Fito Profi-line FIT-23010 Bedienungsanleitung


Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Fito Profi-line FIT-23010 (2 Seiten) in der Kategorie Rauchmelder. Dieser Bedienungsanleitung war für 7 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/2
Plaatsings- en Gebruiks-
handleiding
FITO PROFI-LINE 230V AC KOPPELBARE
ROOKMELDER, INCL. BATTERIJ BACK-UP
MODEL: FIT-230 & FIT-23010
KLASSE II
BELANGRIJKE INFORMATIE
Bij correct gebruik heeft u extra, waardevolle tijd om te ontsnappen. Elke cor-
rect geïnstalleerde rookmelder levert extra tijdwinst op.
230V gevoede rookmelder, met back-up batterij voor gebouwen met een
woonfunctie.
Deze melder waarschuwt in geval van brand of rook. Voor specificaties van
de melder, lees aandachtig alinea “Functie en betekenis van licht en geluids-
signalen”
Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige en makkelijk toegankelijke
plaats, bijvoorbeeld in de meterkast.
Een rookmelder voorkomt geen brand.
Installeer de rookmelder op de juiste plaats, indien mogelijk in het midden
van het plafond.
Houdt de rookmelder uit de buurt van kinderen.
Test het apparaat wekelijks en na een periode van afwezigheid.
WAARSCHUWING: Test nooit met vuur
0086
EN14604:2005
Essentiële kenmerken: Prestaties:
Nominale activeringsomstandigheden,
gevoeligheid, reactievertraging (reactie
tijd) en prestaties in geval van brand
voldaan
Fito Products BV
De Langkamp 12a
3961 MS
Wijk bij Duurstede
The Netherlands
15
2797-CPR-638573
Operationele betrouwbaarheid voldaan
Tolerantie aan de voedingsspanning voldaan
Duurzaamheid van operationele
betrouwbaarheid en reactievertraging;
temperatuurbestendigheid
voldaan
Duurzaamheid van bedrijfszekerheid;
bestand tegen trillingen
voldaan
Optische rookmelder;
Waarschuwt in
geval van brand
of rook en is
geschikt voor
gebouwen met een
woonfunctie
Duurzaamheid van bedrijfszekerheid;
vochtbestendigheid
voldaan
Duurzaamheid van bedrijfszekerheid;
weerstand tegen corrosie
voldaan
Duurzaamheid van bedrijfszekerheid;
elektrische stabiliteit
voldaan
Zuig de melder regelmatig (1 maal per maand) schoon met de zachte borstel
van de stofzuiger. U kunt het rookalarm ook met een iets vochtige doek
schoonmaken.
Wanneer de melder elke 40 seconden een beep toon geeft is de batterij bijna
leeg en dient deze vervangen te worden. Druk op de testknop om dit sgnaal
voor 10 uur uit te zetten.
De levensduur van rookmelders is 10 jaar.
Vals alarm kan stil worden gezet door op de test- en stilteknop te drukken.
U kunt uw rookalarm voor 10 minuten minder gevoelig maken door op de
testknop te drukken. Wanneer de rookontwikkeling echter te groot is zal de
melder alsnog alarm geven.
Belangrijke aanwijzingen in geval van alarmering Bij Brand:
• Plan TWEE ontsnappingsroutes en oefen deze met alle gezinsleden
• Spreek een plek af waar iedereen zich in geval van brand verzamelt.
In geval van Brand:
Verlaat direct het pand met al uw gezinsleden en verzamel buiten op de
tevoren afgesproken plaats.
Controleer of iedereen aanwezig is
Sluit alle deuren achter u en open nooit een warme deur, kies dan voor de
alternatieve route.
Bij grote rookontwikkeling, kruip zo laag mogelijk bij de grond naar buiten.
Adem wanneer mogelijk door een (vochtige) doek en houdt zo veel mogelijk
uw adem in. De meeste doden en gewonden vallen door rookvergiftiging en
niet door brand.
Bel de brandweer buiten of bij de buren.
Keer NOOIT terug in een brandende woning.
Aanvullende informatie is te verkrijgen bij uw Locale Brandweer en op
www.fito.eu.
SPECIFICATIES
Voeding: 220 - 240V AC - 50-60Hz met 9V back-up
batterij
Batterij back-up:
FIT-230: 9V DC Carbon Zinc (Golden Power 1604D,
Gold Peak 1604P) of 9V DC Alkaline (Gold
Peak 1604A, Energizer 522, Duracell
MN1604)
FIT-23010: 9V DC Lithium 10 jaar batterij. Type:
U9VLJP
Levensduur batterij bij stroomuitval: Minimaal 1 maand onder normale condities
Gebruik: < 10 µA continue
< 40 mA in alarm
AC Voedingsspanningindicator: groen LED lampje zichtbaar op de melder
Batterij Voedingsspanningindicator: rood LED lampje knippert 1 keer per minuut
Koppelbaar: tot 40 stuks
Gebruiktemperatuur: 0ºC tot + 40ºC
Vochtigheidgraad: 10% - 90%.
Gevoeligheid: Conform EN14604
Alarmwaarde: >85dB op 3 meter
Stilteknop: Alarmsignaal onderdrukking beschikbaar
Certificering: BS EN14604: 2005
PLAATSING VAN DE ROOKMELDER
BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING!
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie voor correcte
installatie en gebruik van uw rookmelder. Lees deze informatie zorgvuldig
en bewaar deze voor later gebruik.
keuken
woonkamer
bad
slaapkamer
slaapkamer
slaapkamer
hal
slaapkamer
figuur 1
slaap-
kamer slaap-
kamer
over-
loop
hal
woon-
kamer
hal of
kelder
figuur 2
Aanbevolen plaatsen:
Minimale bescherming:
In alle verblijfsruimtes zoals slaapkamers, woonkamer, studieruimte
en dergelijke en in de ontsnappingsroute zoals gang of hal.
Maximale bescherming:
-
Rookmelder in alle kamers (uitgezonderd badkamers, keuken, garages etc.)
- Hittemelders kunnen geplaatst worden in badkamers, keukens, verwarming-,
washokken enz.; binnen 5 meter van potentiële brandhaard.
Plaats de rookmelder bij voorkeur in het midden van het plafond, minimaal 50
cm van de muur.
Bij schuine daken, plaatst u de melder tegen de schuine wand, minimaal 90
cm verticaal gemeten van de nok van het dak.
Zie minimale en maximale bescherming (figuur 1 & 2)
Zorg dat de melder altijd bereikbaar is voor het testen en schoonmaken.
Monteer nooit een rookmelder:
In badkamers, keukens, douches, garages etc. Plaatsen waar een rookmel-
der onnodig kan afgaan door condens, normale rook of gassen. Monteer een
rookmelder minimaal 5 meter van dergelijke rookbronnen vandaan.
Plaatsen waar de temperatuur boven de 40°C en onder de 0° C kan komen,
bijvoorbeeld vliering, net boven een open haard etc.
In de nabijheid van (naast) decoratieve objecten, deuren, elektriciteitsdozen,
lampen, fittingen, ramen, muurventilators etc. die ervoor kunnen zorgen dat
rook de rook melder niet kan bereiken. Minimaal op 50cm afstand.
Oppervlakten die normaal warmer of kouder zij dan de rest van de ruimte.
Temperatuursverschillen kunnen rook verhinderen de melder te bereiken.
Naast of direct boven kachels.
Op zeer hoge of moeilijk te bereiken plaatsen. Zodat het moeilijk wordt de
melder te bereiken om deze te testen of schoon te maken.
Op zeer stoffige en vervuilde plaatsen. Stof ophoping zal voorkomen dat de
rook, de rookkamer van de rookmelder kan bereiken en zal na verloop van
tijd vals alarm gaan veroorzaken.
Binnen 1 meter van dimmers en bedrading, Sommige dimmers kunnen sto-
ring in de melder veroorzaken.
Binnen 1,5 meter van TL lampen. Elektrische impulsen kunnen de werking
van de melder negatief beïnvloeden.
Buiten en in ruimtes waar veel insecten voorkomen. Kleine insecten in de
rookkamer van de melder kunnen de werking van de melder verstoren.
Deze melder is ontworpen voor permanente montage met stroomaansluiting
via de ingebouwde kroonsteen. De bodem(montage)plaat kan direct op een
enkelvoudige standaard inbouwdoos tegen het plafond worden geschroefd. De
melder vereist een stroomvoorziening van 50mA. De melder mag niet worden
blootgesteld aan vocht of lekkage.
Op de onderkant van de melder bevindt zich belangrijke informatie.
AANBEVELING: met de FIT-230 is het mogelijk reeds tijdens de bouw
de bodemplaat en de stroomaansluiting te monteren. In een later stadium,
wanneer stof en vuil zijn opgeruimd, kan de melder op de bodemplaat worden
geschoven. De melder mag niet aangesloten zijn wanneer de elektrische
bedrading wordt getest met hoge voltages.
ATTENTIE: Tijdens renovaties of verbouwingswerkzaamheden dient u het
rookalarm tijdelijk te verwijderen. Na beëindiging van de werkzaamheden de
rookmelder schoonzuigen met de zachte borstel van de stofzuiger en terug-
plaatsen en daarna altijd testen met de testknop.
DE INSTALLATIE
ATTENTIE: De 230 volt melder dient te worden geïnstalleerd door een erkende
installateur volgens de richtlijnen van het Bouwbesluit. Onjuist geïnstalleerd
kan het de gebruiker onder stroom zetten of niet juist functioneren bij brand.
ATTENTIE: De melder moet continu zijn aangesloten op 230 volt. Ook mag er
geen aan/uit schakelaar op het circuit zijn aangesloten waardoor de melder zou
kunnen worden uitgeschakeld.
1. Kies een locatie die voldoet aan alle bovenstaande voorwaarden.
2. Sluit de stroom af van de groep
waarop u de melder wilt aansluiten.
3. Verwijder de bodemplaat van de
melder (zie figuur 3).
4. Verwijder het afdekkapje.
5. De bedrading dient als volgt op de bodemplaat te worden aangesloten:
L(Live): Fase - aan-
sluiten op de bruine
bedrading.
N(Neutral): Nul -
aansluiten op de
blauwe bedrading.
IC (Interconnect):
Aparte koppeldraad
(gebruik massief
montagedraad min.
1,5 mm2)
Wanneer u de melder niet doorkoppelt mag u niets op de IC aansluiten.
Het verwisselen van de fase en nul draad beschadigt doorgekoppelde melders!
Niet de aarde connectie gebruiken om melders door te koppelen.
N.B.: De melder hoeft niet te worden geaard. Op het aansluitblok is wel een
aarde (earth) connectie aangegeven.
6. Wanneer u de bedrading heeft aangesloten, sluit u het klepje van de inge-
bouwde kroonsteen.
7. Schroef de bodemplaat vast aan het plafond (b.v. op de centraaldoos).
Verzeker u ervan dat de bodemplaat strak tegen het plafond zit zodat er
geen luchtcirculatie boven de melder kan plaatsvinden die rookdetectie kan
verhinderen. Als de opening te groot is dient deze met kit te worden gedicht.
8. Controleer of de batterij in de melder is aangesloten door op de testknop te
drukken en schuif dan de melder voorzichtig op de bodemplaat.
ATTENTIE: Probeer de melder niet te verwijderen zonder de beveiligingsclip te
openen (figuur 3).
HET DOORKOPPELEN VAN ROOKMELDERS
NB: Een maximum van 40 rookmelders kunnen worden doorverbonden, met
maximaal 150 meter draad.
Systemen met meer dan 3 of 4 melders dienen zeer zorgvuldig te worden
gepland om te verzekeren dat er geen vals alarm plaatsvindt van bijvoorbeeld
koken of wekelijks testen.
• De melders dienen regelmatig te worden gecontroleerd en schoongemaakt.
Er dient iemand beschikbaar te zijn om bij een vals alarm de melder waar
het rode lampje van knippert snel uit te kunnen schakelen, daar alle melders
anders afgaan.
WAARSCHUWING: Verbindt geen van deze melders door met een model van
een andere fabrikant. Doet u dit wel dan loopt u het risico op een elektrische
schok of brandgevaar door onjuiste detectie.
De (interconnect) doorkoppeldraad (massief montagedraad) moet geïsoleerd
zijn en minimaal 1,5 mm2. Gebruik voor het doorverbinden geen aardedraad of
een draad die later verward kan worden met de bestaande bedrading.
De melders die met elkaar worden doorverbonden dienen zich in dezelfde
woning te bevinden. Wanneer zij tussen verschillende gebouwen zijn doorver-
bonden is het mogelijk dat niet iedereen op de hoogte is wanneer zij worden
getest of wanneer er vals alarm (door b.v. koken enz.) plaatsvindt.
CONTROLE OP FUNCTIONEREN
Controleer na de installatie en elke week al uw rookmelders, ook na een lan-
gere periode van afwezigheid zoals vakantie enz.
• Controleer of het groene lampje voor 230V brandt. (Brandt dit niet controleer
dan of er spanning op staat, de bekabeling goed is aangesloten, enz.)
• Controleer of het rode lampje ongeveer elke minuut knippert. Wanneer dit niet
het geval is dient u de batterij te vervangen.
• Druk ± 3 seconden op de testknop om de rookkamer, elektronische delen en
sirene te testen. Er klinkt nu een luid pulserend alarm (het niveau is minimaal
85 dB op 3 meter afstand). Een rood lampje zal, wanneer de sirene klinkt,
tijdens deze test snel knipperen. Door op de testknop te drukken simuleert u
het effect van rook bij brand. Dit is de beste manier om te testen of uw rook-
melder correct functioneert.
ATTENTIE: Bij doorgekoppelde melders zal alleen op de melder die u test
het rode lampje snel knipperen. Alle andere melders zullen wel alarm geven.
Herhaal de test bij elke melder afzonderlijk.
BATTERIJ VERVANGEN
• Schakel de stroom uit.
• Haal de melder van de bodemplaat (figuur 3).
• Verwijder de batterij.
• Zuig de melder schoon met een zacht borstel van de stofzuiger.
• Plaats nieuwe batterij in de melder, (LET OP DE PLUS EN DE MIN)
• Test de melder, zie Testprocedure.
• Plaats de melder terug op de bodemplaat.
FUNCTIE EN BETEKENIS VAN DE LICHT EN GELUIDSIGNALEN
Normale situatie: Het groene lampje brand ter indicatie dat het alarm gevoed
wordt. Het rode LED lampje licht 1 maal op per 1 minuut.
Alarm: Wanneer de melder rook detecteert, zal een luid pulserend alarm gaan
klinken en het rode LED lampje zal continue gaan flikkeren totdat de rook is
verdwenen. De doorgekoppelde melders zullen wel het luid pulserend alarm
geven echter het rode LED lampje zal niet continue gaan knipperen.
Batterij leeg signaal: Een beep signaal elke minuut betekent dat de batterij
bijna leeg is en vervangen dient te worden. Dit signaal zal 30 dagen klinken.
Druk kort op de testknop om dit signaal te stoppen voor 10 uur.
STORINGEN VERHELPEN
De rookmelder kan geactiveerd worden door stoom, condensatie, stof, rook
en kleine insecten. Voorkom zoveel mogelijk deze situaties, zie hoofdstuk:
Monteer nooit een rookmelder. Wanneer een melder regelmatig vals alarm
geeft, kan het noodzakelijk zijn de melder op een andere plaats te bevestigen.
Aanvullende informatie kunt u vinden op www.fito.nl, tab FAQ. Wanneer de
melder niet goed functioneert, neem dan contact op met uw leverancier of Fito
Products BV op www.fito.nl, tab Contact.
VALS ALARM
Druk op de test knop om het alarm te stoppen. (Zie Test en Pauze knop)
TEST EN PAUZE KNOP
Uw melder is voorzien van een pauze knop. Dit is de zelfde knop als de
testknop. Druk stevig in het midden op de pauze/test knop. Uw rookmelder
gaat dan 10 minuten in een zogeheten minder gevoelige stand. Het rode LED
Druk met een
schroeven-
draaier de be-
veiligde sluiting
omhoog
Beveiligde
sluiting
bodemplaat
melder naar u
toe schuiven
figuur 3
GEBRUIK EEN
SCHROEVENDRAAIER OM
HET
AFDEKKAPJE TE VERWIJDEREN
AFDEKKAPJE
lampje zal om de 10 seconden flikkeren om aan te geven dat de stilteknop is
geactiveerd.
Bij zware of toenemende rookontwikkeling zal de melder toch in alarm gaan.
ONDERHOUD
De melder mag nooit in aanraking komen met vloeibare stoffen.
Zuig de melder regelmatig (1 maal per maand) schoon met de zachte borstel van
de stofzuiger. U kunt het rookalarm met een iets vochtige doek schoonmaken.
Reparaties moeten door de fabrikant worden uitgevoerd.
Altijd de stroom uitschakelen wanneer de melder van de voet wordt verwijderd.
WAARSCHUWING: Schilder de melder nooit en plak deze niet af.
BEPERKINGEN VAN ROOKMELDERS
Onafhankelijke instanties hebben vastgesteld dat ongeveer 45% van de
gemonteerde rookmelders in woningen niet functioneren, namelijk in de vol-
gende situaties:
• Wanneer de batterij verwijderd was of niet functioneerde. Test daarom regel-
matig.
• Als de rook de melder bij brand niet kan bereiken zal het apparaat ook niet in
werking treden. Bijvoorbeeld als de brand op een andere verdieping plaats-
vindt waar geen rookmelder hangt, achter gesloten deuren, in een schoor-
steen of als de rook van de melder wordt weggeblazen. Daarom wordt het
plaatsen van rookmelders in alle kamers aangeraden. In ieder geval op elke
verdieping.
• Als men het alarm niet hoort. Een persoon zou eventueel niet gewekt kunnen
worden door het alarm bij een overmatig gebruik van alcohol en/of drugs.
• Er zijn enkele branden die niet altijd op tijd door de melder ontdekt worden,
bijvoorbeeld roken in bed, als daar geen rookmelder hangt. Bij het ontsnap-
pen van gas, hevige explosies; het op een verkeerde manier bewaren van
explosieve producten en brandgevaarlijke vloeistoffen (benzine, verf, spiritus,
enz.), elektrische storingen, zuren, kinderen die met lucifers (vuur) spelen.
• De levensduur van rookmelders is 10 jaar.
PRODUCTGARANTIE
Bij normaal gebruik en onderhoud garandeert de fabrikant dit product tegen
materiaal en/of productiefouten voor de periode van 3 jaar, exclusief batterij,
vanaf de originele aankoopdatum door de consument. Uitgezonderd zijn scha-
des welke zijn ontstaan door gebrekkig onderhoud, ongelukken of misbruik.
Wanneer het product binnen de aangegeven periode defect is wordt het gratis
vervangen of gerepareerd. Probeer niet zelf het product te repareren of eraan
te knutselen, hiermee vervalt de garantie.
DoP (Declaration of Performance)
De Prestatieverklaring van de FIT-230 en FIT-23010 is te downloaden op onze
website www.fito.eu.
VERWIJDERINGINSTRUCTIE
De rookmelder dient na de door de fabrikant op de rookmelder ver-
melde vervangingsdatum vervangen te worden. Gooi uw oude batterij
en melder niet in de prullenbak, lever deze in bij een inzamelpunt van
klein huishoudelijk afval bij u in de buurt.
Importeur:
Fito Products B.V.
De Langkamp 12a
3961 MS Wijk bij Duurstede
Nederland. www.fito.eu
2022-1 vers.1
Lo
r
VERWIJDERBAAR KLEPJE
VOOR HET AAN DE ZIJKANT
DOORVOEREN VAN DE DRADEN
FASE
(BRUIN)
AARDE
NUL
(BLAUW)
KOPPELDRAAD
(WIT)


Produktspezifikationen

Marke: Fito Profi-line
Kategorie: Rauchmelder
Modell: FIT-23010

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Fito Profi-line FIT-23010 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung Rauchmelder Fito Profi-line

Bedienungsanleitung Rauchmelder

Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-