruiken.
Opgelet: als een avonturier op een veld staat waarop een mistmonster komt, dan moet hij meteen vechten. Na het gevecht
gaat het spel in de oorspronkelijke spelersvolgorde verder.
Omdat je het gevecht met deze 11 punten zou
verliezen, geef je nog een kruidenkaartje met 4
sterktepunten af.
Je sterkte is nu 15 en je overwint het mistmonster.
Je pakt het mistmonsterkaartje en legt het met de
puntenwaarde naar beneden voor je. Je krijgt geen
kruiden terug als ‚wisselgeld‘.
In plaats van een kruidenkaartje in te zetten, kun
je ook een sterkte van 12 halen door goud af te
geven of voor een goudkaartje nog een keer te
gooien met de dobbelsteen met het laagste aantal
ogen. Als je maar 1 of (weer) 2 gooit en geen ander
goud -/kruidenkaartje hebt, verlies je het gevecht.
Avonturier 1 sterktepunt
2 kameraden 2 sterktepunten
Gooipunten voor 5 sterktepunten
de zwaarden
Extra waarde van 3 sterktepunten
de zwaarden
Totale gevechtssterkte 11 sterktepunten
4 5
B 7B 7
H 4
H 4H 4


Produktspezifikationen

Marke: HABA
Kategorie: Spiele
Modell: 300928 Adventure land

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit HABA 300928 Adventure land benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung Spiele HABA

Bedienungsanleitung Spiele

Neueste Bedienungsanleitung fĂŒr -Kategorien-