Texas Instruments TI-15 Bedienungsanleitung
Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Texas Instruments TI-15 (33 Seiten) in der Kategorie Taschenrechner. Dieser Bedienungsanleitung war für 13 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet
Seite 1/33
-1-
TI
N
15
Rekenmachine en Rekentrainer
Texas Instruments
7800 Banner Dr.
Dallas, TX 75251 U.S.A.
Texas Instruments Holland B.V.
Rutherfordweg 102
3542 CG Utrecht - The Netherlands
¾
www.ti.com/calc
Copyright
1999 Texas Instruments Incorporated
NLD 15
à
RG
à
1E9
à
A
Algemene informatie
De TI-15 heeft twee krachtbronnen,
-
een batterij en
zonlicht. In goedverlichte omgevingen werkt hij met de
zonnecel, in andere lichtomstandigheden op de batterij.
Voorbeelden: zie de bladzijde
voorbeelden
voor veel
voorkomende problemen en de volgorde van het indrukken
van de toetsen, die u de vele functies en mogelijkheden van
de TI-15 laten zien. Reset de rekenmachine voordat u elk
vraagstuk start door tegelijkertijd
−
en
”
in te drukken,
om er zeker van te zijn dat uw displays dezelfde zijn als die
in de voorbeelden te zien zijn. In de Auto modus voor het
oplossen van vraagstukken zullen de displays afwijken van
hetgeen getoond wordt, omdat deze problemen willekeurig
gekozen zijn.
Basisoperaties
Om de TI-15 aan te zetten, druk op
−
.
Druk, als de rekenmachine aan staat, op
−
om hem uit te
schakelen.
APD
(Automatic Power Down
) schakelt de TI-15
automatisch uit als er ongeveer 5 minuten geen enkele toets
wordt ingedrukt. Druk op
−
na APD om het apparaat weer
aan te zetten; het display, de operaties die nog uitgevoerd
moesten worden, de instellingen en het geheugen zijn
bewaard.
Display en scrollen
"
!
#
$
De TI-15 heeft een tweeregelige display, elke regel heeft plaats
voor 11 tekens. Invoer die niet op de eerste regel past, gaat over
naar de tweede, en scrollen vervolgens wanneer de tweede
regel vol is.
Uitzondering
: bij het rekenen met breuken geeft de
TI-15 maar één regel weer, die scrolt wanneer een vraagstuk de
capaciteit van de regel overschrijdt.
Een invoer kan bestaan uit maximaal 88 tekens.
Uitzonderingen
:
bij opgeslagen operaties is er een limiet van 44 tekens. In de
‹
Man modus gaat de invoer niet over op de tweede regel; de
invoer mag niet langer zijn dan 11 tekens.
Als een resultaat langer is dan de capaciteit van het scherm,
wordt het weergegeven in de wetenschappelijke notatie. Als het
resultaat groter is dan 10^99 of minder dan 10^
L
99, krijgt u
respectievelijk een
overflow error
of
underflow error
.
Scrol met
"
,
!
,
#
, en
$
.
¦
Druk op
"
en
!
om door de invoer te scrollen of om de
onderstreping binnen een menulijst te verplaatsen.
¦
Druk op
#
en
$
om door de history te scrollen of, binnen
een menu, om naar het volgende niveau van de menulijst
te gaan.
Wissen, corrigeren en resetten
”
w
w
Wist het teken links van de cursor. Bij
breuken wist hij van rechtsonder naar
linksboven.
”
Wist het displa
y
en de foutconditie. (Wist
de waarde uit het geheugen niet.)
|
|É
Wist de waarde uit het geheugen.
−
en
”
Om te resetten moeten
−
en
”
te
g
elijkertijd een paar seconden in
g
edrukt
g
ehouden en weer los
g
elaten worden.
MEM CLEARED displa
y
s. Dit wist de hele
rekenmachine en slaat alle standaard
instellin
g
en op. U kunt ook resetten met
behulp van het Modusmenu (zie
verderop).
Display-aanduidingen
Aan-duiding Definitie
‹
De rekenmachine is in de modus voor het
oplossen van vraagstukken.
ƒ
De rekenmachine is in de
positiewaardemodus.
Fix
De rekenmachine rondt de resultaten af.
4Mz
is ingedrukt.
M
Er is een andere waarde dan nul in het
geheugen.
Op1, Op2
De functie van de op
g
esla
g
en operaties is
actief.
Auto
In de rekenmachinemodus Auto is de
vereenvoudi
g
in
g
van breuken actief. In
‹
staat de functie voor het oplossen van
problemen in de Auto modus.
I
De functie van het delen van
g
ehele
g
etallen is actief (verschijnt alleen als de
cursor boven het deelteken staat).
n
d P
Resultaten van delin
g
en zullen in
breukenformaat worden weergegeven.
N
D " n
d
Het resultaat in breuken kan vereenvoudi
g
d
worden.
º »
Er zijn meer invoerhistor
y
of menu's
beschikbaar. Druk op
#
of
$
om hiertoe
toegang te krijgen.
!
"
Een invoer of een menu
g
aat verder dan de
capaciteit van het scherm. Druk op
!
of
"
om te scrollen.
Menu's voor modusinstelling
‡
¢
‹
Œ
Toets Getoonde menukeuzes
‡
‡$
‡$$
‡$$$
. n/d (Weer
g
ave van decimalen
of breuk)
+1 ? (Weer
g
even of
verbergen in Op)
OP1 OP2 (Wissen opgeslagen Op)
N Y (Reset selecteren of afwijzen)
¢
¢$
U n/d n/d (Formaat van de
breuken selecteren)
Man Auto (Vereenvoudi
g
in
g
s
procedure)
‹‡
Auto Man (Automatisch of handmatig)
‹‡$
1 2 3 (moeilijkheidsgraad)
‹‡$$
‹‡"
®$
+ -
Q
P
? (Type operatie)
11-. -1- (Positiewaardefunctie)
Druk op
!
of
"
om een menupunt te onderstrepen. Om het
onderstreepte punt te selecteren, druk op
®
. Druk op
‡
om de functie te verlaten.
-2-
Volgorde van de operaties
De TI-15 maakt gebruik van het Equation Operating System
(EOS
é
) om uitdrukkingen te berekenen.
1e Uitdrukkingen binnen haakjes.
2e Functies die een ) nodi
g
hebben en aan het
argument vooraf gaan.
3e Breuken.
4e Machtsverheffing (^) en worteltrekken (
‡
).
5e Tekenomkering (
L
).
6e Vermenigvuldiging, impliciete vermenigvuldiging, deling.
7e Optellen en Aftrekken.
8e Conversies (U n/d
/
n/d, F
/
D,
4
%).
9th
®
voltooit alle operaties.
Basisrekenkunde
T
U
V
W
r
«
®
q
,
h
,
i
,
j
,
k
,
l
,
m
,
n
,
o
,
p
Voert cijfers in van 0 tot en met 9.
T
,
U
,
V
,
W
Telt op, trekt af, vermenigvuldigt, deelt.
r
Voegt het decimaalteken in.
M
Voert een minusteken in. (Handelt niet
als een operator.)
X
,
Y
Opent, sluit een uitdrukkin
g
tussen
haakjes.
®
Voltooit alle operaties.
Deling van een geheel getal
£
Als u een positief, geheel getal deelt door een positief,
geheel getal met
£
, wordt het resultaat weergegeven in
de vorm Q r R, waarbij Q het quotiënt is en R de rest.
Als u het resultaat van een deling van hele getallen bij een
volgende berekening gebruikt, gebruikt de TI-15 alleen het
quotiënt; de rest laat hij achterwege.
Breuken
¥
¢
¦
¤
§
Ÿ
Druk op
nadat u een cijfer heeft ingevoerd, om de teller
van een breuk aan te geven.
Druk op
¥
nadat u een cijfer heeft ingevoerd, om de
noemer van een breuk aan te geven.
Zowel de teller als de noemer moeten hele getallen zijn. Als
u een noemer invoert die groter is dan 1000, of als een
berekening een noemer oplevert die groter is dan 1000,
geeft de TI-15 de resultaten weer in decimaal formaat.
U kunt ofwel de teller ofwel de noemer als eerste invoeren.
scheidt het hele getal van de breuk in een gemengd
getal.
¢
geeft een menu weer waarin u moet specificeren hoe
breukresultaten worden weergegeven.
¦
U n/d (standaard) geeft resultaten als gemengde getallen
weer.
¦
n/d geeft resultaten als enkelvoudige (onechte) breuken weer.
¢$
geeft een menu weer waarin u de
vereenvoudigingsmethode moet specificeren.
¦
Man (standaard) vraagt om handmatige vereenvoudiging
van breuken.
¦
Auto reduceert de breuk automatisch tot de eenvoudigste
breuk.
N/D
"
n/d geeft aan dat de resulterende breuk kan worden
vereenvoudigd.
¤
stelt u in staat een breuk handmatig te vereenvoudigen.
§
geeft de factor weer die gebruikt is om een breuk te
vereenvoudigen bij de laatste handmatige
vereenvoudigingsstap. Druk weer op
§
om de breuk op
het scherm terug te laten komen.
¦
converteert een gemengd cijfer in een onechte breuk
of een onechte breuk in een gemengd getal.
Ÿ
converteert een breuk in een decimaal, of converteert
een decimaal in een breuk, als dat mogelijk is.
Als een vraagstuk zowel breuken als decimalen bevat,
worden de resultaten weergegeven in het decimale formaat.
Als u echter op
‡
drukt en n/d selecteert, zullen de
resultaten van de deling worden weergegeven in
breukenformaat, als dat mogelijk is.
Procenten
ª
y
Druk op
ª
na de invoer van een waarde om een
percentage te berekenen.
Druk op
y
om een decimaal of een breuk te converteren
in procenten.
Wortels en machtsverheffingen
¨
¬
¬
geeft u de vierkantswortel van een getal. Na invoer van
het getal moet u er op letten dat de haakjes gesloten worden.
¨
verheft een getal tot een door u aangegeven macht.
Pi
©
©
voert de waarde
p
in, die intern wordt opgeslagen tot
maximaal 13 tekens (3.141592653590). In sommige gevallen
worden resultaten weergegeven met het symbolische
p
, en in
andere gevallen als een numerieke waarde.
Geheugen
z
|
Druk na een berekening op
z®
om het weergegeven
resultaat op te slaan in het geheugen. Als het geheugen al
een waarde bevat, zal dat worden vervangen door de
nieuwe waarde. Als het geheugen een andere waarde bevat
dan 0, verschijnt er een M op het scherm.
Om een waarde uit het geheugen op te roepen voor gebruik
bij een berekening, drukt u één keer op
|
.
Om het geheugen te wissen, druk op
||
.
Opgeslagen operaties
›
œ
Op1 en Op2 kunnen elke een operatie opslaan met een
constante waarde, die u kunt herhalen door maar op één
toets te drukken, zo vaak u maar wilt.
1. Druk op
›
of
œ
.
2. Voer eerst de operator in (+, -,
Q
,
P
, Int
P
, of ^) en dan het
getal.
3. Druk op
›
of
œ
.
4. Begin met een startwaarde.
5. Elke keer dat u vervolgens op
›
of
œ
drukt, wordt de
operatie met de constante toegepast.
De berekening met de opslagen operatie verschijnt op de
eerste displayregel, en het resultaat verschijnt op de
tweede. Als u de berekeningsregel niet wilt laten
weergeven, druk op
‡$"®
om deze te verbergen.
Als de uitdrukking niet op de regel past, zal hij niet worden
weergegeven. Als de ruimte het toelaat, geeft een teller in
de tweede regel aan hoe vaak u op
›
of
œ
gedrukt
heeft.
Om de inhoud van Op1 of Op2 te wissen, druk op
‡$$
, selecteer Op1 of Op2, en druk op
®
. Druk
vervolgens op
‡
om terug te keren naar het laatste
display van het resultaat.
Afronden
Š
‘
’
“
˜
™
š
U kunt resultaten afronden met
Š
in combinatie met
positiewaardetoetsen om een bepaald aantal plaatsen te
specificeren. (De intern opgeslagen waarde wordt niet
afgerond.) De berekende waarde wordt aangevuld met
nullen, als dat nodig is. U moet opnieuw op
Š
drukken,
telkens wanneer u het aantal plaatsen verandert.
-3-
Toetsen Actie
Š
Wordt afgerond op duizendtallen.
Š ‘
Wordt afgerond op honderdtallen.
Š ’
Wordt afgerond op tientallen.
Š “
Wordt afgerond op hele getallen.
Š ˜
Wordt af
g
erond op de dichtstbijzijnde
tiende.
Š ™
Wordt af
g
erond op de dichtstbijzijnde
honderdste.
Š š
Wordt af
g
erond op de dichtstbijzijnde
duizendste.
Š r
Verwijdert de vaste decimale instelling.
Deze positiewaardetoetsen werken ook met
Œ
(zie verderop).
Vraagstukken oplossen
‹
Met de
‹
functie kunt u uw rekenkundige vaardigheden
oefenen en testen. U kunt ofwel de Auto of de Man modus
kiezen.
In de
‹
Auto modus (standaard) presenteert de TI-15
vraagstukken waaraan één element ontbreekt (bijvoorbeeld,
5+2=? of 5+?=7 of 5?2=7). U kunt het type vraagstuk
selecteren en uit drie moeilijkheidsgraden kiezen. Standaard
is optellen op niveau 1.
Moeilijkheidsgraad
. Als u in
‹
bent, druk op
‡$
om de
menulijst te openen en druk op
"
of
!
om de gewenste
moeilijkheidsgraad te selecteren (1, 2, of 3). Druk
vervolgens op
®‡
, en de TI-15 zal vraagstukken
presenteren op het geselecteerde niveau.
Type vraagstuk
. Terwijl u in
‹
bent, druk op
‡$$
om
de menulijst te openen, en druk op
"
of
!
om het
gewenste type vraagstuk te selecteren (optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen, delen, of het vinden van de operator).
Druk vervolgens op
®‡
, en de TI-15 zal
vraagstukken presenteren van het geselecteerde type.
1. Voer een antwoord in.
2. Als het antwoord correct is, verschijnt er "Yes" op het
scherm, en wordt er een ander vraagstuk gepresenteerd.
3. Als uw antwoord niet goed is, verschijnt er "No" op het
display en geeft het aan of de juiste oplossing groter of
kleiner is dan het antwoord dat u heeft ingevoerd.
4. Het onjuiste antwoord wordt van het display gewist, en u
voert een ander antwoord op hetzelfde vraagstuk in.
5. Als u drie onjuiste antwoorden invoert op een bepaald
vraagstuk, laat de TI-15 het juiste antwoord zien, wist hij
het vraagstuk en presenteert hij een nieuw vraagstuk.
Scorebord
. Om de vijf vraagstukken toont de TI-15 een
scorebord. Voor elk correct antwoord dat u heeft ingevoerd
wordt een "Yes" geregistreerd op het scorebord, en voor
drie onjuiste antwoorden een "No". Na 100 registraties keert
het scorebord terug op nul.
Als u eerst
‹
invoert en op
‡
drukt, toont het display
het scorebord een ogenblik voordat er vraagstukken worden
gepresenteerd of voordat het menu wordt weergegeven.
In de
‹
Man (handmatige) modus, stelt u uw eigen
vraagstukken samen. Terwijl u in
‹
bent, druk op
‡
om
de menulijst te openen, en druk op
"
om Man te
selecteren. Druk vervolgens op
®‡
, en de TI-15 is
gereed voor de invoer van uw vraagstuk en uw oplossing. In
deze modus accepteert hij alleen niet-negatieve, gehele
getallen. U geeft een ontbrekend element aan met
.
In de
‹
Man modus is het mogelijk een vraagstuk in te
voeren dat één oplossing, meerdere oplossingen, of geen
oplossing heeft. De TI-15 vertelt u hoeveel oplossingen het
vraagstuk heeft.
¦
Problemen waaraan één element ontbreekt hebben over
het algemeen één oplossing. U mag drie keer proberen. Na
drie onjuiste antwoorden geeft de rekenmachine het juiste
antwoord weer en wist hij het display, zodat u een nieuw
probleem kunt invoeren.
¦
Problemen waaraan twee elementen ontbreken hebben
meerdere oplossingen. Bijvoorbeeld, ?+?=5 heeft 6
oplossingen; ?x?=24 heeft 8 oplossingen. (Bij dit type
vraagstuk vervangen de vraagtekens de operanda; zij
mogen niet verschijnen in plaats van de operator of het
antwoord.) Deze vraagstukken worden niet gewist na een
juiste oplossing of na drie onjuiste antwoorden; het
vraagstuk blijft zodat u andere oplossingen kunt invoeren,
totdat u het vraagstuk handmatig wist door op
”
te
drukken.
¦
Als het antwoord op een vraagstuk geen positief, geheel
getal (zoals 9
P
2), geeft de TI-15 aan dat er nul oplossingen
zijn. Maar als u antwoorden invoert, zal hij u vertellen of zij
groter of kleiner zijn dat het juiste antwoord.
Ongelijkheden
. In plaats van een vergelijking in te voeren,
kunt u een ongelijkheid testen met behulp van
. U mag
maar één keer proberen, omdat het antwoord op een
ongelijkheid ofwel waar, ofwel niet waar is. Bij ongelijkheden
kunt u decimalen invoeren. Druk eenmaal op
voor <, en
druk tweemaal op
voor >.
Om het oplossen van vraagstukken te verlaten, druk weer
op
‹
.
Positiewaarde
Œ
‘
’
“
˜
™
š
Terwijl u in de
‹
, Man modus bent, kunt u de
positiewaarde van een teken bepalen; u kunt bepalen
hoeveel eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen,
tienden, honderdsten en duizendsten een getal bevat; of
bepalen welk teken van een bepaald getal op welke positie
staat.
¦
Een positiewaarde bepalen:
¦
Na invoer van een getal kunt u de positie van het gehele
getal of de decimale positie van een bepaald cijfer
definiëren door op
Œ
te drukken en vervolgens het
cijfer in kwestie in te drukken.
¦
Als u een getal heeft met een herhaald cijfer, analyseert
de TI-15 de meest rechtse plaats waarop dit cijfer
voorkomt als u op deze toets drukt. Om de
positiewaarde van de tekens links te bepalen, drukt u
opnieuw op het bepaalde cijfer voordat het antwoord
verschijnt. Telkens wanneer u het gegeven cijfer
achtereenvolgens indrukt, verschuift het display naar de
volgende positie waarop dit cijfer voorkomt aan de
linkerkant en geeft het de positiewaarde hiervan aan.
Als u in de
‹
, Man modus bent, kunt u het
positiewaardenmenu openen door op
‡$
te drukken.
¦
Stel vast hoeveel eenheden, tientallen, honderdtallen,
duizendtallen, tienden, honderdsten, of duizendsten een
getal bevat (standaard): druk indien nodig op
‡"®$
, selecteer de 11- instelling en druk op
®‡
. Voer het getal dat geanalyseerd moet worden
in, druk op
Œ
, en vervolgens op
“
,
’
,
‘
,
,
˜
,
™
, of
š
.
¦
Stel vast welk cijfer van een bepaald getal zich op een
gespecificeerde positie bevindt: druk op
‡"®$
,
selecteer de -1- instelling, en druk op
®‡
. Voer het
getal in dat moet worden geanalyseerd, druk op
Œ
, en
vervolgens op
“
,
’
,
‘
,
,
˜
,
™
, of
š
.
Het antwoord verschijnt kort en wordt vervolgens gewist,
zodat u een ander cijfer of positiewaardetoets kunt
indrukken. Als de
Œ
functie actief is, is het niet nodig deze
toets in te drukken voor elk teken of elke positie die u wilt
bekijken voor een bepaald getal. U moet op
”
drukken
voordat u een nieuw getal invoert voor analyse en
vervolgens
Œ
weer activeren.
Om de
Œ
functie te verlaten, druk op
”
.
Produktspezifikationen
Marke: | Texas Instruments |
Kategorie: | Taschenrechner |
Modell: | TI-15 |
Brauchst du Hilfe?
Wenn Sie Hilfe mit Texas Instruments TI-15 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten
Bedienungsanleitung Taschenrechner Texas Instruments
9 Juli 2024
7 Juli 2024
20 April 2024
7 April 2024
22 März 2024
1 Februar 2024
11 Dezember 2023
Bedienungsanleitung Taschenrechner
- Taschenrechner Basetech
- Taschenrechner Sanyo
- Taschenrechner HP
- Taschenrechner Lexibook
- Taschenrechner Quigg
- Taschenrechner Canon
- Taschenrechner Sharp
- Taschenrechner Olympia
- Taschenrechner Casio
- Taschenrechner Citizen
- Taschenrechner Ibico
- Taschenrechner Olivetti
- Taschenrechner Soennecken
- Taschenrechner United Office
- Taschenrechner Sencor
- Taschenrechner Rexel
- Taschenrechner Milan
- Taschenrechner Genie
- Taschenrechner Victor
- Taschenrechner Aurora
- Taschenrechner Calculated Industries
Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-
13 Oktober 2024
13 Oktober 2024
13 Oktober 2024
11 Oktober 2024
11 Oktober 2024
9 Oktober 2024
9 Oktober 2024
13 Juli 2024
12 Juli 2024
12 Juli 2024