HP LASERJET PRO 200 COLOR M251 Bedienungsanleitung
Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für HP LASERJET PRO 200 COLOR M251 (154 Seiten) in der Kategorie Drucker. Dieser Bedienungsanleitung war für 9 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet
Seite 1/154

LASERJET PRO 200 COLOR
Gebruikershandleiding
M251n M251nw

HP LaserJet Pro 200 color M251
printerserie
Gebruikershandleiding
Copyright en licentie
© 2012 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Verveelvoudiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd. Niets
in deze verklaring mag worden opgevat als
een aanvullende garantie. HP is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Edition 1, 4/2012
Onderdeelnummer: CF146-90917
Handelsmerken
Adobe®, Acrobat® en PostScript® zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Java™ is een handelsmerk van Sun
Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten.
Microsoft®, Windows®, Windows® XP en
Windows Vista® zijn in de Verenigde
Staten gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
Apple en het Apple-logo zijn handelsmerken
van Apple Computer, Inc., geregistreerd in
de VS en andere landen/regio's. iPod is een
handelsmerk van Apple Computer, Inc. iPod
is uitsluitend bedoeld voor legaal of door de
rechthebbende geautoriseerd kopiëren. Steel
geen muziek.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk van
The Open Group.

Inhoudsopgave
1 Introductie ........................................................................................................................ 1
Productaanzichten .................................................................................................................... 2
Vooraanzicht van apparaat ........................................................................................ 2
Achteraanzicht van apparaat ..................................................................................... 3
Locatie van serienummer en modelnummer ................................................................... 3
Layout bedieningspaneel ............................................................................................ 4
Bedieningspaneel LCD ................................................................................ 4
Bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm ........................................... 5
Beginscherm aanraakscherm ...................................................................................... 7
Apparaatrapporten afdrukken ................................................................................................... 8
Apparaatrapporten afdrukken (LCD-bedieningspaneel) .................................................. 9
Apparaatrapporten afdrukken (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) ............. 9
Disclaimer voor printer delen ................................................................................................... 10
2 Papierlade ...................................................................................................................... 11
Ondersteunde papierformaten ................................................................................................. 12
Ondersteunde papiersoorten ................................................................................................... 14
De papierinvoerlade vullen ..................................................................................................... 15
3 Afdrukken ...................................................................................................................... 17
Ondersteunde printerstuurprogramma's (Windows) .................................................................... 18
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) .................................................................... 19
Prioriteit voor wijzigen instellingen afdruktaak ............................................................ 19
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt
gesloten ................................................................................................................. 19
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen .............................................. 20
De configuratie-instellingen van het product wijzigen ................................................... 20
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) ................................................................... 21
Prioriteit voor wijzigen instellingen afdruktaak ............................................................ 21
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt
gesloten ................................................................................................................. 21
NLWW iii
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen .............................................. 21
De configuratie-instellingen van het product wijzigen ................................................... 22
Afdruktaken voor Windows ..................................................................................................... 23
Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows) ........................................................... 23
Een afdruksnelkoppeling maken (Windows) ............................................................... 24
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows ........................................................... 26
Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows .................................................... 27
De afdrukrichting selecteren (Windows) ..................................................................... 29
De papiersoort selecteren (Windows) ........................................................................ 30
De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken (Windows) ............................... 32
De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat (Windows) ................... 33
Een brochure maken (Windows) ............................................................................... 34
Afdruktaken voor Mac OS X .................................................................................................... 36
Een afdrukvoorinstelling gebruiken (Mac OS X) .......................................................... 36
Een afdrukvoorinstelling maken (Mac OS X) ............................................................... 36
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X) .......................................................................... 36
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (Mac OS X) ....................................... 37
Afdrukrichting selecteren (Mac OS X) ........................................................................ 37
Papiersoort selecteren (Mac OS X) ............................................................................ 37
Een voorblad afdrukken (Mac OS X) ......................................................................... 38
Een document aanpassen aan paginagrootte (Mac OS X) ............................................ 38
Een brochure maken (Mac OS X) .............................................................................. 38
Geavanceerde afdruktaken (Windows) ..................................................................................... 39
Een afdruktaak annuleren (Windows) ........................................................................ 39
Het papierformaat selecteren (Windows) ................................................................... 39
Een aangepast papierformaat selecteren (Windows) ................................................... 39
Watermerken afdrukken (Windows) .......................................................................... 40
Geavanceerde afdruktaken (Mac OS X) ................................................................................... 41
Een afdruktaak annuleren (Mac OS X) ....................................................................... 41
Papierformaat selecteren (Mac OS X) ........................................................................ 41
Een aangepast papierformaat selecteren (Mac OS X) .................................................. 41
Watermerken afdrukken (Mac OS X) ......................................................................... 41
Afdrukken van archiefkwaliteit maken ....................................................................................... 43
Afdrukken van archiefkwaliteit maken (LCD-bedieningspaneel) ..................................... 43
Afdrukken van archiefkwaliteit maken (bedieningspaneel uitgevoerd als
aanraakscherm) ...................................................................................................... 43
Afdrukken in kleur .................................................................................................................. 44
De optie HP EasyColor gebruiken ............................................................................. 44
De kleuropties wijzigen (Windows) ........................................................................... 45
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen (Windows) .............................................. 46
De kleuropties wijzigen (Mac OS X) .......................................................................... 47
iv NLWW
Handmatige kleuropties ........................................................................................... 47
Kleuren overeen laten stemmen ................................................................................. 48
Gekleurde tekst zwart afdrukken (Windows) ............................................................... 49
HP ePrint gebruiken ................................................................................................................ 50
HP ePrint gebruiken (LCD-bedieningspaneel) ............................................................... 50
HP ePrint gebruiken (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) .......................... 51
AirPrint gebruiken .................................................................................................................. 52
Direct afdrukken via USB ........................................................................................................ 53
4 Het product beheren en onderhouden ............................................................................. 55
