Epson XP-750 Bedienungsanleitung


Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Epson XP-750 (189 Seiten) in der Kategorie Alles in einem. Dieser Bedienungsanleitung war für 12 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/189
Gebruikershandleiding
NPD4739-01 NL
Auteursrechten en handelsmerken
Auteursrechten en handelsmerken
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op
enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Seiko Epson
Corporation wijst alle patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik van de informatie in deze uitgave. Evenmin
kan Seiko Epson Corporation aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit het gebruik van de
informatie uit deze uitgave. De hierin beschreven informatie is alleen bedoeld voor gebruik bij dit Epson-product.
Epson is niet verantwoordelijk voor het gebruik van deze informatie bij andere producten.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of
derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief
gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het
zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschriften van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor schade of problemen
voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson
Products of Epson Approved Products by Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit
elektromagnetische storingen die plaatsvinden door het gebruik van andere interfacekabels dan kenbaar als Epson
Approved Products by Seiko Epson Corporation.
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is een
handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
PRINT Image Matching
en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson Corporation.
Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Memory Stick Duo, Memory Stick PRO Duo, Memory Stick PRO-HG Duo, Memory Stick Micro en MagicGate
Memory Stick Duo zijn handelsmerken van Sony Corporation.
Intel
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.
PowerPC
®
is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
De software Epson Scan is deels gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group.
libtiff
Copyright © 1988-1997 Sam Leffler
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in
all copies of the software and related documentation, and (ii) the names of Sam Leffler and Silicon Graphics
may not be used in any advertising or publicity relating to the software without the specific, prior written
permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
2
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN
CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
Microsoft
®
, Windows
®
en Windows Vista
®
zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Apple
®
, Macintosh
®
, Mac OS
®
en OS X
®
zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc.
ABBYY
®
en ABBYY FineReader
®
(namen en logo's) zijn gedeponeerde handelsmerken van ABBYY Software House.
Adobe, Adobe Reader, Acrobat en Photoshop zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated, die in bepaalde
rechtsgebieden gedeponeerd kunnen zijn.
Algemene kennisgeving: andere productnamen vermeld in deze uitgave dienen uitsluitend als identificatie en kunnen
handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze
handelsmerken.
© 2012 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
3
Inhoudsopgave
Auteursrechten en handelsmerken
Auteursrechten en handelsmerken.............. 2
Inleiding
Informatie vinden.......................... 8
Voorzorgsmaatregelen, Belangrijk en
Opmerkingen............................. 8
Besturingssystemen en versies................. 9
Epson Connect gebruiken.................... 9
Belangrijke aanwijzingen
Veiligheidsvoorschriften.................... 10
Advies en waarschuwingen met betrekking tot
het apparaat............................. 11
Het apparaat installeren/gebruiken.......... 11
Het gebruik van het apparaat met een
draadloze verbinding..................... 12
Geheugenkaarten gebruiken............... 12
Het aanraakscherm gebruiken.............. 13
Cartridges hanteren..................... 13
Kopieerbeperking......................... 13
Uw persoonlijke gegevens beschermen.......... 14
Aan de slag met uw apparaat
Beschikbare functies voor uw product.......... 15
Productonderdelen........................ 15
Uitleg over het bedieningspaneel.............. 18
Knop en display........................ 18
Lampjes.............................. 20
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
Algemene informatie over het gebruiken, laden
en opslaan van afdrukmateriaal............... 21
Papier opslaan......................... 21
Papier selecteren.......................... 21
Instellingen voor de papiersoort op het display
.................................... 23
Instellingen voor de papiersoort in de
printerdriver........................... 24
Papier laden............................. 25
In de papiercassette...................... 25
In de papiertoevoer aan de achterzijde. . . . . . . . 29
Een cd/dvd laden......................... 31
Een cd/dvd verwijderen................... 33
Een geheugenkaart plaatsen.................. 33
Originelen plaatsen........................ 35
Automatische documententoevoerder (ADF)
.................................... 35
Glasplaat............................. 37
Kopiëren
Documenten kopiëren...................... 40
Normaal kopiëren....................... 40
Dubbelzijdig kopiëren.................... 40
Lay-out kopiëren........................ 41
Menulijst kopieermodus.................... 42
afdrukken
Standaardgebruik via het bedieningspaneel...... 43
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart. . . . . 43
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera. . . . . 43
Menu's van de modus Foto's afdrukken....... 44
Standaardgebruik via de computer............. 45
Printerdriver en statusmonitor. . ........... 45
Grondbeginselen van het afdrukken.......... 47
Afdrukken annuleren.................... 50
Overige opties............................ 52
Een eenvoudige manier om foto's af te drukken
.................................... 52
Afdrukken op een cd/dvd................. 53
Voorkeursinstellingen (alleen voor Windows)
.................................... 55
Dubbelzijdig afdrukken................... 55
Volledige pagina afdrukken................ 57
Afdrukken met Pages per sheet (Pagina’s per
vel).................................. 58
De afdrukfunctie van het apparaat delen. . . . . . . . 59
Instellingen voor Windows................ 59
Instellingen voor Mac OS X................ 62
Scannen
Proberen te scannen....................... 63
Starten van het scannen................... 63
Mogelijkheden voor aanpassen van
afbeeldingen........................... 65
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
4
Eenvoudig scannen via het bedieningspaneel..... 67
Menulijst scanmodus.................... 68
Eenvoudig scannen via de computer........... 68
Scannen in Full Auto Mode (Volautomatische
modus)............................... 68
Scannen in Home Mode (Thuismodus)....... 70
Scannen in de Office Mode (Kantoormodus)
.................................... 72
Scannen in Professional Mode (Professionele
modus)............................... 74
Het scangebied weergeven en aanpassen....... 77
Diverse scantypes......................... 79
Een tijdschrift scannen................... 79
Meerdere documenten als een PDF-bestand
scannen.............................. 81
Een foto scannen........................ 84
Software-informatie....................... 85
Epson Scan Driver starten................. 85
Andere software voor scannen starten........ 86
Faxen
Introductie FAX Utility..................... 88
Verbinden met een telefoonlijn............... 88
Telefoonkabel.......................... 88
Gebruik de telefoonlijn alleen om te faxen..... 89
Lijn delen met telefoontoestel.............. 89
De faxverbinding controleren.............. 91
Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. . . . 91
Faxfuncties instellen....................... 92
Snelkiezen instellen...................... 92
Invoeren voor groepskiezen instellen......... 92
Informatie voor de kopregel maken.......... 93
Faxen verzenden.......................... 94
Faxen verzenden door een nummer in te
voeren............................... 94
Faxen verzenden via snelkiezen/groepskiezen
.................................... 95
Groepsfaxen verzenden................... 95
Een fax verzenden op een specifiek tijdstip..... 96
Een fax verzenden vanaf een verbonden
telefoon.............................. 97
Faxen ontvangen.......................... 98
Instellen dat faxen automatisch worden
ontvangen............................ 98
Faxen manueel ontvangen................. 98
Een fax ontvangen via polling.............. 99
Rapporten afdrukken...................... 99
Menulijst faxmodus....................... 100
Meer functies
Menu's van het bedieningspaneel
Kopieermodus.......................... 103
Modus Foto's afdrukken................... 103
Scanmodus............................. 104
Faxmodus.............................. 105
Modus Meer functies...................... 106
Modus Wi-Fi instellen..................... 107
Instelmodus............................ 108
Modus Help............................ 111
Cartridges vervangen
Veiligheidsvoorschriften, voorzorgsmaatregelen
en specificaties voor cartridges............... 113
Veiligheidsvoorschriften................. 113
Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen
van cartridges......................... 113
Cartridgespecificaties................... 114
De cartridgestatus controleren............... 115
Voor Windows........................ 115
Voor Mac OS X........................ 116
Het controlepaneel gebruiken............. 117
Zwarte inkt besparen als de cartridge bijna leeg is
(alleen Windows)........................ 118
Een cartridge vervangen................... 118
Uw apparaat en software
onderhouden
De spuitkanaaltjes in de printkop controleren. . . . 122
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Windows............................ 122
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Mac OS X............................ 122
Het bedieningspaneel gebruiken........... 123
De printkop reinigen...................... 123
Het hulpprogramma Head Cleaning
(Printkop reinigen) gebruiken in Windows.... 124
Het hulpprogramma Head Cleaning
(Printkop reinigen) gebruiken in Mac OS X. . . 125
Het controlepaneel gebruiken............. 125
De printkop uitlijnen...................... 125
Het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen) gebruiken in Windows. . . 126
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
5
Het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen) gebruiken in Mac OS X. . . 126
Het controlepaneel gebruiken............. 126
Tijd en land instellen/wijzigen............... 127
Energiebesparing......................... 128
Voor Windows........................ 128
Voor Mac OS X........................ 129
Het controlepaneel gebruiken............. 129
Het apparaat reinigen..................... 130
De buitenzijde van het apparaat reinigen. . . . . 130
De binnenzijde van het apparaat reinigen..... 131
Het apparaat vervoeren.................... 132
Uw software controleren en installeren......... 134
De op uw computer geïnstalleerde software
controleren........................... 134
De software installeren.................. 135
De software verwijderen................... 135
Voor Windows........................ 135
Voor Mac OS X........................ 136
Gegevens overbrengen met een extern
opslagapparaat
Voorzorgsmaatregelen voor opslagapparaten. . . . 138
Bestanden kopiëren van opslagapparaat naar
computer en omgekeerd................... 138
Bestanden kopiëren naar uw computer. . . . . . . 138
Bestanden opslaan op een opslagapparaat. . . . . 139
Foutindicatoren
Foutboodschappen op het bedieningspaneel. . . . . 141
Probleemoplossing voor afdrukken/
kopiëren
De oorzaak van het probleem opsporen........ 142
De status van het apparaat controleren. . . . . . . 142
Vastgelopen papier....................... 145
Vastgelopen papier verwijderen achter het
deksel aan de achterzijde................. 146
Vastgelopen papier verwijderen binnen in het
apparaat............................. 147
Vastgelopen papier uit de papiercassette
verwijderen........................... 148
Vastgelopen papier verwijderen uit de
automatische documenttoevoer (ADF)....... 148
Vastlopen van papier voorkomen........... 150
Opnieuw afdrukken na een papierstoring
(alleen voor Windows).................. 151
Afdrukkwaliteit verbeteren................. 151
Horizontale strepen..................... 152
Verticale strepen of verstoring............. 153
Onjuiste of ontbrekende kleuren........... 153
Vage afdrukken en vegen................. 154
Diverse afdrukproblemen.................. 155
Onjuiste of verminkte tekens.............. 155
Onjuiste marges....................... 155
Afdruk is enigszins scheef................ 155
Grootte of positie van afbeelding klopt niet. . . . 156
Omgekeerd beeld...................... 156
Papier of cd/dvd wordt maar half bedrukt of
blijft leeg............................. 156
De afdrukzijde bevat vlekken of vegen....... 156
Afdrukken verloopt te traag............... 157
Papier wordt niet goed doorgevoerd of de cd-/
dvd-lade is niet goed geplaatst............... 157
Het papier wordt niet ingevoerd............ 157
Er worden meerdere pagina's tegelijk
ingevoerd............................ 158
Papier niet goed geladen................. 158
Papier wordt niet volledig uitgeworpen of is
gekreukeld........................... 159
De cd-/dvd-lade wordt uitgeworpen of niet
juist geplaatst wanneer een afdruktaak voor
een cd of dvd wordt verstuurd............. 159
Het apparaat drukt niet af.................. 159
Er branden geen lampjes................. 159
De lampjes brandden even en gingen daarna
weer uit............................. 159
Alleen het Aan-/Uit-lampje brandt.......... 159
Er wordt een inktfout aangegeven nadat u de
cartridge hebt vervangen................. 160
De afdruksnelheid verhogen (alleen Windows). . . 161
Overige problemen....................... 162
Gewoon papier stil afdrukken............. 162
Probleemoplossing voor scannen
Problemen aangeduid door boodschappen op het
display of statuslampjes.................... 163
Problemen bij het starten van het scannen. . . . . . 163
Gebruik van de automatische documentinvoer
(ADF)............................... 164
Gebruik van de knop.................... 164
Gebruik van andere scansoftware dan de
Epson Scan driver...................... 165
Problemen met papiertoevoer............... 165
Het papier wordt vuil................... 165
Meerdere vellen papier worden ingevoerd. . . . 165
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6
Papier loopt vast in de automatische
documentinvoer (ADF) ................. 165
Problemen met de scantijd.................. 166
Problemen met de gescande beelden. . . . . . . . . . 166
De scankwaliteit is onvoldoende........... 166
Het scanvlak of de richting is onjuist........ 167
Nog steeds problemen na het uitvoeren van alle
oplossingen............................. 168
Probleemoplossing voor faxen
Kan geen fax verzenden of ontvangen.......... 169
Kwaliteitsproblemen (verzenden)............. 169
Kwaliteitsproblemen (ontvangen)............ 169
Antwoordapparaat kan geen telefoongesprekken
beantwoorden........................... 170
Onjuiste tijd............................ 170
Productinformatie
Cartridges.............................. 171
Systeemvereisten......................... 172
Voor Windows........................ 172
Voor Mac OS X........................ 172
Technische specificaties.................... 172
Printerspecificaties..................... 172
Scannerspecificaties..................... 176
Specificaties automatische documenttoevoer
(ADF)............................... 176
Fax: specificaties....................... 176
Netwerkinterface: specificaties............. 177
Geheugenkaart........................ 177
Mechanische specificaties................ 178
Elektrische specificaties.................. 179
Omgevingsspecificaties.................. 180
Normen en goedkeuringen............... 181
Interface............................. 182
Extern USB-apparaat.................... 182
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)........... 183
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson................................. 183
Voordat u contact opneemt met Epson. . . . . . . 183
Hulp voor gebruikers in Europa............ 184
Hulp voor gebruikers in Australië.......... 184
Index
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
7
Inleiding
Informatie vinden
Op de ondersteuningssite van Epson vindt u de meest recente versie van de volgende handleidingen.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
Hier beginnen (papier):
Biedt u informatie over de instellingen van het product en de installatie van de software.
Basishandleiding (papier):
Biedt u basisinformatie voor het gebruik van het apparaat zonder computer.
Gebruikershandleiding (PDF):
Biedt u gedetailleerde aanwijzingen voor het gebruik, de veiligheid en het oplossen van problemen. Zie deze
handleiding wanneer u het apparaat gebruikt met een computer of wanneer u geavanceerde functies wilt
gebruiken, zoals dubbelzijdig kopiëren.
Om de PDF-handleiding te kunnen openen hebt u Adobe Acrobat Reader 5.0 (of hoger) of Adobe Reader nodig.
Netwerkhandleiding (HTML):
Biedt netwerkbeheerders informatie over de printerdriver en de netwerkinstellingen.
Hulp (op apparaatdisplay):
Biedt basisaanwijzingen voor het gebruik en het oplossen van problemen op het display van het apparaat.
Selecteer het menu Hulp op het bedieningspaneel.
Voorzorgsmaatregelen, Belangrijk en Opmerkingen
Voorzorgsmaatregelen, belangrijke informatie en opmerkingen worden in deze gebruikershandleiding als volgt
aangegeven en hebben de hier beschreven betekenis.
!
Let op
moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk
worden aangegeven met “Let op”; u moet ze naleven om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking
bevat handige tips voor en beperkingen bij het gebruik van het apparaat.
Gebruikershandleiding
Inleiding
8
Besturingssystemen en versies
In deze handleiding worden de volgende afkortingen gebruikt.
Windows 7 wordt gebruikt voor Windows 7 Home Basic, Windows 7 Home Premium, Windows 7 Professional
en Windows 7 Ultimate.
Windows Vista wordt gebruikt voor Windows Vista Home Basic Edition, Windows Vista Home Premium
Edition, Windows Vista Business Edition, Windows Vista Enterprise Edition en Windows Vista Ultimate
Edition.
Windows XP wordt gebruikt voor Windows XP Home Edition, Windows XP Professional x64 Edition en
Windows XP Professional.
Mac OS X wordt gebruikt voor Mac OS X 10.5.x, 10.6.x, 10.7.x.
Epson Connect gebruiken
Met Epson Connect en diensten van andere bedrijven kunt u gemakkelijk afdrukken rechtstreeks vanaf uw
smartphone, tablet of laptop, altijd en overal, zelfs aan de andere kant van de wereld! Kijk voor meer informatie over
afdruk- en andere diensten op:
https://www.epsonconnect.com/ (portal voor Epson Connect)
http://www.epsonconnect.eu/ (alleen Europa)
U kunt de Epson Connect-handleiding openen door te dubbelklikken op het pictogram op het bureaublad.
Gebruikershandleiding
Inleiding
9
Belangrijke aanwijzingen
Veiligheidsvoorschriften
Voor een veilig gebruik van dit apparaat moet u deze aanwijzingen goed doorlezen en naleven. Bewaar deze
handleiding voor later. Neem ook alle waarschuwingen en voorschriften die op het apparaat zelf staan in acht.
Gebruik alleen het netsnoer dat bij dit apparaat is geleverd en gebruik het netsnoer niet met andere apparatuur.
Gebruik van andere netsnoeren met dit apparaat of gebruik van het bijgeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de opties nooit uit elkaar en probeer deze onderdelen nooit
zelf te wijzigen of te repareren, tenzij dit uitdrukkelijk staat beschreven in de handleiding bij het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en doe een beroep op een onderhoudstechnicus: als het
netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in het apparaat is gekomen, als het apparaat is gevallen of als de
behuizing beschadigd is, als het apparaat niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties
optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een wandstopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt
halen.
Plaats of bewaar het apparaat niet buiten en zorg ervoor dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan vuil, stof,
water of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoffen op het apparaat morst en kom niet met natte handen aan het apparaat.
Houd dit product ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door dit product worden
uitgezonden kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het display beschadigd is. Als u vloeistof uit het display op uw handen
krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het display in uw ogen krijgt, moet u uw ogen
onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen
krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Gebruik bij voorkeur geen telefoon tijdens onweer. Er bestaat een kleine kans op een elektrische schok door
bliksem (bij modellen met faxfunctie).
Gebruik in de buurt van een gaslek geen telefoon om het lek te melden (bij modellen met faxfunctie).
Opmerking:
Hier vindt u veiligheidsvoorschriften voor cartridges.
& “Cartridges vervangen” op pagina 113
Gebruikershandleiding
Belangrijke aanwijzingen
10
Advies en waarschuwingen met betrekking tot het
apparaat
Voorkom schade aan het apparaat of aan uw eigendommen en lees deze aanwijzingen goed door. Bewaar deze
handleiding voor later.
Het apparaat installeren/gebruiken
De openingen in de behuizing van het apparaat mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt.
Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op het apparaat.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storingen kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats geen
voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat het
snoer mooi recht blijft aan de transformator.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor het apparaat, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal
van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u het apparaat in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om het apparaat te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
Let bij het aansluiten van dit apparaat op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op één manier in het apparaat worden gestoken. Wanneer u een stekker op een
verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar verbonden zijn,
beschadigd raken.
Plaats het apparaat op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan het apparaat zelf. Laat als u het apparaat bij
een muur plaatst minstens 10 cm vrij tussen de achterkant van het apparaat en de muur. Het apparaat werkt niet
goed als het scheef staat.
Houd aan de rechterkant van het apparaat minstens 10 cm vrij tot aan een muur of ander voorwerp (bij modellen
met faxfunctie).
Zorg er bij opslag of transport van het apparaat voor dat het niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden. Anders kan er inkt lekken.
Laat achter het apparaat voldoende ruimte vrij voor kabels. Boven het apparaat moet er voldoende ruimte zijn om
het deksel volledig te kunnen openen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke aanwijzingen
11
Zorg ervoor dat aan de voorkant van het product voldoende ruimte is voor het papier dat uit het apparaat komt.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen of vochtige plaatsen. Houd het apparaat ook uit de
buurt van direct zonlicht, sterk licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in het apparaat.
Steek uw hand niet in het apparaat en raak de cartridges niet aan tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in het apparaat niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoffen in of in de buurt van dit apparaat. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan het apparaat worden beschadigd.
Zet het apparaat altijd uit met de knop P. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het display niet helemaal uit is.
Controleer voordat u het apparaat vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
Let erop dat u nooit te hard op de glasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Tijdens de levensduur van het apparaat kan het nodig zijn dat volle inktkussentjes worden vervangen. Wanneer
en hoe vaak dit nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal waarop u afdrukt en het
aantal reinigingscycli dat het apparaat uitvoert. Epson Status Monitor, het display of de lampjes op het
bedieningspaneel laten u weten wanneer dit onderdeel aan vervanging toe is. Wanneer het kussentje moet worden
vervangen wil dit geenszins zeggen dat het apparaat niet meer functioneert in overeenstemming met de
specificaties. Vervanging van dit onderdeel is een routinematige onderhoudstaak die binnen de
productspecificaties valt. Het betreft hier geen probleem dat reparatie behoeft. De kosten van deze vervanging
vallen dus niet onder de garantie die Epson biedt. Als het inktkussentje van uw apparaat moet worden vervangen,
kunt u dit laten doen door een daartoe bevoegd Epson-servicebedrijf. Dit onderdeel kan niet door de gebruiker
zelf worden vervangen.
Het gebruik van het apparaat met een draadloze verbinding
Gebruik dit product niet in medische instellingen of in de buurt van medische apparatuur. De radiogolven die
door dit product worden uitgezonden kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van elektrische
medische apparatuur.
Gebruik dit product niet in de buurt van automatisch bestuurde inrichtingen zoals automatische deuren of
brandalarmen. De radiogolven die door dit product worden uitgezonden kunnen een negatieve invloed hebben
op de werking van deze apparatuur, en een storing zou tot ongevallen kunnen leiden.
Geheugenkaarten gebruiken
Wanneer het kaartlampje knippert, mag u de geheugenkaart niet verwijderen en het apparaat niet uitzetten.
Gebruikershandleiding
Belangrijke aanwijzingen
12
Het gebruik van een geheugenkaart verschilt per kaarttype. Zie de documentatie bij uw geheugenkaart voor meer
informatie.
Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.
& “Geheugenkaart” op pagina 177
Het aanraakscherm gebruiken
Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit is
normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het aanraakscherm alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De afdekplaat van het aanraakscherm kan breken bij hevige schokken. Neem contact op met uw leverancier als de
afdekplaat barst of breekt. Probeer de gebroken stukken niet te verwijderen.
Druk voorzichtig met uw vinger op het aanraakscherm. Druk niet te hard en druk niet met uw nagels.
Gebruik geen scherpe of puntige voorwerpen zoals een balpen, een scherp potlood en dergelijke.
Condensvorming binnenin als gevolg van plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid kan de
goede werking verminderen.
Cartridges hanteren
& “Cartridges vervangen” op pagina 113
Kopieerbeperking
Voor een verantwoord en legaal gebruik van dit apparaat moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven effecten.
Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene briefkaarten en andere officiële, voorgefrankeerde
poststukken.
Belastingzegels en effecten volgens de geldende voorschriften.
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
Privé-effecten (zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Gebruikershandleiding
Belangrijke aanwijzingen
13
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
Misbruik van het apparaat is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Zorg
ervoor dat u toestemming hebt van de rechthebbende voordat u dergelijk materiaal kopieert.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
U kunt namen en telefoonnummers opslaan in het geheugen van dit product, zelfs als het uitgeschakeld is.
Gebruik het volgende menu om het geheugen te wissen als u het apparaat aan iemand anders geeft of als u het
wegruimt.
F Instellen > Standaardinstellingen herstellen > Alle instellingen
Gebruikershandleiding
Belangrijke aanwijzingen
14
Aan de slag met uw apparaat
Beschikbare functies voor uw product
Nagaan wat beschikbaar is voor uw product.
XP-750 XP-850
Afdrukken ✓✓
Kopiëren ✓✓
Scannen ✓✓
Fax -
ADF -
Ethernet ✓✓
Wi-Fi ✓✓
Productonderdelen
Opmerking:
De illustraties in deze handleiding zijn van een gelijkaardig productmodel. Hoewel ze kunnen verschillen van uw effectieve
apparaat, werken ze op dezelfde manier.
a. Automatische documenttoevoer (ADF) *
b. Zijgeleider *
c. Papierlade van de ADF (plaats hierop uw originelen voor het kopiëren) *
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
15
d. Verlengstuk van uitvoerlade van ADF (schuif het verlengstuk uit wanneer u de ADF gebruikt)*
e. Uitvoerlade van de ADF (uw originelen worden na het kopiëren op deze lade geplaatst) *
f. Deksel van de ADF *
g. Cd-/dvd-lade
* Of dit onderdeel aanwezig is, verschilt per apparaat.
a. Deksel
b. Cassette 1 (bovenste cassette)*
1
c. Cassette 2 (onderste cassette)*
1
d. Deksel voorzijde*
1
e. Bedieningspaneel*
2
*1 Zie de volgende illustratie voor meer informatie.
*2 Wanneer het afdrukken begint, komt het bedieningspaneel automatisch omhoog. Breng het zo nodig zelf weer naar beneden.
a. Uitvoerlade*
b. Cassette 1
c. Cassette 2
d. Deksel voorzijde
e. Zijgeleiders
* Wanneer het afdrukken begint, schuift de uitvoerlade automatisch naar buiten. Doe de lade zo nodig zelf weer dicht.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
16
a. Papiertoevoer achterzijde
b. Papiersteun
a. Mat
b. Glasplaat
c. Lampje geheugenkaart
d. Sleuven voor geheugenkaarten
e. Externe USB-poort
a. Scannereenheid
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
17
b. Printkop/cartridgehouder
a. Netaansluiting
b. Deksel achterzijde
c. LAN-poort
d. LINE-poort *
e. EXT.-poort *
f. USB-poort
* Of dit onderdeel aanwezig is, verschilt per apparaat.
Uitleg over het bedieningspaneel
Opmerking:
Het ontwerp van het bedieningspaneel varieert naargelang uw locatie.
Hoewel het bedieningspaneel en de items die op het display worden weergegeven (namen van menu's en opties) kunnen
verschillen van uw effectieve apparaat, werken ze op dezelfde manier.
Knop en display
Knoppen Functie
aApparaat aan- of uitzetten.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
18
Knoppen Functie
bHet menu Home weergeven.
c
-
Display waarop menu's worden weergegeven.
Als uw apparaat een aanraakscherm heeft, kunt u bladeren door over het display te vegen.
Veeg snel over het midden van het display.
Probeer een beetje harder te vegen als het aanraakscherm maar langzaam reageert.
dBladeren.
eDruk hierop om het menu voor cd-/dvd-labels weer te geven.
Het apparaat wordt voorbereid op het afdrukken van een cd-/dvd-label.
fAnnuleren/terugkeren naar het vorige menu.
gKopiëren/afdrukken/scannen/faxen starten.
De automatische selectiestand
Met Automatische selectiestand krijgt u menu's te zien die zijn afgestemd op wat u doet.
Opmerking:
Wanneer u een geheugenkaart in het apparaat steekt, het deksel opent of een document in de ADF plaatst, wordt
mogelijk niet het gewenste menu weergegeven op het display. Druk in dit geval op om het menu Home weer te
geven.
Schakel elk item in het menu Automatische selectiestand uit als u deze functie wilt uitschakelen. Instellen >
Geleiderfuncties > Automatische selectiestand.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
19
Lampjes
Lampjes Functie
Brandt wanneer het product aan staat.
Knippert wanneer het apparaat gegevens ontvangt, afdrukt/kopieert/scant/faxt, wanneer een cartridge
wordt vervangen, inkt wordt geladen of wanneer de printkop wordt gereinigd.
Knippert wanneer het apparaat in de slaapstand staat.
Brandt wanneer de printer verbinding heeft met een netwerk. Knippert wanneer de netwerkinstellingen
worden gewijzigd (groen: Wi-Fi/oranje: Ethernet). In de slaapstand gaat dit lampje uit.
Opmerking:
Zie Hulp op het bedieningspaneel voor meer informatie over de pictogrammen die op het display worden weergegeven.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
20
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
Algemene informatie over het gebruiken, laden en
opslaan van afdrukmateriaal
De meeste soorten gewoon papier zijn geschikt voor deze printer. Gecoat papier geeft echter het beste resultaat, omdat
dit type papier minder inkt absorbeert.
Epson levert afdrukmateriaal dat speciaal bedoeld is voor de inkt die in Epson-inkjetapparaten wordt gebruikt.
Dergelijk papier wordt aanbevolen voor een hoogwaardig resultaat.
Lees voordat u het speciale afdrukmateriaal van Epson in de printer laadt, de instructies op de verpakking. Houd
bovendien rekening met de volgende punten.
Opmerking:
Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de papiercassette. De afdrukzijde is meestal witter of
glanzender dan de achterkant van het papier. Zie de instructies bij het papier voor meer informatie. Bij sommige
afdrukmaterialen is er een hoekje afgesneden om de juiste laadrichting aan te geven.
Als het papier gekruld is, strijk het dan in tegenovergestelde richting glad voordat u het in de printer laadt. Als u afdrukt
op gekruld papier kunnen er vegen ontstaan op de afdruk.
Papier opslaan
Plaats ongebruikt papier meteen na het afdrukken terug in de verpakking. Wanneer u speciaal afdrukmateriaal
gebruikt, raadt Epson aan de afdrukken in een hersluitbare plastic zak te bewaren. Stel ongebruikt papier en afdrukken
niet bloot aan hoge temperaturen, een vochtige omgeving of direct zonlicht.
Papier selecteren
De tabel hierna bevat het ondersteunde papier. De laadcapaciteit en de mogelijkheid om randloos af te drukken
verschillen per papiersoort. Dit wordt aangegeven.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
21
Afdrukmateriaal Formaat Laadcapaciteit (vel) Randloos
afdruk-
ken*
7
cassette 2
(onderste
cassette)
cassette 1
(bovenste
cassette)
papiertoe-
voer ach-
terzij-
de*
5
*
6
Gewoon papier *
1
Letter*
2
max. 11 mm - 1 -
A4*
2
max. 11 mm - 1 -
B5*
2
max. 11 mm - 1 -
A5*
2
max. 11 mm - 1 -
A6*
3
max. 2 mm max. 2 mm 1 -
Legal*
4
1- 1-
Gebruikergedefini-
eerd formaat
1- 1-
Enveloppe #10 10 - 1 -
DL 10 - 1 -
C6 10 - 1 -
Epson Bright White Ink Jet Pa-
per (Inkjetpapier helderwit)
A4*
3
80 - 1 -
Epson Photo Quality Ink Jet Pa-
per (Inkjetpapier fotokwaliteit)
A4 80 - 1 -
Epson Matte Paper-Heavy-
weight (Mat papier zwaar)
A4 20 - 1
Epson Double-Sided Matte Pa-
per (Mat papier dubbelzijdig)
A4*
4
1- 1
Epson Photo Paper (Fotopa-
pier)
A4 20 - 1
10 ×15 cm (4×6 inch) 20 20 1
13 ×18 cm (5×7 inch) 20 20 1
Epson Premium Glossy Photo
Paper (Fotopapier glanzend
Premium)
A4 20 - 1
10 ×15 cm (4×6 inch) 20 20 1
13 ×18 cm (5×7 inch) 20 20 1
16:9-formaat (102
×181 mm)
20 20 1
Epson Premium Semigloss
Photo Paper (Fotopapier half-
glanzend Premium)
A4 20 - 1
10 ×15 cm (4×6 inch) 20 20 1
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
22
Afdrukmateriaal Formaat Laadcapaciteit (vel) Randloos
afdruk-
ken*
7
cassette 2
(onderste
cassette)
cassette 1
(bovenste
cassette)
papiertoe-
voer ach-
terzij-
de*
5
*
6
Epson Ultra Glossy Photo Pa-
per (Fotopapier ultraglan-
zend)
A4 20 - 1
10 ×15 cm (4×6 inch) 20 20 1
13 ×18 cm (5×7 inch) 20 20 1
Epson Glossy Photo Paper (Fo-
topapier glanzend)
A4 20 - 1
10 ×15 cm (4×6 inch) 20 20 1
13 ×18 cm (5×7 inch) 20 20 1
Epson Iron-On Cool Peel Trans-
fer Paper (Strijkpapier Cool
Peel)
A4 1 - 1 -
Epson Photo Stickers (Fotostic-
kers)
A6 111-
*1 Papier met een gewicht van 64 g/m (17 lb) tot 90 g/m (24 lb).
*2 De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 30 vellen.
*3 De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 20 vellen.
*4 De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 1 vel.
*5 De papiertoevoer aan de achterzijde is mogelijk niet op alle modellen aanwezig.
*6 Sommige stijvere papiersoorten worden mogelijk niet goed ingevoerd, ook al kunt u afdrukken op papier met een dikte van 0,05
tot 0,6 mm en valt de dikte van dat stijve papier binnen deze waarden.
*7 Bij dubbelzijdig afdrukken is randloos afdrukken niet mogelijk.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier kan van land tot land verschillen.
Instellingen voor de papiersoort op het display
Het apparaat stelt zichzelf automatisch in op het afdrukmateriaal dat u in de afdrukinstellingen opgeeft. Daarom is het
zo belangrijk wat u instelt als papiersoort. Aan de hand van deze instelling weet het apparaat welk papier u gebruikt. De
hoeveelheid inkt wordt daar automatisch aan aangepast. In de volgende tabel staan de instellingen die u kunt opgeven
voor uw papier.
Voor dit papier Papiersoort op display
Gewoon papier* Gewoon papier
Epson Bright White Ink Jet Paper (Inkjetpapier helderwit)* Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper (Fotopapier ultraglanzend) Hoogglans
Epson Premium Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend Premium) Prem. glans
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
23
Epson Premium Semigloss Photo Paper (Fotopapier halfglanzend Premi-
um)
Prem. glans
Epson Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend) Glans
Epson Photo Paper (Fotopapier) Fotopapier
Epson Photo Quality Ink Jet Paper (Inkjetpapier fotokwaliteit) Mat
Epson Matte Paper–Heavyweight (Mat papier zwaar) Mat
Epson Double-Sided Matte Paper (Mat papier dubbelzijdig) Mat
Epson Photo Stickers (Fotostickers) Fotosticker
* Met dit papier is dubbelzijdig afdrukken mogelijk.
Instellingen voor de papiersoort in de printerdriver
Het apparaat stelt zichzelf automatisch in op het afdrukmateriaal dat u in de afdrukinstellingen opgeeft. Daarom is het
zo belangrijk wat u instelt als papiersoort. Aan de hand van deze instelling weet het apparaat welk papier u gebruikt. De
hoeveelheid inkt wordt daar automatisch aan aangepast. In de volgende tabel staan de instellingen die u kunt opgeven
voor uw papier.
Voor dit papier Papiersoort in printerdriver
Gewoon papier* plain papers (Gewoon papier)
Epson Bright White Ink Jet Paper (Inkjetpapier helderwit)* plain papers (Gewoon papier)
Epson Iron-On Cool Peel Transfer Paper (Strijkpapier Cool Peel) plain papers (Gewoon papier)
Epson Ultra Glossy Photo Paper (Fotopapier ultraglanzend)* Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend Premium)* Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo Paper (Fotopapier halfglanzend Premi-
um)*
Epson Premium Semigloss
Epson Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend)* Epson Glossy
Epson Photo Paper (Fotopapier)* Epson Photo
Epson Photo Quality Ink Jet Paper (Inkjetpapier fotokwaliteit)* Epson Photo Quality Ink Jet
Epson Matte Paper – Heavyweight (Mat papier zwaar)* Epson Matte
Epson Double-Sided Matte Paper (Mat papier dubbelzijdig)* Epson Matte
Epson Photo Stickers (Fotostickers)* Epson Photo Stickers
Enveloppen Envelope (Enveloppe)
* Dit afdrukmateriaal is compatibel met Exif Print en PRINT Image Matching. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van
een met Exif Print of PRINT Image Matching compatibele digitale camera.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
24
Opmerking:
De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen. Raadpleeg de klantenservice van Epson
voor informatie over de afdrukmaterialen die in uw regio verkrijgbaar zijn.
& “Technische ondersteuning (website)” op pagina 183
Papier laden
In de papiercassette
Opmerking:
De aanwijzingen in dit gedeelte gaan uit van cassette 2. Voor cassette 1 is de manier van werken identiek.
Cassette 1 en cassette 2 zijn niet geschikt voor dezelfde papiersoorten of papierformaten en hebben niet dezelfde
laadcapaciteit. Zie het volgende gedeelte voor meer informatie over het geschikte papier.
& “Papier selecteren” op pagina 21
A
Open de klep aan de voorzijde.
Opmerking:
Als de uitvoerlade is uitgeworpen, moet u die eerst sluiten voordat u de papiercassette naar buiten trekt.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
25
B
Trek de papiercassette naar buiten.
C
Schuif de zijgeleiders naar de zijkanten van de papiercassette.
Opmerking:
Verwijder bij gebruik van Legal-papier de cd-/dvd-lade en schuif cassette 2 uit (zie illustratie).
D
Stel de zijgeleider in op het papierformaat dat u wilt gebruiken.
Opmerking:
Sla deze stap over als u enveloppen wilt laden.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
26
E
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden tegen de zijgeleider en controleer of het papier niet uitsteekt
achter aan de cassette.
Opmerking:
Waaier het papier los en maak een rechte stapel voordat u het papier in de lade plaatst.
Let er bij gewoon papier op dat het niet boven de streep net onder de pijl aan de binnenzijde van de
zijgeleider komt. Zorg er bij speciaal afdrukmateriaal van Epson voor dat het aantal vellen niet meer bedraagt
dan het maximum dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven.
& “Papier selecteren” op pagina 21
Wanneer u Casset. 1>Casset. 2 selecteert bij Papierbron, moet u beide cassettes voorzien van papier van
hetzelfde formaat en type.
Wanneer u een veld Photo Stickers (Fotostickers) laadt, moet u dit met de afdrukzijde naar beneden leggen.
Gebruik het steunvel dat bij de Photo Stickers (Fotostickers) zit niet.
Gebruik cassette 2 wanneer u enveloppen wilt laden. Plaats enveloppen met de korte zijde eerst en de klep naar
boven en naar links. Controleer vervolgens of de enveloppen niet achter uit de cassette steken.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
27
Opmerking:
De dikte van enveloppen en de mate waarin ze kunnen worden gevouwen varieert sterk. Als de stapel
enveloppen in totaal meer dan 11 mm dik is, moet u de enveloppen goed platdrukken voordat u ze in het
apparaat legt. Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat wanneer er een stapel enveloppen in het apparaat ligt,
leg dan maar één envelop tegelijk in het apparaat.
& “Papier selecteren” op pagina 21
Gebruik geen gekrulde of gevouwen enveloppen.
Druk de envelop en de kleppen eerst goed plat.
Druk de zijde die als eerste in het apparaat gaat goed plat.
Gebruik geen enveloppen die te dun zijn. Dunne enveloppen kunnen gaan krullen tijdens het afdrukken.
Maak een rechte stapel van de enveloppen voordat u ze in de lade plaatst.
F
Schuif de zijgeleiders tegen de zijkanten van het papier.
Schuif de zijgeleiders tegen de zijkanten van de enveloppen.
G
Schuif de cassette mooi recht terug in het apparaat. Doe dit langzaam en voorzichtig.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
28
Opmerking:
Zorg ervoor dat aan de voorkant van het product voldoende ruimte is voor het papier dat uit het apparaat komt.
Verwijder de papiercassette niet of plaats deze niet terug als het apparaat bezig is.
In de papiertoevoer aan de achterzijde
Opmerking:
Sommige stijvere papiersoorten worden mogelijk niet goed ingevoerd, ook al kunt u afdrukken op papier met een dikte van
0,05 tot 0,6 mm en valt de dikte van dat stijve papier binnen deze waarden.
A
Stuur uw afdruktaak naar het apparaat (vanaf uw computer of gebruik het bedieningspaneel).
Opmerking:
Steek geen papier in de papiertoevoer aan de achterzijde voordat u uw afdruktaak verzendt.
B
Open het deksel van de papiertoevoer aan de achterzijde en trek de papiersteun uit.
C
Verschuif de zijgeleider.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
29
D
Plaats één vel papier met de afdrukzijde naar boven in het midden van de papiertoevoer aan de achterzijde en
verschuif vervolgens de zijgeleider. De afdrukzijde is meestal witter of glanzender dan de andere zijde.
Opmerking:
Steek het papier zo ver naar binnen dat er vanaf de groef in de zijgeleiders ongeveer 5 cm papier naar binnen zit.
Plaats de envelop met de korte zijde eerst en de klep naar beneden in het midden van de papiertoevoer aan de
achterzijde en verschuif vervolgens de zijgeleider.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
30
Opmerking:
Gebruik geen gekrulde of gevouwen enveloppen.
Druk de envelop en de kleppen eerst goed plat.
Druk de zijde die als eerste in het apparaat gaat goed plat.
Gebruik geen enveloppen die te dun zijn. Dunne enveloppen kunnen gaan krullen tijdens het afdrukken.
E
Druk op x.
Opmerking:
Na enige tijd komt het papier of de envelop automatisch naar buiten.
Een cd/dvd laden
c
Belangrijk:
Plaats de cd-/dvd-lade niet in het apparaat zolang het apparaat bezig is. Anders kan het apparaat schade oplopen
of kan de cd/dvd krassen krijgen of vies worden.
Let er bij het plaatsen en verwijderen van de cd-/dvd-lade goed op dat er niets op de uitvoerlade ligt.
Opmerking:
U kunt ook afdrukken op een Blu-ray Disc
.
A
Druk op op het bedieningspaneel en selecteer Cd/dvd laden.
B
Breng het paneel zo ver mogelijk omhoog.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
31
Opmerking:
Als de uitvoerlade is uitgeworpen, moet u de lade en het deksel aan de voorzijde sluiten.
C
Verwijder de cd-/dvd-lade uit het apparaat.
D
Leg een cd/dvd op de cd-/dvd-lade met de afdrukzijde naar boven en steek de lade in het apparaat. Zorg ervoor
dat het teken u op de lade en d op het apparaat samenvallen. De lijn op de lade moet samenvallen met het
apparaat.
E
Druk op Klaar op het display.
Opmerking:
Na enige tijd komt de cd-/dvd-lade automatisch naar buiten.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
32
Een cd/dvd verwijderen
A
Verwijder de cd-/dvd-lade uit het apparaat en pak vervolgens de cd/dvd van de lade.
!
Let op:
Maak geen krassen op de cd/dvd bij het verwijderen.
B
Breng het bedieningspaneel omlaag.
C
Plaats de cd-/dvd-lade opnieuw in de opening onder in het apparaat.
Een geheugenkaart plaatsen
U kunt foto's afdrukken die op een geheugenkaart staan of scangegevens opslaan op een geheugenkaart. De volgende
geheugenkaarten worden ondersteund.
SD, miniSD, microSD, SDHC, miniSDHC, microSDHC, SDXC, microSDXC, MultiMediaCard, MMCplus,
MMCmobile, MMCmicro, Memory Stick Duo, Memory Stick PRO Duo, Memory Stick PRO-HG Duo, Memory Stick
Micro, MagicGate Memory Stick Duo, CompactFlash, Microdrive
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
33
c
Belangrijk
Voor de volgende geheugenkaarten is een adapter nodig. Breng die aan voordat u de kaart in de sleuf steekt, want
anders kan de kaart vast komen te zitten.
miniSD, microSD, miniSDHC, microSDHC, microSDXC, MMCmicro
MMCmobile
Memory Stick Micro
A
Open het klepje en plaats een kaart (altijd maar een tegelijk).
B
Controleer of het lampje blijft branden.
= aan, = knippert
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
34
c
Belangrijk
Probeer de kaart niet helemaal in de sleuf te duwen. De kaart kan er niet helemaal in.
Verwijder de geheugenkaart nooit terwijl het lampje knippert. U zou de gegevens op de geheugenkaart kunnen
verliezen.
Opmerking:
Als er meer dan 999 afbeeldingen op uw geheugenkaart staan, worden de afbeeldingen automatisch opgedeeld in
groepen en wordt het scherm voor het selecteren van een groep weergegeven. Selecteer de groep met de afbeelding die u
wilt afdrukken. Afbeeldingen worden gesorteerd op opnamedatum.
Als u een andere groep wilt selecteren, selecteer dan Foto's afdrukken in het menu Home. Selecteer vervolgens Opties,
Locatie selecteren gevolgd door Folder selecteren of Groep selecteren.
Originelen plaatsen
Automatische documententoevoerder (ADF)
Opmerking:
De automatische documentinvoer is alleen beschikbaar voor de XP-850.
U kunt uw originelen in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen om snel meerdere pagina's te kopiëren,
scannen of faxen. Via de ADF kunt u beide zijden van uw documenten scannen. Als u dit wilt, moet u deze optie
selecteren in het menu met kopieerinstellingen.
U kunt de volgende originelen gebruiken in de ADF.
Formaat A4/Letter/Legal
Type Normaal papier
Gewicht 64 g/m
2
tot 95 g/m
2
Capaciteit 30 vellen of maximaal 3 mm (A4, Letter)/10 vellen (Legal)
Wanneer u een dubbelzijdig document scant met de ADF, kan Legal-papier niet worden gebruikt.
c
Belangrijk:
Vermijd de volgende documenten te gebruiken om te vermijden dat het papier vastloopt. Gebruik voor deze typen de
glasplaat.
Documenten die worden samengehouden met papierklemmen, nietjes enz.
Documenten waar plakband of papier aan kleeft.
Foto's, OHP's of papier voor thermische overdracht.
Papier dat gescheurd of gekreukt is of waar gaten in zitten.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
35
A
Tik de originelen op een vlakke ondergrond om de randen mooi gelijk te maken.
B
Open de toevoerlade van de ADF en schuif vervolgens het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
C
Verschuif de zijgeleider in de automatische documententoevoerder.
D
Plaats de originelen in de automatische documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde
eerst. Schuif nu de zijgeleider tegen de originelen.
Opmerking:
Het pictogram ADF wordt weergegeven wanneer een origineel wordt geladen in de automatische documentinvoer.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
36
Opmerking:
Voor de lay-out A4, 2op kopie plaatst u het origineel zoals afgebeeld. Zorg ervoor dat de richting van het origineel
overeenstemt met de instellingen bij Documentstand.
Wanneer u de kopieerfunctie met de automatische documententoevoerder (ADF) gebruikt, worden de
afdrukinstellingen vastgelegd op Verklein/Vergroot - Ware grootte, Papiertype - Gewoon papier en Papierformaat -
A4. Als u een origineel groter dan A4-formaat kopieert, wordt de afdruk bijgesneden.
Glasplaat
A
Open het deksel.
B
Leg uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat en schuif het origineel naar de hoek
rechtsvoor.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
37
Opmerking:
Zie de volgende gedeelten als er problemen optreden met het scangebied of de scanrichting wanneer u EPSON Scan
gebruikt.
& “De randen van het origineel worden niet gescand” op pagina 167
& “Meerdere documenten worden als een enkel bestand gescand” op pagina 168
C
Sluit de klep zachtjes.
Opmerking:
Als er een document in de automatische documentinvoer (ADF) en op de glasplaat ligt, wordt prioriteit gegeven aan het
document in de automatische documentinvoer (ADF).
Een cd plaatsen
Leg de cd met de bedrukte zijde naar beneden in het midden.
Foto's plaatsen
Leg foto's 5 mm van elkaar.
Opmerking:
U kunt één foto of meerdere foto's van uiteenlopend formaat tegelijk kopiëren, mits ze groter zijn dan 30 x 40 mm.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
38
Een boek plaatsen
Plaats eerst de eerste pagina en dan de tweede pagina.
U kunt twee pagina's van een boek afdrukken op één vel papier. Selecteer A4, boek/2omhoog of Boek/dubbelzijdig
als lay-out en plaats het boek.
Opmerking:
Sluit het deksel om invallend licht (van tl-lampen bijvoorbeeld) te voorkomen tijdens het scannen. Licht kan van invloed zijn
op het scanresultaat.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
39
Kopiëren
Documenten kopiëren
Normaal kopiëren
Volg de onderstaande instructies om documenten te kopiëren.
A
Laad papier in cassette 2.
& “In de papiercassette” op pagina 25
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
C
Open de modus Kopiëren in het menu Home.
D
Druk op + of - om het aantal exemplaren in te stellen.
E
Stel de kleur in.
F
Druk op d om de kopieerinstellingen op te geven.
G
Selecteer de gewenste kopieerinstellingen, zoals het papierformaat, de papiersoort en de papierkwaliteit.
Opmerking:
Voordat u met kopiëren begint kunt u alvast een voorbeeld bekijken van het resultaat van de kopie.
U kunt kopiëren in diverse lay-outs, bijvoorbeeld een dubbelzijdige kopie of twee pagina's die samen op één vel
papier worden gekopieerd. Pas de instellingen voor dubbelzijdig kopiëren of voor de lay-out zo nodig aan.
H
Druk op x om het kopiëren te starten.
Dubbelzijdig kopiëren
Bij dubbelzijdig kopiëren kunt u dubbel- of enkelzijdige kopieën maken van dubbel- of enkelzijdige originelen. Volg
de onderstaande instructies voor dubbelzijdig kopiëren.
A
Laad papier in cassette 2.
& “In de papiercassette” op pagina 25
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
Gebruikershandleiding
Kopiëren
40
C
Open de modus Kopiëren in het menu Home.
D
Druk op + of - om het aantal exemplaren in te stellen.
E
Stel de kleur in.
F
Druk op d om de kopieerinstellingen op te geven.
G
Selecteer Dubbelzijdig kopiëren.
H
Selecteer het soort dubbelzijdig kopiëren.
Instelling Beschrijving
1>enkelzijdig Normaal kopiëren.
1>dubbelzijdig Twee enkelzijdige originelen worden afgedrukt op elke zijde van één vel papier.
2>enkelzijdig* Elke zijde van een dubbelzijdig origineel wordt afgedrukt op één van één vel papier.
2>dubbelzijdig* Elke zijde van een dubbelzijdig origineel wordt afgedrukt op elke zijde van één vel papier.
* Of deze functie aanwezig is, verschilt per model.
I
Geef de gewenste instellingen op voor Documentstand, Bindrichting of Bindingmarge.
Instelling Beschrijving
Documentstand Hiermee geeft u de afdrukstand van uw originelen op.
Bindrichting* Hiermee geeft u de bindrichting van uw originelen op.
Bindingmarge Hiermee geeft u de bindrichting van uw afdrukken op.
* Of deze functie aanwezig is, verschilt per model.
Opmerking:
Het hangt van de instellingen bij Dubbelzijdig kopiëren en Indeling af of deze menu's beschikbaar zijn.
J
Druk op x om het kopiëren te starten.
Lay-out kopiëren
Met de functie lay-out kunt u twee enkelzijdige originelen op één pagina kopiëren.
A
Laad papier in cassette 2.
& “In de papiercassette” op pagina 25
Gebruikershandleiding
Kopiëren
41
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
C
Open de modus Kopiëren in het menu Home.
D
Druk op d om de kopieerinstellingen op te geven.
E
Selecteer Indeling.
F
Selecteer A4, 2op kopie.
G
Druk op x om het kopiëren te starten.
Menulijst kopieermodus
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menulijst in de kopieermodus.
& “Kopieermodus” op pagina 103
Gebruikershandleiding
Kopiëren
42
afdrukken
Standaardgebruik via het bedieningspaneel
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
A
Laad fotopapier in de papiercassette.
& “In de papiercassette” op pagina 25
B
Plaats een geheugenkaart in het apparaat.
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 33
Opmerking:
U kunt ook foto's afdrukken vanaf een extern USB-apparaat.
C
Open de modus Foto's afdrukken in het menu Home.
D
Selecteer een foto en druk op + of - om het aantal exemplaren in te stellen.
Opmerking:
U kunt uw foto bijsnijden en vergroten. Druk op Bewerken en Bijsnijden/zoomen en geef vervolgens de
instellingen op.
Als u meer foto's wilt selecteren, drukt u op y en herhaalt u stap 4.
Als u uw afbeeldingen wilt corrigeren, drukt u op Bewerken en Foto-aanpassingen en geeft u de gewenste
instellingen op. Blader eventueel verder naar beneden.
Raak het display aan als het beeld (bijvoorbeeld -, + of menu's) verdwijnt.
E
Druk op Instell. en geef vervolgens de afdrukinstellingen op. Blader eventueel verder naar beneden.
F
Druk op x om het afdrukken te starten.
Opmerking
Zie de volgende gedeelten voor meer informatie over andere afdrukfuncties die op het bedieningspaneel beschikbaar zijn.
& “Modus Foto's afdrukken” op pagina 103
& “Meer functies” op pagina 101
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera
A
Laad fotopapier in de papiercassette.
& “In de papiercassette” op pagina 25
Gebruikershandleiding
afdrukken
43
B
Verwijder een eventueel in het apparaat aanwezige geheugenkaart.
C
Open de modus Instellen vanuit het menu Home.
D
Open Ext apparaat inst. Blader eventueel verder naar beneden.
E
Selecteer Afdrukinstellingen.
F
Selecteer de gewenste afdrukinstellingen. Blader eventueel verder naar beneden.
G
Sluit de camera met een USB-kabel op het apparaat aan en zet vervolgens de camera aan.
H
Raadpleeg voor het afdrukken de handleiding van de camera.
Compatibiliteit PictBridge
Bestandsindeling JPEG
Afbeeldingsgrootte 80 × 80 pixels tot 9200 × 9200 pixels
Opmerking:
Afhankelijk van de instellingen op deze printer en de digitale camera worden sommige combinaties van papiersoort,
papierformaat en lay-out niet ondersteund.
Sommige instellingen die u op de digitale camera vastlegt, worden mogelijk niet zichtbaar op de afdruk.
Menu's van de modus Foto's afdrukken
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menu's van de modus Foto's afdrukken.
& “Modus Foto's afdrukken” op pagina 103
Gebruikershandleiding
afdrukken
44
Standaardgebruik via de computer
Printerdriver en statusmonitor
In de printerdriver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste afdrukresultaten te krijgen. Met de
statusmonitor en de printerhulpprogramma's kunt u het apparaat controleren en ervoor zorgen dat het optimaal blijft
werken.
Opmerking voor Windows-gebruikers:
De printerdriver gaat op de website van Epson op zoek naar de nieuwste versie van de printerdriver, waarna eventuele
updates automatisch worden geïnstalleerd. Klik op de knop Software Update (Software-update) in het venster
Maintenance (Hulpprogramma's) van de printerdriver en volg verder de instructies op het scherm. Als deze knop niet
wordt weergegeven in het venster Maintenance (Hulpprogramma's), wijst u naar All Programs (Alle programma's)
of Programs (Programma's) in het menu Start van Windows en kijkt u in de map EPSON.
Als u de taal van de driver wilt wijzigen, gaat u naar het venster Maintenance (Hulpprogramma's) van de
printerdriver en selecteert u de gewenste taal in de keuzelijst Language (Taal). Of deze functie aanwezig is, verschilt per
land.
De printerdriver voor Windows openen
U kunt de printerdriver openen vanuit de meeste Windows-toepassingen, vanuit het menu Start van Windows of
vanuit de taskbar (taakbalk).
Als u instellingen wilt opgeven die alleen van toepassing moeten zijn op de toepassing waarmee u aan het werk bent,
opent u de printerdriver vanuit de toepassing in kwestie.
Als u instellingen wilt opgeven die door alle Windows-toepassingen moeten worden gebruikt, opent u de
printerdriver vanuit het menu Start of vanuit de taskbar (taakbalk).
Raadpleeg de hierna genoemde gedeelten voor meer informatie over het openen van de printerdriver.
Opmerking:
Schermafbeeldingen van vensters van de printerdriver in deze Gebruikershandleiding zijn afkomstig uit Windows 7.
Vanuit Windows-toepassingen
A
Klik op Print (Afdrukken) of Print Setup (Afdrukinstelling) in het menu File (Bestand).
B
Klik in het venster dat verschijnt op Printer, Setup (Instellen), Options (Opties), Preferences (Voorkeuren)
of Properties (Eigenschappen). (Het is mogelijk dat u op een combinatie van deze knoppen moet klikken,
afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.)
Vanuit het menu Start
Windows 7:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers). Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op het apparaat en selecteer Printing preferences (Voorkeursinstellingen).
Gebruikershandleiding
afdrukken
45
Windows Vista:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printer in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden). Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Select printing
preferences (Voorkeursinstellingen selecteren).
Windows XP:
Klik achtereenvolgens op Start, Control Panel (Configuratiescherm), (Printers and Other Hardware (Printers
en andere hardware)) en Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Selecteer het apparaat en klik op
Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken) in het menu File (Bestand).
Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat op de taskbar (taakbalk) en selecteer Printer Settings
(Printerinstellingen).
Als u een snelkoppelingspictogram aan de taskbar (taakbalk) van Windows wilt toevoegen, opent u eerst de
printerdriver via het menu Start (hierboven beschreven). Klik vervolgens op het tabblad Maintenance
(Hulpprogramma's), de knop Extended Settings (Extra instellingen) en de knop Monitoring Preferences
(Controlevoorkeursinstellingen). Schakel in het venster Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen)
het selectievakje Shortcut Icon (Snelkoppelingspictogram) in.
Informatie opzoeken via de online-Help
Ga op een van de volgende manieren te werk in het venster van de printerdriver.
Klik met de rechtermuisknop op het item en klik vervolgens op Help.
Klik op de knop rechtsboven in het venster en klik daarna op het item (alleen Windows XP).
De printerdriver voor Mac OS X openen
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe u het dialoogvenster van de printerdriver opent.
Dialoogvenster Openen
Page Setup (Pagina-instel-
ling)
Klik in het menu File (Archief) van uw toepassing op Page Setup (Pagina-instelling).
Opmerking:
Afhankelijk van uw toepassing, wordt Page Setup (Pagina-instelling) niet weergegeven in het
menu File (Archief).
Print (Afdrukken) Klik in het menu File (Archief) van uw toepassing op Print (Afdrukken).
Epson Printer Utility 4 Voor Mac OS X 10.7 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het menu Apple en
klikt u vervolgens op Print & Scan (Afdrukken en scannen). Kies uw apparaat uit de lijst met
Printers, klik op Options & Supplies (Opties en toebehoren), Utility (Hulpprogramma) en klik
op Open Printer Utility (Open hulpprogramma printer).
Voor Mac OS X 10.6 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het menu Apple en
klikt u vervolgens op Print & Fax (Afdrukken en faxen). Kies uw apparaat uit de lijst met Printers,
klik op Options & Supplies (Opties en toebehoren), Utility (Hulpprogramma) en klik op Open
Printer Utility (Open hulpprogramma printer).
Voor Mac OS X 10.5 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het menu Apple en
klikt u vervolgens op Print & Fax (Afdrukken en faxen). Kies uw apparaat uit de lijst met Printers,
klik op Open Print Queue (Open afdrukwachtrij) en klik vervolgens op de knop Utility
(Hulpprogramma).
Gebruikershandleiding
afdrukken
46
Informatie opzoeken via de online-Help
Klik op de knop Help in het dialoogvenster Print (Afdrukken).
Grondbeginselen van het afdrukken
Opmerking:
De schermafbeeldingen in dit gedeelte kunnen per model verschillen.
Laad het papier op de juiste manier in het apparaat voordat u met afdrukken begint.
& “Papier laden” op pagina 25
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over het afdrukgebied.
& “Afdrukgebied” op pagina 174
Maak na het opgeven van de instellingen eerst één proefafdruk en controleer het resultaat, voordat u grote hoeveelheden
afdrukt.
Basisinstellingen voor Windows
A
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
B
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
C
Klik op het tabblad Main (Hoofdgroep).
Gebruikershandleiding
afdrukken
47
D
Selecteer de gewenste instelling voor Source (Bron).
& “Papier selecteren” op pagina 21
E
Selecteer de gewenste instelling voor Type.
& “Instellingen voor de papiersoort in de printerdriver” op pagina 24
Opmerking:
De afdrukkwaliteit wordt automatisch aangepast aan de geselecteerde papiersoort.
F
Selecteer Borderless (Randloos) als u randloze foto's wilt afdrukken.
& “Papier selecteren” op pagina 21
Als u wilt regelen hoeveel van de afbeelding buiten de rand van het papier valt, opent u het tabblad Page Layout
(Paginalay-out), selecteert u Auto Expand (Automatisch vergroten) bij Enlargement Method
(Vergrotingsmethode) en verplaatst u de schuifbalk Expansion (Uitbreiding).
G
Selecteer de gewenste instelling voor Size (Formaat). U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren. Zie
de online-Help voor meer informatie.
H
Selecteer Portrait (Staand) (verticaal) of Landscape (Liggend) (horizontaal) om de afdrukstand van het
document op het papier op te geven.
Opmerking:
Selecteer Landscape (Liggend) wanneer u op enveloppen afdrukt.
I
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten.
Opmerking:
Zie het betreffende gedeelte om de geavanceerde instellingen te wijzigen.
J
Druk het bestand af.
Basisinstellingen voor Mac OS X
Opmerking:
Schermafbeeldingen van vensters van de printerdriver in dit gedeelte zijn afkomstig uit Mac OS X 10.7.
A
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
afdrukken
48
B
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 46
Opmerking:
Als de vereenvoudigde statusmonitor wordt weergegeven, klik dan op de knop Show Details (Toon details) (voor
Mac OS X 10.7) of de knop d (voor Mac OS X 10.6 of 10.5) om dit dialoogvenster uit te breiden.
C
Selecteer het apparaat dat u gebruikt bij Printer.
Opmerking:
Het is mogelijk dat u bepaalde items in dit dialoogvenster niet kunt selecteren. Dit hangt af van de toepassing die u
gebruikt. Kies in dat geval Page Setup (Pagina-instelling) in het menu File (Archief) van uw toepassing en geef de
gewenste instellingen op.
D
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Size (Papierformaat).
Opmerking:
Selecteer XXX (Borderless (Randloos)) bij Paper Size (Papierformaat) als u randloze foto's wilt afdrukken.
& “Papier selecteren” op pagina 21
E
Selecteer de juiste instelling voor Orientation (Afdrukstand).
Opmerking:
Selecteer liggend als richting wanneer u op enveloppen afdrukt.
Gebruikershandleiding
afdrukken
49
F
Selecteer Print Settings (Printerinstellingen) in het venstermenu.
G
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Source (Papierbron).
H
Selecteer de gewenste instelling voor Media Type (Afdrukmateriaal).
& “Instellingen voor de papiersoort in de printerdriver” op pagina 24
I
Met de instelling Expansion (Uitbreiding) kunt u bij het randloos afdrukken zelf regelen hoeveel van de
afbeelding buiten de rand van het papier valt.
J
Klik op Print (Afdrukken) om te beginnen met afdrukken.
Afdrukken annuleren
U kunt het afdrukken annuleren op de hierna beschreven manieren.
Het controlepaneel gebruiken
Druk op y om een lopende afdruktaak te annuleren.
Gebruikershandleiding
afdrukken
50
Voor Windows
Opmerking:
Een afdruktaak die volledig naar het apparaat is verzonden, kan niet meer worden geannuleerd. In dit geval moet u de
afdruktaak annuleren op het apparaat zelf.
De voortgangsbalk gebruiken
Op het moment waarop u begint af te drukken, verschijnt het venster met de voortgangsbalk op het scherm van uw
computer.
Klik op de knop Cancel (Annuleren) om het afdrukken te annuleren.
EPSON Status Monitor 3 gebruiken
A
Open de EPSON Status Monitor 3.
& “Voor Windows” op pagina 142
B
Klik op de knop Print Queue (Wachtrij). De Windows Spooler (Windows-spooler) wordt weergegeven.
C
Klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en selecteer Cancel (Annuleren).
Voor Mac OS X
Volg de onderstaande instructies om een afdruktaak te annuleren.
A
Klik op het pictogram van uw apparaat in het Dock.
B
Selecteer in de lijst met documenten het document dat wordt afgedrukt.
Gebruikershandleiding
afdrukken
51
C
Klik op de knop Delete (Verwijder) om de afdruktaak te annuleren.
Overige opties
Een eenvoudige manier om foto's af te drukken
Met Epson Easy Photo Print kunt u uw digitale afbeeldingen afdrukken op verschillende soorten papier. Dankzij de
stapsgewijze instructies bereikt u snel het gewenste resultaat zonder dat u allerlei ingewikkelde instellingen hoeft op te
geven.
Met de functie Quick Print kunt u met één klik afdrukken met de instellingen die u speciaal daarvoor hebt opgeslagen.
Epson Easy Photo Print starten
Voor Windows
Dubbelklik op het pictogram Epson Easy Photo Print op het bureaublad.
Voor Windows 7 en Vista:
Klik op de knop Start, wijs naar All Programs (Alle programma's) en klik achtereenvolgens op Epson Software
en Easy Photo Print.
Voor Windows XP:
Klik op Start, wijs naar All Programs (Alle programma's) gevolgd door Epson Software en klik op Easy Photo
Print.
Gebruikershandleiding
afdrukken
52
Voor Mac OS X
Dubbelklik op de map Applications (Programma's) op de harde schijf van Mac OS X en dubbelklik vervolgens op de
mappen Epson Software en Easy Photo Print. Dubbelklik ten slotte op het pictogram Easy Photo Print.
Afdrukken op een cd/dvd
Met Epson Print CD kunt u op uw computer cd- of dvd-labels maken en die vervolgens rechtstreeks afdrukken op cd's
of dvd's met een diameter van 12 cm.
Opmerking:
Laad de cd/dvd op de juiste manier in het apparaat voordat u met afdrukken begint.
& “Een cd/dvd laden” op pagina 31
Als u een groot aantal cd's/dvd's wilt bedrukken, druk dan eerst af op een extra cd/dvd en controleer de bedrukte zijde
na één hele dag.
U kunt ook cd's of dvd's bedrukken via het bedieningspaneel.
& “Meer functies” op pagina 101
Opmerking bij het afdrukken op ene cd/dvd
Druk alleen af op ronde cd's of dvd's.
Zie de documentatie die u bij de cd/dvd hebt gekregen voor meer informatie over het gebruik van het schijfje.
Druk pas af op de cd/dvd wanneer de gegevens erop zijn weggeschreven. Doet u dat niet, dan kunnen schrijffouten
optreden als gevolg van vingerafdrukken, stof of krassen op het oppervlak van het schijfje.
Plaats de cd-/dvd-lade opnieuw in de opening onder in het apparaat. Als de cd-/dvd-lade kromtrekt of wordt
beschadigd, werkt het apparaat mogelijk niet goed meer.
Als de lade wordt uitgeworpen of niet juist wordt geplaatst wanneer u een cd-/dvd-afdruktaak start, plaatst u de
lade op de juiste wijze.
& “Een cd/dvd laden” op pagina 31
Als de lade wordt uitgeworpen wanneer u een cd-/dvd-afdruktaak start, is het apparaat niet gereed. Wacht tot u op
uw computerscherm de vraag krijgt om de lade te plaatsen. Plaats de lade en druk op x.
Nadat u hebt afgedrukt op een cd/dvd, verwijdert u de cd/dvd-lade.
Gebruik alleen cd's/dvd's waarop staat aangegeven dat ze geschikt zijn om op af te drukken, zoals 'Bedrukbare
labelzijde' of 'Kan worden bedrukt met een inkjetprinter'.
Afhankelijk van het type cd/dvd en de mate van kleurverzadiging kunnen inktvegen ontstaan.
Gebruikershandleiding
afdrukken
53
Vocht op de bedrukte zijde kan ertoe leiden dat de inkt uitloopt.
Veeg de inkt onmiddellijk weg als u per ongeluk op de cd-/dvd-lade of het doorzichtige gedeelte van de cd/dvd
afdrukt.
Wanneer dezelfde cd/dvd opnieuw wordt bedrukt, zal de afdrukkwaliteit niet verbeteren.
Als u in de printerdriver CD/DVD Premium Surface selecteert als instelling voor Media Type (Afdrukmateriaal)
en een cd of dvd van hoge kwaliteit gebruikt, kunt u labels van hoge kwaliteit maken.
Zorg ervoor dat de cd of dvd volledig droog is voordat u deze gebruikt of het afgedrukte gedeelte aanraakt.
Als het afgedrukte gedeelte nog kleverig is nadat de droogtijd is verstreken, hebt u waarschijnlijk een te hoge
kleurverzadiging ingesteld. Verlaag in dat geval de kleurverzadiging in Epson Print CD.
Als de inkt vegen vertoont, past u de kleurverzadiging aan met Epson Print CD.
Stem het afdrukgebied af op het afdrukgebied van de cd of dvd.
Zie het volgende gedeelte voor meer informatie over het afdrukgebied.
& “Afdrukgebied” op pagina 174
U kunt maar één cd of dvd tegelijk bedrukken. Wanneer Copies (Exemplaren) op 2 of meer staat, moet u de
bedrukte cd of dvd steeds uit de lade verwijderen en dan de volgende cd of dvd plaatsen. Volg de instructies op het
scherm.
Epson Print CD starten
Voor Windows
Dubbelklik op het pictogram Epson Print CD op het bureaublad.
Voor Windows 7 en Vista:
Klik op de knop Start, wijs naar All Programs (Alle programma's) en klik achtereenvolgens op Epson Software
en Print CD.
Voor Windows XP:
Klik op Start, wijs naar All Programs (Alle programma's) gevolgd door Epson Software en klik op Print CD.
Voor Mac OS X
Dubbelklik op de map Applications (Programma's) op de harde schijf van Mac OS X en dubbelklik vervolgens op de
mappen Epson Software en Print CD. Dubbelklik ten slotte op het pictogram Print CD.
Afdrukken op een cd/dvd met een in de handel verkrijgbaar softwarepakket
Wanneer u afdrukt op een cd/dvd met een in de handel verkrijgbaar softwarepakket dat afdrukken op cd/dvd
ondersteunt, moet u de volgende instellingen definiëren.
Formaat A4
Afdrukstand Portrait (Staand)
Bron (Windows) Cd/dvd
Gebruikershandleiding
afdrukken
54
Type CD/DVD of CD/DVD Premium Surface
Type lade*
1
Epson Tray Type 2*
2
*1 Hangt af van de software of dit moet worden opgegeven.
*2 De naam kan variëren afhankelijk van de software.
Voorkeursinstellingen (alleen voor Windows)
Met de voorkeursinstellingen is afdrukken een fluitje van een cent. Natuurlijk kunt u ook uw eigen
voorkeursinstellingen opgeven.
Apparaatinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Selecteer een van de Printing Presets (Voorkeursinstellingen) op het tabblad Shortcuts (Snelkopp.). De
apparaatinstellingen worden automatisch gewijzigd in de waarden die worden weergegeven.
Dubbelzijdig afdrukken
Gebruik de printerdriver als u beide zijden van het papier wilt bedrukken.
Voor Windows-gebruikers:
Er kan op vier manieren dubbelzijdig worden afgedrukt: automatisch of handmatig standaard en automatisch of
handmatig om een gevouwen boekje te maken.
Voor Mac OS X-gebruikers:
Mac OS X ondersteunt alleen automatisch standaard dubbelzijdig afdrukken.
Dubbelzijdig afdrukken is uitsluitend mogelijk met de volgende papiersoorten en -formaten.
Papier Formaat
Normaal papier Legal*, Letter, A4, B5, A5*, A6*
Epson Bright White Ink Jet Paper (Inkjetpapier helderwit) A4
Gebruikershandleiding
afdrukken
55
C
Klik op Settings (Instellingen) en geef de gewenste instellingen op.
D
Controleer de overige instellingen en druk af.
Opmerking:
Wanneer u automatisch afdrukt en gegevens met een hoge dichtheid afdrukt, zoals foto's of grafische
afbeeldingen, raden wij u aan de instellingen op te geven in het venster Print Density Adjustment
(Afdrukdichtheid aanpassen).
De werkelijke rugmarge kan afwijken van de opgegeven instellingen. Dit hangt af van de toepassing waarmee u
werkt. Probeer daarom eerst een paar vellen uit om te zien wat het resultaat zal zijn, voordat u de volledige
afdruktaak afdrukt.
Door handmatig dubbelzijdig af te drukken kunt u de even pagina's eerst afdrukken. Wanneer u de oneven
pagina's afdrukt, komt er aan het eind van de afdruktaak een blanco vel papier uit het apparaat.
Wanneer u handmatig afdrukt, moet u ervoor zorgen dat de inkt goed droog is voordat u het papier opnieuw in
de printer laadt.
Apparaatinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 46
B
Geef de gewenste instellingen op in het deelvenster Two-sided Printing Settings (Instellingen dubbelzijdig
afdrukken).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Opmerking:
Als u gegevens met een hoge dichtheid afdrukt, zoals foto's of grafische afbeeldingen, raden wij u aan de instellingen
bij Print Density (Afdrukdichtheid) en Increased Ink Drying Time (Langere droogtijd) handmatig op te geven.
Volledige pagina afdrukken
Hiermee kunt u een document automatisch vergroten of verkleinen en zo aanpassen aan het papierformaat dat in de
printerdriver is geselecteerd.
Gebruikershandleiding
afdrukken
57
Opmerking:
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in combinatie met bepaalde instellingen.
Apparaatinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Selecteer Reduce/Enlarge Document (Verklein/vergroot document) en By Output Paper Size (Op
papiergrootte (uitvoer)) op het tabblad Page Layout (Paginalay-out) en selecteer het formaat van het gebruikte
papier in de keuzelijst.
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Apparaatinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 46
B
Kies Scale to fit paper size (Pas aan papierformaat aan) bij Destination Paper Size (Doelpapierformaat) in het
deelvenster Paper Handling (Papierafhandeling) en selecteer het gebruikte papierformaat in het venstermenu.
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Afdrukken met Pages per sheet (Pagina’s per vel)
Met deze optie kunt u vanuit de printerdriver twee of vier pagina's afdrukken op één vel papier.
Opmerking:
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in combinatie met bepaalde instellingen.
Gebruikershandleiding
afdrukken
58
Apparaatinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Selecteer Multi-Page (Meerdere pagina's) en selecteer vervolgens Pages per Sheet (Pagina’s per vel) op het
tabblad Page Layout (Paginalay-out).
C
Kies het gewenste aantal pagina's en de paginavolgorde.
D
Controleer de overige instellingen en druk af.
Apparaatinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 46
B
Selecteer het gewenste aantal bij Pages per Sheet (Pagina’s per vel) en de Layout Direction (Lay-outrichting)
(paginavolgorde) in het deelvenster Layout (Lay-out).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
De afdrukfunctie van het apparaat delen
Instellingen voor Windows
Deze instructies laten zien hoe u het apparaat kunt delen met andere gebruikers binnen het netwerk.
U moet het apparaat eerst instellen als gedeelde printer via de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten.
Vervolgens moet u het apparaat toevoegen aan elke computer die via het netwerk gebruik gaat maken van het
apparaat.
Opmerking:
Deze instructies zijn alleen bedoeld voor kleine netwerken. Neem contact op met de netwerkbeheerder als u het
apparaat wilt delen in een groot netwerk.
De schermafbeeldingen in het volgende gedeelte hebben betrekking op Windows 7.
Het apparaat instellen als gedeelde printer
Opmerking:
Als u het apparaat wilt instellen als gedeelde printer in Windows 7 of Vista, hebt u een beheerdersaccount en het
bijbehorende wachtwoord nodig als u bent aangemeld als standaardgebruiker.
Als u het apparaat als gedeelde printer wilt instellen in Windows XP, moet u zich aanmelden met de account van een
Computer Administrator (Computerbeheerder).
Gebruikershandleiding
afdrukken
59
Volg de onderstaande instructies op de computer waarop het apparaat rechtstreeks is aangesloten.
A
Windows 7:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers).
Windows Vista:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printer in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden).
Windows XP:
Klik op Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printers and Faxes (Printers en
faxapparaten) in de categorie Printers and Other Hardware (Printers en andere hardware).
B
Windows 7:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, klik op Printer properties (Eigenschappen
van printer) en klik op Sharing (Delen). Klik op de knop Change Sharing Options (Opties voor delen
wijzigen).
Windows Vista:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw apparaat en klik op Sharing (Delen). Klik op de knop
Change sharing options (Opties voor delen wijzigen) en klik op Continue (Doorgaan).
Windows XP:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw apparaat en klik op Sharing (Delen).
C
Selecteer Share this printer (Deze printer delen) en geef een naam op.
Opmerking:
Gebruik in de sharenaam van de printer geen spaties of liggende streepjes.
Gebruikershandleiding
afdrukken
60
Als u automatisch printerdrivers wilt downloaden voor computers met andere versies van Windows, klikt u op
Additional Drivers (Extra stuurprogramma's) en selecteert u de omgeving en het besturingssysteem van de
andere computers. Klik op OK en plaats het schijfje met software voor het apparaat in de computer.
D
Klik op OK of op Close (Sluiten) (als u extra drivers hebt geïnstalleerd).
Het apparaat toevoegen aan andere netwerkcomputers
Volg de onderstaande instructies om het apparaat toe te voegen aan elke computer die het apparaat via het netwerk
gaat gebruiken.
Opmerking:
U kunt pas toegang krijgen tot het apparaat vanaf een andere computer nadat het apparaat als gedeelde printer is ingesteld
op de computer waarop het apparaat is aangesloten.
& “Het apparaat instellen als gedeelde printer” op pagina 59
A
Windows 7:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers).
Windows Vista:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printer in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden).
Windows XP:
Klik op Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printers and Faxes (Printers en
faxapparaten) in de categorie Printers and Other Hardware (Printers en andere hardware).
Gebruikershandleiding
afdrukken
61
B
Windows 7 en Vista:
Klik op de knop Add a printer (Een printer toevoegen).
Windows XP:
Klik op de knop Add a printer (Een printer toevoegen). De Add Printer Wizard (Wizard Printer toevoegen)
wordt weergegeven. Klik op de knop Next (Volgende).
C
Windows 7 en Vista:
Klik op Add a network, wireless or Bluetooth printer (Netwerkprinter, draadloze printer of
Bluetooth-printer toevoegen) en klik vervolgens op Next (Volgende).
Windows XP:
Selecteer A network printer, or a printer attached to another computer (Netwerkprinter, of een printer die
met een andere computer is verbonden) en klik op Next (Volgende).
D
Volg de instructies op het scherm om het gewenste apparaat te selecteren.
Opmerking:
Afhankelijk van het besturingssysteem en de configuratie van de computer waarop het apparaat is aangesloten, kan de Add
Printer Wizard (Wizard Printer toevoegen) u vragen de printerdriver te installeren vanaf de cd-rom met software. Klik in
dit geval op de knop Have Disk (Bladeren) en volg de instructies op het scherm.
Instellingen voor Mac OS X
Als u het apparaat wilt configureren voor gebruik in een Mac OS X-netwerk, gebruikt u de instelling Printer Sharing
(Printersamengebruik). Raadpleeg de Macintosh-documentatie voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
afdrukken
62
Scannen
Proberen te scannen
Starten van het scannen
Laten we een document scannen om aan het proces te wennen.
A
Leg het origineel op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
B
Start Epson Scan.
Windows:
Dubbelklik op het pictogram Epson Scan op het bureaublad.
Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Epson Software > EPSON Scan.
C
Selecteer Home Mode (Thuismodus).
Gebruikershandleiding
Scannen
63
D
Selecteer Text/Line Art (Tekst/lijntekeningen) bij Document Type (Documenttype).
E
Klik op Preview (Voorbeeld).
F
Klik op Scan (Scannen).
Gebruikershandleiding
Scannen
64
G
Klik op OK.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Mogelijkheden voor aanpassen van afbeeldingen
Epson Scan biedt tal van mogelijkheden om de kleuren, de scherpte en het contrast te verbeteren, en diverse andere
aspecten die van invloed zijn op de beeldkwaliteit te veranderen.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Histogram Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de lichte delen, schaduwen en gammaniveaus.
Tone Correction (Tooncor-
rectie)
Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de verschillende tonen.
Gebruikershandleiding
Scannen
65
Image Adjustment (Af-
beeldingsaanpassing)
Hiermee past u helderheid en contrast aan en bepaalt u het balans tussen de kleuren rood, groen
en blauw in de hele afbeelding.
Color Palette (Kleurenpa-
let)
Biedt een grafische interface voor aanpassing van middentinten, zoals huidtinten, zonder iets te
veranderen aan de lichte en donkere delen van de afbeelding.
Unsharp Mask (Verscher-
pen)
Hiermee verscherpt u de overgangen tussen kleurgebieden waardoor de hele afbeelding
helderder lijkt.
Descreening (Ontrasteren) Hiermee verwijdert u de ribbelpatronen (ook wel "moir" genoemdé) die soms voorkomen over
kleurgebieden met subtiele schakeringen, bijvoorbeeld huidkleuren.
Color Restoration (Kleur-
herstel)
Hiermee worden verkleurde foto's automatisch opgefrist.
Gebruikershandleiding
Scannen
66
Backlight Correction (Te-
genlichtcorrectie)
Hiermee worden donkere delen uit foto's met veel tegenlicht automatisch lichter gemaakt.
Dust Removal (Stof verwij-
deren)
Hiermee wordt stof op uw originelen automatisch onzichtbaar gemaakt.
Text Enhancement (Tekst
verbeteren)
Hiermee wordt de tekstherkenning tijdens het scannen verbeterd.
Auto Area Segmentation
(Gebieden automatisch
scheiden)
Met deze optie worden afbeeldingen in Black&White (Zwart-wit) scherper en wordt de
tekstherkenning nauwkeuriger omdat tekst en afbeeldingen worden gescheiden.
Color Enhance (Kleur ver-
beteren)
Hiermee kunt u een kleur verbeteren. U kunt kiezen tussen rood, blauw en groen.
Eenvoudig scannen via het bedieningspaneel
U kunt documenten scannen en de scan overbrengen van het apparaat naar een geheugenkaart of een aangesloten
computer.
Gebruikershandleiding
Scannen
67
Opmerking:
Als de gemaakte scan op een geheugenkaart moet komen, moet u die geheugenkaart eerst in het apparaat plaatsen.
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 33
Als u Scannen naar cloud wilt gebruiken, moet u dubbelklikken op het pictogram op het bureaublad en de Epson
Connect-handleiding raadplegen.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
B
Open de modus Scannen vanuit het menu Home.
C
Selecteer een item in het scanmenu.
& “Scanmodus” op pagina 104
D
Als u Naar geheugenkaart scannen selecteert, kunt u verdere scaninstellingen opgeven.
Als u Naar pc scannen selecteert, moet u uw computer selecteren.
E
Druk op x om het scannen te starten.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Menulijst scanmodus
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menu's van de modus Scannen.
& “Scanmodus” op pagina 104
Eenvoudig scannen via de computer
Scannen in Full Auto Mode (Volautomatische modus)
Met de Full Auto Mode (Volautomatische modus) kunt u snel en gemakkelijk scannen zonder dat u instellingen
opgeeft of een voorbeeldscan weergeeft. Deze modus is handig wanneer u originelen met het 100% formaat wilt
scannen.
Opmerking:
Deze modus is niet beschikbaar wanneer de automatische documentinvoer is geplaatst.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 85
Gebruikershandleiding
Scannen
68
C
Selecteer Full Auto Mode (Volautomatische modus) onder Mode (Modus).
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet is
aangevinkt, start Epson Scan meteen met scannen zonder dat dit scherm wordt weergegeven. Als u naar dit scherm
wilt terugkeren, klikt u tijdens het scannen in het dialoogvenster Scannen op Cancel (Annuleren).
Gebruikershandleiding
Scannen
69
D
Klik op Scan (Scannen). Epson Scan begint met scannen in de Full Auto Mode (Volautomatische modus).
Epson Scan maakt een voorbeeldscan van elke afbeelding, bepaalt van welk type het origineel is, en stemt de
scaninstellingen daar automatisch op af.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen in Home Mode (Thuismodus)
Met de Home Mode (Thuismodus) kunt u enkele scaninstellingen aanpassen en het resultaat van deze veranderingen
bekijken in een voorbeeldscan. Deze modus is handig voor het normaal scannen van foto's en afbeeldingen.
Opmerking:
Met Home Mode (Thuismodus) kunt u alleen vanaf de glasplaat scannen.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Glasplaat” op pagina 37
Gebruikershandleiding
Scannen
70
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 85
C
Selecteer Home Mode (Thuismodus) onder Mode (Modus).
D
Selecteer het Document Type (Documenttype).
E
Selecteer het Image Type (Beeldtype).
F
Klik op Preview (Voorbeeld).
& “Het scangebied weergeven en aanpassen” op pagina 77
G
Stel de belichting, helderheid en andere beeldkwaliteitsinstellingen in.
H
Klik op Scan (Scannen).
Gebruikershandleiding
Scannen
71
I
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand), selecteert u de instelling voor Type en klikt
u op OK.
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet is
aangevinkt, start Epson Scan meteen met scannen zonder het scherm File Save Settings (Instellingen voor Bewaar
bestand) weer te geven.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen in de Office Mode (Kantoormodus)
Met Office Mode (Kantoormodus) kunt u snel tekstdocumenten scannen zonder eerst een voorbeeld te tonen.
Opmerking:
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
Opmerkingen voor de automatische documentinvoer (ADF):
Plaats geen papier boven de lijn net onder de pijlmarkering d op de ADF.
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 85
Gebruikershandleiding
Scannen
72
C
Selecteer Office Mode (Kantoormodus) onder Mode (Modus).
D
Selecteer het Image Type (Beeldtype).
E
Selecteer de Document Source (Documentbron).
F
Selecteer het formaat van het origineel bij Size (Grootte).
G
Selecteer een geschikte resolutie voor uw originelen bij Resolution (Resolutie).
H
Klik op Scan (Scannen).
Gebruikershandleiding
Scannen
73
I
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand), selecteert u de instelling voor Type en klikt
u op OK.
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet is
aangevinkt, start Epson Scan meteen met scannen zonder het scherm File Save Settings (Instellingen voor Bewaar
bestand) weer te geven.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen in Professional Mode (Professionele modus)
Met de Professional Mode (Professionele modus) kunt u alle mogelijke scaninstellingen aanpassen en het resultaat van
deze veranderingen bekijken in een voorbeeldscan. Deze modus wordt aanbevolen voor geavanceerde gebruikers.
Opmerking:
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 85
Gebruikershandleiding
Scannen
74
C
Selecteer Professional Mode (Professionele modus) onder Mode (Modus).
D
Selecteer het type originelen dat u wilt scannen bij de instelling Document Type (Documenttype).
E
Selecteer de Document Source (Documentbron).
F
Als u Reflective (Reflecterend) selecteert bij Document Type (Documenttype), selecteert u Photo (Foto) of
Document bij Auto Exposure Type (Automatische belichting).
Gebruikershandleiding
Scannen
75
G
Selecteer het Image Type (Beeldtype).
H
Selecteer een geschikte resolutie voor uw originelen bij Resolution (Resolutie).
I
Klik op Preview (Voorbeeld) om de scan(s) vooraf te bekijken. Het venster Preview (Voorbeeld) wordt
geopend waarin u het voorbeeld kunt zien.
& “Het scangebied weergeven en aanpassen” op pagina 77
Opmerkingen voor de automatische documentinvoer (ADF):
De ADF laadt uw eerste documentpagina en vervolgens scant Epson Scan hij en wordt het in het venster Preview
(Voorbeeld) getoond. De ADF werpt vervolgens uw eerste pagina uit.
Plaats uw eerste documentpagina boven op de rest van de pagina's en laad vervolgens het gehele document in de
ADF.
Plaats geen papier boven de lijn net onder de pijlmarkering d op de ADF.
J
Selecteer indien nodig de grootte van de gescande afbeelding(en) bij Target Size (Doelgrootte). U kunt uw
afbeeldingen scannen op de grootte van het origineel, of u kunt ze verkleinen of vergroten door de Target Size
(Doelgrootte) te selecteren.
K
Pas indien nodig de kwaliteit aan.
& “Mogelijkheden voor aanpassen van afbeeldingen” op pagina 65
Opmerking:
U kunt de door u gemaakte instellingen als een aangepaste groep opslaan met een Name (Naam) en later deze
aangepaste groep voor het scannen gebruiken. De door u aangepaste instellingen zijn tevens beschikbaar in Epson
Event Manager.
Zie de Help voor details aangaande Epson Event Manager.
L
Klik op Scan (Scannen).
M
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand), selecteert u de instelling voor Type en klikt
u op OK.
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet is
aangevinkt, start Epson Scan meteen met scannen zonder het scherm File Save Settings (Instellingen voor Bewaar
bestand) weer te geven.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Gebruikershandleiding
Scannen
76
Om automatisch een selectiekader te tekenen, klikt u op het pictogram automatisch lokaliseren. U kunt dit
pictogram alleen gebruiken bij het bekijken van een normale voorbeeldscan en wanneer er slechts een enkel
document op de glasplaat ligt.
Om een selectiekader met een bepaald formaat te tekenen, voert u de nieuwe breedte en hoogte in bij Document
Size (Documentformaat).
Voor een goed resultaat in het algemeen, en een goede belichting in het bijzonder, zorgt u er best voor dat alle
zijden van het selectiekader binnen de omtrek van de afbeelding blijven. Trek het selectiekader dus niet door tot in
het gebied dat buiten de voorbeeldscan van de afbeelding valt.
Een selectiekader aanpassen
U kunt het selectiekader verplaatsen en de grootte ervan veranderen. Als u met het normale voorbeeld werkt, kunt u op
elke afbeelding tot 50 selectiekaders maken om verschillende scangebieden als afzonderlijke bestanden te scannen.
Als u het selectiekader wilt verplaatsen, plaatst u de aanwijzer ergens binnen het kader. De aanwijzer
verandert in een handje. Klik en sleep het selectiekader naar de gewenste plaats.
Als u het selectiekader groter of kleiner wilt maken, plaatst u de aanwijzer op de rand of op een van de
hoeken van het kader.
De aanwijzer verandert in een rechte of schuine tweekoppige pijl. Klik en sleep de rand van het
selectiekader naar de gewenste plaats (tot de gewenste grootte is bereikt).
Klik op dit pictogram om extra selectiekaders van hetzelfde formaat te maken.
Als u een selectiekader wilt verwijderen, klikt u ergens in het kader en vervolgens op dit pictogram.
Klik op dit pictogram om alle selectiekaders te activeren.
Opmerking:
Als u het selectiekader verplaatst met de Shift-toets ingedrukt, kan het selectiekader alleen in horizontale of verticale
richting worden versleept.
Als u de grootte van het selectiekader aanpast met de Shift-toets ingedrukt, blijft de bestaande
hoogte-breedteverhouding van het selectiekader behouden.
Als u meer dan één selectiekader hebt gemaakt, vergeet dan niet op All (Alle) te klikken, in het venster Preview
(Voorbeeld), voordat u de scan maakt. Anders wordt alleen het gebied binnen het laatst getekende selectiekader
gescand.
Gebruikershandleiding
Scannen
78
Diverse scantypes
Een tijdschrift scannen
Plaats eerst het tijdschrift en start Epson Scan.
& “Starten van het scannen” op pagina 63
A
Selecteer Home Mode (Thuismodus) onder Mode (Modus).
B
Selecteer Magazine bij Document Type (Documenttype).
C
Klik op Preview (Voorbeeld).
D
Stel de belichting, helderheid en andere beeldkwaliteitsinstellingen in.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Gebruikershandleiding
Scannen
79
E
Klik op Scan (Scannen).
F
Selecteer PDF als het Type en klik op OK.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Gebruikershandleiding
Scannen
80
Meerdere documenten als een PDF-bestand scannen
Plaats eerst het document en start Epson Scan.
& “Starten van het scannen” op pagina 63
A
Selecteer Professional Mode (Professionele modus) onder Mode (Modus).
B
Selecteer de Document Source (Documentbron).
C
Klik op Preview (Voorbeeld).
Opmerkingen voor de automatische documentinvoer (ADF):
De door de ADF uitgeworpen documentpagina is nog niet gescand. Plaats het gehele document opnieuw in de
ADF.
Plaats geen papier boven de lijn net onder de pijlmarkering d op de ADF.
Gebruikershandleiding
Scannen
81
D
Stel de belichting, helderheid en andere beeldkwaliteitsinstellingen in.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
E
Klik op Scan (Scannen).
F
Selecteer PDF als het Type en klik op OK.
Opmerking:
Indien het vakje Show Add Page dialog after scanning (Toon venster Pagina toevoegen na scannen) niet is
aangevinkt, slaat Epson Scan uw document automatisch op zonder het venster Add Page Confirmation (Bevestiging
voor Pag. toevoegen) te tonen.
G
Epson Scan start het scannen van uw document.
H
Indien u meer pagina's wilt scannen, klikt u op Add page (Pag. toevoegen).
Laad het document en scan opnieuw en herhaal indien nodig voor andere pagina's.
Als u klaar bent met scannen, gaat u naar stap 9.
Gebruikershandleiding
Scannen
82
I
Klik op Edit page (Pagina bewerken) of Save File (Bestand opslaan).
Edit page (Pagina
bewerken)
Selecteer deze knop indien u een van de pagina's wilt wissen of de volgorde wilt veranderen.
Gebruik vervolgens de pictogrammen onderaan in het venster Editing Page (Pagina bewerken)
om pagina’s te selecteren, te draaien, te herschikken of te verwijderen.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Klik nadat u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, op OK.
Save File (Bestand
opslaan)
Selecteer deze knop wanneer u klaar bent.
De pagina's worden in een PDF-bestand opgeslagen.
Gebruikershandleiding
Scannen
83
Een foto scannen
Leg eerst de foto op de glasplaat en start Epson Scan.
& “Starten van het scannen” op pagina 63
A
Selecteer Home Mode (Thuismodus) onder Mode (Modus).
B
Selecteer Photograph (Foto) bij Document Type (Documenttype).
C
Klik op Preview (Voorbeeld).
D
Stel de belichting, helderheid en andere beeldkwaliteitsinstellingen in.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Gebruikershandleiding
Scannen
84
E
Klik op Scan (Scannen).
F
Selecteer JPEG als het Type en klik op OK.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Software-informatie
Epson Scan Driver starten
Met deze software kunt u alle aspecten van het scannen regelen. U kunt dit programma als een afzonderlijk
scanprogramma of samen met andere TWAIN-scanprogramma's gebruiken.
Starten
Windows:
Dubbelklik op het pictogram EPSON Scan op het bureaublad.
Of klik op Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) > EPSON > EPSON Scan >
EPSON Scan.
Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Epson Software > EPSON Scan.
Openen van de Help
Klik op de knop Help van de Epson Scan driver.
Gebruikershandleiding
Scannen
85
Andere software voor scannen starten
Opmerking:
Bepaalde software voor scannen is voor sommige landen mogelijk niet bijgeleverd.
Epson Event Manager
Hiermee kunt u het openen van een scanprogramma aan een van de toetsen van het product toewijzen. U kunt tevens
vaak gebruikte instellingen voor het scannen opslaan zodat scanwerkzaamheden aanzienlijk sneller kunnen worden
uitgevoerd.
Starten
Windows:
Selecteer de startknop of Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's)> Epson
Software > Event Manager.
Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Epson Software en dubbelklik op het pictogram Launch Event
Manager.
Openen van de Help
Windows:
Klik op het pictogram in de rechterbovenhoek van het scherm.
Mac OS X:
Klik op menu > Help > Epson Event Manager Help.
ABBYY FineReader
U kunt met deze software een document scannen en de tekst van dat document omzetten in gegevens die met een
tekstverwerkingsprogramma verder kunnen worden bewerkt.
OCR-software kan de volgende document- of teksttypen niet of slechts moeilijk herkennen:
met de hand geschreven letters
kopieën van kopieën
faxberichten
zeer dicht op elkaar staande tekst
tekst in tabellen of onderstreepte tekst
cursieve lettertypen en tekengrootten van minder dan 8 punten
Gevouwen of gekreukte documenten
Zie de Help ABBYY FineReader voor details.
Gebruikershandleiding
Scannen
86
Starten
Windows:
Klik op de startknop of Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) > ABBYY
FineReader map > ABBYY FineReader.
Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) en dubbelklik op ABBYY FineReader.
Presto! PageManager
Met deze software kunt u foto's en documenten scannen, beheren en delen.
Starten
Windows:
Klik op de startknop of Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) > Presto!
PageManager map > Presto! PageManager.
Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Presto! PageManager en dubbelklik op het pictogram Presto!
PageManager.
Gebruikershandleiding
Scannen
87
Faxen
Opmerking:
De faxfunctie is alleen beschikbaar voor de XP-850.
Introductie FAX Utility
FAX Utility is een softwareprogramma waarmee gegevens zoals documenten, tekeningen en tabellen gemaakt in een
programma voor tekstverwerking of werkbladen rechtstreeks doorgefaxt kunnen worden, zonder afdrukken.
Gebruik de volgende procedure om het hulpprogramma uit te voeren.
Windows
Klik op de startknop (Windows 7 en Vista) of klik op Start (Windows XP), wijs naar All Programs (Alle
programma's), selecteer Epson Software en klik vervolgens op FAX Utility.
Mac OS X
Klik op System Preference (Systeemvoorkeuren), klik op Print & Fax (Afdrukken en faxen) of Print & Scan
(Afdrukken en scannen) en selecteer vervolgens FAX (uw apparaat) in Printer. Klik vervolgens als volgt:
Mac OS X 10.6.x, 10.7.x: Option & Supplies (Opties en toebehoren) - Utility (Hulpprogramma) - Open Printer
Utility (Open hulpprogramma printer)
Mac OS X 10.5.x: Open Print Queue (Open afdrukwachtrij) - Utility (Hulpprogramma)
Opmerking:
Zie de online-Help voor meer informatie over FAX Utility.
Verbinden met een telefoonlijn
Telefoonkabel
Gebruik een telefoonkabel die voldoet aan de volgende specificaties.
RJ-11-telefoonlijn
RJ-11-telefoonsetaansluiting
Voor sommige landen kan er een telefoonkabel met het product worden meegeleverd. Gebruik in dat geval die kabel.
Gebruikershandleiding
Faxen
88
Gebruik de telefoonlijn alleen om te faxen
A
Verbind een telefoonkabel van een telefoonaansluiting naar de LINE-poort.
B
Zorg ervoor dat Automatisch antwoord op Aan staat.
& “Instellen dat faxen automatisch worden ontvangen” op pagina 98
c
Belangrijk:
Als u geen externe telefoon met het apparaat verbindt, moet u automatisch beantwoorden activeren. Als u dit niet doet,
kunt u geen faxen ontvangen.
Lijn delen met telefoontoestel
A
Verbind een telefoonkabel van een telefoonaansluiting naar de LINE-poort.
B
Verwijder de plug.
Gebruikershandleiding
Faxen
89
C
Verbind een telefoontoestel of antwoordapparaat met de EXT.-poort.
Opmerking:
Zie hieronder voor andere manieren van aansluiten.
Zie de documentatie bij uw apparaten voor meer informatie.
Verbinden met DSL
a Telefoonaansluiting
bVerdeler
cDSL-modem
Verbinden met ISDN (één telefoonnummer)
d ISDN-aansluiting
e Terminalaansluiteenheid of ISDN-router
Gebruikershandleiding
Faxen
90
Verbinden met ISDN (twee telefoonnummers)
d ISDN-aansluiting
e Terminalaansluiteenheid of ISDN-router
De faxverbinding controleren
U kunt controleren of het apparaat gereed is voor het verzenden of ontvangen van faxberichten.
A
Laad gewoon A4-papier in de cassette.
& “Papier laden” op pagina 25
B
Open de modus Instellen vanuit het menu Home.
C
Selecteer Faxinstellingen.
D
Selecteer Fax-aansluiting controleren.
E
Druk op x om het rapport af te drukken.
Opmerking:
Als er fouten op het rapport staan, probeert u de oplossingen vermeld in het rapport.
Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld
Wanneer u het apparaat uitschakelt, worden de volgende gegevens die zich in het tijdelijke geheugen van het apparaat
bevinden, gewist.
Ontvangen faxgegevens
Faxgegevens die gepland staan voor latere verzending
Faxgegevens die automatisch worden verzonden
Wanneer de stroom gedurende een lange tijd uitgeschakeld is, is het mogelijk dat de klok teruggezet is. Controleer de
klok wanneer u de stroom terug inschakelt.
Gebruikershandleiding
Faxen
91
Als het apparaat als gevolg van een stroomstoring wordt uitgeschakeld, wordt het automatisch opnieuw gestart en
hoort u een toon op het moment dat de stroomtoevoer is hersteld. Als u hebt ingesteld dat faxen automatisch worden
ontvangen (Automatisch antwoord - Aan), wordt die instelling ook hersteld. Afhankelijk van de omstandigheden
vóór de stroomstoring wordt het apparaat mogelijk niet opnieuw opgestart.
Faxfuncties instellen
Snelkiezen instellen
U kunt een snelkieslijst maken waarmee u de nummers van de ontvangers van faxen snel kunt selecteren wanneer u
wilt faxen. U kunt tot 60 gecombineerde invoeren voor snelkiezen en groepskiezen registreren.
A
Open de modus Fax in het menu Home.
B
Druk op Cont.pers.
C
Selecteer Contacten toevoegen/bewerken.
D
Druk op Snelkeuze instellen. U krijgt de bescihkbare invoernummers voor snelkiezen te zien.
E
Selecteer het nummer voor snelkeuze dat u wilt registreren. U kunt tot 60 invoeren registreren.
F
Voer het telefoonnummer in. U kunt tot 64 tekens invoeren.
Opmerking:
Een streepje (-) levert een kleine pauze op in het kiezen van het nummer. Gebruik het alleen als die pauze echt nodig
is. Spaties worden genegeerd bij het kiezen.
G
Selecteer Klaar.
H
Voer een naam in om de snelkiesinvoer te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren.
I
Selecteer Klaar om de naam te registreren.
Invoeren voor groepskiezen instellen
U kunt snelkiesnummers toevoegen aan een groep, waardoor u een fax naar verschillende ontvangers tegelijk kunt
versturen. U kunt tot 60 gecombineerde invoeren voor snelkiezen en groepskiezen registreren.
A
Open de modus Fax in het menu Home.
Gebruikershandleiding
Faxen
92
B
Selecteer Cont.pers.
C
Selecteer Contactpersonen bewerken.
D
Selecteer Groepskiezen instellen. U krijgt de beschikbare invoernummers voor groepskiezen te zien.
E
Selecteer het nummer dat u wilt registreren.
F
Voer een naam in om de groepskiesinvoer te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren.
G
Selecteer Klaar om de naam te registreren.
H
Selecteer het nummer dat u wilt registreren.
I
Herhaal stap 8 om nog meer snelkiesnummers toe te voegen aan de groepskieslijst. U kunt tot 30
snelkiesinvoeren toevoegen aan een groepskieslijst.
J
Selecteer Klaar om het maken van een groepskieslijst te voltooien.
Informatie voor de kopregel maken
U kunt een kopregel maken door informatie toe te voegen zoals uw telefoonnummer of uw naam.
Opmerking:
Controleer of de tijd correct is ingesteld.
& “Tijd en land instellen/wijzigen” op pagina 127
A
Open de modus Instellen vanuit het menu Home.
B
Selecteer Faxinstellingen.
C
Selecteer Communicatie.
D
Selecteer Koptekst.
E
Selecteer Kop van fax.
F
Open de informatie voor de kopregel. U kunt tot 40 tekens invoeren.
Gebruikershandleiding
Faxen
93
G
Selecteer Klaar.
H
Selecteer Uw telefoonnummer.
I
Voer uw telefoonnummer in. U kunt tot 20 tekens invoeren.
Opmerking:
Druk op de knop # om een plusteken in te voeren (+) dat staat voor een internationaal voorvoegsel voor het
telefoonnummer. Het sterretje (*) is niet beschikbaar.
J
Selecteer Klaar om de kop te registreren.
Faxen verzenden
Faxen verzenden door een nummer in te voeren
A
Plaats uw origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
B
Open de modus Fax in het menu Home.
C
Raak op het display Geef faxnummer op aan.
D
Voer het faxnummer in en selecteer Klaar. U kunt tot 64 tekens invoeren.
Opmerking:
Om het laatst gebruikte faxnummer weer te geven, druk u op Opn. kiezen.
Zorg ervoor dat de kopregel is ingevoerd. Sommige faxapparaten weigeren inkomende faxberichten zonder
kopregel.
E
Druk op d, selecteer Kleur of Zwart-wit en wijzig zo nodig de overige instellingen.
F
Druk op x om het verzenden te starten.
Opmerking:
Als het faxnummer bezet is of er een probleem is, zal het apparaat na een minuut opnieuw proberen. Druk op Opn. kiezen
om onmiddellijk opnieuw te proberen.
Gebruikershandleiding
Faxen
94
Faxen verzenden via snelkiezen/groepskiezen
Volg de onderstaande instructies om faxen te verzdenen via snelkiezen/groepskiezen.
Opmerking:
Wanneer u groepskiezen gebruikt, kunt u alleen faxen verzenden in zwart-wit.
A
Plaats uw origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
B
Open de modus Fax in het menu Home.
C
Druk op Cont.pers.
D
Selecteer het invoernummer om de fax naartoe te verzenden.
E
Druk op d, selecteer Kleur of Zwart-wit en wijzig zo nodig de overige instellingen.
Opmerking:
Als u beide zijden van uw origineel wilt scannen en faxen, plaatst u het origineel in de ADF en selecteert u vervolgens
Dubbelzijdig faxen - Aan.
F
Druk op x om het verzenden te starten.
Groepsfaxen verzenden
Met een groepsfax kunt u dezelfde fax naar meerdere nummers verzenden (maximaal 30) via snelkiezen/groepskiezen
of door de faxnummers in te voeren. Volg de onderstaande instructies om groepsfaxen te verzenden.
Opmerking:
U kunt faxen alleen in zwart-wit verzenden.
A
Plaats uw origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
B
Open de modus Fax in het menu Home.
C
Selecteer Geavanc. Opties.
Gebruikershandleiding
Faxen
95
D
Selecteer Broadcast fax.
Opmerking:
Ga naar stap 8 om ontvangers van een snelkieslijst of groepskieslijst te selecteren.
E
Selecteer Nieuwe toevoegen.
F
Selecteer Faxnummer invoeren.
G
Voer het faxnummer in en selecteer Klaar.
Opmerking:
Herhaal stap 5 tot en met 7 om nog een nummer toe te voegen.
Als u geen ontvangers uit de snelkieslijsten/groepskieslijsten meer wilt toevoegen, selecteert u Klaar en gaat u
naar stap 13.
H
Selecteer Nieuwe toevoegen.
I
Selecteer Uit Contacten kiezen.
J
Selecteer het nummer.
K
Selecteer Klaar.
L
Selecteer Klaar.
M
Druk op x om het verzenden te starten.
Een fax verzenden op een specifiek tijdstip
Volg de onderstaande instructies om een fax op een specifiek tijdstip te verzenden.
Opmerking:
Controleer of de tijd correct is ingesteld.
& “Tijd en land instellen/wijzigen” op pagina 127
U kunt faxen alleen in zwart-wit verzenden.
A
Plaats uw origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
B
Open de modus Fax in het menu Home.
Gebruikershandleiding
Faxen
96
C
Voer het faxnummer in. U kunt ook de functie opnieuw kiezen, snelkiezen of groepskieslijsten gebruiken om
faxnummers te selecteren.
D
Selecteer Geavanc. Opties.
E
Selecteer Fax later verzenden.
F
Selecteer Aan.
G
Stel het tijdstip in waarop u de fax wilt verzenden en selecteer vervolgens Klaar.
H
Druk op x om het scannen te starten. De gescande afbeelding wordt op het opgegeven tijdstip verzonden.
Opmerking:
Als u het faxen op het gespecificeerde tijdstip moet annuleren, drukt u op y.
Een fax verzenden vanaf een verbonden telefoon
Als de ontvanger hetzelfde nummer gebruikt voor telefoon en fax, kunt u een fax verzenden na het telefoneren, zonder
op te hangen.
A
Plaats uw origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 35
B
Kies een nummer met de telefoon verbonden met het apparaat.
C
Selecteer Verzenden op het bedieningspaneel van het apparaat.
D
Druk op x om de fax te verzenden.
E
Leg de telefoon neer.
Gebruikershandleiding
Faxen
97
Faxen ontvangen
Instellen dat faxen automatisch worden ontvangen
Volg de onderstaande instructies om in te stellen dat faxen automatisch worden ontvangen.
A
Laad gewoon A4-papier in de cassette.
& “Papier laden” op pagina 25
B
Zorg ervoor dat Automatisch antwoord op Aan staat.
Instellen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Automatisch antwoord > Aan
Opmerking:
Wanneer een antwoordapparaat rechtstreeks met dit apparaat verbonden is, moet u ervoor zorgen dat u
Overgaan voor antwoorden correct instelt met de volgende procedure.
Of Overgaan voor antwoorden beschikbaar is, verschilt per land.
C
Open de modus Instellen vanuit het menu Home.
D
Selecteer Faxinstellingen.
E
Selecteer Communicatie.
F
Selecteer Overgaan voor antwoorden.
G
Druk op + of - om het aantal belsignalen te selecteren en selecteer vervolgens Klaar.
c
Belangrijk:
Selecteer meer belsignalen dan het antwoordapparaat nodig heeft om op te nemen. Als dit is ingesteld om op te nemen
na het vierde belsignaal, moet u het apparaat instellen om op te nemen na het vijfde belsignaal of later. Anders kan het
antwoordapparaat geen telefoonoproepen ontvangen.
Opmerking:
Wanneer u een oproep ontvangt en de andere partij een fax is, ontvangt het apparaat de fax automatisch, zelfs als het
antwoordapparaat de oproep opneemt. Als u de telefoon opneemt, moet u wachten tot op het display een boodschap wordt
weergegeven dat verbinding is gemaakt voor u ophangt. Als de andere partij een beller is, kan de telefoon zoals gewoonlijk
worden gebruikt of kan een bericht worden achtergelaten op het antwoordapparaat.
Faxen manueel ontvangen
Als uw telefoon is aangesloten op het apparaat en de modus automatisch beantwoorden is uitgeschakeld, kunt u
faxgegevens ontvangen nadat u verbinding hebt gemaakt.
Gebruikershandleiding
Faxen
98
A
Laad gewoon A4-papier in de cassette.
& “Papier laden” op pagina 25
B
Als de telefoon gaat, neemt u de telefoon verbonden met het apparaat op.
C
Wanneer u een faxtoon hoort, selecteert u Ontv.
D
Druk op x om de fax te ontvangen en hang op.
E
Druk op x om uw faxen af te drukken.
Een fax ontvangen via polling
Hiermee kunt u een fax ontvangen vanaf de faxinformatieservice die u hebt opgebeld.
Volg de onderstaande instructies om een fax te ontvangen via polling.
A
Laad gewoon A4-papier in de cassette.
& “Papier laden” op pagina 25
B
Open de modus Fax in het menu Home.
C
Selecteer Geavanc. Opties.
D
Selecteer Pollen gevolgd door Aan.
E
Voer het faxnummer in.
F
Druk op x om uw faxen te ontvangen.
G
Druk op x om de ontvangen fax af te drukken.
Rapporten afdrukken
Volg de onderstaande instructies om een faxrapport af te drukken.
Gebruikershandleiding
Faxen
99
A
Laad gewoon A4-papier in de cassette.
& “Papier laden” op pagina 25
B
Open de modus Fax in het menu Home.
C
Selecteer Geavanc. Opties.
D
Selecteer Faxverslag.
E
Selecteer het item dat u wilt afdrukken.
Opmerking:
Alleen het Faxlogboek kan op het scherm worden bekeken.
F
Druk op x om het geselecteerde rapport af te drukken.
Menulijst faxmodus
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menulijst in de faxmodus.
& “Faxmodus” op pagina 105
Gebruikershandleiding
Faxen
100
Meer functies
Meer functies bevat allerlei speciale menu's om het afdrukken leuker en gemakkelijker te maken! Voor meer
informatie selecteert u Meer functies gevolgd door de desbetreffende menu's en verder volgt u de instructies op het
display.
Menu Functies
Foto kopiëren/herstellen U kunt een getrouwe kopie van uw originelen
maken. Als de originele foto verkleurd is, kunt
u de foto opfrissen.
Vel fotolay-out U kunt uw foto's van een geheugenkaart af-
drukken in verschillende lay-outs.
Wenskaart Met behulp van een A4-sjabloon kunt u uw
eigen kaarten maken met een zelfgeschreven
boodschap erop. Druk eerst een sjabloon af,
schrijf uw boodschap erop en scan de sjabloon
om de kaarten af te drukken.
Naar cd/dvd kopiëren U kunt een foto of cd-/dvd-label kopiëren op
een cd/dvd. De afbeelding wordt automatisch
bijgesneden en van formaat veranderd om op
de cd/dvd te passen.
Op cd/dvd afdrukken U kunt cd-/dvd-labels maken met foto's die op
een geheugenkaart staan zonder dat u een
computer hoeft te gebruiken.
Gebruikershandleiding
Meer functies
101
Menu Functies
Gelinieerd papier afdr. U kunt lijntjes- of ruitjespapier afdrukken met
of zonder foto als achtergrond.
Kleurboek* U kunt een kleurplaat afdrukken op basis van
uw foto's of lijntekeningen.
* Gebruik de functie Kleurboek alleen voor tekeningen en afbeeldingen die u zelf hebt gemaakt. Wanneer u materiaal gebruikt
waarop auteursrechten rusten, zorg er dan voor dat u binnen de wet blijft voor het maken van afdrukken voor persoonlijk gebruik.
Gebruikershandleiding
Meer functies
102
Menu's van het bedieningspaneel
U kunt dit apparaat gebruiken als printer, kopieerapparaat, scanner en fax. Wanneer u een van deze functies gebruikt,
uitgezonderd de printerfunctie, selecteert u de gewenste functie door op de overeenkomstige modusknop op het
bedieningspaneel te drukken. Wanneer u de modus selecteert, verschijnt het hoofdscherm van deze modus.
Kopieermodus
Opmerking:
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
Menu Instelling en opties
Dubbelzijdig kopiëren 1>enkelzijdig, 2>dubbelzijdig, 1>dubbelzijdig, 2>enkelzijdig
Indeling Met rand, Randloos*, A4, 2op kopie, A4, boek/2omhoog, Boek/dubbelzijdig
Verklein/Vergroot Aangep. formaat, Ware grootte, Pag auto passend, 10x15cm->A4, A4->10x15cm,
13x18->10x15, 10x15->13x18, A5->A4, A4->A5
Papierformaat A4, A5, 10x15cm (4x6in), 13x18cm (5x7in)
Papiertype Gewoon papier, Mat, Prem. glans, Hoogglans, Glans, Fotopapier
Papierbron Cassette 1, Cassette 2
Documenttype Tekst, Tekst en afbeelding, Foto
Kwaliteit Concept, Standaardkwaliteit, Beste
Documentstand Staand, Liggend
Bindrichting Links, Bovenaan
Bindingmarge Links, Bovenaan
Uitbreiding Standaard, Gemiddeld, Minimum
Droogtijd Standaard, Lang, Langer
Alls instellingen wissen
* De afbeelding wordt iets vergroot en bijgesneden, zodat het hele vel papier wordt gevuld. De afdrukkwaliteit kan minder zijn aan
de boven- en onderkant van de afdruk, of deze gedeelten kunnen vegen vertonen.
Modus Foto's afdrukken
Opmerking:
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
103
Menu Instelling en opties
Foto's selecteren Alle foto's selecteren
Op datum selecteren
Fotoselectie annuleren
Locatie selecteren Folder selecteren
Groep selecteren
Afdrukinstellingen Papierformaat 10x15cm (4x6in), 13x18cm (5x7in), 16:9 breed, A4,
100x148mm
Papiertype Prem. glans, Hoogglans, Glans, Fotopapier, Gewoon
papier, Mat, Fotosticker
Papierbron Cassette 1, Cassette 2, Casset. 1>Casset. 2, Papiertoev.
achter
Randloos Randloos*, Met rand
Kwaliteit Concept, Standaardkwaliteit, Beste
Uitbreiding Standaard, Gemiddeld, Minimum
Datum Uit, jjjj.mm.dd, mm.dd.jjjj, dd.mm.jjjj
Info op foto's afdrukken Uit, Camera-instellingen, Cameratekst, Oriëntatie-
punt
Passend binnen rand Aan; Uit
Bidirectioneel Aan; Uit
Alls instellingen wissen
Foto's bew. Foto-aanpassingen Versterken, Scène-detectie, Rode ogen verwijderen,
Filter, Helderheid, Contrast, Scherpte, Verzadiging
Bijsnijden/zoomen
* De afbeelding wordt iets vergroot en bijgesneden, zodat het hele vel papier wordt gevuld. De afdrukkwaliteit kan minder zijn aan
de boven- en onderkant van de afdruk, of deze gedeelten kunnen vegen vertonen.
Scanmodus
Opmerking:
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
104
Menu Instellingen en opties
Naar geheugenkaart
scannen
Dubbelzijdig scannen Uit; Aan
Scangebied A4, Auto bijsnijden, Max. gebied
Document Tekst, Foto
Resolutie 200 dpi, 300 dpi, 600 dpi
Contrast -4 t/m +4
Documentstand Staand, Liggend
Bindrichting Links, Bovenaan
Alls instellingen wissen
Scannen naar cloud
*1
Naar pc scannen Dubbelzijdig scannen Uit; Aan
Naar pc scannen (PDF)
Naar pc scannen (e-mail)
Naar pc scannen (WSD)
*2
*1 Meer informatie over Scannen naar cloud vindt u in de handleiding Epson Connect.
& “Epson Connect gebruiken” op pagina 9
*2 Beschikbaar voor computers met een Engelse versie van Windows 7 of Vista.
Faxmodus
Opmerking:
Deze functies zijn alleen beschikbaar bij modellen met faxfunctie.
Menu Beschrijving
Resolutie Selecteer deze optie om de resolutie voor faxgegevens die worden verzonden te wijzigen.
Contrast Selecteer deze optie om het contrast voor faxgegevens die worden verzonden te wijzigen.
Dubbelzijdig faxen Schakel dit in wanneer dubbelzijdige originelen in de ADF worden verzonden.
Alls instellingen wissen
Fax later verzenden - &Zie “Een fax verzenden op een specifiek tijdstip” op
pagina 96
Broadcast fax - &Zie “Groepsfaxen verzenden” op pagina 95
Pollen - &Zie “Een fax ontvangen via polling” op pagina 99
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
105
Menu Beschrijving
Faxverslag Faxlogboek Drukt het communicatielog af of geeft het weer.
Laatste overdracht Drukt het log van inkomende communicatie af voor
de vorige verzending of de vorige ontvangen resul-
taten van polling.
Contactlijst Drukt de Cont.pers. af.
Snelkieslijst Drukt de snelkieslijst af.
Groepskeuzelijst Drukt de groepskieslijst af.
Faxen opnieuw afdrukken Drukt opnieuw af vanaf de laatst ontvangen fax. Als
het geheugen vol is, worden de oudste faxen eerst
gewist.
Protocol traceren Drukt het protocol voor de laatste communicatie af.
Modus Meer functies
Opmerking:
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
Menu Instelling en opties
Foto kopiëren/herstel-
len
*1
Uit; Aan
Instel papier & aantal afdr Papierformaat, Papiertype, Papierbron, Randloos
*2
,
Uitbreiding
Foto-aanpassingen Versterken, Filter
Bijsnijden/zoomen
Vel fotolay-out
*1
2-omhoog, 4-omhoog, 8-omhoog, 20-omhoog, Sticker 16-op-1, Bovenste 1/2, Onderste 1/2, Fo-
to-id, Voorblad van cd-doosje, Index van cd-doosje, P.I.F.
Papierformaat 10x15cm (4x6in), 13x18cm (5x7in), 16:9 breed, A4, A6,
100x148mm
Papiertype Prem. glans, Hoogglans, Glans, Fotopapier, Gewoon
papier, Mat, Fotosticker, PhotoSticker16
Automatische lay-out, Foto's met de hand plaatsen
Foto's selecteren Alle foto's selecteren, Op datum selecteren, Fotose-
lectie annuleren
Foto-aanpassingen Versterken, Scène-detectie, Rode ogen verwijderen,
Filter, Helderheid, Contrast, Scherpte, Verzadiging
Bijsnijden/zoomen
Afdrukinstellingen Kwaliteit, Uitbreiding, Datum, Info op foto's afdruk-
ken, Passend binnen rand, Bidirectioneel, Papierbron
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
106
Menu Instelling en opties
Wenskaart
*1
Locatie selecteren Folder selecteren, Groep selecteren
Foto-aanpassingen Versterken, Scène-detectie, Rode ogen verwijderen,
Filter, Helderheid, Contrast, Scherpte, Verzadiging
Papierformaat 10x15cm (4x6in)
Papiertype Prem. glans, Hoogglans, Glans, Fotopapier
Indeling Randloos
*2
, Bovenste 1/2, Onderste 1/2
Kader Uit, Ovaal, Ovaal – zachte rand
Naar cd/dvd kopiëren
*1
Documenttype Tekst en afbeelding, Foto
Kwaliteit Standaardkwaliteit, Beste
Op cd/dvd afdrukken
*1
Afdruklay-out Cd/dvd 1- omhoog, Cd/dvd 4-omhoog, Cd/dvd-va-
riëteit
Locatie selecteren Folder selecteren, Groep selecteren
Foto-aanpassingen Versterken, Scène-detectie, Rode ogen verwijderen,
Filter, Helderheid, Scherpte, Verzadiging
Bijsnijden/zoomen
Afdrukinstellingen Dichtheid van cd
Gelinieerd papier afdr. Alleen grote regelafstand, Alleen kleine regelafstand, Alleen ruitjespapier, Watermerk zonder lijn,
Watermerk horiz. regel, Watermerk verticale regel
Kleurboek Afdrukinstellingen Papierinstellingen, Papierbron, Dichtheid, Lijndetec-
tie
*1 De menustructuur kan per apparaat verschillen.
*2 De afbeelding wordt iets vergroot en bijgesneden, zodat het hele vel papier wordt gevuld. De afdrukkwaliteit kan minder zijn aan
de boven- en onderkant van de afdruk, of deze gedeelten kunnen vegen vertonen.
Modus Wi-Fi instellen
Opmerking:
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
107
Menu Instelling en opties
Wi-Fi automatisch ver-
binden
Zie de online Netwerkhandleiding voor meer informatie over de items voor instellingen.
Wi-Fi instelwizard
Instellen met drukknop
(WPS)
Instellen met PIN-code
(WPS)
Instel. van Wi-Fi Di-
rect-verbind.
Wi-Fi/netwerkstatus
Wi-Fi uitschakelen
Instelmodus
Opmerking:
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
Menu Item instellen Beschrijving
Inktpeilen - Controleert de status van cartridges.
Onderhoud Spuitstukcontrole Drukt een patroon voor de controle van het spuitka-
naal af om de staat van de printkop te controleren.
Kop reingen Reinigt de printkop om de staat van de printkop te
verbeteren.
Printkop uitlijnen Past de uitlijning van de printkop aan.
Inktcartridge vervangen Vervangt cartridges.
Printerinstelling Cd/dvd Wijzigt de afdrukpositie.
Stickers Wijzigt de afdrukpositie.
Dik papier Schakel dit in wanneer u op dik papier afdrukt.
Geluid Knop indrukken, Foutmelding, Melding voltooiing,
Volume
Schermbeveiliging Uit, Gegevens van geheugenkaart
Uitschakelingstimer &Zie “Het bedieningspaneel gebruiken” op pagi-
na 123
Slaaptimer
Alls instellingen wissen
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
108
Menu Item instellen Beschrijving
Basisinstelling Datum/tijd &Zie “Tijd en land instellen/wijzigen” op pagi-
na 127
Zomertijd Uit; Aan
Land/regio &Zie “Tijd en land instellen/wijzigen” op pagi-
na 127
Taal/Language -
Wi-Fi-netwerkinstellin-
gen
Wi-Fi instellen Zie de online Netwerkhandleiding. U kunt de menu's
onder Wi-Fi instellen rechtstreeks openen door Wi-Fi
instellen te selecteren op het display.
Handm. WiFi-netwerk inst.
WiFi-/netwerk controleren U kunt de status van de netwerkverbinding contro-
leren en een rapport afdrukken. Dit rapport helpt u bij
het vinden van een oplossing voor verbindingspro-
blemen.
Wi-Fi/netwerkstatus U kunt de huidige netwerkinstellingen raadplegen en
een netwerkstatusblad afdrukken.
Epson Connect-services Zie de Epson Connect-handleiding voor meer informatie over het gebruik van deze menu's.
& “Epson Connect gebruiken” op pagina 9
Afdrukservices van Goo-
gle Cloud
Bestandsdeling instellen Zie de online Netwerkhandleiding voor meer informatie over de items voor instellingen.
Afdr. inst. thuisnetw. Afdrukinstellingen Papierformaat, Papiertype, Papierbron, Kwaliteit, Bi-
directioneel, Binnen-/buitenkant van cd, Dichtheid
van cd, Alls instellingen wissen
Foto-aanpassingen Versterken, Scène-detectie, Rode ogen verwijderen,
Filter, Helderheid, Contrast, Scherpte, Verzadiging,
Alls instellingen wissen
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
109
Menu Item instellen Beschrijving
Faxinstellingen Verzendinstellingen Resolutie: Selecteer deze optie om de resolutie voor
faxgegevens die u verzendt te wijzigen.
Contrast: Selecteer deze optie om het contrast voor
faxgegevens die u verzendt te wijzigen.
Dubbelzijdig faxen: Schakel dit in wanneer u dub-
belzijdige originelen in de ADF verzendt.
Verslag laatste zending: Geeft aan of het apparaat al
dan niet een rapport afdrukt voor uitgaande faxen.
Selecteer Uit om geen rapporten af te drukken, se-
lecteer Bij fout om rapporten alleen af te drukken
wanneer er een fout optreedt of selecteer Bij ver-
zenden om rapporten af te drukken bij elke fax die u
verzendt.
Ontvangstinstellingen Automatisch antwoord: Inschakelen om faxberich-
ten automatisch te ontvangen.
Automatisch beperken: Geeft aan of grote ontvan-
gen faxen worden verkleind tot A4-formaat of afge-
drukt op ware grootte op meerdere vellen.
Communicatie DRD: Geeft het soort ringpatroon van het antwoord
aan dat u wilt gebruiken om faxen te ontvangen. Om
een andere optie dan Alles (of Uit) te selecteren,
moet u uw telefoonsysteem instellen om verschillen-
de ringpatronen te gebruiken. Afhankelijk van het
land kan deze optie Aan of Uit zijn.
ECM: Geeft aan of de foutcorrectiemodus verzonden/
ontvangen faxgegevens al dan niet automatisch cor-
rigeert bij fouten omwille van de lijn/verbinding of
andere problemen. Wanneer ECM uitgeschakeld is,
kunnen er geen faxen in kleur worden verzonden/
ontvangen.
Faxsnelheid: Geeft de snelheid aan waarmee u faxen
verzendt en ontvangt.
Overgaan voor antwoorden: Geeft het aantal be-
lsignalen weer waarna het product een fax automa-
tisch ontvangt. Afhankelijk van het land is het moge-
lijk dat deze instelling niet wordt weergegeven.
Kiestoondetectie: Als dit is ingesteld als Aan, begint
het apparaat te kiezen nadat het een belsignaal de-
tecteert. Het is mogelijk dat er geen belsignaal wordt
gedetecteerd wanneer een PBX (Private Branch Ex-
change) of TA (Terminal Adapter) is verbonden. In dat
geval stelt u dit in als Uit. Als u dit doet, is het echter
mogelijk dat het eerste cijfer van een faxnummer
wordt verwijderd en dat de fax naar het verkeerde
nummer wordt verzonden.
Kiesmodus: Geeft het soort telefoonsysteem weer
dat u hebt verbonden met het apparaat. Afhankelijk
van het land is het mogelijk dat deze instelling niet
wordt weergegeven.
Koptekst: & Zie Informatie voor de kopregel ma-
ken” op pagina 93
Fax-aansluiting controleren Controleert de status van uw faxverbinding.
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
110
Menu Item instellen Beschrijving
Ext apparaat inst. Afdrukinstellingen Papierformaat, Papiertype, Papierbron, Indeling,
Kwaliteit, Uitbreiding, Datum, Info op foto's afdruk-
ken, Passend binnen rand, Bidirectioneel, Binnen-/
buitenkant van cd, Dichtheid van cd, