Auriol 1-LD2339 Bedienungsanleitung

Auriol betrachten 1-LD2339

Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Auriol 1-LD2339 (1 Seiten) in der Kategorie betrachten. Dieser Bedienungsanleitung war für 11 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/1
SKIPRO HORLOGE
Dit horloge beschikt over een geïntegreerde
skicomputer. Door druk op SENSOR kunt U tussen
het menu voor de skicomputer en het menu voor
de uurwerkfuncties wisselen.
Functiemodi van uurwerk en weersvoorspelling
Door op MODE te drukken kan tussen de
verschillende functies worden gekozen. De
volgorde van de functies is:
> normale tijdweergave > wekalarm (AL1/AL2) > stopwatch (CHR) > timer (TMR) > tweede
tijdzone (T2) > normale tijdweergave >
Normale tijdweergave met extra gegevens
Bij normale tijdweergave op START/STOP drukken, om één van de 4 extra gegevens naar keuze te
activeren:
> weekdag > thermometer > altimeter (hoogtetendens) > barometer (luchtdruktendens) >
weekdag >
ATTENTIE:
De weergegeven temperatuur is de temperatuur, die in de kast zelf wordt gemeten. Houd U er
daarom rekening mee, dat Uw lichaamswarmte deze meting direct beïnvloedt.
Om de daadwerkelijke temperatuur correct te meten, moet U het horloge afdoen en 20 tot 30 minuten
aan de omgevingstemperatuur laten aanpassen; stel het horloge niet aan het directe zonlicht bloot.
Weersvoorspelling
Bij normale tijdweergave verschijnt één van 4 weersymbolen voor de
weersvoorspelling:
Zon Y, licht bewolkt Z, bewolkt W, regen X.
ATTENTIE:
De weersvoorspelling wordt aan de hand van luchtdrukveranderingen
berekend. Om een zo goed mogelijke voorspelling te bereiken, moet het
horloge minstens 8 uur op dezelfde hoogte boven zeeniveau in gebruik zijn.
Tijdinstelling
Bij normale tijdweergave MODE 3 seconden ingedrukt houden.
Op het display knipperen de seconden. Druk START/STOP of LAP/RESET om de seconden terug te
zetten.
Druk op MODE om naar de instelling van de minuten te wisselen. Druk op START/STOP of
LAP/RESET om de minuten in te stellen en op MODE om Uw instelling te bevestigen.
Op dezelfde wijze worden de uren, jaar, maand, dag, datumweergave (dag/maand (D/M) of
maand/dag (M/D)), 12 of 24-uurs weergave, LCD contrast en toetsentoon ingesteld.
Houd MODE ingedrukt om de instelling te beëindigen.
Activeren/deactiveren van wekalarm en urensignaal
Wissel met MODE naar de wekalarmmodus (AL1/AL2).
In de wekalarmmodus kunt U door druk op START/STOP tussen de
verschillende weergaves wisselen: Alarm 1 (AL1), Alarm 2 (AL2), urensignaal
(CHIME). Druk op LAP/RESET om de betreffende functie te
activeren/deactiveren.
Bij geactiveerd alarm gaat op de ingestelde tijd een weksignaal af. Het
weksignaal kan door druk op een willekeurige toets worden uitgezet.
Bij geactiveerd urensignaal (CHIME) klinkt op elk héél uur een weksignaal.
Instellen van de 2 wekalarmen
Wissel met MODE naar de wekalarmmodus (AL1/AL2).
Wissel in de wekalarmmodus door druk op START/STOP naar het gewenste alarm (AL1) of (AL2).
Houd MODE 3 seconden ingedrukt.
Op het display knipperen de minuten. Druk op START/STOP of LAP/RESET om de minuten in te
stellen en bevestig de instelling met druk op MODE.
Stel de uren op dezelfde wijze in.
Houd MODE ingedrukt, om de instelling te beëindigen.
Stopwatch
Wissel met MODE naar de stopwatchmodus (CHR).
Druk op START/STOP om de stopwatch te starten of te stoppen.
Om de stopwatch op nul te resetten stop de stopwatch, indien nodig, en houd
LAP/RESET ingedrukt.
Door het resetten worden ook alle rondetijden gewist.
Om een rondetijd te stoppen druk LAP/RESET terwijl de stopwatch loopt. De rondetijd wordt even
aangetoond terwijl de stopwatch intern verder loopt. In totaal kunnen 10 rondetijden worden gestopt.
Om de rondetijden aan te tonen stop de stopwatch en houd MODE ingedrukt.
Op het display wordt de totale verstreken stoptijd (TTL) aangetoond. Druk op START/STOP of
LAP/RESET om de rondetijden na elkaar aan te tonen.
Houd MODE ingedrukt om de weergavemodus voor de rondetijden te verlaten.
Houd LAP/RESET ingedrukt om de stopwatch en alle rondetijden op nul te resetten.
Timer
Wissel met MODE naar de timermodus (TMR).
De timer werkt zowel met vastgestelde als ook met individueel ingestelde
tijden.
De vastgestelde tijden zorgen voor een eenvoudig en snel gebruik van de
standaard count-down tijden. De vastgestelde tijden zijn: 3, 5, 10, 15 en 45
minuten.
De individueel ingestelde tijd kan willekeurig worden gekozen (max. 99 uren, 59 min., 59 sec.).
Houd MODE ingedrukt voor het instellen van de individuele tijd.
Op het display knipperen de uren. Druk START/STOP of LAP/RESET voor het instellen van de uren
en bevestig met MODE.
Op dezelfde wijze worden de minuten en de seconden ingesteld.
Houd MODE ingedrukt om de instelling te beëindigen.
Door op LAP/RESET te drukken kunt U één van de vastgestelde tijden of de individuele tijd kiezen.
Door op START/STOP te drukken kunt U de timer starten of stoppen.
Tijdens de laatste 10 minuten van de ingestelde tijd klinkt om de minuut een count-down alarm.
Tijdens de laatste minuut klinkt om de 10 seconden een count-down alarm.
Tijdens de laatste 5 seconden klinkt elke seconde een count-down alarm.
Bij het bereiken van de count-down tijd klinkt het eigenlijke count-down alarm voor 30 seconden.
Tweede tijdzone
Wissel met MODE in de modus voor de tweede tijdzone (T2).
Houd MODE 3 seconden ingedrukt.
Op het display knipperen de minuten. Druk op START/STOP of LAP/RESET
om de minuten in te stellen.
Druk MODE om naar de instelling van de uren te wisselen. Druk op
START/STOP of LAP/RESET om de uren in te stellen en bevestig met MODE.
Houd MODE ingedrukt om de instelling te beëindigen.
Functiemodi van de skicomputer
Wissel vanuit de normale tijdweergave door druk op SENSOR naar het menu voor de skicomputer.
Door nu op MODE te drukken kunt U tussen de verschillende functiemodi wisselen. De volgorde van
de functies is:
> Skimodus S > altimeter a > barometer b > kompas c > skimodus s >
Skimodus S
Druk op MODE om naar de skimodus S te wisselen.
Door MODE ingedrukt te houden kunt U de skimodus
activeren. Op het display verschijnt ON. Houd START/STOP
ingedrukt tot op het display dONE verschijnt.
De skimodus is nu geactiveerd en S knippert op het display.
De skimodus blijft ook tijdens het wisselen naar een andere
functie actief en de skigegevens worden verder aangetoond.
Om de skimodus te deactiveren houd MODE ingedrukt. Op het
display verschijnt OFF. Houd START/STOP ingedrukt tot op
het display dONE verschijnt.
Indien de skimodus niet per hand wordt beëindigd, wordt hij na 12 uur automatisch gedeactiveerd.
Bovenste regel van het display
Met START/STOP kunt U de weergave van de hoogte of de temperatuur uitkiezen.
Middelste regel van het display
Bij geactiveerd skimodus kunt U met LAP/RESET volgende weergaves kiezen:
> Afdalingssnelheid (SPEED) > totale tijd (PERIOD) > totale hoogteverlies (ACC.DS) > totale
hoogtetoename (ACC.AS) > afdalingssnelheid (SPEED) >
Onderste regel van het display
Bij geactiveerd skimodus kan door drukken en vasthouden van LAP/RESET de tijd of het aantal
reeds gemaakte afdalingen (RUN) worden weergegeven.
Maateenheden van de skimodus veranderen
Door drukken en vasthouden van START/STOP kunt U de respectievelijke maateenheden van de
verschillende gegevens veranderen.
Maateenheid voor afstand: M (meter) of F (feet)
Maateenheid voor temperatuur: °C (Celsius) of °F (Fahrenheit)
Maateenheid voor snelheid: km/h (kilometer per uur) of m/h (miles per hour)
Ski logboek
Bij het activeren van de skifunctie maakt de skicomputer een gegevensverslag in het logboek.
Bij elke automatisch of met de hand in de skicomputer gestartte afdaling worden informaties
toegevoegd.
Een afdaling wordt òf automatisch door een significant hoogteverlies gestart òf met de hand gestart.
Na het starten van een afdaling begint de skicomputer met het registreren van de afdalingstijd.
Een afdaling wordt òf automatisch gestopt, als het significante hoogteverlies eindigt, òf met de hand
gestopt. Na het stoppen van een afdaling worden de gegevens opgeslagen en het meten van de
afdalingstijd wordt gestopt.
Na het deactiveren van de skifunctie worden de gegevens van alle afdalingen opgeslagen.
Manueel starten en stoppen van de afdalingen
Druk bij geactiveerd skimodus op MODE om de manuele modus te activeren. Op het display
verschijnt MANUAL.
Druk op START/STOP om de afdaling te starten en na beëindiging van de afdaling weer op
START/STOP. Na het stoppen van een afdaling worden de gegevens opgeslagen. De volgende
afdaling weer met START/STOP starten en beëindigen.
Afdalingshoek- en gevoeligheidsinstellingen
Afdalingshoek
U kunt de afdalingshoek instellen om een nauwkeurigere berekening te bereiken.
Gevoeligheid
De skicomputer herkent automatisch, aan de hand van het hoogteverlies, wanneer een afdaling
wordt gestart. U kunt de gevoeligheid van de automatische herkenning justeren.
Normale gevoeligheid (NORM)
Dit is de standaard instelling. Gebruik de instelling SLOW of FAST, indien de automatische
herkenning in de standaard instelling niet nauwkeurig genoeg is.
Hoge gevoeligheid (SLOW)
Gebruik deze instelling, als de automatische activering niet op Uw afdalings- of opstijgingssnelheid
reageert.
Lage gevoeligheid (FAST)
Gebruik deze instelling, als de automatische activering te sensibel reageert.
Instellen van afdalingshoek en gevoeligheid
Houd in de skimodus MODE ingedrukt om de instellingsmodus te activeren. Druk nu even op MODE
om naar de instelling van de afdalingshoek te komen (SLOPE).
Door druk op START/STOP of LAP/RESET kunt U de hoek instellen (5°-90°) en met MODE
bevestigen.
Op het display knippert nu de opstijgingsgevoeligheid (rAtE AS). Druk op START/STOP of
LAP/RESET om de gevoeligheid in te stellen en bevestig met MODE.
Op het display knippert nu de afdalingsgevoeligheid (rAtE dS). Druk op START/STOP of LAP/RESET
om de gevoeligheid in te stellen.
Houd MODE ingedrukt om de instellingen op te slaan.
Geheugen van het ski-logboek weergeven
Wissel met MODE naar de geheugenmodus van het ski-logboek (MEM). Op
het display verschijnt in de bovenste regel MEM en een R gevolgd door het
nummer van het gegevensverslag.
In de middelste regel wordt de starttijd aangetoond en in de onderste regel de
startdatum.
Wissel met LAP/RESET naar het gewenste gegeven.
Met START/STOP kunnen de opgeslagen gegevens van het verslag na elkaar
worden aangetoond.
>Keuze van het gegeven > totale tijd (PERIOD) > afdalingstijd (DS.TIME) > hoogteverlies
(ACC.DS) >hoogtetoename (ACC.AS) > maximale snelheid (MAX.DS) > maximale hoogte
(HI.ALT) > minimale hoogte (LO.ALT) > afdalingshoek (SLOPE) > keuze van het gegeven >
ATTENTIE:
De afdalingshoek kan ook achteraf nog worden veranderd. Houd MODE bij de weergave van de
afdalingshoek ingedrukt. Stel de hoek met START/STOP of LAP/RESET in. Houd MODE ingedrukt
om de instelling te beëindigen. De gegevens worden automatisch geactualiseerd.
Keuze van een afdaling
Houd MODE ingedrukt bij een willekeurige weergave in het gegevensverslag (niet bij afdalingshoek
(SLOPE) of keuze van het gegeven), om in de keuzemodus te komen. Door druk op LAP/RESET
kunt U één van de afdalingen uitkiezen. Het nummer van de afdaling wordt onder op het display
aangetoond.
Nadat U de afdaling heeft uitgekozen, worden door druk op START/STOP alle gegevens betreffende
de uitgekozen afdaling aangetoond.
>Starttijd (START) > afdalingstijd (DS.TIME) > maximale snelheid (MAX.DS) > gemiddelde
snelheid (AVG.DS) > maximale hoogte (HI.ALT) > minimale hoogte (LO.ALT) > hoogteverschil
(dALT) > hoogtediagram (AltI) > starttijd (START) >
Als de starttijd (START) wordt aangetoond, kunt U door druk op LAP/RESET een nieuwe afdaling
uitkiezen of met MODE terug naar de normale weergave wisselen.
Gegevens wissen
Wissel met MODE naar de geheugenmodus van het logboek (MEM). Op het display verschijnt in de
bovenste regel MEM en een R gevolgd door het nummer van de afdalinggegevens.
In de middelste regel wordt de starttijd aangetoond en in de onderste regel de startdatum.
Houd MODE ingedrukt om de wismodus te activeren (dEL). Druk op MODE om het actuele gegeven
(ONE) of alle gegevens (ALL) uit te kiezen.
Houd START/STOP ingedrukt om Uw keuze te bevestigen en het wissen uit te voeren of houd MODE
ingedrukt, om de wisopdracht terug te nemen.
ATTENTIE:
Bij geactiveerde skifunctie kan het actieve gegeven niet worden gewist.
Altimeter
Wissel met MODE naar de altimetermodus a.
Druk START/STOP om hoogte en temperatuur of hoogte en
hoogtediagram weer te geven.
Door druk op LAP/RESET kunt U In het diagram de
hoogtegegevens van de laatste 22 uur na elkaar laten
verschijnen.
In het diagram knippert het gekozen tijdstip en in de middelste en
onderste regel worden hoogte en tijdstip van de meting aangetoond.
Maateenheden van de altimeter veranderen
Door drukken en vasthouden van START/STOP kunt U de respectievelijke maateenheden van de
verschillende gegevens veranderen.
Maateenheid voor hoogte: m(meter) of ft (feet)
Maateenheid voor temperatuur: °C (Celcius) of °F (Fahrenheit)
Absolute en relatieve hoogte
In de altimetermodus kunnen de absolute hoogte (hoogte boven het zeeniveau) of de relatieve
hoogte (hoogte vergeleken met een van te voren vastgestelde uitgangshoogte) worden aangetoond.
Om de relatieve hoogte te gebruiken, moet de hoogte bij het begin op nul worden gezet.
De altimeterfunctie berekent de hoogte boven het zeeniveau aan de hand van de luchtdruk. Het kan
van nut zijn de altimeter te kalibreren, om luchtdrukschommelingen te compenseren. Volgende opties
zijn mogelijk:
!“0”-instelling voor relatieve hoogte
!Instellen van een bekende waarde voor absolute hoogte
!Instellen van de luchtdruk op zeeniveau
!Terugzetten op standaard waarde (1013.2mb)
ATTENTIE:
!Bij geactiveerd skimodus kunt U de altimeter niet kalibreren.
!U kunt meerdere kalibreringsopties niet gelijktijdig gebruiken. Zodra U een nieuwe optie uitkiest,
vervangt deze de eerder gekozen instellingen.
In de altimetermodus MODE indrukken en vasthouden. Daarna met MODE één van de
instellingsmodi uitkiezen:
> “0”-instelling voor relatieve hoogte (ZERO) > absolute hoogte (ALTI) > luchtdruk op zeeniveau
(SEAP.) > terugzetten op standaard waarde (F.DEF) > “0”-instelling voor relatieve hoogte (ZERO)
>
Bevestig Uw keuze met START/STOP.
“0”-instelling voor relatieve hoogte (ZERO)
Druk op START/STOP om op het display YES (bevestigen) of NO (terugnemen) te kiezen en
bevestig Uw keuze door MODE ingedrukt te houden.
Instellen van een bekende waarde voor absolute hoogte (ALTI)
Op het display verschijnt de hoogte. Stel de hoogte in door druk op START/STOP of LAP/RESET
(door drukken en vasthouden kunt U de versnelde instelling gebruiken). Bevestig Uw instelling door
MODE ingedrukt te houden.
Instellen van de luchtdruk op zeeniveau (SEA P.)
Op het display verschijnt de luchtdruk op zeeniveau. Stel de luchtdruk in door druk op START/STOP
of LAP/RESET (door drukken en vasthouden kunt U de versnelde instelling gebruiken). Bevestig Uw
instelling door MODE ingedrukt te houden.
Terugzetten op standaard waarde
Druk op START/STOP om op het display YES (bevestigen) of NO (terugnemen) te kiezen en
bevestig Uw keuze door MODE ingedrukt te houden.
Barometermodus
Wissel met MODE naar de barometermodus b.
Druk op START/STOP om luchtdruk en luchtdrukdiagram,
luchtdruk en temperatuur of luchtdruk en luchtdruk op
zeeniveau (SEA LEVEL PRES.) weer te geven.
Door druk op LAP/RESET kunt U In het diagram de
luchtdrukgegevens van de laatste 22 uur na elkaar laten
verschijnen.
In het diagram knippert het gekozen tijdstip en in de middelste en onderste regel worden hoogte en
tijdstip van de meting aangetoond.
Maateenheden van de barometer veranderen
Door drukken en vasthouden van START/STOP kunt U de respectievelijke maateenheden van de
verschillende gegevens veranderen.
Maateenheid voor luchtdruk: hPa/mb (Hektopascal/Millibar) of inHg(inch of mercury)
Maateenheid voor temperatuur: °C (Celsius) of °F (Fahrenheit)
Kalibreren van de barometer
Het horloge wordt in gekalibreerde toestand geleverd en hoeft gewoonlijk niet nogmaals worden
gekalibreerd.
Er zijn 2 mogelijkheden om de barometerfunctie te kalibreren.
!Bekende luchtdruk instellen
!Terugzetten op standaard instelling
ATTENTIE:
!Bei geactiveerd skimodus kunt U de barometerfunctie niet kalibreren.
!Vóór de kalibrering moet de juiste luchtdruk op Uw standplaats bekend zijn.
!Een verkeerde kalibrering leidt tot een foutieve weergave van de luchtdruk en de hoogte.
In de altimetermodus MODE indrukken en vasthouden om naar de kalibreringsmodus te komen.
Kies met MODE de instelling van de luchtdruk (AIRP.) of het terugzetten op de standaard instelling
(F.DEF) en bevestig Uw keuze met START/STOP.
Terugzetten op standaard instelling (F.DEF)
Druk op START/STOP om op het display YES (bevestigen) of NO (terugnemen) te kiezen en
bevestig Uw keuze door MODE ingedrukt te houden.
Instellen van de luchtdruk (AIRP.)
Op het display verschijnt de luchtdruk. Stel de luchtdruk in door druk op START/STOP of LAP/RESET
(door drukken en vasthouden kunt U de versnelde instelling gebruiken). Bevestig Uw instelling door
MODE ingedrukt te houden.
Kompas
ATTENTIE:
Het kompas mag niet in de buurt van metalen of
magnetische voorwerpen zoals bijv. andere kompassen
worden gebruikt.
Houd het horloge horizontaal om exacte gegevens te
verkrijgen!
In de kompasfunctie cwordt in de bovenste regel de
windstreek aangetoond.
In de middelste regel wordt de richting in graden aangetoond.
Als één minuut lang geen toets wordt ingedrukt, wisselt het kompas automatisch naar de
energiespaarmodus (IDLE). Door druk op START/STOP kunt U het kompas reactiveren.
Bij foutieve metingen verschijnt OFF CAL. Zorg ervoor dat het kompas exact horizontaal wordt
gehouden en dat het verwijderd is van magnetische voorwerpen. Bij veel of voortdurend
voorkomende foutieve metingen moet het kompas worden gekalibreerd (Kalibreren van het kompas).
Richtingsweergave “achteruit”
Druk op START/STOP om de graadweergave om te draaien, zodat de tegenovergestelde richting
wordt weergegeven. Links op het display verschijnt bij de omgedraaide graadweergave een pijl die
achteruit wijst R.
Door druk op START/STOP kunt U naar de normale weergave wisselen.
Kompasblokkade
Druk bij geactiveerde kompas LAP/RESET om de weergavefuncties van het kompas te blokkeren.
Bovenaan op het display verschijnt een sleutelsymbool K. Druk LAP/RESET om de blokkade te
verwijderen.
De blokkade wordt automatisch verwijderd, als het kompas naar de energiespaarmodus wisselt.
Kalibreren van het kompas
Onder volgende voorwaarden is het noodzakelijk het kompas te kalibreren:
!Bij het eerste gebruik van de kompasfunctie
!Na vervangen van de batterij
!Als ondanks correcte handhaving OFF CAL verschijnt
!Na standplaatsverandering
U kunt het kompas d.m.v. de rotatiemethode of door instelling van de declinatie kalibreren.
Het beste resultaat bereikt u bij het gebruiken van beide methoden.
Houd in de kompasmodus MODE ingedrukt om de kalibreringsmodus te activeren.
Kies door druk op MODE de rotatiemethode (CAL) of de instelling van de declinatie (DEC).
Rotatiemethode
Druk START/STOP om de calibrering te starten. Op de buitenste kring van het display roteren de
richtingsgegevens. Houd het horloge horizontaal en draai het langzaam en gelijkmatig in de
rotatierichting van de richtingsgegevens. Na minstens 2 volle draaiingen beëindigt U dit proces door
druk op START/STOP.
Houd MODE ingedrukt om naar de normale kompasweergave terug te wisselen.
Instellen van de declinatie
De declinatie is in de regel op wandelkaarten aangetoond.
Druk op START/STOP of LAP/RESET om de declinatiestand in te stellen.
Houd MODE ingedrukt om naar de normale kompasweergave terug te wisselen.
Batterijwaarschuwing
Als de batterijwaarschuwing B op het display van het horloge verschijnt, wordt het tijd, de batterij
te vervangen. Vervang de lege batterij door een nieuwe batterij van typ CR2032.
Laat U de batterij indien mogelijk door een ervaren horlogemaker vervangen. Zo vermijd U
beschadigingen aan de kast en de sluitringen.
Gooi Uw lege batterijen in de hiervoor bestemde afvallbakken in de winkel. Batterijen horen niet in
het huisvuil.
SENSOR
MODE
START/STOP
LAP/RESET
Verwijdering
Dit elektrische apparaat mag niet tussen het huisvuil belanden. Breng het alstublieft naar een erkend
afvalverwerkingsbedrijf.
Batterijen
Gooi uw lege batterijen in de hiervoor bestemde afvalbakken. Batterijen horen niet tussen het
huisvuil.
Garantie
Op dit artikel verlenen wij 3 jaar garantie. De garantietijd begint op de aankoopdatum (kassabon,
kwitantie). Binnen deze tijd herstellen we alle materiaal- en productiefouten gratis. Garantie is niet
van toepassing op defecten die door fout gebruik (zoals stoten, water, vallen) zijn ontstaan.
digi-tech ®, Valterweg 27A, D-65817 Eppstein
-17- -18- -19- -20-
-21- -22- -23- -24-
-25- -26- -27- -28-
-29- -30- -31- -32-
N/B N/B N/B N/B
N/B
N/B
N/B
N/B
N/B
N/B
N/B
N/B
N/B
N/B
N/B
N/B


Produktspezifikationen

Marke: Auriol
Kategorie: betrachten
Modell: 1-LD2339

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Auriol 1-LD2339 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung betrachten Auriol

Bedienungsanleitung betrachten

Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-