De HP Reconfiguration Utility gebruiken om de apparaatverbinding te wijzigen ............................ 56
Toepassingen van HP Webservices gebruiken ........................................................................... 57
Toepassingen van HP Webservices gebruiken (LCD-bedieningspaneel) .......................... 57
Toepassingen van HP Webservices gebruiken (bedieningspaneel uitgevoerd als
aanraakscherm) ...................................................................................................... 57
IP-netwerkinstellingen configureren ........................................................................................... 58
Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen ................................................................ 58
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel .................... 58
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren (LCD-bedieningspaneel) ........ 58
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren (bedieningspaneel
uitgevoerd als aanraakscherm) .................................................................. 59
De naam van het apparaat in het netwerk wijzigen ..................................................... 59
Instellingen verbindingssnelheid en duplexwerking ...................................................... 60
Instellingen voor verbindingssnelheid en dubbelzijdig afdrukken (LCD-
bedieningspaneel) .................................................................................... 60
Instellingen voor verbindingssnelheid en dubbelzijdig afdrukken
(bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) ....................................... 61
HP Device Toolbox (Windows) ................................................................................................ 62
HP Utility voor Mac OS X ........................................................................................................ 64
HP Utility openen .................................................................................................... 64
Functies van HP Utility .............................................................................................. 64
HP Web Jetadmin .................................................................................................................. 65
Beveiligingsfuncties van het apparaat ....................................................................................... 66
Het wachtwoord van het apparaat instellen of wijzigen ............................................... 66
Energiezuinige instellingen ...................................................................................................... 67
Afdrukken met EconoMode ...................................................................................... 67
De sluimervertraging instellen ................................................................................... 67
Sluimervertraging instellen (LCD-bedieningspaneel) ...................................... 67
Sluimervertraging instellen (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) .. 68
Uitschakelvertraging instellen .................................................................................... 68
Uitschakelvertraging instellen (LCD-bedieningspaneel) ................................... 68
NLWW v
Uitschakelvertraging instellen (bedieningspaneel uitgevoerd als
aanraakscherm) ....................................................................................... 69
Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt ............ 70
De instellingen voor Bij zeer laag niveau in- of uitschakelen (LCD-bedieningspaneel) ....... 70
De instellingen voor Bij zeer laag niveau in- of uitschakelen (bedieningspaneel
uitgevoerd als aanraakscherm) ................................................................................. 71
Toebehoren bewaren en recyclen ............................................................................................ 73
Recycling ............................................................................................................... 73
Tonercartridges bewaren ......................................................................................... 73
Instructies voor vervanging ...................................................................................................... 74
Tonercartridges vervangen ....................................................................................... 74
De firmware bijwerken ........................................................................................................... 78
Firmware handmatig bijwerken (LCD-bedieningspaneel) .............................................. 78
Firmware handmatig bijwerken (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) ......... 78
Apparaat instellen om firmware automatisch bij te werken (LCD-bedieningspaneel) ......... 79
Apparaat instellen om firmware automatisch bij te werken (bedieningspaneel
uitgevoerd als aanraakscherm) ................................................................................. 79
5 Problemen oplossen ....................................................................................................... 81
Controlelijst voor het oplossen van problemen ........................................................................... 82
Stap 1: Zorgen dat het apparaat goed is ingesteld ..................................................... 82
Stap 2: Controleer de bekabeling of de draadloze verbinding ..................................... 82
Stap 3: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht wordt weergegeven .... 83
Stap 4: Het papier controleren ................................................................................. 83
Stap 5: De software controleren ................................................................................ 83
Stap 6: Test de afdrukfunctie .................................................................................... 83
Stap 7: De benodigdheden controleren ..................................................................... 83
Stap 8: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden .................................. 84
De fabrieksinstellingen herstellen .............................................................................................. 85
Fabrieksinstellingen herstellen (LCD-bedieningspaneel) ................................................. 85
Fabrieksinstellingen herstellen (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) ............ 85
Help-systeem op het bedieningspaneel ..................................................................................... 86
Berichten op het bedieningspaneel ........................................................................................... 87
Soorten berichten op het bedieningspaneel ................................................................ 87
Berichten op het bedieningspaneel ............................................................................ 87
10.X00Y Toebehorenfout .......................................................................... 87
49 Fout Schakel uit/in .............................................................................. 88
50.x Fuserfout Schakel uit/in ..................................................................... 88
51.XX Fout Schakel uit/in .......................................................................... 88
54.XX Fout Schakel uit/in .......................................................................... 88
55.X Fout Schakel uit/in ........................................................................... 89
vi NLWW
57 Ventil.-fout Schakel uit/in ..................................................................... 89
59.X Fout Schakel uit/in ........................................................................... 89
79 Fout Schakel uit/in .............................................................................. 90
Achterklep open ....................................................................................... 90
Afdruk mislukt, druk op OK. Als fout blijft, zet uit en aan. .............................. 90
Ander formaat in lade 1 Plaats <formaat> Druk op [OK] .............................. 90
Apparaatfout Druk op [OK] ....................................................................... 91
Benodigdh. laag ...................................................................................... 91
Bezig met reinigen ................................................................................... 91
Cartridge <kleur>installeren ...................................................................... 91
Cyaan cassette laag ................................................................................. 91
Cyaan op verkeerde plaats ....................................................................... 92
Cyaan zeer laag ...................................................................................... 92
Deur open ............................................................................................... 92
Drukfout Druk op [OK] .............................................................................. 92
Gebr. toebehoren in gebr. ........................................................................ 93
Gebruikt <kleur> in gebruik ....................................................................... 93
Gebruikte <kleur> cassette geplaatst [OK] voor doorgaan. ........................... 93
Geel op verkeerde plaats .......................................................................... 93
Geel printcass. laag ................................................................................. 94
Geel zeer laag ........................................................................................ 94
Haal transportbeveiligingen van cartridges .................................................. 94
Haal transportbeveiliging van <kleur> cartridge ........................................... 94
Handm. Dubbelz. Plaats lade 1 Druk op [OK] ............................................. 95
Incompatibel <kleur> ................................................................................ 95
Laad papier lade 1 gewoon <FORMAAT> Reinigingsmodus ......................... 95
Magenta cassette laag .............................................................................. 95
Magenta op verkeerde plaats .................................................................... 95
Magenta zeer laag .................................................................................. 96
Niet-ondersteund <kleur> [OK] voor doorgaan. ........................................... 96
Ongeld. stuurpr. Druk op [OK] .................................................................. 96
Onvold. geheugen Druk op [OK] ............................................................... 96
Origineel HP-onderdeel geplaatst ............................................................... 97
Papierstoring in lade 1 Verhelp storing en Druk op [OK] ............................... 97
Plaats lade 1 Druk op [OK] voor beschikbaar afdrukmateriaal ....................... 97
Plaats lade 1 <SOORT>, <FORMAAT> ...................................................... 97
Storing in <locatie> .................................................................................. 97
Verkeerde onderdelen .............................................................................. 98
Vervang <kleur> ...................................................................................... 98
Zwarte printcass. laag .............................................................................. 98
Zwart op verkeerde plaats ......................................................................... 98
NLWW vii
Zwart zeer laag ....................................................................................... 99
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ........................................................................ 100
Het apparaat pakt geen papier op .......................................................................... 100
Het apparaat pakt meerdere vellen papier op .......................................................... 100
Papierstoringen voorkomen .................................................................................... 100
Storingen verhelpen ............................................................................................................. 101
Storingslocaties ..................................................................................................... 101
Vastgelopen papier verwijderen uit de papierinvoerlade ............................................ 101
Storingen in de uitvoerbak verhelpen ....................................................................... 103
Storingen verhelpen via de achterklep ..................................................................... 103
De afdrukkwaliteit verbeteren ................................................................................................ 105
De instelling voor de papiersoort controleren (Windows) ........................................... 105
De instelling voor de papiersoort controleren (Mac OS X) .......................................... 105
Status van de tonercartridge controleren .................................................................. 106
Statuspagina benodigdheden afdrukken (LCD-bedieningspaneel) ................. 106
Statuspagina benodigdheden afdrukken (bedieningspaneel uitgevoerd als
aanraakscherm) ..................................................................................... 106
Status van de benodigdheden controleren ................................................. 106
Een reinigingspagina afdrukken .............................................................................. 107
Reinigingspagina afdrukken (LCD-bedieningspaneel) .................................. 107
Reinigingspagina afdrukken (bedieningspaneel uitgevoerd als
aanraakscherm) ..................................................................................... 107
Aanvullende opties om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen ......................... 108
Afdrukkwaliteitspagina afdrukken (LCD-bedieningspaneel) .......................... 108
Afdrukkwaliteitspagina afdrukken (bedieningspaneel uitgevoerd als
aanraakscherm) ..................................................................................... 108
De afdrukkwaliteitspagina interpreteren .................................................... 108
Tonercartridge controleren op beschadigingen ......................................................... 109
Papier en afdrukomgeving controleren ..................................................................... 110
Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP ........................... 110
Omgeving van het product controleren ..................................................... 111
Instellingen van een afdruktaak controleren .............................................................. 111
EconoMode-instelling controleren ............................................................. 111
De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver ...................................... 111
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen ............................... 111
De kleuropties wijzigen ............................................................ 112
De printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften voldoet .................... 113
Het apparaat drukt niet of langzaam af .................................................................................. 115
Het apparaat drukt niet af ...................................................................................... 115
Het apparaat drukt langzaam af ............................................................................. 116
Problemen met direct afdrukken via USB oplossen .................................................................... 117
viii NLWW
Het menu USB-flashdrive wordt niet geopend wanneer u de USB-accessoire plaatst ....... 117
Het bestand wordt niet afgedrukt vanaf het USB-opslagaccessoire ............................... 117
Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu USB-flashdrive weergegeven . . 118
Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen ................................................................. 119
Problemen met bekabelde netwerken oplossen ........................................................................ 120
Slechte fysieke verbinding ...................................................................................... 120
De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat ........................ 120
De computer kan niet met het apparaat communiceren .............................................. 121
Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor
het netwerk .......................................................................................................... 121
Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen ............ 121
Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld ......................................... 121
Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist .................... 121
Problemen met draadloze netwerken oplossen ......................................................................... 122
Controlelijst draadloze verbinding ........................................................................... 122
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien van de draadloze
configuratie .......................................................................................................... 122
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van
derden geïnstalleerd .............................................................................................. 123
De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de draadloze router of het
apparaat is verplaatst ............................................................................................ 123
Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op het draadloos apparaat ......... 123
De verbinding van het draadloos apparaat wordt verbroken wanneer er verbinding
wordt gemaakt met een virtueel privénetwerk. .......................................................... 123
Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze netwerken .................... 124
Het draadloos netwerk functioneert niet ................................................................... 124
Diagnose van draadloos netwerk uitvoeren .............................................................. 124
Storing op een draadloos netwerk verminderen ........................................................ 125
Problemen met de productsoftware in Windows oplossen ......................................................... 126
Er wordt geen stuurprogramma voor het product weergegeven in de map Printers ........ 126
Er werd een foutbericht getoond tijdens de installatie van software ............................. 126
Het product bevindt zich in de modus Klaar, maar er wordt niets afgedrukt .................. 126
Problemen met de apparaatsoftware oplossen in Mac OS X ...................................................... 128
De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven .......... 128
De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten ...... 128
De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt
weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten ................................................ 128
Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze .............................. 129
Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet
weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten nadat de driver is geselecteerd .... 129
Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt ............................. 129
Software verwijderen (Windows) ........................................................................................... 130
NLWW ix
Software verwijderen (Mac OS X) .......................................................................................... 131
6 Benodigdheden en accessoires ...................................................................................... 133
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen .............................................................. 134
Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden ...................................................... 134
Anti-namaakwebsite van HP .................................................................................................. 134
Index ............................................................................................................................... 137
xNLWW

Productaanzichten
Vooraanzicht van apparaat
1Uitvoerbak
2 USB-poort voor direct afdrukken (alleen HP LaserJet Pro 200 color M251nw printer)
3Aan/uit-knop
4Invoerlade
5 Klep voor toegang bij storing
6 LCD-bedieningspaneel (HP LaserJet Pro 200 color M251n printer) of bedieningspaneel uitgevoerd als kleuren-
aanraakscherm (HP LaserJet Pro 200 color M251nw printer)
7 Vergrendeling voorklep
2 Hoofdstuk 1 Introductie NLWW

Achteraanzicht van apparaat
1 Achterklep
2 Voedingsaansluiting
3Snelle USB 2.0-poort
4Netwerkpoort
Locatie van serienummer en modelnummer
Het etiket met het serienummer en het productmodelnummer bevindt zich aan de achterzijde van het
product.
NLWW Productaanzichten 3

Layout bedieningspaneel
Bedieningspaneel LCD
OPMERKING: dit gedeelte is alleen van toepassing op het model HP LaserJet Pro 200 color M251n
printer.
1 Display van het bedieningspaneel: Het display verschaft informatie over het apparaat. Gebruik de menu's op het display
om apparaatinstellingen vast te leggen.
2Knop Pijl terug : druk op deze knop voor de volgende handelingen:
●De menu's van het bedieningspaneel verlaten.
●Terugkeren naar een vorig menu in een lijst met submenu's.
●Terugkeren naar een vorig menu-item in een lijst met submenu's (zonder wijzigingen in het menu-item op te slaan).
3Knop Annuleren : druk op deze knop om een afdruktaak te annuleren als het waarschuwingslampje knippert, of om
de menu's van het bedieningspaneel te sluiten.
4Knop Pijl naar links : druk op deze knop om door de menu's te bladeren of om een waarde op het display te verlagen.
5Knop OK: druk op de knop OK voor de volgende handelingen:
●De menu's van het bedieningspaneel openen.
●Een op het display van het bedieningspaneel weergegeven submenu openen.
●Een menu-item selecteren.
●Bepaalde fouten wissen.
●Een afdruktaak starten als er een prompt op het bedieningspaneel staat (bijvoorbeeld als het bericht [OK] voor
doorgaan. wordt weergegeven op het display van het bedieningspaneel).
6Knop Pijl naar rechts : druk op deze knop om door de menu's te bladeren of om een waarde op het display te
verhogen.
7Knop Webservices : deze knop biedt snelle toegang tot de onlineservices van HP, zoals HP ePrint.
4 Hoofdstuk 1 Introductie NLWW

8 Klaar-lampje (groen): het Klaar-lampje brandt als het apparaat gereed is om af te drukken. Het lampje knippert wanneer
het apparaat afdrukgegevens ontvangt of zich in de sluimermodus bevindt.
9 Waarschuwing-lampje (oranje): het Waarschuwing-lampje knippert als tussenkomst van de gebruiker vereist is.
Bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm
OPMERKING: dit gedeelte is alleen van toepassing op het model HP LaserJet Pro 200 color
M251nw printer.
1 Draadloos-lampje: geeft aan dat het draadloze netwerk is ingeschakeld. Het lampje knippert wanneer het apparaat een
verbinding tot stand brengt met het draadloze netwerk.
2 Weergave op het aanraakscherm
3 Waarschuwingslampje: geeft aan dat er een probleem is met het apparaat
4 Klaarlampje: geeft aan dat het apparaat gereed is
5 Knop Help en lampje: biedt toegang tot het Help-systeem van het bedieningspaneel
6 Pijl naar rechts en lampje: beweegt de cursor naar rechts of brengt u naar het volgende scherm
OPMERKING: deze knop gaat alleen branden als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt.
7 Knop Annuleren en lampje: wist instellingen, annuleert de huidige taak of sluit het huidige scherm af.
OPMERKING: deze knop gaat alleen branden als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt.
8 Knop Terug en lampje: terug naar het vorige scherm
OPMERKING: deze knop gaat alleen branden als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt.
NLWW Productaanzichten 5

9 Pijl naar links en lampje: beweegt de cursor naar links
OPMERKING: deze knop gaat alleen branden als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt.
10 Knop Beginscherm en lampje: brengt u naar het beginscherm
6 Hoofdstuk 1 Introductie NLWW

Beginscherm aanraakscherm
OPMERKING: dit gedeelte is alleen van toepassing op het model HP LaserJet Pro 200 color
M251nw printer.
Het beginscherm biedt toegang tot apparaatfuncties en geeft de huidige apparaatstatus weer.
OPMERKING: Afhankelijk van de apparaatconfiguratie kunnen de beschikbare functies op het
beginscherm variëren. Bij sommige talen heeft het scherm mogelijk ook een andere indeling.
1Knop Webservices : biedt snelle toegang tot de onlineservices van HP, zoals HP ePrint
HP ePrint is een hulpmiddel voor het afdrukken van documenten. Hiermee kunt u documenten vanaf een willekeurig
apparaat met een e-mailfunctie naar het e-mailadres van de printer sturen.
2Knop Instellingen : biedt toegang tot de hoofdmenu's
3Knop Draadloos : biedt toegang tot het menu Draadloos en informatie over de status van het draadloze netwerk
OPMERKING: Als u bent aangesloten op een draadloos netwerk, wordt dit pictogram vervangen door balkjes
die de signaalsterkte aangeven.
4Netwerkknop : biedt toegang tot instellingen voor en informatie over het netwerk. Op het scherm met
netwerkinstellingen kun u de pagina Netwerkoverzicht afdrukken.
5Knop Informatie : biedt informatie over de apparaatstatus. Op het scherm met statusinformatie kunt u de pagina
Config-rapport afdrukken.
6Knop Benodigdheden : biedt informatie over de status van benodigdheden. Op het scherm voor benodigdheden
kunt u de pagina Status benodigdheden afdrukken.
7Knop Apps: biedt toegang tot het menu Apps om direct af te drukken vanuit webtoepassingen die u heeft
gedownload vanaf de HP ePrintCenter-website op www.hpeprintcenter.com
8 Apparaatstatus
9Knop USB: biedt toegang tot het menu USB-flashdrive
NLWW Productaanzichten 7

