Roland AT 45 Bedienungsanleitung


Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Roland AT 45 (228 Seiten) in der Kategorie Tastatur. Dieser Bedienungsanleitung war für 15 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/228
Gebruikershandleiding
RP: IK HEB HET WOORD ‘PRESTATIE’ VERVANGEN DOOR ‘PERFORMACE’
Lees voor gebruik van dit apparaat zorgvuldig de paragrafen: ‘BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ (p. 2), ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER
GEBRUIKEN’ (p. 3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 5). Deze paragrafen
verschaffen informatie betreffende de juiste werking van het apparaat. Bovendien moet
de handleiding volledig gelezen worden om alle mogelijkheden van het aparaat te
begrijpen. De handleiding moet bewaard en bij de hand gehouden worden als
naslagwerk.
Copyright © 2007 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag op enigerlei wijze gereproduceerd worden
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.

#!54)/.
5,6.2)(/(&75,&6+2&.
'212723(1
$77(17,215,648('(&+2&(/(&75,48(1(3$62895,5
+HW V\PERRO YDQ GH EOLNVHPIOLWV PHW SLMO ELQQHQ HHQ
JHOLMN]LMGLJH GULHKRHN LV EHGRHOG RP GH JHEUXLNHU WH
ZDDUVFKXZHQ YRRU GH DDQZH]LJKHLG YDQ QLHW JHÕVROHHUG
·JHYDDUOLMN YROWDJH· ELQQHQLQ KHW DSSDUDDW ZHONH  NUDFKWLJ
JHQRHJ NDQ ]LMQ RP HHQ HOHNWULVFKH VFKRN ELM SHUVRQHQ WH
YHURRU]DNHQ
+HW XLWURHSWHNHQ ELQQHQ HHQ JHOLMN]LMGLJH GULHKRHN LV
EHGRHOG RP GH JHEUXLNHU WH ZDDUVFKXZHQ YRRU GH
DDQZH]LJKHLG YDQ EHODQJULMNH EHGLHQLQJV HQ
RQGHUKRXGVLQVWUXFWLHV LQ GH OLWHUDWXXU EHKRUHQGH ELM KHW
SURGXFW
,16758&7,(60(7%(75(..,1*727+(75,6,&29$1%5$1'(/(.75,6&+(6&+2.
2)9(5:21',1*(1$$13(5621(1
"%,!.'2)*+%6%),)'(%)$3).3425#4)%3
"%7!!2$%:%).3425#4)%3
7!!23#(57).' 9(5:,-'(5+(7'(.6(/2)'(
$&+7(5.$171,(720+(75,6,&223((1(/(.75,6&+(
6&+2.7(5('8&(5(1%,11(1,1%(9,1'(1=,&+*((1
21'(5'(/(1',('225'(*(%58,.(521'(5+28'(1
.811(1:25'(1/$$7+(721'(5+28'$$1(5.(1'
21'(5+28'63(5621((/29(5
7!!23#(57).'²7LMGHQVKHWJHEUXLNYDQHOHNWULVFKHSURGXFWHQPRHWHQGHYRRU]RUJVPDDWUHJHOHQDOWLMGRSJHYROJGZRUGHQ
LQFOXVLHIGHYROJHQGH
 /HHVGH]HLQVWUXFWLHV
 %HZDDUGH]HLQVWUXFWLHV
 1HHPDOOHZDDUVFKXZLQJHQVHULHXV
 9ROJDOOHLQVWUXFWLHV
 *HEUXLNGLWDSSDUDDWQLHWLQGHEXXUWYDQZDWHU
 0DDNGLWDSSDUDDWDOOHHQPHWHHQGURJHGRHNVFKRRQ
 'HYHQWLODWLHRSHQLQJHQPRJHQQLHWJHEORNNHHUGZRUGHQ
,QVWDOOHHULQRYHUHHQVWHPPLQJPHWGHLQVWUXFWLHVYDQGH
IDEULNDQW
 ,QVWDOOHHUKHWDSSDUDDWQLHWLQGHEXXUWYDQZDUPWHEURQQHQ
]RDOVUDGLDWRUHQNDFKHOVFKXLYHQNDFKHOVRIDQGHUH
DSSDUDWHQLQFOXVLHIYHUVWHUNHUVGLHZDUPWHSURGXFHUHQ
 'HYHLOLJKHLGVRS]HWYDQGHJHSRODULVHHUGHRIDDUGHSOXJ
GLHQWQLHWWHQLHWJHGDDQWHZRUGHQ(HQJHSRODULVHHUGHSOXJ
KHHIWWZHHSROHQGHppQEUHGHUGDQGHDQGHUH(HQ
DDUGHSOXJKHHIWWZHHSODWWHNDQWHQHQHHQGHUGHDDUGHSLQ
'HEUHGHSRRORIGHGHUGHSLQ]LMQYRRUXZYHLOLJKHLGDDQJH
EUDFKW
 %HVFKHUPKHWQHWVQRHU]RGDWHUQLHWRYHUKHHQJHORSHQNDQ
ZRUGHQ=RUJGDWKHWVQRHULQKHWELM]RQGHUELMGHVWHNNHUV
VWRSFRQWDFWGR]HQHQRSKHWSXQWZDDU]LMXLWKHWDSSDUDDW
NRPHQQLHWJHGUDDLGRILQHONDDUJHGUXNWZRUGW
 *HEUXLNDOOHHQGRRUGHIDEULNDQWJHVSHFLILFHHUGH
DDQKDQJVHOVRIDFFHVVRLUHV
 *HEUXLNKHWDSSDUDDWPHWHHQGRRUGHIDEULNDQW
JHVSHFLILFHHUGHRIELMKHWDSSDUDDW
JHOHYHUGHNDUVWDQGDDUGVWDWLHIFRQVROH
RIWDIHO9RRU]LFKWLJKHLGLVJHERGHQ
WLMGHQVKHWYHUSODDWVHQYDQGHNDU
DSSDUDDWFRPELQDWLH]RGDWGH]HQLHWNDQ
RPYDOOHQHQGDDUGRRUVWXNJDDW
 7LMGHQVRQZHHURIZDQQHHUKHWDSSDUDDW
JHGXUHQGHHHQODQJHUHSHULRGHQLHWJHEUXLNW]DOZRUGHQ
KDDOWXGHVWHNNHUXLWKHWVWRSFRQWDFW
 /DDWDOKHWRQGHUKRXGDDQHUNHQGRQGHUKRXGVSHUVRQHHO
RYHU2QGHUKRXGLVYHUHLVWZDQQHHUKHWDSSDUDDWRS
HQLJHUOHLZLM]HEHVFKDGLJGLVELMYRRUEHHOGDOVKHWQHWVQRHU
RIGHVWHNNHUEHVFKDGLJGLVHUYORHLVWRIRIREMHFWHQLQKHW
DSSDUDDWWHUHFKW]LMQJHNRPHQDOVKHWDSSDUDDWDDQUHJHQ
RIYRFKWLJKHLGKHHIWEORRWJHVWDDQQLHWQRUPDDOIXQFWLRQHHUW
RILVJHYDOOHQ
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
001
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u
onderstaande instructies en de gebruikershand-
leiding.
.................................................................................................................
002a
Maak het apparaat niet open, en voer geen interne
modificaties uit.
.................................................................................................................
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in
het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe
specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga
voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtst-
bijzijnde Roland Service Centrum of een erkende
Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina
kunt vinden.
.................................................................................................................
004
Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen
die:
aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten
voertuig, dichtbij een verwarming of bovenop
warmte genererende apparatuur of die
vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes
of natte vloeren hebben of die
aan regen worden blootgesteld of die
stoffig zijn of die
aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
.................................................................................................................
007
Zorg dat u het apparaat zodanig plaatst, dat het
waterpas staat en stabiel blijft. Plaats het nooit op
standaards die kunnen wiebelen of op hellende
oppervlakken.
..........................................................................................................
001
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een
stroomvoorziening van het type dat wordt
beschreven in de gebruiksinstructies of zoals is
aangegeven aan de zijkant van het apparaat.
..........................................................................................................
008e
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer.
Daarnaast mag het meegeleverde netsnoer niet
met andere apparaten worden gebruikt.
..........................................................................................................
008e
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er
geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het
snoer beschadigen, waardoor kortsluiting kan
ontstaan. Beschadigde snoeren betekenen een risico
op brand en schokken!
.................................................................................................................
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met
een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren, die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk
nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncom-
fortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde
mate van gehoorsverlies of een piep in de oren
bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een
oorarts consulteren.
.................................................................................................................
011
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water,
frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
.................................................................................................................
HET
APPARAAT
OP
EEN
VEILIGE
MANIER
GEBRUIKEN
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
4
0:
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur,
te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:
Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
Er rook of een ongewone geur optreedt
Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren
of een duidelijke verandering in werking laat zien.
.................................................................................................................
13
In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat
is de regels, die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat op te volgen.
.................................................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat
het niet vallen!)
.................................................................................................................
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact, waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder
voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de
totale hoeveelheid stroom, die door alle aangesloten
apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom
classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer
overschrijden. Door overmatige ladingen kan de
isolatie van het snoer verhit raken en uiteindelijk
smelten.
.................................................................................................................
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het
dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Infor-
matie’ pagina.
..........................................................................................................
026
Plaats geen voorwerpen die water bevatten (zoals
bloemenvazen) op dit apparaat. Vermijd ook het
gebruik van insecticiden, parfums, alcohol,
nagellak, spuitbussen e.d. in de buurt van het
apparaat. Vloeistoffen die op het apparaat
gemorst worden dient u direct m.b.v. een droge zachte
doek weg te vegen.
..........................................................................................................
101a
Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst
te worden, dat er voldoende ventilatieruimte
beschikbaar is.
..........................................................................................................
102b
Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit
apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald,
houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
116
Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en
maak deze met een droge doek schoon om stof en
andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder
de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat
langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen
de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie
leiden en brand veroorzaken.
..........................................................................................................
104
Probeer het in elkaar verwikkeld raken van
snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien
zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van
kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
106
Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er
geen zware objecten op.
..........................................................................................................
108d: Selection
Wanneer u het apparaat wilt verplaatsen, volgt u
dan hieronder genoemde veiligheidsmaatregelen
op. Er zijn minimaal twee personen nodig om het
apparaat op veilige wijze op te tillen en te
verplaatsen. Het dient voorzichtig behandeld te
worden en waterpas gehouden te worden. Zorg ervoor, dat
u het apparaat stevig vasthoudt om uzelf tegen verwon-
dingen en het apparaat tegen beschadiging te beschermen.
Controleer of de schroeven waarmee het apparaat op de
standaard is bevestigd niet zijn losgeraakt. Draai ze weer
stevig vast wanneer u merkt dat ze losgeraakt zijn.
Neem de stekker uit het stopcontact.
Koppel alle kabels los, waardoor het apparaat met
andere apparatuur is verbonden.
Klap de hoogteverstelling van de pedalen (pag. 17)
omhoog.
Sluit het deksel.
Klap de muziekstandaard naar beneden.
..........................................................................................................
109a
Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de
stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het
stopcontact.(p. 17).
..........................................................................................................
110a
Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht,
haalt u het netsnoer uit het stopcontact
..........................................................................................................
Weest u voorzichtig bij het openen/sluiten van het
deksel, zodat uw vingers niet bekneld raken (pag.
16). Wanneer kleine kinderen het apparaat
gebruiken, is continu toezicht door een volwassene aan te
bevelen.
..........................................................................................................
118
Wanneer u de bevestigingsschroeven, moeren en
kapjes van de muziekstandaard verwijdert, dient u
ze buiten het bereik van kleine kinderen te bewaren
om te voorkomen dat ze ingeslikt worden.
..........................................................................................................
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Naast ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ en ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ dient u
de volgende punten aandachtig door te lezen:
Stroomvoorziening
Gebruik dit apparaat niet op dezelfde stroomvoorziening
met een apparaat dat ruis veroorzaakt (zoals een elektrische
motor of variabel lichtsysteem).
Zet alle apparaten uit, voordat u dit apparaat aan andere
apparaten aansluit. Dit voorkomt storing en/of schade aan
speakers of andere apparaten.
Hoewel de LCD en LED uitstaan, wanneer de power knop
is omgezet, betekent dit niet dat het apparaat helemaal niet
meer aangesloten is op de stroom. Als u echt het hele appa-
raat uit moet zetten, zet dan eerst de power-knop uit, en
haal dan de stroomdraad uit de uitgang. Dit is de reden dat
de uitgang voor de stekker van de stroomdraad binnen
handbereik moet zijn.
Plaatsing
Het gebruik van het apparaat in de buurt van versterkers
(of andere apparatuur die grote transformatoren bevat) kan
storing veroorzaken. Om dit probleem te verhelpen, kunt u
de oriëntatie van dit apparaat veranderen of het verder van
de storingsbron zetten.
Dit apparaat zou met de ontvangst van radio en televisie
kunnen interfereren. Gebruik dit apparaat niet in de buurt
van zulke ontvangers.
Er kan geluid worden geproduceerd als draadloze commu-
nicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, werken in de
buurt van dit apparaat. Zo’n geluid kan ontstaan als u belt
of gebeld wordt of als u aan het converseren bent. Als u
zulke problemen ervaart, zult u deze draadloze communi-
catieapparaten moeten verplaatsen, zodat zij zich op een
grotere afstand van dit apparaat bevinden of deze uitscha-
kelen.
Neem het volgende in acht, wanneer u de floppy diskdrive
van dit apparaat wil gebruiken. Kijk voor verdere details
‘Voordat u de floppy diskettes gebruikt’ (p. 6).
Plaats dit apparaat niet in de buurt van apparaten, die
een sterk magnetisch veld produceren (bijv.
luidspeakers).
Installeer het apparaat op een solide, recht oppervlak.
Verplaats het apparaat niet en stel het niet bloot aan
trillingen, terwijl de drive werkt.
Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het
niet nabij apparaten die warmte uitstralen, laat het niet ach-
ter in een gesloten voertuig, en stel het niet bloot aan
extreme temperaturen. Laat geen verlichtingsapparatuur
die normaliter gebruikt wordt als de lichtbron vlakbij het
apparaat is (zoals een pianolicht) of krachtige spotlights
voor langere tijd op het zelfde gebied schijnen. Overmatige
hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
Wanneer het apparaat van de ene plaats naar de andere
wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid
heel anders is, kunnen er waterdruppels (condensatie) in
ontstaan. Gebruik van het apparaat in deze conditie kan
resulteren in schade of storing. Laat het apparaat daarom
voor gebruik een aantal uren staan, totdat de condensatie is
verdwenen.
Laat geen rubber, vinyl of vergelijkbaar materiaal voor lan-
gere tijd op het apparaat liggen. Zulke objecten kunnen de
afwerking verkleuren of op een andere manier schadelijk
effect hebben.
Laat geen objecten op het toetsenbord of het pedaalbord lig-
gen. Dit kan storing veroorzaken, zoals toetsen die ophou-
den met het produceren van geluid.
Plak geen stickers en soortgelijke apparaaten op het instru-
ment. Het verwijderen van dit soort zaken kan de afwer-
king aan de buitenkant beschadigen.
Onderhoud
Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat een
zachte, droge doek of één die ietwat vochtig is. Veeg het
hele oppervlak schoon met gelijke kracht, door de doek te
bewegen in de richting van de nerven van het hout. Te hard
op dezelfde plek vegen kan de afwerking beschadigen.
Gebruik nooit benzine, verdunner, alcohol of oplosmidde-
len om verkleuren of vervormen te voorkomen.
Reparatie en data
452
Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen verlo-
ren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van belang-
rijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken, in een
ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer), compu-
ter of op papier opgeschreven (indien mogelijk). Tijdens
reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden.
Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het schakelsysteem
van het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet
meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor
dit soort dataverlies.
Verdere
voorzorgsmaatregelen
551
Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door
storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar
verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van
belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om
van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens,
die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te
maken.
552
De inhoud van data die op een opslagapparaat is opgesla-
gen (bijvoorbeeld een CD-R/RW disk), kan helaas niet meer
hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland
Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataver-
lies.
Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedie-
ningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtig-
heid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en
aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op
uit.
Tijdens normale werking zal het scherm een geringe hoe-
veelheid geluid produceren.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan
de interne elementen van de kabel.
Tijdens normale werking zal het apparaat een geringe hoe-
veelheid warmte afgeven.
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het
6
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het
in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal).
Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten
gebruiken.
Oefen bij het gebruik geen onnodig grote kracht uit op de
muziekstandaard.
Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken.
Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan
notitie van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik
voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels, die
weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels
kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet
hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u
bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat u het deksel van het keyboard opent of sluit, dient
u altijd te controleren dat er geen huisdieren of andere
kleine dieren zich bovenop het instrument bevinden (u
dient ze uit de buurt van het keyboard en het deksel te hou-
den) Als u hier geen rekening mee houdt kan als gevolg van
het ontwerp van het apparaat een huisdier of ander klein
dier in het apparaat gevangen raken. Als dit voorkomt dient
u onmiddellijk het apparaat uit te schakelen en kabel uit het
stopcontact te halen. U moet dan de verkoper benaderen
waar u het instrument hebt aangeschaft of het dichtstbij-
zijnde Roland Service Center.
Voordat u diskettes gebruikt
De diskdrive hanteren
602
Installeer het apparaat op een solide, recht oppervlak in een
trillingsvrije ruimte.
Vermijd direct gebruik van het apparaat, nadat het ver-
plaatst is naar een ruimte die een andere vochtigheidsgraad
heeft. Snelle omgevingsveranderingen kunnen condensatie
in de drive veroorzaken, wat deze negatief beïnvloedt en/of
diskettes beschadigt. Laat het apparaat aan de nieuwe
omgeving wennen (een aantal uren) wanneer het is ver-
plaatst, voordat u ermee gaat werken.
Om een diskette in te voeren, drukt u het voorzichtig maar
stevig in de drive – u hoort een klik. Om een diskette te ver-
wijderen drukt u stevig op de EJECT knop. Gebruik geen
overdreven kracht om de diskette te verwijderen.
Verwijder nooit een diskette, wanneer deze aan het lezen of
schrijven is, omdat dat het magnetisch oppervlak van de
diskette kan beschadigen, wat deze onbruikbaar maakt. (De
indicator van de diskdrive zal helemaal oplichten, wanneer
de drive bezig is met het lezen of schrijven van data. Nor-
maalgesproken zal de indicator minder fel oplichten of uit
zijn.)
Verwijder elke diskette voor u het apparaat aan- of uitzet.
Om schade aan de bovenkant van de diskdrive te voorko-
men moet u altijd proberen de diskette recht te houden (niet
afwijkend in een richting), terwijl u hem in de drive stopt.
Druk hem er stevig maar voorzichtig in. Gebruik nooit
overdreven kracht.
Stop alleen diskettes in de diskdrive om storing en/of
schade te voorkomen. Stop er geen ander soort schijf in.
Zorg ervoor, dat er geen paper clips, muntjes of andere
vreemde voorwerpen in de drive terecht komen.
Diskettes hanteren
Diskettes zijn schijfjes van plastic met een dun laagje mag-
netisch materiaal. Microscopische precisie is nodig om grote
hoeveelheden data op zo’n klein oppervlak op te kunnen
slaan. Om de integriteit ervan te verzekeren moet u op het
volgende letten als u diskettes gebruikt:
Raak het magnetische veldje in de diskette nooit aan.
Leg diskettes niet op stoffige of vieze plekken.
Stel diskettes niet bloot aan extreme temperaturen (bijv.
in direct zonlicht of in een afgesloten voertuig). De
aangeraden temperatuur is 10 tot 50 graden Celsius.
Stel diskettes niet bloot aan sterke magnetische velden,
zoals die van luidsprekers.
Diskettes hebben een ‘schrijf bescherm’ hoekje, dat de
inhoud van de diskette tegen wissen beschermt. Het is aan
te raden dat dit hoekje in de ‘bescherm’ positie staat, en pas
in de ‘schrijf’ positie wordt gezet, wanneer u nieuwe data
op de diskette wil schrijven.
653
Het identificatie etiket moet goed op de diskette worden
geplakt. Als het etiket van de diskette loskomt, wanneer
deze in de drive zit, kan het moeilijk zijn om de diskette te
verwijderen.
Leg alle diskettes op een veilige plaats om beschadiging te
voorkomen en ze te beschermen tegen stof, vuil en ander
gevaar. Als u een vieze of stoffige diskette gebruikt loopt u
het risico om de diskette te beschadigen, en het kan leiden
tot storing van de diskdrive.
Diskettes die uitvoeringsdata voor dit apparaat bevatten
dienen altijd beveiligd te zijn (het schrijfbeschermingsnokje
dient op ‘Protect’ te staan) voordat u ze in de drive van een
ander apparaat steekt (behalve de PR-3000 of een product
uit de G, MT, KR of Atelier series) of in de drive van een
computer. Als u dit niet doet (het schrijfbeschermingsnokje
blijft in de ‘Write’ positie staan) kan de diskette onbruikbaar
worden als u deze in de drive van een apparaat plaatst (om
bijvoorbeeld de inhoud ervan te bekijken of data te laden).
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.
* XG lite ( ) een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.
* Alle apparaatnamen die in dit document worden
genoemd zijn handelsmerken of geregistreerde handels-
merken van hun respectieve eigenaren.
7
Hoofdkenmerken
Fundamentele begrippen van de ATELIER serie
Een complete set orgelgeluiden
Een breed assortiment van fundamentele orgelgeluiden, variërend van jazzorgel en pijporgel tot theaterorgel is
beschikbaar, zodat u toegang heeft tot alle geluiden die u van een orgel verwacht.
De layout van het bedieningspaneel is gebaseerd op een traditie van nadruk op effectieve
werking
Gebaseerd op het idee, dat u in staat moet zijn om te gaan zitten en direct te beginnen met spelen, zijn de
besturingsknoppen van het paneel logisch geplaatst, waardoor een makkelijke en intuïtieve werking verzekerd wordt.
Alle modellen van de ATELIER serie hebben dezelfde werking, wat ervoor zorgt dat u meteen kunt spelen, zelfs als u van
model wisselt.
Geluid van hoge kwaliteit dat u zonder aanpassing kunt gebruiken
Naast een breed assortiment van orgelgeluiden zijn ook geluiden van hoge kwaliteit als snaren en koperen instrumenten
aanwezig. U kunt gemakkelijk geluiden selecteren en plezier hebben in het spelen, zonder dat u moeilijke aanpassingen
hoeft te doen.
Uitgebreid lager toetsenbord met demperpedaal voor pianoachtige expressies
De piano is onvervangbaar voor het spelen van muziek uit deze tijd. Op de ATELIER serie heeft het lager toetsenbord een
uitgebreide variatie, die u de expressieve kracht van een piano geeft.
Het ontwerp gebruikt bestaande muziekgegevens
De ATELIER serie is zo ontworpen dat u zich meteen thuis voelt en kunt beginnen met spelen, zelfs op nieuwe modellen.
Ook op de uitwisselbaarheid van gegevens is gelet, en gegevens van songs of registraties van eerdere modellen kunnen
zonder verandering gebruikt worden.
Muziekstijlen van over de hele wereld
Veel van de favoriete muziekstijlen van over de hele wereld (ritme en automatische begeleidingspatronen) zijn
ingebouwd, zodat u kunt genieten van een internationale variëteit aan muziekstukken.
Maak volop gebruik van SMF muziekbestanden
Doordat de AT-15 met GM2 uitgerust is, de standaard in SMF muziekbestanden, heeft u toegang tot de rijkdom aan in de
winkel verkrijgbare SMF muziekbestanden. U kunt ook delen muteren, zodat u voor elke hand apart kunt oefenen en
samen met de muziekbestanden kunt spelen.
Hoofdkenmerken
Zeer realistische ritmes en automatische begeleidingsfuncties
Alle ritmes gebruiken gegevens en oefeningen van professionele drummers, gekenmerkt door patronen van hoge kwaliteit
met alle stemmingen en nuances. Verder kunt u automatische begeleiding gebruiken perfect bij elk ritme passend om u het
gevoel te geven dat u met uw eigen band op de achtergrond speelt.
Nieuw ontwikkelde actieve expressiegeluiden
Voor sommige geluiden zal het bewegen van het expressiepedaal niet alleen het volume doen variëren, maar ook de toon
of andere geluiden wijzigen. Van pianissimo tot fortissimo, het karakter van de toon van het geluid zal veranderen als u
een crescendo uitvoert. Daarnaast worden snaren onder de pianoklanken hoorbaar, wat dynamische verandering
teweegbrengt.
8
Hoofdkenmerken
Menselijke klanken
Naast een volledig aantal orgelgeluiden bevat de AT-15 ook tonen met een brede variatie aan menselijke vocale kwaliteit,
waaronder ‘Jazz Scat’, die verandert afhankelijk van hoe stevig u toetsen indrukt, en ‘klassieke’ menselijke klanken.
‘Music Assistant’ functies
Met de ‘Music Assistant’ functie kunt u gemakkelijk geschikte ritme en geluidsinstellingen oproepen door simpelweg een
gewenste atmosfeer voor uw song te selecteren.
Registratieknoppen
De AT-45 heeft acht zeer zichtbare en intuïtieve knoppen, waarmee u registraties kunt oproepen, voor het wisselen tussen
toon en ritme instellingen. Deze zijn tussen de bovenste en onderste hendels geplaatst, zodat ze tijdens het spelen in
realtime gemakkelijk te bereiken zijn .
Harmonische intelligentie
De Harmonische intelligentie functie voegt automatisch aan het bovenste toetsenbordgeluid harmonie toe, volgens het
stuk dat u op het onderste toetsenbord speelt. Dit geeft u een grotere diepte in klank en een dynamischer speelwijze.
U kunt de interne ritmes ordenen met de Rhythm Customize functie
U kunt de ‘Rhythm Customize’ functie gebruiken om de interne ritmes te bewerken, door bijvoorbeeld een cimbaal aan het
einde toe te voegen of de drumtoon in een patroon te veranderen.
64-toons keyboard voor een groot bereik
De AT-45 bevat 64 toetsen op het onderste keyboard, net als een piano beginnend bij de A-noot, waardoor het gemakkelijk
is om corresponderende pianostukken op dit apparaat te spelen.
U kunt het keyboard opdelen om een solo klank te spelen. Ook kunt u de Drum/SFX functie gebruiken om drumgeluiden
aan het gehele onderste keyboard toe te wijzen.
Notatie in het LCD-scherm
Opgenomen data of geladen muziekdata kan op het grote LCD-scherm als muzieknoten weergegeven worden. U kunt
spelen vanaf een notatie of de notatie controleren van de song die u opgenomen heeft.
Het LCD-scherm is daarnaast prima leesbaar in kleur en dus gemakkelijk in gebruik.
Robuuste reproductiemogelijkheden - zelfs de lage noten en de Reverb
Een krachtig laag bereik met en een volle, allesomvattende Reverb zijn hoofdkarakteristieken van het orgel.
De 25cm speaker en de speaker box van het apparaat laat alle lage tonen duidelijk naar voren komen. Daarnaast
produceert Reverb met RSS-technologie de intense ambiance en volle aanwezigheid van geluid, zoals dat bijvoorbeeld in
een kathedraal klinkt.
9
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ............................................................ 3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN............................................................................................................ 5
Hoofdkenmerken.....................................................................................7
Paneelbeschrijving ...............................................................................14
Voordat u begint met spelen................................................................16
Het deksel openen/sluiten...................................................................................................................... 16
De muziekstandaard installeren ............................................................................................................ 16
Het aansluiten van de stroomkabel ....................................................................................................... 17
De stroom in en uitschakelen.................................................................................................................. 17
De stroom inschakelen ................................................................................................................. 17
Het uitschakelen van de stroom ................................................................................................. 17
Het gebruik van de koptelefoon............................................................................................................. 18
Het gebruik van een microfoon.............................................................................................................. 18
Het herstellen van de fabrieksinstellingen ........................................................................................... 19
Alle instellingen behalve het gebruikersgeheugen naar de fabrieksinstellingen herstellen ......... 20
Over het scherm....................................................................................22
Het hoofdscherm en gerelateerde schermen begrijpen........................................................... 22
Handige functies ...................................................................................26
Het luisteren naar demo songs............................................................................................................... 26
Music Assistant functie............................................................................................................................ 28
Music Assistant zoekfunctie........................................................................................................ 30
Over de Quick Guide functie.................................................................................................................. 32
Over het Index menu.................................................................................................................... 32
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen ...................................34
Het selecteren van klanken ..................................................................................................................... 34
Over de klanken en Parts............................................................................................................. 34
Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass geluidsselectieknoppen.................................... 35
De bovenste en onderste klanken selecteren ............................................................................ 36
De pedaal bass klank selecteren.................................................................................................. 37
Het selecteren van Solo klanken .................................................................................................38
Een klank selecteren met de [Others] knop............................................................................... 39
Spelen met een menselijke klank ................................................................................................ 41
Spelen met een Active Expression klank................................................................................... 43
Het aanpassen van de volume balans ................................................................................................... 44
De toonhoogte in stappen van een octaaf transponeren (Octave Shift) ........................................... 46
Drumgeluiden of geluidseffecten afspelen met het gehele onderste keyboard (Drums/SFX) .... 48
Het veranderen van de Drum/SFX Set...................................................................................... 49
Noten vasthouden op het onderste keyboard (Lower Hold)............................................................. 50
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken ..............................................................51
Het selecteren van een ritme................................................................................................................... 51
Ritmes gebruiken in het gebruikersgeheugen (User memory) .............................................. 52
Rhythm Search............................................................................................................................... 53
10
Inhoud
Ritmes afspelen......................................................................................................................................... 55
Starten bij het indrukken van een knop..................................................................................... 55
Het ritme automatisch laten starten, wanneer u het onderste keyboard of pedaalbord
bespeelt (Sync Start)...................................................................................................................... 56
Het stoppen van een ritme........................................................................................................... 57
Het tempo van een ritme veranderen.................................................................................................... 57
Aftellen aan het einde van een intro...................................................................................................... 58
Een ritme en automatische begeleiding afspelen................................................................................. 58
Het ritme of automatische begeleiding gevarieerd maken ................................................................ 59
Het arrangement van de begeleiding veranderen (Style Orchestrator)................................ 59
Akkoorden versimpeld spelen ............................................................................................................... 60
Leading bass functie................................................................................................................................. 62
Een simpele manier om automatische begeleidingsinstellingen te maken
(One Touch Program) .............................................................................................................................. 64
Het gebruik van een ritme op diskette.................................................................................................. 66
Het plaatsen en verwijderen van een diskette.......................................................................... 66
De styles op een music style diskette bekijken ......................................................................... 67
Ritmes van diskettes naar het gebruikersgeheugen kopiëren ........................................................... 68
De ritmes in het gebruikersgeheugen herstellen naar de fabrieksinstellingen ............................... 70
Ritmes van het gebruikersgeheugen kopiëren naar diskettes ........................................................... 71
De volgorde van de ritmes in het gebruikersgeheugen veranderen ................................................ 73
De namen van ritmes in het gebruikersgeheugen veranderen.......................................................... 75
Ritmes uit het gebruikersgeheugen verwijderen................................................................................. 77
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken ..................................79
Registraties opslaan.................................................................................................................................. 80
Een registratie oproepen.......................................................................................................................... 81
Hoe een registratie op te roepen (DELAYED) .......................................................................... 81
Hoe een registratie op te roepen (INSTANT) ........................................................................... 81
De timing van het oproepen van registraties veranderen ...................................................... 82
Automatisch registreren wanneer u van paneelinstellingen wisselt................................................ 83
Een naam aan een registratieset toewijzen ........................................................................................... 84
Het formatteren van diskettes ................................................................................................................ 86
Registratiesets op diskette opslaan ........................................................................................................ 88
Vooraf opgeslagen registratiesets naar de AT-45 laden ..................................................................... 91
Een set registraties laden.............................................................................................................. 91
Een individuele registratie laden................................................................................................ 93
Een set registraties van een diskette verwijderen................................................................................ 96
De registratievolgorde op de diskette veranderen.............................................................................. 98
Registraties gebruiken die op een eerder model gemaakt zijn.......................................................... 99
Hoofdstuk 4 De Performancefuncties gebruiken.............................102
Naar een andere toonsoort transponeren (Key Transpose) ............................................................. 102
Decay (vertraging) aan het geluid toevoegen (Demperpedaal) ...................................................... 103
Pitch bend (toonverbuiging) en vibrato effecten ............................................................................... 103
Het gebruik van de voetschakelaar ..................................................................................................... 104
De functie van de voetschakelaar veranderen........................................................................ 105
De voetschakelaar gebruiken om van registratie te wisselen............................................... 106
Het aanpassen van het algemene volume door het gebruik van een expressie pedaal............... 107
De diepte van het expressiepedaal aanpassen........................................................................ 108
11
Inhoud
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen ..............................109
Harmonie toevoegen aan een melodie (Harmonische intelligentie) .............................................. 109
Het type van Harmony Intelligence veranderen.................................................................... 109
Het geluid moduleren (Rotary effect) ................................................................................................. 111
Rotary speed ................................................................................................................................ 112
Rotary Color................................................................................................................................. 113
Chorus effect ........................................................................................................................................... 114
Sustain effect ........................................................................................................................................... 116
De sustain lengte veranderen.................................................................................................... 117
Reverb effect............................................................................................................................................ 118
Het Reverb type veranderen ..................................................................................................... 119
Het muurtype veranderen ......................................................................................................... 120
De diepte van de Reverb veranderen....................................................................................... 121
Hoofdstuk 6 Het keyboard effectief gebruiken ................................123
Het onderste keyboard effectief gebruiken ........................................................................................ 123
De soloklank op het onderste keyboard spelen (Solo [To Lower] knop)....................................... 124
Veranderen hoe de soloklank reageert .................................................................................... 125
De soloklank en de Lower klank in lagen zetten.................................................................... 125
Het solo splitspunt veranderen................................................................................................. 126
Het onderste keyboard gebruiken om de Bass klank te spelen (Pedal [To Lower] knop) .......... 127
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk ......................128
Wat is een track knop? ............................................................................................................... 129
De track knoppen weergeven.................................................................................................... 130
SMF muziekbestanden en uitvoeringsdata op diskettes afspelen .................................................. 130
Een track stilzetten (Track Mute) ......................................................................................................... 132
Individuele tracks van uitvoeringsdata stilzetten.................................................................. 133
Een notatie bekijken ............................................................................................................................... 134
De notatieinstellingen veranderen ........................................................................................... 135
Een uitvoering opnemen ....................................................................................................................... 137
Een uitgevoerde song afspelen............................................................................................................. 138
Aftelling toevoegen dat bij de timing past (Count in play) ............................................................. 138
Elke Part apart opnemen ....................................................................................................................... 139
Opnieuw opnemen................................................................................................................................. 140
Een uitgevoerde song wissen (Song Clear) ........................................................................................ 141
De naam van een uitgevoerde song wissen (Rename) ..................................................................... 141
Uitgevoerde songs op diskette opslaan .............................................................................................. 143
Uitgevoerde songs naar de AT-45 laden............................................................................................. 144
Uitgevoerde songs van diskette verwijderen..................................................................................... 145
Een nieuwe opnamelaag toevoegen aan SMF muziekbestanden ................................................... 146
Een song gebruiken met een ander tempo dan dat van de uitgevoerde song .............................. 147
Een deel van uw uitvoering opnieuw opnemen (Punch-in recording).......................................... 147
Drum Parts in lagen opnemen (Loop recording)............................................................................... 148
Opname met aftelling (Count-in)......................................................................................................... 149
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken............................150
Een maat wissen (Delete measure) ...................................................................................................... 150
De opname van een track wissen (Delete track)................................................................................ 151
12
Inhoud
Data van geselecteerde maten wissen (Erase Event)......................................................................... 153
Maten kopiëren (Copy).......................................................................................................................... 155
Onnauwkeurigheden in de timing corrigeren (Quantize) ............................................................... 156
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren........................158
Voorbereidingen voor het creëren van gebruikers ritmes ............................................................... 159
Het Rhythm Customize scherm weergeven ........................................................................... 159
De verdeling selecteren .............................................................................................................. 160
Het ritme laden............................................................................................................................ 161
Verdeelinstellingen maken ........................................................................................................ 162
Het ritme bewerken .................................................................................................................... 163
De gebruikte instrumenten veranderen en wijzigen ............................................................. 166
Door u gecreëerde ritmes verwijderen .................................................................................... 167
De naam van een gebruikers ritme veranderen (Rename) ................................................... 167
Gebruikersritmes in het gebruikersgeheugen of op diskettes opslaan .......................................... 168
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen .............................169
Instellen hoe het instrument reageert.................................................................................................. 169
De Initial Touch gevoeligheid aanpassen................................................................................ 169
De polyfonie van het pedaalbord veranderen........................................................................ 169
Performancefunctie instellingen .......................................................................................................... 170
Het toetsenbereik instellen waarop het demperpedaal van toepassing is ......................... 170
De functie van het expressiepedaal wijzigen.......................................................................... 170
Het keyboard selecteren waarop de pitch bend/vibrato hendel toegepast wordt ........... 171
Het pitch bend bereik veranderen............................................................................................ 172
Ritme instellingen................................................................................................................................... 172
Chord holt in/uitschakelen ....................................................................................................... 172
Aftelgeluid ................................................................................................................................... 173
Voorkomen dat ritmetempo’s automatisch wisselen ............................................................ 173
Registratie instellingen .......................................................................................................................... 174
De timing veranderen waarop transpositie instellingen opgeroepen worden.................. 174
Composer instellingen........................................................................................................................... 175
De weergave van songteksten aan of uitzetten ...................................................................... 175
De toets veranderen wanneer u songs afspeelt (Play Transpose)........................................ 175
De metronoom instelling veranderen ...................................................................................... 176
Het volume van de metronoom instellen................................................................................ 176
Het geluid van de metronoom veranderen............................................................................. 177
De beat instellen .......................................................................................................................... 177
Andere instellingen................................................................................................................................ 178
De standaardtoonhoogte veranderen (Master Tune) ............................................................ 178
Versturen van PC nummers toestaan ...................................................................................... 178
Het PC nummer instellen........................................................................................................... 179
MIDI IN Mode ............................................................................................................................. 179
Het midi verzendkanaal selecteren .......................................................................................... 180
Het Touch Screen herpositioneren ........................................................................................... 181
De achtergrond van het hoofdscherm veranderen ................................................................ 181
Het stuiterende balletje van het hoofdscherm verwijderen.................................................. 182
De V-LINK functie gebruiken ................................................................................................... 182
13
Inhoud
Hoofdstuk 11 Externe apparaten aansluiten ....................................184
Namen en functies van jacks en aansluitingen .................................................................................. 184
Aansluiten op audioapparatuur........................................................................................................... 185
MIDI apparaten aansluiten ................................................................................................................... 186
Een computer aansluiten....................................................................................................................... 187
Probleemoplossing.............................................................................188
Foutmeldingen ....................................................................................194
Klankenlijst..........................................................................................196
Drums/SFX Set Lijst............................................................................198
Instrumentenlijst (Rhythm Customize functie) ................................201
Ritme lijst.............................................................................................208
Muziekstijl diskette lijst ......................................................................209
Akkoordenlijst .....................................................................................210
Begrippenlijst ......................................................................................212
Over de geluidsgenerator uit de ATELIER serie ............................................................................... 213
Instellingen die opgeslagen worden nadat de stroom
is uitgeschakeld ..................................................................................214
Instellingen die opgeslagen worden nadat de stroom is uitgeschakeld ............................. 214
Instellingen die onder de registratieknoppen worden opgeslagen..................................... 214
Instellingen die onder de individuele registratieknoppen opgeslagen worden................ 214
MIDI Implementatiekaart.....................................................................215
Demosong lijst ....................................................................................216
Lijst van snelkoppelingen ..................................................................218
Specificaties ........................................................................................219
Index.....................................................................................................221
14
Paneelbeschrijving
1. [Power On] knop p. 17
2. [Master Volume] knop p. 17
3. Part balans [] [] p. 44
4. Pedal Bass Klank keuzeknoppen p. 37
Pedal Part
[Alternate] knop
[To Lower] knop p. 127
Level [] [] knoppen p. 44
5. Lower Voice keuzeknop p. 36
Lower Organ Part
Lower Orchestral Part
[Alternate] knop
Level [] [] knoppen p. 44
6. Transponeer [-][+] knoppen p. 102
7. Touch Screen p. 22
8. [Harmony Intelligence] knop p. 109
9. Upper Voice keuzeknoppen p. 36
Upper Organ Part
Upper Orchestral Part
[Alternate] knop
Level [] [] knoppen p. 44
10. Solo Voice keuzeknop p. 38
Solo Part
[Alternate] knop
[To Lower] knop p. 124
[Level [] [] knoppen p. 44
11. Composer p. 128
[Reset] knop
[Play/Stop] knop
[Rec] knoppen p. 137
Track knoppen p. 128
[Song] knop
[Registration] knop p. 91
[Demo] knop p. 26, p. 131
432
18
17
75 6
1
13
16
15
14
Write
Manual
15
Paneelbeschrijving
12. Floppy Disk Drive p. 66, p. 86, p. 130
13. Lower Voice [Hold] knop p. 50
14. Lower
[Drums/SFX] knop p. 48
15. Rhythm keuzeknoppen p. 51
Tempo [ ] [ ] knoppern p. 57
Fill In [To Variation] knop p. 59
Fill In [To Original] knop p. 59
Arranger [On/Off] knop p. 58
Style Orchestrator knoppen p. 59
[Intro/Ending] knop p. 55, p. 56-p. 57
[Count Down] knop p. 58
[One Touch Program] knop p. 64
[Sync Start] knop p. 56
[Start/Stop] knop p. 55, p. 57
16. Sustain [Pedal] knop p. 116
17. [Bender/Vibrato] hendel p. 103
18. Rotary Sound p. 111
[On/Off] knop
[Fast/Slow] knop
19. Registratieknoppen
[Write] knop p. 80
[Manual] knop p. 83
registratie [1] – [8] knoppen p. 79
10 11 128 9
1 2 3 4 5 6 7 8 19
16
Voordat u begint met spelen
Het deksel openen/sluiten
fig.00-22
1. Om het deksel te openen, houdt u hem met beide
handen vast en schuift u hem naar achteren.
2. Om het deksel te sluiten, schuift u hem langzaam
naar voren tot hij stopt.
NOTE
Wees voorzichtig met uw vingers tijdens het openen of slui-
ten van het deksel. Volwassen toezicht wordt aangeraden als
kleine kinderen het apparaat gaan gebruiken.
NOTE
Om ongelukken te voorkomen dient u het deksel te sluiten
voordat u het instrument verplaatst.
NOTE
Controleer dat u niets op het keyboard hebt geplaatst (zoals
bladmuziek), wanneer u het deksel sluit.
De muziekstandaard
installeren
1. Draai de meegeleverde schroeven voor de
standaard in de gaten op de bovenkant van het
instrument, en draai ze lichtjes vast.
2. Schuif de muziekstandaard tussen de schroeven
en het paneel van de AT-45.
3. Draai de schroeven stevig vast, terwijl u de
standaard met een hand vast houdt.
Houd tijdens het vastmaken de standaard stevig met een
hand vast, zodat deze niet valt. Wees voorzichtig dat uw
vingers niet tussen de standaard komen.
4. Om de muziekstandaard te verwijderen, houdt u
hem met een hand vast, terwijl u de schroeven
losdraait.
Nadat u de muziekstandaard hebt verwijderd dient u de
schroeven opnieuw vast te draaien.
NOTE
Gebruik niet teveel kracht bij het behandelen van de
standaard.
NOTE
Gebruik altijd de meegeleverde schroeven bij het bevestigen
van de standaard.
17
Voordat u begint met spelen
Het aansluiten van de
stroomkabel
1. Zorg er eerst voor, dat de [Power On] knop aan de
linkerkant van het paneel uitstaat (niet
ingedrukt).
fig. 00-27
2. Sluit de bijgesloten stroomkabel aan op de
uitgang van het apparaat, en stop de stekker
daarna in het stopcontact.
NOTE
Gebruik alleen de bij dit instrument geleverde stroomkabel.
NOTE
Haal de stroomkabel eruit als u het instrument voor langere
tijd niet zult gebruiken.
De stroom in en uitschakelen
NOTE
Zet de verschillende apparaten aan in de juiste volgorde als
alle verbindingen zijn gemaakt. Door dit niet in de juiste
volgorde te doen, riskeert u disfunctioneren en/of schade
aan speakers en andere apparaten.
De stroom inschakelen
1. Let op het volgende als u de stroom inschakelt:
Is de stroomkabel goed op het apparaat aangesloten?
Is de stroomkabel goed aangesloten op het stopcontact?
Is de [Master Volume] knop (aan de linkerkant van het
onderste toetsenbord) op de Min (minimum) positie
gezet?
fig.00-26
2. Druk op de [Power On] knop om de stroom in te
schakelen.
fig. 00-27
De Power indicator licht rood op.
fig.00-28
NOTE
Dit apparaat is uitgerust met een beschermingscircuit. Na het
inschakelen van de stroom is een korte tijd (enkele seconden)
nodig, voordat het apparaat normaal zal werken.
3. De [Master Volume] knop is een algemene knop
voor het bijstellen van het volume van het
instrument.
Stel de [Master Volume] knop op een geschikt volume
in. Het volume neemt toe, wanneer het expressiepedaal
wordt ingedrukt, en neemt af wanneer het pedaal
terugkeert naar de originele positie.
fig.00-28
Het uitschakelen van de
stroom
1. Zet de [Master Volume] knop op de Min
(minimum) positie, voordat u de stroom
uitschakelt.
2. Druk op de [Power On] knop om de stroom uit te
schakelen.
fig. 00-27
UIT
Niet ingedrukt
Power On
AAN
Ingedrukt
Power indicator
het volume
neemt toe
het volume
neemt af
Power On
UIT
Niet ingedrukt
18
Voordat u begint met spelen
Het gebruik van de
koptelefoon
De AT-15 heeft een koptelefoon aansluiting. Dit stelt u in
staat om zonder u druk te maken over uw omgeving te spe-
len, vooral ’s avonds.
fig.00-29
1. Verbind de koptelefoon met de stekker aan de
linker onderkant van het apparaat.
Het geluid uit de ingebouwde speakers wordt onhoor-
baar.
Nu kunt u het geluid alleen door de koptelefoon horen.
fig.00-30
2. Pas het volume van de koptelefoon aan met de
[Master Volume] knop en het expressiepedaal.
Aansluiting van een stereo koptelefoon is mogelijk.
Opmerkingen voor het gebruik van de
koptelefoon
fifig.00-31
Pak de koptelefoon alleen vast bij de headset of de stekker
om beschadiging van de kabel te voorkomen.
De koptelefoon kan beschadigen als het volume te hoog
staat. Zet het volume zachter op de AT-45, voordat u de
koptelefoon aansluit.
Zet het volume niet te hoog als u de koptelefoon gebruikt,
om gehoorsbeschadiging, gehoorsverlies of schade aan de
koptelefoon te voorkomen. Gebruik de koptelefoon op een
gematigd geluidsniveau.
Het gebruik van een
microfoon
De AT-45 is uitgerust met een microfoon jack.
Omdat dit instrument een mic in jack heeft, kunt u een
microfoon gebruiken om gebruik te maken van een grote
hoeveelheid mogelijkheden, zoals meezingen met uw spel of
meezingen met SMF muziekbestanden (apart verkrijgbaar).
fig.00-32
1. Sluit uw microfoon aan op de mic in jack, onder
het keyboard aan de linkerkant.
2. Gebruik de [Mic Volume] knop om het volume
voor de microfoon bij te stellen.
3. Gebruik de [Mic Echo] knop om het echo volume
voor de microfoon in te stellen.
De microfoon is apart verkrijgbaar. Raadpleeg de verkoper
van de AT-45 voor informatie over het soort microfoon u
dient aan te schaffen.
Opmerkingen voor het gebruik van
een microfoon
fig.00-31
Om anderen niet te storen, dient u voorzichtig te zijn met
het volume tijdens het spelen op late tijdstippen.
Wanneer u een microfoon op de AT-45 aansluit, dient u
het volume zo laag mogelijk te zetten. Als het volume te
hoog staat, wanneer de microfoon verbonden wordt, kan
er storing (feedback) uit de speakers komen.
Er kan bij sommige opstellingen een huilend geluid
optreden. Verhelp dit door:
De locatie van de microfoon aan te passen.
De microfoon verder weg van de speakers te plaatsen.
Het volume verlagen.
19
Voordat u begint met spelen
Het herstellen van de
fabrieksinstellingen
De instellingen van de AT-45 kunnen naar de fabrieksinstel-
lingen teruggezet worden. Deze functie heet ‘Factory Reset’.
1. Zorg ervoor, dat er geen diskette in de diskdrive
zit, voordat de procedure wordt gestart.
2. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
fig.00-37.eps
3. Druk in het System scherm op <Utility> om het
Utility venster te openen.
fig.00-38.eps
4. Druk in het Utility scherm op <Factory Reset>.
fig.00-39.eps
Om alle instellingen behalve het gebruikersgeheugen (p. 52)
te herstellen, drukt u op <Panel Reset>.
De bevestiging verschijnt op het scherm.
fig.00-40.eps
Als u op <Cancel> drukt wordt de Factory Reset niet
uitgevoerd, en keert u terug naar het System scherm.
5. Als u op <OK> drukt begint de Factory Reset, en
worden de instellingen naar de
fabrieksinstellingen teruggezet.
NOTE
Zet nooit de stroom tijdens deze bewerking uit!
fig.00-40.eps
NOTE
Het laden van de fabrieksinstellingen wist alle Registraties
die zich in het geheugen van de AT-45 bevinden. Om de
registraties die u gebruikt op te slaan, zie ‘Registratiesets op
een diskette opslaan’ (p. 88).
NOTE
Om alleen het gebruikersgeheugen (p. 52) naar de fabrieksin-
stellingen te herstellen, zie p. 68.
20
Voordat u begint met spelen
Alle instellingen behalve het
gebruikersgeheugen naar de
fabrieksinstellingen
herstellen
U kunt alle instellingen, met uitzondering van het gebrui-
kersgeheugen (p. 52) herstellen naar de fabrieksinstellingen.
Deze functie wordt ‘Panel Reset’ genoemd.
1. Zorg ervoor, dat er geen diskette in de diskdrive
zit, voordat u deze bewerking uitvoert.
2. Druk op <System> in het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
fig.00-37.eps
3. Druk in het System scherm op <Utility> om het
Utility scherm te openen.
fig.00-38.eps
U kunt ook de volgende methode gebruiken om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
1. Controleer dat er geen diskette in de
diskdrive zit, voordat u de procedure uitvoert.
2. Zet het volume zo laag mogelijk, en schakel
de stroom uit.
3. Druk op de [Power On] schakelaar om de
stroom in te schakelen, terwijl u de [One
Touch Program] knop ingedrukt houdt.
fig.00-41
Het volgende scherm verschijnt:
fig.00-40.eps
NOTE
Zet nooit de stroom tijdens deze bewerking uit!
Wat is het gebruikersgeheugen?
Het gebruikersgeheugen is het gedeelte van het instru-
ment waar User ritmes die u gemaakt heeft en ritmes
van de Music Style Disks opgeslagen worden.
U kunt ook ritmes (p. 158) die op diskettes opgeslagen
zijn naar het gebruikersgeheugen kopiëren.
21
Voordat u begint met spelen
4. Druk in het Utility scherm op <Panel Reset>.
fig.00-39.eps
De bevestiging verschijnt op het scherm.
fig.00-40.eps
Als u op <Cancel> drukt wordt de Panel Reset niet
uitgevoerd, en keert u terug naar het System scherm.
5. Als u op <OK> drukt wordt de Panel Reset
bewerking uitgevoerd, en worden de instellingen
hersteld naar de fabrieksinstellingen.
NOTE
Zet de stroom nooit uit tijdens deze bewerking!
fig.00-40.eps
NOTE
Om alleen het gebruikersgeheugen (p. 52) naar de fabrieksin-
stellingen te herstellen, zie p. 68.
22
Over het scherm
De AT-45 maakt gebruik van een Touch Screen. Hiermee kunt u veel acties
uitvoeren door simpelweg op het scherm te drukken.
Het hoofdscherm en gerelateerde schermen
begrijpen
Hoofdscherm
fig.04-02
Nummer Omschrijving
1 Tempo
2 Measure
3 Beat
4Stuiterend balletje
Een balletje stuitert mee met de maat van het ritme of de song.
5Transponeren
Geeft de transponeer instelling weer.
6
Akkoordnaam
Geeft de naam van het akkoord weer, dat op het onderste keyboard
gespeeld wordt.
7
Indicatieknop
Druk deze in om te kiezen welke naam weergegeven wordt; de
Ritmenaam, Song naam of Registratienaam.
8 Rhythm Name/Song Name/Registration Name
9Voice Name
Geeft de naam van de klank van het bovenste keyboard weer.
10 MUSIC ASSIST
Druk hierop als u de Music Assistant functie wilt gebruiken (p. 28).
NOTE
De toelichtingen in deze
handleiding bevatten illus-
traties die weergeven, wat
normaliter op het scherm
staat. U kunt echter een
nieuwer en verbeterd sys-
teem hebben (dat bijvoor-
b
eeld nieuwe geluiden
b
evat). Wat u op het
scherm ziet, kan mogelijk
niet helemaal overeenko-
men met wat er in de hand-
leiding staat.
NOTE
Het Touch Screen gebruikt
u door het zachtjes met uw
vinger aan te raken. Hard
drukken of een hard object
gebruiken om te drukken
kan het Touch Screen
b
eschadigen. Wees voor-
zichtig dat u niet te hard
drukt, en gebruik alleen uw
vingers om het Touch
Screen aan te raken.
NOTE
De positionering van het
Touch Screen kan verande-
ren als gevolg van verande-
ringen in de omgeving. Als
dit gebeurt volgt u de stap-
pen in ‘Het Touch Screen
herpositioneren’ (p. 181)
om de positie te herstellen.
NOTE
Plaats geen voorwerpen op
het Touch Screen.
U kunt de helderheid van
het scherm aanpassen
(p. 184).
NOTE
U kunt het hoofdscherm zo
instellen dat het stuiterende
b
alletje niet weergegeven
wordt (p. 182).
2
8
11
14
10
13
16
9
7
13 4
1512
65
23
Over het scherm
11
Sound/Kbd
Selecteer een klank (toon) of maak instellingen voor de effect diepte,
keyboard, etc.
12
Rhythm
Speel de interne ritmes af, speel ritmes van diskette af of sla ze op in het
interne geheugen. Ritmegerelateerde instellingen kunnen hier ook
gemaakt worden.
13
Registration
Laad registraties van diskette naar het interne geheugen of sla registraties
op diskette op. Registratiegerelateerde instellingen kunnen hier ook
gemaakt worden.
14
Rec/Play
Speel een song af of neem een song op. U kunt ook een notatie bekijken,
terwijl een song speelt.
15 System
Maak verschillende instellingen.
16
Quick Guide
Geeft het Quick Guide scherm weer. U kunt, terwijl het Quick Guide
scherm weergegeven wordt op het keyboard, op een knop of op een
voetschakelaar drukken om naar het gerelateerde instellingenscherm te
gaan (p. 32).
Dit icoon wordt weergegeven, wanneer de V-LINK functie is
ingeschakeld (p. 182).
Dit icoon wordt weergegeven, wanneer het instrument SMF
muziekbestanden bevat.
Dit icoon wordt weergegeven, wanneer enig deel van de
opgenomen song veranderd is.
Dit icoon wordt weergegeven op het scherm, wanneer een Active
Expression klank geselecteerd is.
Active Expression Voice (p. 43)
Dit icoon wordt weergegeven op het scherm, wanneer er een EX
klank geselecteerd is.
Ex Klank (p. 39)
Nummer Omschrijving
24
Over het scherm
Over de belangrijkste iconen en het Utility scherm
Subvensters
U kunt op <Registration> drukken in het hoofdscherm of op <Utility> in
andere schermen om naar een scherm zoals het volgende te gaan.
Dit soort scherm wordt een subvenster genoemd.
Knop Betekenis
Afhankelijk van de functie worden sommige schermen
verpreid over meerdere pagina’s.
U kunt < >< > < >< > gebruiken om de
volgende of vorige pagina op het scherm weer te geven.
Druk hierop wanneer u het weergegeven scherm wilt
sluiten. Normaliter zorgt het meerdere malen op < >
drukken ervoor dat u teruggaat naar het hoofdscherm.
Wanneer u een menu in het
subvenster aanraakt, sluit
het subvenster en
verschijnt het geselecteerde
menuscherm.
Druk in een subvenster op
<Exit> om het subvenster
te sluiten.
25
Over het scherm
Subvensters voor het instellen van waarden
Wanneer u instellingen maakt in het System scherm, verschijnt het volgende
type scherm.
Herstel naar de fabrieksinstellingen.
Verander de waarde.
26
Handige functies
Het luisteren naar demo songs
De AT-45 bevat demo songs. Hier staat hoe u de demo songs af kunt spelen
en de geluiden, ritmes en automatische begeleiding die de AT-45 bevat
volop kunt gebruiken.
fig.01-01
1. Verzeker uzelf ervan, dat er geen schijfje in de diskdrive zit.
Druk op de eject knop (p. 66) als er een schijfje in de diskdrive zit, en verwij-
der het schijfje.
2. Druk op de [Demo] knop om de indicator te laten oplichten.
Het Demo scherm verschijnt.
Kijk op de ‘demosongs lijst’
(p. 216) voor informatie,
zoals de namen van de
componisten en spelers van
de demo songs.
27
Handige functies
3. Druk op < > of < > op het scherm om de demo song
te selecteren.
4. Druk op < > om het afspelen van de demo song te
starten.
Wanneer de geselecteerde demo song eindigt, begint de volgende demo
song met spelen.
5. Druk op < > om het afspelen van de demo song te
stoppen.
6. Druk op de [Demo] knop om het demonstratiescherm te
verlaten.
Als het volgende scherm verschijnt
Als de song in het apparaat, aangeduid als uitgevoerde song, niet op schijf
is opgeslagen, zal de volgende boodschap op het scherm verschijnen, en zal
het niet mogelijk zijn om de demosongs af te spelen.
fig.E-62
1. Als u de uitvoeringsdata wilt wissen, drukt u op <OK>.
Als u de uitvoeringsdata niet wilt wissen, drukt u op <Cancel>.
U kunt de demo songs star-
ten en stoppen door op de
[Play/Stop] knoppen te
drukken.
De uitvoeringsdata kan op
een diskette opgeslagen
worden. Als u de muzikale
data op een diskette wilt
opslaan, zie ‘uitgevoerde
songs opslaan op diskette’
(p. 143).
NOTE
Alle rechten voorbehou-
den. Ongeautoriseerd
gebruik van dit materiaal
voor ander dan privé-
gebruik is een schending
van de wet.
NOTE
De data van de demosong
is niet beschikbaar via de
MIDI Out aansluiting.
28
Handige functies
Music Assistant functie
Een collectie van de beste, meest bekende songs zijn zorgvuldig samenge-
steld, vervolgens zijn de optimale paneelinstellingen voor elke song
bepaald, en de resulterende data is in het instrument opgeslagen.
Selecteer simpelweg het sleutelwoord, dat het beste past bij het karakter van
de song die u in gedachten heeft, en een ritmeperformance, een geluid voor
de melodie en andere selecties worden voor u gemaakt. U kunt na het selec-
teren van een sleutelwoord meteen beginnen met spelen op het keyboard.
1. Ga naar het hoofdscherm.
2. Druk op <MUSIC ASSIST> in het hoofdscherm.
Het Music Assistant scherm verschijnt.
Als er een ander scherm
wordt weergegeven, drukt
u op <Exit> om het
geopende scherm te slui-
ten.
29
Handige functies
3. Druk op <><> om van scherm te wisselen, en raak een
sleutelwoord aan dat past bij het karakter van de song.
De registratieknoppen [1]-[4] knipperen.
Paneelinstellingen die passen bij het sleutelwoord worden automatisch
opgeroepen voor de registratie [1]-[4] knoppen.
4. Speel een akkoord op het onderste keyboard.
Op het moment dat u het keyboard bespeelt, begint het intro en beginnen
het Ritme en Automatic Accompaniment (automatische begeleiding) met
spelen.
5. Druk op een registratie [1]-[4] knop om paneelinstellingen te
wisselen.
6. Om de Music Assistant functie te beëindigen, drukt u op de
[One Touch Program] knop, waardoor de indicator dooft.
30
Handige functies
Music Assistant zoekfunctie
U kunt een song naam en andere zoektermen invullen en deze gebruiken
voor de Music Assistant zoekfunctie.
1. Druk op <MUSIC ASSIST> in het hoofdscherm.
Het Music Assistant scherm verschijnt.
2. Druk op <Search> in het Music Assistant scherm.
Een subvenster verschijnt.
Zoeken op Music Assistant naam
3. Druk op <By Name>.
Als er een ander scherm
wordt weergegeven drukt
u op <Exit> om het geo-
pende scherm te sluiten.
31
Handige functies
4. Kies welk teken u wilt gebruiken om naar te zoeken.
Het geselecteerde teken verschijnt in het midden van het scherm.
Voer het teken in waar u naar zoekt. Als u bijvoorbeeld meerdere keren op
<ABC> drukt wisselt u tussen de beschikbare tekens in die groep
(‘A’‘B’‘C’...).
Druk op <ABC/123> om tussen het alfabet en nummers te wisselen.
5. Druk na het instellen van de zoektermen op <Start> (Start
Search).
De resultaten van het zoeken verschijnen op het scherm.
Om het zoeken te annuleren, drukt u op <Exit> in het Search Results
scherm.
6. Druk op een Music Assistant om een Music Assistant te
selecteren.
Druk op <Exit> om naar het Music Assistant scherm terug te keren.
Op eigenschappen zoeken
3. Druk op <By Conditions>.
U kunt vier verschillende criteria opgeven bij het zoeken: ‘Tempo’,
‘Rhythm’, ‘Genre’, en ‘Scene’.
4. Druk op de waarde voor de zoekterm.
5. Druk op < >< > om de instellingen te veranderen.
6. Na het instellen van de zoektermen drukt u op <Start> (Start
Search).
De resultaten van het zoeken verschijnen op het scherm.
Om het zoeken te annuleren, drukt u op <Exit> in het Search Results
scherm.
7. Druk op een Music Assistant naam om een Music Assistant
te selecteren.
Druk op <Exit> om naar het Music Assistant scherm terug te keren.
32
Handige functies
Over de Quick Guide functie
De AT-45 bevat een Quick Guide functie, die het voor u gemakkelijk maakt
om verschillende functies te bereiken. U kunt tijdens het weergeven van het
Quick Guide scherm op het keyboard drukken of een knop of een voet-scha-
kelaar indrukken om naar het gerelateerde instellingenscherm te gaan.
1. Druk op <Quick Guide> op het hoofdscherm.
Het onderstaande Quick Guide scherm wordt een aantal seconden weerge-
geven.
2. Druk tijdens het weergeven van het Quick Guide scherm op
een knop, het keyboard of een voetschakelaar.
Het scherm wordt weergegeven dat instellingen bevat, die gerelateerd zijn
aan de knop, het keyboard, pedaal of de voetschakelaar die u indrukte.
3. Maak instellingen op het scherm waar u naartoe bent
gegaan.
4. Wanneer u klaar bent met het maken van instellingen, drukt
u op <Exit> om het scherm te sluiten.
Het hoofdscherm verschijnt.
Over het Index menu
U kunt in het Quick Guide scherm op <index> drukken om naar het Index
Menu te gaan. In het Index Menu scherm kunt u een sleutelwoord aanraken
om naar het instellingenscherm voor dat sleutelwoord te gaan.
1. Druk op <Quick Guide> in het hoofdscherm.
Onderstaand Quick Guide scherm wordt een aantal seconden weergegeven.
Voor meer over toetsen,
knoppen en controllers die
met de Quick Guide functie
gebruikt kunnen worden,
zie ‘Lijst van snelkoppelin-
gen’ (p. 218).
Als er een ander scherm
wordt weergegeven, drukt
u op <Exit> om het geo-
pende scherm te sluiten.
33
Handige functies
2. Druk tijdens het weergeven van het Quick Guide scherm op
<index>.
Het onderstaande scherm verschijnt.
3. Druk op een letter van het alfabet A-W om de eerste letter
van het gewenste sleutelwoord te selecteren.
Het Quick Guide Index scherm verschijnt, en de sleutelwoorden worden
weergegeven.
4. Druk op het gewenste sleutelwoord.
Het instellingenscherm voor dat sleutelwoord verschijnt.
5. Maak instellingen in het instellingenscherm dat
weergegeven wordt.
6. Druk op <Exit>.
Het hoofdscherm verschijnt.
34
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Het selecteren van klanken
De AT-45 is in staat om het geluid van verschillende instrumenten te produ-
ceren. Deze geluiden worden ‘klanken’ (of tonen) genoemd.
Over de klanken en Parts
De AT-45 heeft twee toetsenborden en een pedaalbord, zoals hieronder aan-
gegeven. Van boven naar beneden worden deze ‘Boven toetsenbord’,
‘Onder toetsenbord’ en ‘pedaalbord’ genoemd.
fig.01-05-2
Het Boven toetsenbord bestaat uit twee delen: ‘Orgel’ en ‘Orkest’. U kunt
voor elk deel een klank selecteren. Dit betekent dat het mogelijk is om twee
lagen van klanken tegelijk te spelen. De klank voor een solo kunt u op het
Onder toetsenbord instellen.
Het pedaalbord bevat het ‘Pedaal’ Part.
Keyboard Parts
Bovenste
keyboard
Bovenste orgel
Bovenste orkest
Solo
(Deze klank klinkt alleen wanneer de Solo [To Lower]
knop gedoofd is)
Onderste
keyboard
Onderste orgel
Onderste orkest
Solo
(Deze klank klinkt alleen wanneer de Solo [To Lower]
knop oplicht)
Pedaalbord Pedaal
Pedaalbord
Onder toetsenbord
Beven toetsenbord
Om op het Onder toetsen-
b
ord een soloklank te
spelen, selecteert u de solo-
klank, en drukt u op de
Solo [To Lower] knop
(p. 124).
35
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass
geluidsselectieknoppen
fig.01-06
Elke keer dat u op een stemknop drukt, zal de indicator wisselen tussen
oplichten en uitgaan. Klanken, waarvan het lichtje brandt, kunnen gespeeld
worden.
Twee stemmen van dezelfde familie worden aan elke klankknop toegewe-
zen. Op knoppen met klanken van twee verschillende families worden alle-
bei namen weergegeven.
De [Alternate] knop wisselt tussen deze twee klanken.
De [Alternate] knop Voice that will be selected
De [Alternate] knop licht niet op De klank aangegeven op de knop
wordt geselecteerd
De [Alternate] knop licht op
Een andere klank uit dezelfde familie
of de klank aangegeven aan de
onderkant van de knop wordt
geselecteerd
NOTE
Als geen enkele klankknop
opgelicht is, zal het bespe-
len van het toetsenbord
geen geluid produceren.
36
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
De bovenste en onderste klanken selecteren
Druk op de ‘Organ’ of ‘Orchestral’ knoppen van elk keyboard (bovenste/
onderste) om de gewenste klank te selecteren.
Wanneer de stroom ingeschakeld is, zal het bovenste keyboard ‘Full
Organ3’ spelen en het onderste keyboard zal ‘Lower Organ1’ spelen.
Voorbeeld: Selecteer ‘ComboJazzOrg’ voor de bovenste Organ,
en ‘Grand Piano’ voor de bovenste Orchestral.
1. Druk op de bovenste Organ [Jazz] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank wordt een paar seconden op het
scherm weergegeven.
fig.01-08
Wanneer u nu het bovenste keyboard bespeelt, klinkt de ‘Jazz Organ2’.
2. Druk op de bovenste Organ [Alternate] knop (de indicator
licht op).
Wanneer u het bovenste keyboard bespeelt, klinkt de ‘ComboJazzOrg’.
Elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt schakelt u tussen de twee toe-
gewezen klanken.
3. Druk op de bovenste Orchestral [Piano] knop (de indicator
licht op).
Wanneer u het bovenste keyboard bespeelt, wordt ‘Grand Piano’ toege-
voegd, wat een mix van twee verschillende klanken tot gevolg heeft.
De onderste klank kan op
dezelfde manier geselec-
teerd worden als de boven-
ste.
37
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
De pedaal bass klank selecteren
Druk op de Pedal Part knoppen om de klank te selecteren.
Direct na het aanzetten van de stroom zal de Pedal Bass klank noten met de
‘Organ Bass1’ klank laten klinken .
fig.01-09
Voorbeeld: Selecteer ‘E.Bass 1’ voor de Pedaal Part.
1. Druk op de Pedal [Electric] knop (de indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank wordt een aantal seconden op het
scherm weergegeven.
fig.01-10
Wanneer u nu het Pedaal bord bespeelt, klinkt de ‘E. Bass 1’ (Electric Bass 1).
1
Normaliter klinkt tijdens
het bespelen van het pedaal
b
ord één noot tegelijk. De
instellingen kunnen veran-
derd worden, zodat meer-
dere noten tegelijk
gespeeld kunnen worden
op het pedaal bord (p. 169).
Als u op de Pedal [To
Lower] knop drukt (de
indicator licht op), kan de
Pedal Bass klank bespeeld
worden op het onderste
keyboard, in plaats van op
het pedaal bord (p. 127).
38
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Het selecteren van Solo klanken
Het soloPart van het Boven toetsenbord is monofoon, dat wil zeggen dat u
de Solo klank alleen hoort bij het spelen van de hoogste noot van het Boven
toetsenbord. Dit stelt u in staat om volle akkoorden te spelen en de Solo
klank met de hoogste noot te laten horen.
fig.01-11
Voorbeeld: ‘Trumpet’ selecteren voor de Solo Part
1. Druk op de Solo [Trumpet] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt een aantal seconden op het
scherm.
fig.01-12
Bespeel het Boven toetsenbord. De geselecteerde klank zal als de hoogst
gespeelde noot klinken.
Elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt, wisselt u tussen de twee klan-
ken die aan de knop zijn toegewezen.
1
Door op de Solo [To Lower]
knop te drukken, kunt u de
Solo klank vanaf het onder-
ste keyboard bespelen. Zie
voor meer details ‘De solo
klank op het onderste key-
b
oard spelen (Solo [To
Lower] knop)’ (p. 124).
Het is mogelijk om de
manier te veranderen,
waarop een Solo klank
klinkt. Normaliter klinkt de
Solo klank op de hoogste
noot die u op het bovenste
keyboard speelt, maar u
kunt het zo instellen, zodat
de laatst gespeelde noot de
Solo klank laat klinken. Zie
voor meer details ‘Veran-
deren hoe de Solo klank
reageert’ (p. 125).
39
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Een klank selecteren met de [Others] knop
Er is een [Others] knop voor elke Part. U kunt alle klanken selecteren door
de [Others] knop te gebruiken.
Net als met andere klankknoppen kunnen er twee klanken aan de [Others]
knop toegewezen worden. U kunt de [Alternate] knop gebruiken om tussen
deze twee klanken te wisselen.
1. Druk op de [Alternate] knop van de Part, waarvoor u een
klank wilt instellen, zodat deze op ON (licht op) of OFF
(gedoofd) staat.
De functie van de [Alternate] knop: ON (opgelicht) of OFF (gedoofd)
bepaalt aan welke van de twee beschikbare locaties de geselecteerde klank
toegewezen wordt.
2. Druk op de [Others] knop voor de Part, waarvoor u een
klank wilt instellen.
Het Others Voice scherm wordt een aantal seconden weergegeven.
fig.01-15
3. Druk op een knop die een geluidsgroep weergeeft.
fig.01-15
NOTE
Een klank waar bij
staat wordt een ‘EX klank’
genoemd. Deze klanken
worden aanbevolen.
NOTE
Wanneer u op de [Others]
knop drukt, verschijnt het
Others Voice scherm op het
scherm, maar het basis-
scherm verschijnt weer als
u een aantal seconden lang
het scherm niet aanraakt.
Als u de klank voor de
[Others] knop wilt veran-
deren, drukt u nogmaals op
de [Others] knop, en dan
selecteert u de klank door
snel op het scherm te druk-
ken, terwijl de naam van de
klank op het scherm weer-
gegeven wordt.
40
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Een subvenster verschijnt, waarin u een geluidsgroep kunt kiezen.
fig.01-16
4. Druk op de naam van een geluidsgroep in het subvenster om
de gewenste geluidsgroep te selecteren.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop zal knipperen.
Het Others Voice scherm verschijnt en geeft de geluiden van de geselec-
teerde geluidsgroep weer.
fig.01-17
5. Druk op < >< > om van scherm te wisselen en raak de
naam van een klank aan om hem te selecteren.
6. Druk nogmaals op de knipperende [Others] knop om de
keuze te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop stopt met knipperen en blijft opgelicht.
U kunt op <AEx Voice>
drukken in het Voice Select
scherm, zodat alleen de
Active Expression klanken
weergegeven worden.
‘Active Expression klan-
ken’ kunnen toegewezen
worden aan de [Others]
knoppen van het bovenste
Orchestral Part, het onder-
ste Orchestral Part, Solo
Part en Pedal Part. Zie voor
meer over de active expres-
sion klanken ‘Spelen met
een active expression
klank’ (p. 43).
U kunt ook de klank beves-
tigen door in het Others
Voice (Other Voice select)
scherm op <Exit> te druk-
ken. U kunt ook de toets
voor een Part indrukken,
die een gewijzigde klank
b
evat om de klankinstelling
te bevestigen.
Zie voor meer informatie
over de klanken die aan
een [Others] knop toegewe-
zen kunnen worden ‘Klan-
kenlijst’ (p. 196).
41
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Spelen met een menselijke klank
Naast geluiden als orgels en piano’s, kunt u ook ‘menselijke klanken’ spe-
len, die een vocaalachtig geluid produceren.
1. Druk op de [Alternate] knop om hem op ON (opgelicht) of
OFF (gedoofd) te zetten.
De functie van de [Alternate] knop: ON (opgelicht) of OFF (gedoofd)
bepaalt aan welke van de twee beschikbare locaties de geselecteerde klank
toegewezen wordt.
2. Druk op de [Others] knop voor de Part, waarvoor u een
klank wilt instellen.
Het Others Voice scherm wordt een aantal seconden weergegeven.
fig.01-15
3. Druk op een knop die een geluidsgroep weergeeft.
fig.01-15
Een subvenster verschijnt waarin u een geluidsgroep kunt selecteren.
fig.01-16
Zie voor meer informatie
over de klanken die aan
een [Others] knop toegewe-
zen kunnen worden ‘Klan-
kenlijst’ (p. 196).
Wanneer u op de [Others]
knop drukt, verschijnt het
Others Voice scherm op het
scherm, maar het basis-
scherm verschijnt weer als
u een aantal seconden lang
het scherm niet aanraakt.
Als u de klank voor de
[Others] knop wilt veran-
deren, drukt u nogmaals op
de [Others] knop, en dan
selecteert u de klank door
snel op het scherm te druk-
ken, terwijl de naam van de
klank op het scherm weer-
gegeven wordt.
42
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
4. Druk in het subvenster op <Human Voice>.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop gaat knipperen.
Het Others Voice scherm verschijnt en geeft de geluiden van de Human
Voice groep weer.
fig.01-
5. Druk op < >< > om van scherm te wisselen en druk
op de naam van een klank om deze te selecteren.
fig.01-
6. Druk nogmaals op de [Others] knop voor de Part, waarvan u
het geluid wilt instellen om uw keuze te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop zal stoppen met knipperen en blijven
branden.
U kunt ook de klank beves-
tigen door op <Exit> te
drukken in het Others
Voice (Other Voice select)
scherm. U kunt ook de
toets voor de Part indruk-
ken die de gewijzigde
klank bevat om de instel-
ling te bevestigen.
Bij sommige menselijke
klanken, zoals ‘Jazz Scat’,
verandert het geluid afhan-
kelijk van de sterkte waar-
mee u het keyboard
b
espeelt. Als de ‘Inital
Touch’ instelling van het
Utility menu (p. 169) op
‘OFF’ staat, zal het geluid
niet veranderen naarmate
de dynamiek van uw key-
b
oardspel verandert.
43
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Spelen met een Active Expression klank
Sommige klanken zijn ‘Active Expression’ klanken, waarbij het indrukken
van het expressiepedaal niet alleen tot gevolg heeft dat het volume veran-
dert, maar ook dat er andere klanken toegevoegd worden.
1. Druk op de [Others] knop van de Part, waaraan u een Active
Expression klank wilt toewijzen.
‘Active Expression klanken’ kunnen toegewezen worden aan de [Others]
knoppen van het bovenste Orchestral Part, onderste Orchestral Part, Solo
Part, en de Pedal Part.
Het Others Voice scherm verschijnt.
2. Druk op een knop die een geluidsgroep weergeeft.
Een subvenster verschijnt waarin u een geluidsgroep kunt selecteren.
fig.01-17
3. Druk in het subvenster op <AEx Voice> (Active Expression
Voice).
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert.
Het Others Voice (Others Voice select) scherm verschijnt, en alleen de
Active Expression klanken van de gehele collectie worden weergegeven.
fig.01-17
4. Druk op de naam van een klank.
5. Druk nogmaals op de [Others] knop van de Part waarvan u
een geluid wilt instellen om de klank te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop stopt met knipperen en blijft opgelicht.
Een Active Expression klank wordt geselecteerd.
Geluiden die met een
logo gemarkeerd
zijn ondersteunen de
Active Expression functie.
U kunt ook de klank beves-
tigen door op <Exit> te
drukken in het Others
Voice (Other Voice select)
scherm. U kunt ook de
toets voor een Part indruk-
ken die een gewijzigde
klank bevat om de klankin-
stelling te bevestigen.
Zie voor meer informatie
over de Active Expression
klanken, die aan een
[Others] knop toegewezen
kunnen worden, ‘Klanken-
lijst’ (p. 196).
Hoewel u een Active
Expression klank ook met
de [Others] knop van
andere Parts kunt selecte-
ren, wordt het Active
Expression effect alleen toe-
gepast op de onderste
Orchestral, bovenste
Orchestral, Solo en Pedal
Parts. Het (Active
Expression) icoon ver-
schijnt niet, wanneer er een
Active Expression klank
geselecteerd wordt voor
een Part waar het Active
Expression effect niet op
toegepast wordt.
44
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Het aanpassen van de volume balans
De AT-45 stelt u in staat om de volume balans individueel voor elk deel aan
te passen.
fig.01-26
De volgende knoppen worden gebruikt om het volume van een meervoudig
aantal Parts bij te stellen.
Knop Part
Accomp/SMF [] [] knop
Automatische Begeleiding (behalve bass)
Het afspelen van songs, behalve de Atelier
songs (bijvoorbeeld: SMF muziekbestanden)
Rhythm [] [] knop
Ritme uitvoering
Drums/SFX
Pedal [] [] knop
Pedaal klank
Bass noot van automatische begeleiding
45
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
1. De volumeniveaus van elk Part worden aangepast door de
corresponderende [] en [] knoppen.
Als u op de up knop [] drukt, neemt het volume toe. Als u op de down
knop [] drukt, neemt het volume af.
Het volume kan op elke waarde van 0 tot 12 worden ingesteld.
Wanneer de volumewaarde op het scherm op 0 staat zal die Part niet klin-
ken.
U kunt ook op de [] knop en de [] knop drukken van de Part waar u het
volume van wilt veranderen, zodat het ‘Part Balance Monitor’ scherm een
aantal seconden weergegeven wordt en u de volumebalans kunt bekijken.
fig.01-27 Het Part Balance Monitor
scherm wordt een aantal
seconden weergegeven en
sluit dan automatisch. Als
u <Hold> aanraakt, sluit
het scherm niet tot u op
<Exit> drukt.
46
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
De toonhoogte in stappen van een
octaaf transponeren (Octave Shift)
De toonhoogte van het geluid, dat door het keyboard afgespeeld wordt, kan
in stappen van een octaaf bijgesteld worden. Deze functie wordt ‘Octave
Shift’ genoemd. U kunt een Octave Shift op alle Parts toepassen.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-08
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
fig.01-29
2. Druk op <UPPER>, <LOWER> of <PEDAL>.
3. Druk op < >< > om de Octave Shift weer te geven.
Menu Part waarvan de toonhoogte zal veranderen
UPPER Om de toonhoogte van de bovenste en Solo Parts te
veranderen
LOWER Om de toonhoogte van de onderste Part te veranderen
PEDAL Om de toonhoogte van de pedaal Part te veranderen
47
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
4. Druk op het Part scherm waarvan u de Octave Shift
instellingen wilt veranderen.
fig.01-30.eps
5. Druk op < >< > om de instellingen te wijzigen.
De waarde kan met een bereik van +/- 3 octaven ingesteld worden.
fig.01-30.eps
6. Druk op <Exit>.
U keert terug naar het Upper Keyboard/Lower Keyboard/Pedalboard
scherm.
U kunt het Pedalboard
scherm, Lower Keyboard
scherm of het Upper Key-
b
oard scherm openen door
op respectievelijk <Pedal>,
<Lower> of <Upper> te
drukken.
NOTE
Wanneer u de Octave Shift
functie op sommige klan-
ken toepast, kan de toon-
hoogte van deze klanken
voorbij de aanbevolen
toonhoogte gerekt worden,
en kan het zijn dat ze niet
zoals verwacht zullen klin-
ken. U dient voorzichtig
met de Octave Shift functie
om te gaan.
48
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Drumgeluiden of geluidseffecten
afspelen met het gehele onderste
keyboard (Drums/SFX)
U kunt het Onder toetsenbord gebruiken om verschillende drumgeluiden te
spelen (drumset). In dit geval zullen de Onderklanken niet langer klinken.
fig.01-32
1. Druk op de [Drums/SFX] knop, waardoor de indicator
oplicht.
De [Drums/SFX] knop indicator wisselt elke keer dat u erop drukt tussen
aan (opgelicht) en uit (gedoofd).
Het Drums/SFX (drums/geluidseffecten) scherm wordt een aantal secon-
den weergegeven.
fig.01-33
2. Bespeel het onderste keyboard en luister naar de
verschillende drumgeluiden van elke toets.
Kijk op de ‘drumset List’ (p.
198) voor details over welk
drumgeluid of
geluidseffect onder elke
noot zal klinken.
NOTE
Voor sommige drumsets
zullen er toetsen zijn, die
geen geluid maken.
49
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Het veranderen van de Drum/SFX Set
Gelijk nadat de stroom wordt ingeschakeld zal de STANDAARD drumset
klinken.
Voor de drumset geldt dat u uit twaalf soorten kunt kiezen en een type
geluidseffect. Als u de drumset verandert, zal het geluid dat bij elke noot
klinkt veranderen.
1. Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
Het Drums/SFX scherm wordt een aantal seconden weergegeven.
fig.01-33
2. Druk tijdens het weergeven van het Drums/SFX scherm op
de naam van een Drum/SFX set op het scherm.
De [Drums/SFX] knop indicator gaat knipperen.
U kunt kiezen uit de volgende twaalf Drumsets en een set geluidseffecten:
STANDARD, STANDARD2, ROOM, ROOM2, POWER, ELECTRONIC,
TR-808, DANCE, JAZZ, BRUSH, BRUSH2, ORCHESTRA, SOUND
EFFECTS
3. Druk nogmaals op de [Drums/SFX] knop.
De indicator van de [Drums/SFX] knop zal constant opgelicht zijn en de
geselecteerde Drum/SFX set wordt toegepast.
Zie voor de types Drums/
SFX set en de drumgelui-
den, die door elke toets
afgespeeld worden
‘Drums/SFX set lijst’ (p.
198).
U kunt ook de Drums/SFX
set bevestigen door op
<Exit> in het Drums/SFX
scherm te drukken. U kunt
ook op het onderste key-
b
oard spelen om de drum
set te bevestigen.
NOTE
Nadat het Drums/SFX
(drums/geluidseffecten)
scherm is weergegeven,
sluit het automatisch na
enkele seconden, tenzij u
het scherm aanraakt om
een drums/geluidseffecten
set te selecteren. Als u wilt
wisselen van drums/
geluidseffecten set, drukt u
snel op de gewenste
drums/geluidseffecten set,
terwijl het Drums/SFX
(drums/geluidseffecten)
scherm weergegeven
wordt.
50
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Noten vasthouden op het onderste
keyboard (Lower Hold)
Wanneer de Lower Voice [Hold] knop op ON (indicator opgelicht) staat,
blijven de noten die u op het onderste keyboard speelt klinken tot u de vol-
gende noot aanslaat –zelfs als u de toets loslaat.
fig.02-14
1. Druk op de Lower Voice [Hold] knop (controleer dat de
indicator oplicht).
De noten, die op het onderste keyboard gespeeld worden, blijven klinken.
Als u op een toets drukt, terwijl de Lower Voice [Hold] knop opgelicht is,
blijft de noot klinken.
2. Als u op de Lower Voice [Hold] knop drukt, zodat de
indicator dooft, stoppen de noten die op dat moment
klinken.
51
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
De AT-45 laat u met ritme begeleiding spelen.
Het selecteren van een ritme
De AT-45 bevat verschillende Ritmes en Automatische begeleidingen
(Muziekstijlen).
Deze zijn onderverdeeld in tien groepen.
fig.02-01
1. Druk op een ritmeknop om een ritmegroep te selecteren.
De indicator van de ritmeknop zal oplichten.
Dat ritme zal op het scherm getoond worden.
fig.02-09_55
De ritmes in de geselecteerde ritmegroep verschijnen op het scherm.
2. Druk op < >< > om van scherm te wisselen en druk
op de naam van een ritme om het gewenste ritme te
selecteren.
De indicator van de Rhythm knop gaat knipperen.
3. Druk nogmaals op de Rhythm knop (de indicator brandt nu
constant).
De indicator van de Rhythm knop stopt met knipperen en brandt constant.
Het ritme is nu toegepast.
Kijk voor meer interne rit-
mes op de ‘Ritme lijst’ (p.
208).
U kunt ook het Rhythm
scherm openen door in het
hoofdscherm op
<Rhythm> te drukken.
U kunt ook het ritme beves-
tigen door op <Exit> te
drukken in het Rhythm
scherm.
52
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes gebruiken in het gebruikersgeheugen
(User memory)
De AT-45 heeft een gebruikersgeheugen.
De AT-45 wordt geleverd met ritmes al opgeslagen in het gebruikersgeheu-
gen. U kunt deze ritmes vervangen door ritmes van Music Style Disks of
met gebruikers ritmes die u zelf gemaakt en opgeslagen heeft met de
Rhythm Customize functie (p. 158).
De inhoud van het gebruikersgeheugen wordt behouden, zelfs na het uit-
schakelen van de stroom.
U kunt ritmes oproepen van het gebruikersgeheugen dor op de [Disk/User]
knop te drukken.
Ritmes uit het gebruikersgeheugen oproepen
1. Druk op de [Disk/User] knop.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk op < > in het Rhythm scherm.
De ritmes in het gebruikersgeheugen worden weergegeven.
3. Druk op de naam van een ritme om het gewenste ritme te
selecteren.
De indicator van de [Disk/User] knop zal gaan knipperen.
4. Druk na het selecteren van een ritme nogmaals op de
knipperende [Disk/User] knop.
De [Disk/User] knop stopt met knipperen en blijft branden, wat aangeeft
dat het ritme geselecteerd is.
Als u een ritme van een dis-
kette in het gebruikersge-
heugen wilt opslaan, zie
‘Ritmes van diskettes naar
het gebruikersgeheugen
kopiëren’ (p. 68).
Wat is het gebruikersgeheugen
Het gebruikersgeheugen is het gedeelte van het instrument waar
gebruikers ritmes die u maakt en ritmes van Music Style Disks
opgeslagen worden.
U kunt ook gebruikers ritmes (p. 158) van diskettes opslaan in het
gebruikersgeheugen.
Als u de originele ritmes,
die het gebruikersgeheu-
gen bij de levering bevatte,
wilt herstellen, zie ‘De rit-
mes in het gebruikersge-
heugen herstellen naar de
fabrieksinstellingen’ (p. 70).
Als een diskette met opge-
slagen ritmes zich in de
drive bevindt, drukt u op
<> om deze weer
te geven.
U kunt ook het ritme beves-
tigen door op <Exit> in het
Rhythm scherm te druk-
ken.
53
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Rhythm Search
U kunt naar ritmes zoeken, die overeenkomen met het tempo van de song,
het genre of andere criteria die u kunt instellen.
U kunt ook een ritme zoeken door het eerste teken van de naam van het
ritme te gebruiken.
1. Druk op <Rhythm> in het hoofdscherm.
fig.05-08
Het volgende Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk op < > in het hoofdscherm.
Een subvenster verschijnt.
Als er een ander scherm
wordt weergegeven, drukt
u op <Exit> om het geo-
pende scherm te sluiten.
U kunt ook het Rhythm
scherm openen door op de
Rhythm knop te drukken.
U kunt ook externe ritmes
opzoeken door op de
[Disk/User] knop te druk-
ken. Het icoon ver-
schijnt niet op het scherm
wanneer [Disk/User] rit-
mes weergegeven worden.
54
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Zoeken op ritmenaam
3. Druk op <By Name>.
4. Kies een teken om bij het zoeken te gebruiken.
Het geselecteerde teken verschijnt in het midden van het scherm.
Voer het teken in waar u naar zoekt. Druk bijvoorbeeld op meerdere malen
achter elkaar op <ABC> om te wisselen tussen de tekens in die groep
(‘A’‘B’‘C’...).
Druk op <ABC/123> om te wisselen tussen het alfabet en nummers.
5. Druk op <Start> (Start Search).
De zoekresultaten verschijnen op het scherm.
Om het zoeken te annuleren, drukt u op <Exit> in het Search Results
scherm.
6. Druk op een ritmenaam om een ritme te selecteren.
Druk op <Exit> om naar het Rhythm scherm terug te keren.
Op eigenschappen zoeken
3. Druk op <By Conditions>
U kunt vier verschillende criteria invoeren bij het zoeken: ‘Tempo’, ‘Beat’,
‘Groove’ en ‘Genre’.
4. Druk op de waarde voor de zoekterm.
5. Druk op < >< > om de instellingen te wijzigen.
6. Druk na het instellen van de zoektermen op <Start> (Start
Search).
De zoekresultaten verschijnen op het scherm.
Om het zoeken te annuleren, drukt u op <Exit> in het Search Results
scherm.
7. Druk op een ritmenaam om een ritme te selecteren.
Druk op <Exit> om naar het Rhythm scherm terug te keren.
55
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes afspelen
Er zijn twee manieren om het ritme te starten:
Handmatig op de [Start] knop drukken,
Automatisch door een noot te bespelen op het onderste keyboard of het
pedaalbord (Sync Start).
U kunt op (Sync Start) knop of op de [Intro/Ending] knop drukken om het
ritme vanaf het intro te starten of het ritme aan het einde te stoppen.
fig.02-03
Starten bij het indrukken van een knop
Starten met een toegevoeghet intro
1. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Het intro wordt afgespeeld en het ritme zal starten.
De [Intro/Ending] knop indicator gaat branden tot het intro eindigt, waarna
de indicator dooft.
Het intro kort en simpel houden
1. Druk op de [To Variation] of de [To Original] knop.
De [Start/Stop] knop indicator gaat knipperen.
De indicator van de [To Variation] of de [To Original] knop gaat knipperen.
2. Druk op de [Start/Stop] knop.
Een korte Intro wordt afgespeeld worden en het ritme start.
Zonder een intro starten
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme start zonder dat er een intro afgespeeld wordt.
De functies van de [Intro/
Ending] en de [Start/Stop]
knoppen kunnen aan de
voetschakelaars toegewe-
zen worden , aan elke kant
van het expressiepedaal (p.
105).
Zie voor meer over de
[To Variation] en de
[To Original] knoppen,
‘Het ritme of de automati-
sche begeleiding geva-
rieerd maken’ (p. 59).
56
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Het ritme automatisch laten starten, wanneer u
het onderste keyboard of pedaalbord bespeelt
(Sync Start)
Starten met een toegevoeghet intro
1. Druk op de [Sync Start] knop, zodat de indicator oplicht.
2. Druk op de [Intro/Ending] knop.
De [Intro/Ending] knop indicator gaat knipperen.
3. Bespeel het onderste keyboard of het pedaalbord.
Het intro wordt afgespeeld en het ritme start.
De [Intro/Ending] knop brandt tijdens het spelen van het intro tot deze ein-
digt, waarna de indicator dooft.
Het intro kort en simpel houden
1. Druk op de [Sync Start] knop, zodat de indicator gaat
branden.
2. Druk op de [To Variation] of de [To Original] knop.
De [Start/Stop] knop indicator gaat knipperen.
De indicator van de [To Variation] of de [To Original] knop gaat knipperen.
3. Bespeel het onderste keyboard of het pedaalbord.
Een korte intro wordt afgespeeld en het ritme start.
Zonder intro starten
1. Druk op de [Sync Start] knop, zodat de indicator gaat
branden.
2. Bespeel het onderste keyboard of het pedaalbord.
Het ritme start zonder dat er een intro afgespeeld wordt.
NOTE
Als de Arranger functie op
ON staat ([de Arranger
[On/Off] knop indicator
b
randt] is het niet mogelijk
om het ritme af te spelen
door het pedaalbord te
b
espelen (p. 58).
Zie voor meer over de
[To Variation] en de
[To Original] knoppen,
‘Het ritme of de automati-
sche begeleiding geva-
rieerd maken’ (p. 59).
57
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Het stoppen van een ritme
Stoppen met een einde
1. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Er wordt een einde gespeeld, daarna stopt het ritme.
Terwijl het einde wordt gespeeld is de indicator van de [Intro/Ending] knop
opgelicht. Als dit stopt, gaat de indicator van de knop uit.
Het einde kort en simpel maken
1. Druk op de [To Variation] of de [To Original] knop, en druk
dan op de [Start/Stop] knop.
Een kort einde wordt gespeeld, en het ritme stopt.
Stoppen zonder einde
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme stopt, zonder dat er een einde wordt gespeeld.
Het tempo van een ritme veranderen
U kunt het tempo van een ritme of automatische begeleiding veranderen
(p. 58).
fig.02-04
1. Druk op de Tempo [ ] and [ ] knoppen om het tempo
(snelheid) van het ritme of de automatische begeleiding te
veranderen.
Door tegelijk op de Tempo [ ] en [ ] knoppen te drukken, keert het
tempo terug naar de standaardinstelling (vooraf ingestelde) van het tempo
van het geselecteerde ritme.
De waarde van het ingestelde tempo (20-500 beats per minuut) kan in het
hoofdscherm en het Rhythm scherm bekeken worden.
Tempo [ ] knop Het tempo gaat langzamer
Tempo [ ] knop Het tempo gaat sneller
De functies van de [Intro/
Ending] en de [Start/Stop]
knoppen kunnen aan de
voetschakelaars toegewe-
zen worden , aan elke kant
van het expressiepedaal (p.
105).
Als u van ritme wisselt
wanneer ‘Auto Std Tempo
(Auto Standard Tempo)’
(p. 173) ingeschakeld is,
verandert het tempo om
overeen te komen met het
ritme. Als u van ritme wis-
selt, wanneer ‘Auto Std
Tempo (Auto Standard
Tempo)’ uitgeschakeld is,
b
lijft het tempo gelijk zelfs
na het wisselen van het
ritme.
Het tempo en de maatsoort
worden ook weergegeven
door het ‘stuiterende balle-
tje’ op het hoofdscherm (p.
22).
58
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Aftellen aan het einde van een intro
Als er een intro afgespeeld wordt voorafgaand aan uw song, kunt u ervoor
zorgen dat er aan het einde van het intro afgeteld wordt, waardoor u gemak-
kelijk met spelen kunt beginnen.
fig.02-05
1. Druk op de [Count Down] knop, waardoor de indicator gaat
branden.
2. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Het intro begint met spelen, en het aftellen begint tot het einde van het intro.
Als de [Sync Start] knop brandt, zal het spelen van een akkoord op het
onderste keyboard het intro starten, en zal het aftellen beginnen.
3. Om het aftellen te stoppen, drukt u weer op de [Count
Down] knop, waardoor de indicator dooft.
Een ritme en automatische begeleiding
afspelen
De Arranger functie van de AT-45 kan een automatische begeleiding aan elk
ritme toevoegen. Gebaseerd op het geselecteerde ritme kan de Arranger
functie automatisch een begeleiding toevoegen, die geschikt is voor het
akkoord dat u op het onderste keyboard speelt.
fig.02-06
1. Druk op de Arranger [On/Off] knop (indicator gaat
branden).
2. Start het ritme (p. 55)
Het ritme en de automatische begeleiding zullen tegelijk afspelen.
Als de Arranger [On/Off] knop op ON staat en er is geen Pedal Bass klank
geselecteerd, speelt de automatische begeleiding het basgeluid.
Arranger [On/Off] knop Functie
Indicator brandt (On) Ritme en automatische begeleiding
Indicator gedoofd (Off) Ritme (Alleen drums)
U kunt het aftelgeluid aan-
passen (p. 173).
NOTE
Als de Arranger [On/Off]
knop aanstaat kunt u Sync
Start (p. 56) op het pedaal-
b
ord niet gebruikt worden.
NOTE
Het bespelen van het
onderste keyboard produ-
ceert geen geluid tijdens
het spelen van het intro of
het einde.
59
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Het ritme of automatische begeleiding
gevarieerd maken
U kunt het ritme of de automatische begeleiding gevarieerd maken door het
patroon van het ritme te veranderen of het arrangement van de automati-
sche begeleiding.
fig.02-07
Het arrangement van de begeleiding
veranderen (Style Orchestrator)
U kunt het arrangement van de begeleiding veranderen. Deze functie wordt
‘Style Orchestrator’ genoemd. Er zijn voor elk ritme vier soorten arrange-
menten voor de begeleiding.
De volgende knoppen worden Style Orchestrator knoppen genoemd:
fig.02-08
1. Druk op de Style Orchestrator knoppen om het arrangement
van de begeleiding te veranderen.
De indicator van de knop die u indrukte licht op.
De [Basic] knop geeft het meest simpele arrangement, en de [Full] knop het
meest uitgebreide.
Knopnaam Functie
Fill In [To Variation] knop Nadat de Fill-In afgespeeld is, kunt u
het Variation ritmepatroon afspelen.
Fill In [To Original] knop Nadat de Fill-In afgespeeld is, kunt u
het Original ritmepatroon afspelen.
Wat is een fill-in?
Een Fill In is een korte frase, die in de pauze van de melodie ingevoegd
wordt, of op een moment wanneer het karakter van de song verandert (tus-
sen het refrein of verzen).
De functies van de Fill In
[To Variation] knop en de
Fill In [To Original] knop
kunnen toegewezen wor-
den aan de voetschake-
laars aan beide kanten van
het expressiepedaal . Zie
ook ‘De functie van de
voetschakelaar verande-
ren’ (p. 105).
60
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Akkoorden versimpeld spelen
‘Chord Intelligence’ is een functie die tijdens een automatische begeleiding
op een intelligente manier de correcte begeleiding akkoorden speelt, wan-
neer u op het onderste keyboard een toets voor een specifiek akkoord
indrukt.
Om het instrument bijvoorbeeld een ‘C majeur’ akkoord te laten herkennen,
moet u normaliter de ‘C’, ‘E’, en ‘G’ toetsen indrukken. Als u de Chord Intel-
ligence functie gebruikt, kunt u simpelweg op een ‘C’ drukken van het
onderste keyboard om een C majeur akkoord te laten klinken met de gese-
lecteerde klank voor de onderste Part.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09_55
2. Druk op < > (Utility) in het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-10_55
Zie voor meer informatie
over versimpelde akkoor-
den de ‘Akkoordenlijst’ (p.
210).
U kunt ook het Rhythm
scherm openen door op een
Rhythm knop te drukken.
Als u de noot van het
akkoord (p. 212) op het
onderste keyboard indrukt,
terwijl de Chord Intelli-
gence functie ingeschakeld
is, klinken alle noten van
dat akkoord. Als u bijvoor-
b
eeld op de ‘C’ noot drukt
van het C majeur akkoord
op het onderste keyboard,
klinken de noten van het C
majeur akkoord ’C’, ‘E’ en
‘G’ in de klank die voor de
onderste Part is geselec-
teerd.
61
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
3. Druk op <Options>.
Het Rhythm Options scherm verschijnt.
fig.02-11_55
4. Druk op de Chord Intelligence instelling om deze op ‘ON’ te
zetten.
De Chord Intelligence Functie kan nu gebruikt worden.
Elke keer dat u op de Chord Intelligence functie drukt, wisselt deze tussen
ON en OFF.
5. Als u de Chord Intelligence functie niet wilt gebruiken, zet u
deze op ‘OFF’.
Als de Leading Bass func-
tie (p. 62) aanstaat en de
Chord Intelligence functie
uitstaat, kunt u akkoorden
b
epalen met een combina-
tie van het onderste key-
b
oard en het pedaalbord.
Wanneer u op de [One
Touch Program] knop
drukt, wordt de Chord
Intelligence functie auto-
matisch op ON gezet.
62
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Leading bass functie
Wanneer automatische begeleiding gebruikt wordt, en de Pedal [To Lower]
knop op ON staat, zal de Pedal Bass klank normaliter de grondtoon (p. 212)
spelen van het akkoord dat u op het onderste keyboard speelt.
Als de Leading Bass functie ingeschakeld is, wordt de laagste noot van het
akkoord, dat u op het onderste keyboard, speelt gebruikt als de bas noot (de
onderste noot van het akkoord). Hiermee kan de bass een andere noot zijn
dan de grondtoon van het akkoord dat u speelt, en de bas noot verandert
wanneer geïnverteerde akkoorden gespeeld worden (p. 212).
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09_55
2. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-10_55
Wanneer de Leading Bass
functie aanstaat en de
Chord Intelligence functie
(p. 60) uitstaat, kunt u
akkoorden specificeren met
een combinatie van het
onderste keyboard en het
pedaalbord.
U kunt ook het Rhythm
scherm openen door op de
Rhythm knop te drukken.
63
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
3. Druk op <Options>.
Het Rhythm Options scherm verschijnt.
fig.02-11_55
4. Druk op de Leading Bass instelling om deze op ‘ON’ te
zetten.
Elke keer, dat u op de Leading Bass instelling drukt, wisselt deze tussen ON
en OFF.
5. Om de Leading Bass functie uit te schakelen, zet u Leading
Bass instelling op ‘OFF’.
U kunt de Leading Bass
functies aan de voetschake-
laars aan beide kanten van
het expressiepedaal toewij-
zen. Zie ‘De functie van de
voetschakelaar veranderen
(p. 105).
64
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Een simpele manier om automatische
begeleidingsinstellingen te maken (One
Touch Program)
De AT-45 bevat een handige [One Touch Program] knop. Door simpelweg
eenmaal op deze knop te drukken, wordt de Arranger functie ingeschakeld,
en worden keyboardklanken die het meest geschikt zijn voor het spelen met
het gekozen ritme/automatische begeleiding geselecteerd.
Door op de [One Touch Program] knop te drukken, kunt u de volgende
instellingen maken:
Paneelinstellingen (zoals klanken en volume) geschikt voor het ritme
Arranger [On/Off] knop brandt (automatische begeleiding speelt)
[Sync Start] knop brandt, [Intro/Ending] knop knippert (Wacht op Sync
Start)
Chord Intelligence functie staat op ON (p. 60)
De paneelinstellingen, zoals die bepaald worden door de One Touch Pro-
gram functie, zijn als volgt:
Acht paneelinstellingen voor elk ritme (4 paneelinstellingen x 2 groepen)
Wat is Sync Start?
Sync Start is een functie die het ritme start, op het moment dat u het onder
toetsenbord bespeelt.
Wat is Chord Intelligence?
Chord Intelligence is een eigenschap, die begeleidingsakkoorden creëert op
het moment dat u bepaalde toetsen bespeelt, die een akkoord specificeren
gedurende automatische begeleiding.
1234
1234
1 groep
2 groep
65
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
1. Selecteer een ritme (p. 55).
2. Druk op de [One Touch Program] knop.
De [One Touch Program] knop indicator licht op.
fig.02-15
Een One Touch Program Group (One Touch Program Group select) scherm,
zoals het onderstaande wordt een aantal seconden weergegeven.
f
3. Druk op het scherm om een One Touch Program groep te
selecteren, terwijl het One Touch Program Group scherm
weergegeven wordt.
Als u geen One Touch Program groep selecteert, terwijl het One Touch Pro-
gram Group scherm wordt weergegeven, wordt ‘Group 1’ automatisch
geselecteerd.
Paneelinstellingen worden automatisch opgeroepen voor de registratie [1]-
[4] knoppen, die geschikt zijn voor het ritme en de automatische begelei-
ding.
4. Druk op de registratie [1]-[4] knop om paneel instellingen te
maken.
5. Speel een akkoord op het onderste keyboard.
Op het moment, dat u het onderste keyboard bespeelt, begint het intro en
zullen het ritme en de automatische begeleiding afgespeeld worden.
6. Druk op de [Intro/Ending] knop of de [Start/Stop] knop om
het ritme te stoppen.
Het ritme en de automatische begeleiding stoppen.
7. Druk op de [One Touch Program] knop, waardoor de
indicator dooft.
U keert terug naar de paneelinstellingen die toegepast waren, voordat u op
de [One Touch Program] knop drukte.
Om het One Touch Pro-
gram Group scherm
opnieuw weer te geven,
drukt u op de [One Touch
Program] knop, terwijl u de
Registration [Write] knop
ingedrukt houdt. Raak het
One Touch Program Group
scherm aan om opnieuw
een groep te selecteren.
Wanneer u op de [One
Touch Program] knop
drukt, wordt de ‘Arranger
Update’ instelling automa-
tisch op ‘INSTANT’
(p. 174).
66
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Het gebruik van een ritme op diskette
De AT-15 bevat ingebouwde ritmes (muziekstijlen). Aanvullende ritmes
(muziekstijlen) zijn beschikbaar op de bijgesloten muziekstijl disk. Hieron-
der staat hoe u een muziekstijl van een muziekstijl disk kunt selecteren.
Het plaatsen en verwijderen van een diskette
1. Houd de diskette met het label naar boven, en druk het in de
diskdrive tot het op zijn plaats klikt.
De drive bevindt zich rechtsboven het keyboard van de AT-45.
fig.02-18
2. Druk op de uitwerpknop.
De diskette wordt verwijderd en steekt een stukje uit de drive. Pak voor-
zichtig het einde van de diskette vast en trek hem eruit.
fig.02-19
NOTE
Als u de diskdrive voor het
eerst gebruikt, lees dan de
b
elangrijke opmerkingen
op pagina 6.
UitwerpknopIndicator
Diskette
NOTE
Verwijder nooit een dis-
kette, wanneer het lezen of
schrijven in werking is,
omdat dit het magnetisch
oppervlak van de diskette
kan beschadigen en
onbruikbaar maken. (De
indicator van de diskdrive
zal geheel oplichten als de
diskdrive bezig is met het
lezen of schrijven van gege-
vens. Normaalgesproken
zal de indicator niet hele-
maal opgelicht of uit zijn.)
Uitwerpknop
67
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
De styles op een music style diskette bekijken
1. Druk op de Rhythm [Disk/User] knop(controleer dat deze
brandt).
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-20_55
2. Steek de Music Style diskette in de diskdrive.
Het Rhythm scherm geeft de ritmes op de music style diskette weer.
Ritmes op de music style diskette worden aangegeven met een ‘ ‘ icoon.
fig.02-21_55
3. Druk op < > waardoor dit gaat branden. De ritmes op
de diskette worden weergegeven.
4. Druk op het Rhythm scherm om een ritme op de Music Style
diskette te selecteren.
De [Start/Stop] knop indicator gaat tijdens het laden van de ritmes naar het
interne geheugen knipperen.
Wanneer het laden klaar is, kunt u het geselecteerde ritme afspelen.
5. Druk op [Start/Stop] knop of de [Intro/Ending] knop.
Het geselecteerde ritme wordt afgespeeld.
Wanneer < >
b
randt, worden de ritmes
die opgeslagen zijn in het
gebruikersgeheugen (p. 52)
weergegeven.
Als ritmes van een music
style diskette in het gebrui-
kersgeheugen (p. 52) opge-
slagen zijn, kunt u de
ritmes oproepen door sim-
pelweg op de [Disk/User]
knop (p. 68) te drukken.
68
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes van diskettes naar het
gebruikersgeheugen kopiëren
Hoewel de AT-45 geleverd wordt met ritmes, die al in het gebruikersgeheu-
gen (p. 52) opgeslagen zijn, kunt u deze vervangen door ritmes van Music
Style diskettes. Ritmes, die van een diskette naar het gebruikersgeheugen
geladen zijn, gaan niet verloren, zelfs niet als de stroom uitgeschakeld is.
Het is handig om veelgebruikte ritmes naar het gebruikersgeheugen te
kopiëren.
1. Steek de Music Style diskette in de diskdrive.
2. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-21_55
3. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
69
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
4. Druk op <Copy to User>.
Het Copy To User scherm verschijnt.
fig.02-23_55
5. Druk op < >< > om het ritme van de Music Style
diskette te selecteren, dat u naar het gebruikersgeheugen
wilt kopiëren.
De Rhythm [Disk/User] knop indicator gaat knipperen.
6. Nadat u het ritme van de Music Style diskette heeft
geselecteerd, drukt u op <Next>.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.02-24_55
Druk op <Back> om naar het vorige scherm terug te gaan.
7. Druk op het ritme van de opslagbestemming.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.02-25_55
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
U kunt op dit moment op
<> of de [Start/
Stop] knop drukken om het
ritme af te spelen en uw
keuze te controleren.
70
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
8. Om het ritme in het gebruikersgeheugen op te slaan, drukt u
op <OK>.
Het opslaan van het ritme in het gebruikersgeheugen begint.
Zodra het ritme in het geheugen opgeslagen is, verschijnt het Rhythm
scherm weer.
De ritmes in het gebruikersgeheugen
herstellen naar de fabrieksinstellingen
Volg de volgende procedure om alleen de ritmes in het gebruikersgeheugen
naar de fabriekinstellingen te herstellen.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
2. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
fig.02-22_55
3. Druk op <Reset User> in het subvenster.
De bevestiging verschijnt op het scherm.
4. Druk op <OK>.
Het ritme dat in het gebruikersgeheugen opgeslagen was, wordt hersteld
naar de fabrieksinstellingen.
NOTE
Verwijder nooit de dis-
kette en schakel de
stroom nooit uit, terwijl
de ritmedata naar de AT-
45 geladen wordt. Als u
dit doet kan de ritmedata
niet naar de AT-45
geladen worden en kun-
nen er storingen optre-
den. Nadat u het ritme
onder de [Disk/User]
knop hersteld hebt naar
de fabrieksinstellingen
(zie volgend gedeelte),
kunt u de ritmes van de
diskettes opnieuw laden.
Om alle fabrieksinstellin-
gen te herstellen, voert u de
Factory Reset bewerking
uit (p. 19).
U kunt het gebruikers-
geheugen naar de fabrieks-
instellingen door de vol-
gende procedure uit te voe-
ren:
1.Druk op de [Power On]
knop om de stroom uit
te schakelen.
2.Druk op de [Power On]
knop, terwijl u de
Rhythm [Disk/User]
knop ingedrukt houdt.
Zet nooit de stroom
uit, terwijl het
volgende scherm
weergegeven wordt.
fig.02-27_70
De ritmes, die in het
gebruikersgeheugen
opgeslagen waren,
worden nu hersteld naar
de fabrieksinstellingen.
71
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes van het gebruikersgeheugen
kopiëren naar diskettes
U kunt ritmes die opgeslagen zijn in het gebruikersgeheugen (p. 52) kopië-
ren naar diskettes.
1. Controleer dat de drive een diskette bevat die door de AT-45
geformatteerd is (p. 86).
2. Druk op de Rhythm [Disk/User] knop.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09_55
3. Druk op < >.
4. Druk op de naam van een ritme om het te selecteren en het
naar een diskette te kopiëren.
Wanneer <>
b
randt, worden de ritmes
op de diskette weergege-
ven.
72
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
5. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
6. Druk op <Copy to Disk>.
Het Copy to Disk scherm verschijnt.
7. Druk op < >< > om het nummer van de
kopieerbestemming te selecteren.
Nummers, die nog niet bij het opslaan gebruikt zijn, worden weergegeven
als ‘- - - - -‘.
Om het kopiëren te annuleren, drukt u op de <Exit> knop om het Copy to
Disk scherm te sluiten.
8. Druk op <Copy> om het ritme naar de diskette te kopiëren.
Het kopiëren van het ritme naar de diskette begint.
Wanneer het ritme opgeslagen is, wordt het Rhythm scherm weer weerge-
geven.
73
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
De volgorde van de ritmes in het
gebruikersgeheugen veranderen
U kunt de volgorde van de ritmes in het gebruikersgeheugen (p. 52) veran-
deren.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09_55
2. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
3. Druk op <Edit User>.
Het Edit User scherm verschijnt.
74
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
4. Druk op < >< > op het scherm om een ritme te
selecteren.
5. Druk op <Up> of <Down> om het ritme te verplaatsen.
6. Druk op <Exit>.
Knop Betekenis Omschrijving
Rename Verander de naam
Het Rename scherm verschijnt. U
kunt het scherm aanraken en het
geselecteerde ritme hernoemen
(p. 75).
Up Verander de volgorde
(omhoog)
Het geselecteerde ritme wordt eerder
in volgorde geplaatst.
Down Verander de volgorde
(omlaag)
Het geselecteerde ritme wordt later
in volgorde geplaatst.
Delete Verwijder het ritme Het geselecteerde ritme wordt
verwijderd (p. 77).
75
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
De namen van ritmes in het
gebruikersgeheugen veranderen
U kunt ritmes in het gebruikersgeheugen (p. 52) hernoemen.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
3. Druk op <Edit User>.
Het Edit User scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > op het scherm om het ritme te
selecteren dat u wilt hernoemen.
76
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
5. Druk op <Rename>.
Het Rename scherm verschijnt.
6. Druk op < > om tussen hoofdletters/kleine
letters/symbolen te wisselen.
Elke keer dat u op deze knop drukt, gaat u naar de volgende beschikbare
keuze, op deze manier: hoofdletters kleine letters symbolen hoofd-
letters ….
7. Druk op het scherm om het gewenste teken in te voeren.
De volgende tekens kunnen geselecteerd worden:
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
8. Wanneer u klaar bent met het maken van de instellingen
drukt u op <OK>.
Het ritme heeft nu een naam. Het Edit User scherm verschijnt weer.
9. Druk op <Exit>.
Hoofdletters A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Kleine letters a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Symbolen ! " # % & ' ( ) * + , - . / : = ? ^ _ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Verwijdert een teken.
Voegt een spatie in.
Beweeg de cursor (het symbool dat de locatie aangeeft
waar tekens worden ingevoerd) naar links of naar rechts.
77
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes uit het gebruikersgeheugen
verwijderen
U kunt ritmes, die in het gebruikersgeheugen (p. 52) opgeslagen zijn, verwij-
deren.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk op < > (Utility) in het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
3. Druk op <Edit User>.
Het Edit User scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > op het scherm om het ritme te
selecteren dat u wilt verwijderen.
78
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
5. Druk op <Delete>.
Het volgende venster verschijnt.
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
6. Als u zeker bent dat u het ritme wilt verwijderen, drukt u op
<OK>.
Wanneer een ritme verwijderd is, verandert de naam van het verwijderde
ritme naar ‘- - - - -‘.
79
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Met de AT-45 kunt u geluids en paneelinstellingen opslaan onder de Regis-
tration (registratie) knoppen. De AT-45 heeft in totaal acht registratieknop-
pen, en er kan een elke knop een set paneelinstellingen toegewezen worden.
Elke set paneelinstellingen, die onder een Registration knop opgeslagen is,
wordt een ‘Registratie’ genoemd.
Dit is een handige manier om een groot aantal paneelinstellingen tijdens een
uitvoering te veranderen of om complexe paneelinstellingen op te roepen.
fig.03-02
Over de registratieknoppen
Naast het toewijzen van klanken en ritmes aan de registratieknoppen kunt
u ook de volgende instellingen opslaan:
Paneelknop instellingen (bijvoorbeeld instellingen oor de Level [] []
knoppen en Solo [To Lower] knop)
Controller instellingen (functies toegewezen aan voetschakelaars, Pitch
Bend bereik, etc.)
Andere typen instellingen (Reverb type, tempo instellingen, hoeveelheid
Initial Touch, etc.)
Als u wilt weten welke instellingen allemaal met de registratieknoppen
opgeslagen kunnen worden, zie ‘Instellingen die opgeslagen worden, nadat
de stroom is uitgeschakeld’ (p. 214).
Daarnaast kunt u de instellingen die aan de registratie [1]-[8] knoppen toe-
gewezen zijn als een enkele set groeperen, en tot 99 van deze sets registreren
en op een diskette opslaan (p. 88).
Naast de instellingen, die onder de registratieknoppen opgeslagen worden,
wordt de volgende data ook opgeslagen wanneer registratiesets op een dis-
kette opgeslagen worden.
Registratie Naam p. 84
Registratie Shift p. 106
Arranger Update p. 82
Trans. Update (Transpose Update) p. 174
Exp Curve (Expression Pedal Curve) p. 108
Instellingen die onder de
registratie [1]-[8] knoppen
opgeslagen zijn blijven
intact, zelfs nadat de
stroom is uitgeschakeld.
Als u de instellingen van
de registratieknoppen wilt
herstellen naar de fabriek-
sinstellingen, gebruikt u de
‘Factory Reset’ bewerking
(p. 19).
6
Write
234 5 781
Manual
Opgenomen uitvoerings-
data en ritmes van het
gebruikersgeheugen wor-
den niet opgeslagen in
registratiesets. Wanneer
een ritme dat opgeslagen is
in het gebruikersgeheugen
wordt toegewezen aan een
registratieset, wordt dat
ritme vooraf gekopieerd
naar het gebruikersgeheu-
gen.
80
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Procedure voor het maken van registratiesets
U kunt klankinstellingen en andere paneelinstellingen veranderen door op
de registratieknoppen tijdens songs te drukken.
De registraties voorbereiden
Een handige manier om de volgorde van de registratieknoppen gemakkelijk
te kunnen onthouden, is door de paneelinstellingen in de volgorde op te
slaan, waarop u ervan moet wisselen tijdens het spelen van de song.
De registraties op diskette opslaan
Als u meer dan acht registraties in een song opslaat, slaat u de instellingen
voor de registratie [1]-[8] knoppen als een set op een diskette op. De vol-
gende paneelinstellingen slaat u ook op, beginnend met de registratie [1]
knop. Sla alle registratiesets die u heeft ingesteld op de diskette op.
Zet de registraties in de volgorde, waarop ze gebruikt worden
Sla de registratiesets op de diskette op in de volgorde, waarin ze in de song
gebruikt zullen worden.
U kunt de Disk Edit functie gebruiken om de volgorde en de namen te ver-
anderen van ritmes op diskettes (p. 84, 98), en daarnaast ritmes verwijderen
(p. 96).
Registratiesets
Roep de registratiesets van de diskette op naar de AT-45
Stop de diskette die de opgeslagen registratiesets bevat in de drive, en laad
de registratiesets naar de AT-45 (p. 91).
Wissel tijdens het spelen van registratiesets
Druk op de registratieknoppen om tijdens het spelen van registratie te wis-
selen. U kunt de ‘Right + Load Next’ aan de voetschakelaar toewijzen en
deze gebruiken om de volgende registratieset op te roepen (p. 106). Wan-
neer de Load next functie aan de voetschakelaar wordt toegewezen worden
registratiesets opgeroepen in de volgorde waarop ze op de diskette zijn
opgeslagen.
Registraties opslaan
fig.03-02
1. Maak alle paneelinstellingen die u wilt opslaan.
2. Druk op een van de registratie [1]-[8] knoppen, terwijl u de
[Write] knop ingedrukt houdt.
De paneelinstellingen worden opgeslagen onder de geselecteerde registra-
tieknop.
Write
23 5641
Manual
Zie voor meer details over
de instellingen die in een
registratie worden opgesla-
gen ‘Instellingen die onder
de registratieknoppen wor-
den opgeslagen’ (p. 214).
81
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Een registratie oproepen
Instellingen die toegewezen zijn aan de registratie [1]-[8] knoppen kunnen
op twee manier opgeroepen worden: ‘INSTANT’ en ‘DELAYED’.
Bij levering staat deze instelling op ‘DELAYED’.
Hoe een registratie op te roepen (DELAYED)
Klanken en andere paneelinstellingen oproepen
1. Druk kort op een van de registratie [1]-[8] knoppen.
Instellingen oproepen voor ritmes en de automatische
begeleiding naast de paneelinstellingen
1. Druk op een van de registratie [1]-[8] knoppen en houd deze
enkele seconden ingedrukt.
De indicator van de ritme selectieknop gaat knipperen, en de paneelinstel-
lingen en instellingen die gerelateerd zijn aan ritmeperformances en auto-
matische begeleiding worden opgeroepen.
Hoe een registratie op te roepen (INSTANT)
Paneelinstellingen van een klank oproepen of instellingen voor
ritmeperformances en automatische begeleiding naast
paneelinstellingen
1. Druk kort op een van de registratie [1]-[8] knoppen.
Wanneer de manier veran-
dert, waarop registraties
opgeroepen worden, zie
‘De timing van het oproe-
pen van registraties veran-
deren’ (p. 82).
82
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
De timing van het oproepen van registraties
veranderen
Instellingen voor het spelen van ritmes en de automatische begeleiding wor-
den opgeroepen, wanneer u een registratie [1]-[8] knop een aantal seconden
ingedrukt houdt, maar u kunt dit veranderen, zodat de instelling opgeroe-
pen wordt als u de knop kort indrukt.
1. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
2. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
fig.03-05_55
3. Druk op <Utility>.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.03-06_55
Wanneer u op <go to Save>
drukt, gaat u naar het
Registration Save scherm.
U kunt ook het Registration
Load scherm vullen door
op de [Registration] knop
op het paneel te drukken.
83
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op <Options>.
Het Registration Options scherm verschijnt.
fig.03-07_55
5. Druk op de Arranger Update instelling om te wisselen
tussen ‘DELAYED’ en ‘INSTANT’.
Elke keer dat u op de Arranger Update instelling drukt, wisselt u tussen
‘DELAYED’ en ‘INSTANT’.
6. Druk op <Exit>.
Automatisch registreren wanneer u van
paneelinstellingen wisselt
Wanneer de [Manual] knop op ON staat (opgelicht), worden alle paneelin-
stellingen die u maakt meteen automatisch opgeslagen onder de [Manual]
knop, waardoor de opgeslagen registratie ook meteen bijgewerkt wordt.
fig.03-08
Instelling Beschrijving
DELAYED
Wanneer u een Registration knop indrukt en een aantal
seconden vasthoudt, worden de instellingen voor ritme en
automatische begeleiding opgeroepen, naast de
paneelinstellingen.
Als u kort op een Registration knop drukt worden alleen
de instellingen opgeroepen die niet gerelateerd zijn aan
het ritme en automatische begeleiding.
INSTANT
Instellingen voor ritme en automatische begeleiding
worden meteen opgeroepen als u op de registratie [1]-[8]
knop drukt.
U kunt de timing verande-
ren van het oproepen van
de transpose instelling
wanneer u op een registra-
tieknop drukt. Zie voor
meer informatie ‘De timing
veranderen, waarop trans-
positie instellingen opge-
roepen worden’ (p. 174).
Write
23 5641
Manual
NOTE
De instellingen die onder
de [Manual] knop opgesla-
gen zijn keren terug naar
hun standaardinstellingen
wanneer het apparaat uit-
geschakeld wordt.
84
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Een naam aan een registratieset
toewijzen
Wanneer u een registratieset opslaat, worden namen zoals ‘Factory Reg.’
standaard toegewezen. U kunt ook een naam toewijzen, die u later helpt om
de inhoud van de registratieset te herkennen.
1. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
2. Druk op <Save>.
Het Registration Save scherm verschijnt.
fig.03-09_55
3. Druk op <Utility> om het Utility scherm te openen.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.03-10_55
Wanneer u op <go to
Load> drukt, gaat u naar
het Registration Load
scherm.
85
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op <Rename>.
Het Rename scherm verschijnt.
fig.03-11_55
5. Druk op < > om te wisselen tussen
hoofdletters/kleine letters/symbolen.
Elke keer dat u op deze knop drukt gaat u naar de volgende beschikbare
keuze, op deze manier: hoofdletters kleine letters symbolen hoofd-
letters ….
6. Druk op het scherm om het gewenste teken in te voeren.
De volgende tekens kunnen geselecteerd worden.
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
7. Wanneer u klaar bent met het maken van de instellingen
drukt u op <OK>.
De registratieset in het interne geheugen van de AT-45 heeft nu een naam.
fig.03-12_55
Hoofdletters A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Kleine letters a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Symbolen ! " # % & ' ( ) * + , - . / : = ? ^ _ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Verwijdert een teken.
Voegt een spatie in.
Beweeg de cursor (het symbool dat de locatie aangeeft
waar tekens worden ingevoerd) naar links of naar rechts.
Het Rename scherm kan
ook op de volgende manie-
ren geopend worden:
hoofdscherm
<Registration> <Load>
Registration Load
scherm
<Utility> Utility
scherm<Rename>
86
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Het formatteren van diskettes
Diskettes (zowel nieuwe als gebruikte) moeten geformatteerd worden,
voordat ze door de AT-45 gebruikt kunnen worden.
Formatteren is het proces van verwijderen van gegevens die op de diskette
zouden kunnen staan en het geschikt maken van het formaat van de diskette
aan het formaat van het apparaat. De AT-15 kan geen diskette gebruiken,
die een ander format heeft dan dit apparaat.
1. Zorg ervoor, dat het schrijfbeschermingsnokje van de
diskette op de ‘Write’ (toestaan) positie staat.
fig.07-17
2. Schuif de diskette in de drive met het label omhoog tot deze
op zijn plaats klikt.
De drive bevindt zich rechtsboven van het keyboard van de AT-45.
fig.07-17
3. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
NOTE
Het formatteren van een
diskette verwijdert alle
data van de diskette. Als u
een gebruikte diskette for-
matteert, dient u eerst te
controleren of de diskette
geen data bevat die u wilt
b
ehouden.
UitwerpknopIndicator
Diskette
87
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op <Save>.
Het Registration Save scherm verschijnt.
fig.03-09_55
5. Druk op <Utility>.
Het Utility scherm verschijnt.
6. Druk op <Format Disk>.
Het Format Disk scherm verschijnt.
fig.
Als u op <Cancel> drukt keert u terug naar het Registration Save scherm
zonder te formatteren.
7. Druk op <OK> om te beginnen met formatteren.
Het volgende venster verschijnt tijdens het formatteren.
fig.
Wanneer het formatteren afgelopen is, verschijnt het Registration Save
scherm weer.
Wanneer u op <go to
Load> drukt, gaat u naar
het Registration Load
scherm.
NOTE
Verwijder nooit de dis-
kette tijdens het formatte-
ren.
88
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Registratiesets op diskette opslaan
Nu de instellingen van de registratie [1]-[8] knoppen als één set beschouwd
worden, kunt u op een enkele diskette 99 sets data opslaan. We raden aan
dat u complexe paneelinstellingen of registraties op diskette op te slaan. Als
u daarnaast registraties op de AT-45 op diskettes opslaat, kunt u de instel-
lingen op andere instrumenten uit de Atelier serie oproepen en de registra-
ties op dezelfde manier gebruiken.
1. Controleer dat de drive een diskette bevat die door de AT-45
geformatteerd is (p. 86).
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
3. Druk op <Save>.
Het Registration Save scherm verschijnt.
fig.03-09_55
Wanneer u op <go to
Load> drukt, verschijnt het
Registration Load scherm.
Als u een naam wilt toewij-
zen, voordat u wilt
opslaan, zie ‘Een naam aan
een registratieset toewijzen’
(p. 84).
89
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op < >< > op het scherm om het nummer van de
savebestemming te selecteren.
Nummers die bij het opslaan nog niet gebruikt zijn worden weergegeven als
‘- - - - -‘.
fig.03-13_55
Om het opslaan te annuleren, drukt u op de <Exit> knop om het Registra-
tion Save scherm te sluiten.
5. Druk op <Save>.
Het Save Format scherm verschijnt.
fig.03-14_55
6. Druk op <Original> of <R-Series>.
7. Druk op <OK>.
Het opslaan van de registratiedata begint.
Wanneer het opslaan klaar is verandert ‘- - - - -‘ op het scherm naar de naam
van de opgeslagen registratie.
Als u een naam heeft toegewezen, wordt de registratie op diskette opgesla-
gen met die naam.
Instellingen Beschrijving
Original
Slaat formaten op die met de AT-45 gebruikt kunnen worden
Wanneer u in dit formaat opslaat, kan de data ook door de
AT-15 en AT-S Serie apparaten gebruikt worden .
R-Series Slaat formaten op die met de AT-R Serie gebruikt kan worden
90
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Als het volgende scherm verschijnt
Als u een nummer selecteert, waarop een registratie al is opgeslagen en op <Save>
drukt, verschijnt het volgende scherm.
fig.E-63
Als u de inhoud van de registratiedata wilt bijwerken
1. Druk op <OK>.
Als u nieuwe data wilt opslaan in plaats van het bijwerken van de
registratie
1. Druk op <Cancel>.
Het overschrijven van de registratie wordt geannuleerd.
2. Selecteer in het Registration Save scherm het nummer dat als
‘- - - - -‘ weergegeven wordt (een nummer dat geen
registratiedata bevat).
3. Sla de registratie op (p. 88).
Wanneer het opslaan compleet is, wordt de naam van de opgeslagen regis-
tratie weergegeven.
91
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Vooraf opgeslagen registratiesets naar
de AT-45 laden
Hier leest u hoe u een vooraf opgeslagen registratieset van diskette naar het
geheugen van de AT-45 laadt. Registraties kunnen op de volgende drie
manieren geselecteerd worden.
Een set registraties laden (Load) p. 91
U kunt een ‘set’ (een verzameling instellingen voor de registratie [1]-[8]
knoppen) van diskette laden.
Een individuele registratie laden (Load One) p. 93
Roep de instellingen van een van de registratie [1]-[8] knoppen op.
De volgorde oproepen waarin registraties op diskette worden
opgeslagen (Load Next) p. 106
Wanneer de Load Next functie aan de voetschakelaar is toegewezen (p. 106),
worden registratiesets opgeroepen in de volgorde waarop ze op de diskette
opgeslagen zijn.
Een set registraties laden
1. Plaats de diskette met de registratie in de drive.
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
NOTE
Wees erop bedacht, dat
wanneer u registraties van
een diskette laadt, de regis-
traties die daarvoor in het
interne geheugen waren
opgeslagen verloren gaan.
Het is een goed idee om
b
elangrijke registraties op
diskette op te slaan (p. 88).
U kunt ook het Registration
Load scherm openen door
op de [Registration] knop
drukken, in plaats van het
uitvoeren van stappen 2 en
3.
92
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
3. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
fig.03-05_55
4. Druk op het scherm op < >< > om de registratie te
selecteren, die u naar het interne geheugen wilt laden.
Druk om te annuleren op <Exit>.
5. Druk op <Load>.
De registratiedata wordt gelezen.
Wanneer de registratie geladen is, verschijnt het Registration Load scherm
weer.
Tijdens het laden van registraties die op de AT-90/AT-80/AT-30 gemaakt
zijn, wordt het volgende scherm weergegeven.
fig.03-18_55
Wanneer u registraties gebruikt die op de AT-90/AT-80/AT-30 gemaakt
zijn, zie ‘Registraties gebruiken die op een ouder model gemaakt zijn’
(p. 99).
Wanneer u op <go to Save>
drukt, gaat u terug naar het
Registration Save scherm.
93
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Een individuele registratie laden
1. Plaats de diskette die de registratie bevat in de drive.
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
3. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
fig.03-05_55
4. Druk op het scherm op < >< > om de registratie te
selecteren, die u naar het interne geheugen wilt laden.
5. Druk op <Utility> om het Utility scherm te openen.
fig.03-06_55
Wanneer u op <go to Save>
drukt, gaat u naar het
Registration Save scherm.
U kunt in plaats van het
volgen van stappen 2 en 3
ook op de [Registration]
knop drukken om naar het
Registration Load scherm
te gaan.
94
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
6. Druk op <Load One>.
Het Load One Registration scherm verschijnt.
fig.03-19_50
7. Druk in dit scherm op Disk <1>-<8> om het nummer van de
registratieknop te selecteren, die u van diskette naar het
interne geheugen wilt laden.
fig.03-20_50
8. Druk in dit scherm op Internal <1>-<8> om het nummer van
de opslagbestemming te selecteren.
fig.03-21_50
Om deze bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
95
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
9. Wanneer u klaar bent met het maken van instellingen drukt
u op <OK>.
Het volgende venster verschijnt.
fig.03-22_55
Wanneer de registratie geladen is, verschijnt het basisscherm weer.
98
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
De registratievolgorde op de diskette
veranderen
Na het opslaan van registraties op diskette kunt u de volgorde of de naam
van de registraties veranderen (p. 84) of een registratie verwijderen (p. 96).
1. Plaats de diskette die de registratie bevat in de drive.
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
3. Druk op <Disk Edit>.
Het Disk Edit scherm verschijnt.
fig.03-25_55
4. Druk op < >< > op het scherm om een registratie te
selecteren.
5. Druk op <Up> of <Down> om de registratie te verplaatsen.
6. Druk op <Exit>.
Knop Betekenis Omschrijving
Rename Verander de naam
Het Rename scherm verschijnt. U
kunt het scherm aanraken en het
geselecteerde ritme hernoemen
(p. 84).
Up Verander de volgorde
(omhoog)
Het geselecteerde ritme wordt eerder
in de volgorde geplaatst.
Down Verander de volgorde
(omlaag)
Het geselecteerde ritme wordt later
in de volgorde geplaatst.
Delete Verwijder het ritme Het geselecteerde ritme wordt
verwijderd (p. 96).
99
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Registraties gebruiken die op een
eerder model gemaakt zijn
Registraties, die gemaakt zijn op de AT-90/80/30 of de ATELIER-R serie
(AT-90R/80R/60R/30R/20R), kunnen op de AT-45 gebruikt worden.
Wanneer u een set registraties gebruikt, die op de AT-90/80/60 modellen
gemaakt is, worden uw registraties geconverteerd, zodat ze werken op de
AT-45, en naar het interne geheugen geladen. Wanneer u deze registraties
laadt, kan de muziekstijl die op het vorige model gebruikt werd ook naar de
[Disk/User] knop geladen worden om een accurate nabootsing van de ori-
ginele registratie te bewerkstelligen.
Een registratie oproepen, die op de ‘AT-90/80/30’ gemaakt is
1. Plaats de diskette die registraties van een eerder model uit
de ATELIER serie bevat in de drive.
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
3. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
fig.03-05_55
Deze bewerking is niet
nodig wanneer u een regis-
tratie oproept, die op een
eerder model uit de AT-R
serie gemaakt was.
U kunt ook het Registration
Load scherm openen door
op de [Registration] knop
drukken, in plaats van het
uitvoeren van stappen 2 en
3.


Produktspezifikationen

Marke: Roland
Kategorie: Tastatur
Modell: AT 45

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Roland AT 45 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung Tastatur Roland

Bedienungsanleitung Tastatur

Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-