Apparaatrapporten afdrukken
In het geheugen van het apparaat zijn apparaatrapporten opgeslagen. Met behulp van deze pagina's
kunt u problemen met het product onderzoeken en oplossen.
OPMERKING: als de taal op het apparaat tijdens de installatie niet goed is ingesteld, kunt u de taal
handmatig instellen zodat de informatiepagina's in een van de ondersteunde talen worden afgedrukt.
Wijzig de taal met behulp van het menu Systeeminstellingen op het bedieningspaneel of met
behulp van de geïntegreerde webserver.
Vanuit het menu Rapporten kunt u verschillende informatieve pagina's over het apparaat afdrukken.
Menu-item Omschrijving
Demopagina Een pagina afdrukken ter illustratie van de afdrukkwaliteit
Menustructuur Drukt een schema af van de menustructuur van het bedieningspaneel. De actieve
instellingen voor elk menu worden weergegeven.
Config-rapport Een lijst afdrukken met alle instellingen van het product. Bevat netwerkgegevens als
het product is verbonden met een netwerk.
Status benodigdheden Drukt de status af van iedere tonercartridge met de volgende informatie:
●Geschatte resterende levensduur van de cartridge in procenten
●Geschat aantal resterende pagina's
●Onderdeelnummers van HP tonercartridges
●Aantal afgedrukte pagina's
Netwerkoverzicht Hiermee drukt u een lijst af met alle netwerkinstellingen van het product.
Gebruikspagina Hiermee drukt u een pagina af met vermelding van PCL-pagina's, PCL 6-pagina's,
PS-pagina's, pagina's die waren vastgelopen of verkeerd ingevoerd in het
apparaat en pagina's in monochroom (zwart-wit) of kleur. Daarnaast wordt ook het
aantal pagina's gerapporteerd.
PCL-lettert.lst Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PCL-lettertypen.
PS-lettert.lst Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PS-lettertypen (PostScript).
PCL6-lettert.lst Hiermee drukt u een lijst af met alle geïnstalleerde PCL6-lettertypen.
Log kleurgebruik Hiermee drukt u een overzicht af op taakbasis met de gebruikersnaam, de naam
van de toepassing en informatie over kleurgebruik.
Servicepagina Hiermee drukt u het servicerapport af.
Diagnosepagina Hiermee drukt u de kalibratiepagina's en pagina's voor kleurdiagnose af.
Kwaliteitspagina afdr. Een pagina voor hulp bij problemen met de afdrukkwaliteit afdrukken
8 Hoofdstuk 1 Introductie NLWW

Apparaatrapporten afdrukken (LCD-bedieningspaneel)
OPMERKING: dit gedeelte is alleen van toepassing op het model HP LaserJet Pro 200 color M251n
printer.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open het menu Rapporten.
3. Selecteer het rapport dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op de knop OK om het rapport af te
drukken.
Apparaatrapporten afdrukken (bedieningspaneel uitgevoerd als
aanraakscherm)
OPMERKING: dit gedeelte is alleen van toepassing op het model HP LaserJet Pro 200 color
M251nw printer.
1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen aan.
2. Raak de knop Rapporten aan.
3. Ga naar het rapport dat u wilt afdrukken.
NLWW Apparaatrapporten afdrukken 9

Ondersteunde papierformaten
Dit apparaat ondersteunt een aantal papierformaten en kan aan verschillende papiersoorten worden
aangepast.
OPMERKING: Voor de beste afdrukresultaten selecteert u het juiste papierformaat en de juiste
papiersoort in de printerdriver voordat u gaat afdrukken.
Tabel 2-1 Ondersteunde papier- en afdrukmateriaalformaten
Formaat Afmetingen
Letter 216 x 279 mm
Executive 216 x 356 mm
Executive 184 x 267 mm
8,5 x 13 216 x 330 mm
4 x 6 102 x 152 mm
5 x 8 127 x 203 mm
A4 210 x 297 mm
A5 148 x 210 mm
A6 105 x 148 mm
B5 (JIS) 182 x 257 mm
10 x 15 cm 100 x 150 mm
16k 184 x 260 mm
195 x 270 mm
197 x 273 mm
Aangepast Minimaal: 76 x 127 mm
Maximaal: 216 x 356 mm
Tabel 2-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten
Formaat Afmetingen
Japanse briefkaart
Briefkaart (JIS)
100 x 148 mm
Dubbele Japanse briefkaart
gedraaid
Dubbele briefkaart (JIS)
148 x 200 mm
Envelop #10 105 x 241 mm
Envelop DL 110 x 220 mm
12 Hoofdstuk 2 Papierlade NLWW

Tabel 2-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten (vervolg)
Formaat Afmetingen
Envelop C5 162 x 229 mm
Envelop B5 176 x 250 mm
Envelop Monarch 98 x 191 mm
NLWW Ondersteunde papierformaten 13

Ondersteunde papiersoorten
Papiersoort Afmetingen
1
Gewicht Capaciteit
2
Afdrukstand papier
Papier, inclusief de
volgende soorten:
●Gewoon
●Briefhoofd
●Kleur
●Voorbedrukt
●Geperforeerd
●Kringloop
Minimaal: 76 x 127 mm
Maximaal: 216 x 356
mm
60 tot 90 g/m2
(16 tot 24 lb)
Max. 150 vellen
75 g/m2 (20 lb bond)
Te bedrukken zijde
omhoog, bovenrand naar
de achterkant van de lade
Dik papier Hetzelfde als voor papier Max. 200 g/m2 (53 lb) Max. stapelhoogte:
15 mm
Te bedrukken zijde
omhoog, bovenrand naar
de achterkant van de lade
Omslagpapier Hetzelfde als voor papier Max. 200 g/m2 (53 lb) Max. stapelhoogte:
15 mm
Te bedrukken zijde
omhoog, bovenrand naar
de achterkant van de lade
Glanzend papier
Fotopapier
Hetzelfde als voor papier Max. 220 g/m2 (59 lb) Max. stapelhoogte:
15 mm
Te bedrukken zijde
omhoog, bovenrand naar
de achterkant van de lade
Transparanten A4 of Letter Dikte: 0,12 tot 0,13 mm Maximaal 50 vellen Te bedrukken zijde
omhoog, bovenrand naar
de achterkant van de lade
Etiketten
3
A4 of Letter Dikte: maximaal 0,23 mm Maximaal 50 vellen Te bedrukken zijde
omhoog, bovenrand naar
de achterkant van de lade
Enveloppen ●COM 10
●Monarch
●DL
●C5
●B5
Max. 90 g/m2 (24 lb) Maximaal 10 enveloppen Te bedrukken zijde
omhoog, met de hoek
voor de postzegel naar
de achterkant van de lade
Briefkaarten of
indexkaarten
100 x 148 mm Maximaal 50 vellen Te bedrukken zijde
omhoog, bovenrand naar
de achterkant van de lade
1Het apparaat ondersteunt allerlei standaardformaten en aangepaste formaten. Zie de printerdriver voor ondersteunde
formaten.
2De capaciteit is afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier, en van de omgevingsomstandigheden.
3Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield)
14 Hoofdstuk 2 Papierlade NLWW

4. Plaats het papier in de lade en zorg ervoor dat
de vellen in alle vier de hoeken plat liggen.
Schuif de papierlengte- en breedtegeleiders
tegen de stapel papier.
OPMERKING: de capaciteit van de lade
bedraagt 150 vellen.
5. Duw het papier naar beneden om ervoor te
zorgen dat de stapel zich onder de lipjes (aan
de zijkanten van de lade) bevindt die de
maximale hoogte aangeven.
6. Schuif de lade terug in het apparaat.
16 Hoofdstuk 2 Papierlade NLWW

Ondersteunde printerstuurprogramma's (Windows)
Printerdrivers bieden toegang tot de functies van een product en geven de computer toestemming om
met het product te communiceren (via een printertaal). Zie de installatie-instructies en de Leesmij-
bestanden op de cd-rom van het product voor extra software en talen.
Beschrijving van de HP PCL 6-driver
●Wordt geïnstalleerd via de wizard Printer toevoegen
●Wordt meegeleverd als de standaarddriver
●Aanbevolen voor afdrukken in alle ondersteunde Windows-omgevingen
●Biedt over het geheel genomen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor de
functies van het product voor de meeste gebruikers
●Ontwikkeld voor samenwerking met de Windows Graphic Device Interface (GDI) voor de beste
snelheid in Windows-omgevingen
●Mogelijk niet volledig compatibel met software van derden en aangepaste software op basis van
PCL 5
Omschrijving HP UPD PS-driver
●Te downloaden van internet op www.hp.com/support/ljcolorm251series
●Aanbevolen voor afdrukken met Adobe
®
-softwareprogramma's of andere softwareprogramma's
met veel graphics
●Biedt ondersteuning voor afdrukken via postscript-emulatie en voor postscript flash-lettertypen
Omschrijving HP UPD PCL 5-driver
●Te downloaden van internet op www.hp.com/support/ljcolorm251series
●Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten
●De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of softwareprogramma's
van derden
●Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden die u voor meerdere
printermodellen kunt gebruiken
●Aanbevolen wanneer u naar meerdere printermodellen kopieert vanaf een mobiele Windows-
computer
18 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows)
Prioriteit voor wijzigen instellingen afdruktaak
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
●Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma
waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens
anders teniet gedaan.
●Dialoogvenster Afdrukken: klik op Afdrukken, Afdrukinstellingen of op een
soortgelijke opdracht in het menu Bestand van het programma waar u in werkt om dit
dialoogvenster te openen. De instellingen die u wijzigt in het dialoogvenster Afdrukken hebben
een lagere prioriteit en hebben meestal geen invloed op de wijzigingen die u hebt aangebracht in
het dialoogvenster Pagina-instelling.
●Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver): klik op Eigenschappen in het
dialoogvenster Afdrukken om de printerdriver te openen. Instellingen die u wijzigt in het
dialoogvenster Printereigenschappen hebben meestal geen invloed op instellingen elders in
de afdruksoftware. U kunt de meeste afdrukinstellingen hier wijzigen.
●Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor
printer, zoals hierboven beschreven.
●Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma.
2. Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) 19
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en
vervolgens op Printers.
Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op Printer.
Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen
1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen
vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en
vervolgens op Printers.
Windows Vista: klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens in de categorie
Hardware en geluiden op Printer.
Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het driverpictogram en selecteer Eigenschappen of
Printereigenschappen.
3. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
20 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X)
Prioriteit voor wijzigen instellingen afdruktaak
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
●Dialoogvenster Pagina-instelling: klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare
opdracht op het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te
openen. Instellingen die u hier wijzigt, kunnen instellingen die u ergens anders hebt gewijzigd
vervangen.
●Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Afdrukken, Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het
programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd
hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet
teniet.
●Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor
printer, zoals hierboven beschreven.
●Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1. Klik in het menu Bestand op de knop Afdrukken.
2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1. Klik in het menu Bestand op de knop Afdrukken.
2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's.
3. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de
voorinstelling.
Deze instellingen worden in het menu Voorinstellingen opgeslagen. Als u de nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de opgeslagen voorinstelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt
afdrukken.
NLWW Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) 21

De configuratie-instellingen van het product wijzigen
1. Klik in het menu Apple op het menu Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op het
pictogram Afdrukken en faxen.
2. Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm.
3. Klik op de knop Opties en benodigdheden.
4. Klik op het tabblad Driver.
5. Configureer de geïnstalleerde opties.
22 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

Afdruktaken voor Windows
Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het
programma.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
4. Selecteer één van de snelkoppelingen en klik
vervolgens op de knop OK.
OPMERKING: Wanneer u een
snelkoppeling selecteert, worden de
bijbehorende instellingen op de overige
tabbladen in de printerdriver gewijzigd.
NLWW Afdruktaken voor Windows 23

Een afdruksnelkoppeling maken (Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het
programma.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
4. Selecteer een bestaande snelkoppeling als
basis.
OPMERKING: Selecteer altijd eerst een
snelkoppeling voordat u een van de
instellingen aan de rechterkant van het scherm
aanpast. Als u de instellingen wijzigt en
vervolgens een snelkoppeling selecteert, of als
u een andere snelkoppeling selecteert, gaan al
uw wijzigingen verloren.
24 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

5. Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe
snelkoppeling.
OPMERKING: U kunt de afdrukopties op
elk tabblad van de printerdriver selecteren.
Nadat u opties hebt geselecteerd op een
ander tabblad, dient u terug te keren naar het
tabblad Snelkoppelingen voordat u
verdergaat met de volgende stap.
6. Klik op de knop Opslaan als.
7. Geef een naam op voor de snelkoppeling en
klik vervolgens op de knop OK.
NLWW Afdruktaken voor Windows 25

Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking.
26 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken in. Klik op OK om de eerste
zijde van de taak af te drukken.
5. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en
plaats het papier met de bedrukte zijde naar
beneden in de invoerlade, zonder de
afdrukrichting te wijzigen.
6. Druk op het bedieningspaneel op OK om de
tweede zijde van de taak af te drukken.
Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
NLWW Afdruktaken voor Windows 27

2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking.
28 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het
vervolgkeuzemenu Pagina's per vel.
5. Selecteer de juiste opties voor
Paginaranden afdrukken,
Paginavolgorde en Afdrukrichting.
De afdrukrichting selecteren (Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het
programma.
2. Selecteer het apparaat en klik op de knop
Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW Afdruktaken voor Windows 29

3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Selecteer in het gedeelte Afdrukrichting de
optie Staand of Liggend.
Als u de pagina omgekeerd wilt afdrukken,
selecteert u de optie 180 graden draaien.
De papiersoort selecteren (Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het
programma.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
30 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op
Meer....
NLWW Afdruktaken voor Windows 31

5. Selecteer de categorie met papiersoorten uit
die het best overeenkomt met het papier dat u
gebruikt.
6. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik
vervolgens op de knop OK.
De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken (Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het
programma.
2. Selecteer het apparaat en klik op de knop
Eigenschappen of Voorkeuren.
32 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Schakel het selectievakje Pagina's op
ander papier afdrukken in en selecteer
de benodigde instellingen voor de
voorpagina, andere pagina's en
achterpagina.
De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat
(Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het
programma.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op
de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW Afdruktaken voor Windows 33

3. Klik op het tabblad Effecten.
4. Selecteer de optie Document afdrukken
op en selecteer vervolgens een formaat in de
vervolgkeuzelijst.
Een brochure maken (Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het
programma.
2. Selecteer het apparaat en klik op de knop
Eigenschappen of Voorkeuren.
34 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken in.
5. Selecteer een inbindoptie in de
vervolgkeuzelijst Brochurelay-out. De optie
Pagina's per vel verandert automatisch in 2
pagina's per vel.
NLWW Afdruktaken voor Windows 35

Een voorblad afdrukken (Mac OS X)
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3. Open het menu Voorblad en selecteer waar u het voorblad wilt afdrukken. Klik op de knop
Voor document of Na document.
4. Selecteer in het menu Type voorblad het bericht dat u op het voorblad wilt afdrukken.
OPMERKING: Selecteer de optie standaard in het menu Type voorblad als u een leeg
voorblad wilt afdrukken.
Een document aanpassen aan paginagrootte (Mac OS X)
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3. Open het menu Papierverwerking.
4. Klik in het gebied Papierformaat bestemming op het vak Aanpassen aan papier en
selecteer het formaat in de vervolgkeuzelijst.
Een brochure maken (Mac OS X)
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3. Open het menu Handmatige duplex.
4. Klik op het vakje Handmatige duplex.
5. Open het menu Brochure afdrukken.
6. Klik op het vak Uitvoer als brochure indelen en selecteer een bindoptie.
7. Selecteer het papierformaat.
38 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

Geavanceerde afdruktaken (Windows)
Een afdruktaak annuleren (Windows)
1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren te drukken op het
bedieningspaneel van het apparaat.
OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt,
gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren drukt, wordt het
proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven.
2. U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
●Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm
weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
●Afdrukwachtrij van Windows: als een afdruktaak in een afdrukwachtrij
(computergeheugen) of printerspooler staat, kunt u de taak daar wissen.
◦Windows XP, Server 2003 of Server 2008: Klik op Start en Instellingen en
kies Printers en faxapparaten. Dubbelklik op het pictogram van het product om het
venster te openen, klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en
klik op Annuleren.
◦Windows Vista: klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik vervolgens
onder Hardware en geluiden op Printer. Dubbelklik op het pictogram van het
product om het venster te openen, klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u
wilt annuleren en klik op Annuleren.
◦Windows 7: Klik op Start en klik op Apparaten en printers. Dubbelklik op het
pictogram van het apparaat om het venster te openen, klik met de rechtermuisknop op
de afdruktaak die u wilt annuleren en klik op Annuleren.
Het papierformaat selecteren (Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Een aangepast papierformaat selecteren (Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Klik op de knop Aangepast.
NLWW Geavanceerde afdruktaken (Windows) 39

5. Voer een naam voor het aangepaste formaat in en geef de afmetingen op.
●De breedte is de korte zijde van het papier.
●De lengte is de lange zijde van het papier.
OPMERKING: Plaats het papier altijd met de korte zijde naar voren in de laden.
6. Klik op de knop Opslaan en dan op de knop Sluiten.
Watermerken afdrukken (Windows)
1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Effecten.
4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken.
Of klik op de knop Bewerken als u een nieuw watermerk wilt toevoegen aan de lijst. Selecteer
de instellingen voor het watermerk en klik vervolgens op de knop OK.
5. Schakel het selectievakje Alleen eerste pagina in als u het watermerk alleen op de eerste
pagina wilt afdrukken. Doet u dit niet, dan wordt het watermerk op elke pagina afgedrukt.
40 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

Geavanceerde afdruktaken (Mac OS X)
Een afdruktaak annuleren (Mac OS X)
1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren te drukken op het
bedieningspaneel van het apparaat.
OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt,
gewist. Als er meer dan één afdruktaak in de wachtrij staat, kunt u op de knop Annuleren
drukken om de afdruktaak te wissen die op dat moment op het bedieningspaneel van het
apparaat wordt weergegeven.
2. U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
●Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm
weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
●Mac-afdrukwachtrij: open de afdrukwachtrij door te dubbelklikken op het pictogram van
het apparaat in het Dock. Selecteer de afdruktaak en klik vervolgens op Verwijder.
Papierformaat selecteren (Mac OS X)
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling.
4. Selecteer een formaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat en klik op de knop OK.
Een aangepast papierformaat selecteren (Mac OS X)
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling.
4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierformaat de optie Aangepaste formaten beheren.
5. Selecteer de afmetingen voor het papierformaat en klik vervolgens op de knop OK.
Watermerken afdrukken (Mac OS X)
1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer.
3. Open het menu Watermerken.
4. Selecteer in het menu Modus het soort watermerk dat u wilt gebruiken. Selecteer de optie
Watermerk als u een halftransparant bericht wilt afdrukken. Selecteer de optie Overlay als u
een bericht wilt afdrukken dat niet transparant is.
NLWW Geavanceerde afdruktaken (Mac OS X) 41
5. Selecteer in het menu Pagina's of u het watermerk wilt afdrukken op alle pagina's of alleen op
de eerste pagina.
6. Selecteer in het menu Tekst een van de standaardberichten of selecteer de optie Aangepast en
typ in het vak een nieuw bericht.
7. Selecteer opties voor de overige instellingen.
42 Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW

Afdrukken van archiefkwaliteit maken
OPMERKING: als u deze functie gebruikt, verbruikt u meer toner.
Met archiefafdrukken wordt uitvoer geproduceerd die minder vatbaar is voor tonervegen en
stofdeeltjes. Gebruik archiefafdrukken om documenten te maken die u wilt bewaren of archiveren
Afdrukken van archiefkwaliteit maken (LCD-bedieningspaneel)
OPMERKING: dit gedeelte is alleen van toepassing op het model HP LaserJet Pro 200 color M251n
printer.
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen.
2. Open de volgende menu's:
●Service
●Archief afdr.
3. Selecteer de optie Aan of Uit en druk vervolgens op de knop OK.
Afdrukken van archiefkwaliteit maken (bedieningspaneel
uitgevoerd als aanraakscherm)
OPMERKING: dit gedeelte is alleen van toepassing op het model HP LaserJet Pro 200 color
M251nw printer.
1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen aan.
2. Raak het menu Service aan.
3. Raak de knop Archief afdr. en vervolgens de knop Aan aan.
NLWW Afdrukken van archiefkwaliteit maken 43
Produktspezifikationen
Marke: | HP |
Kategorie: | Drucker |
Modell: | LASERJET PRO 200 COLOR M251 |
Brauchst du Hilfe?
Wenn Sie Hilfe mit HP LASERJET PRO 200 COLOR M251 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten
Bedienungsanleitung Drucker HP

27 September 2024

20 September 2024

20 September 2024

17 September 2024

15 September 2024

7 September 2024

3 September 2024

3 September 2024

3 September 2024

3 September 2024
Bedienungsanleitung Drucker
- Drucker Samsung
- Drucker Approx
- Drucker Sony
- Drucker Panasonic
- Drucker LG
- Drucker Roland
- Drucker Canon
- Drucker Velleman
- Drucker CSL
- Drucker Renkforce
- Drucker Thomson
- Drucker Sharp
- Drucker Mitsubishi
- Drucker Nilox
- Drucker Polaroid
- Drucker Xiaomi
- Drucker Olympia
- Drucker Seiko
- Drucker Toshiba
- Drucker Olympus
- Drucker Citizen
- Drucker Olivetti
- Drucker Epson
- Drucker Dell
- Drucker Lenovo
- Drucker MSI
- Drucker Honeywell
- Drucker OKI
- Drucker Brother
- Drucker Sagem
- Drucker Fujifilm
- Drucker Ricoh
- Drucker Datamax-O'neil
- Drucker Dymo
- Drucker Intermec
- Drucker Primera
- Drucker TSC
- Drucker Zebra
- Drucker Triumph-Adler
- Drucker Kodak
- Drucker Konica-Minolta
- Drucker Minolta
- Drucker TOMY
- Drucker Festo
- Drucker Frama
- Drucker NEC
- Drucker Ultimaker
- Drucker Fujitsu
- Drucker Huawei
- Drucker Testo
- Drucker Kogan
- Drucker Royal Sovereign
- Drucker D-Link
- Drucker Kyocera
- Drucker Lexmark
- Drucker Star
- Drucker Xerox
- Drucker Digitus
- Drucker Bixolon
- Drucker Epson 7620
- Drucker Fichero
- Drucker GG Image
- Drucker Ibm
- Drucker Oce
- Drucker Paxar
- Drucker Toshiba TEC
- Drucker ZKTeco
- Drucker StarTech.com
- Drucker Bematech
- Drucker Pantum
- Drucker HiTi
- Drucker Panduit
- Drucker Posiflex
- Drucker Vupoint Solutions
- Drucker Brady
- Drucker Star Micronics
- Drucker Metapace
- Drucker DNP
- Drucker Godex
- Drucker Phoenix Contact
- Drucker Elite Screens
- Drucker Equip
- Drucker Argox
- Drucker Dascom
- Drucker EC Line
- Drucker Orient Technologies
- Drucker Evolis
- Drucker Fargo
- Drucker Microboards
- Drucker Builder
- Drucker DTRONIC
- Drucker Colop
- Drucker Raspberry Pi
- Drucker IDP
- Drucker Tally Dascom
- Drucker Custom
- Drucker Nisca
Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-

25 November 2024

24 November 2024

24 November 2024

24 November 2024

16 Oktober 2024

15 Oktober 2024

15 Oktober 2024

15 Oktober 2024

14 Oktober 2024

14 Oktober 2024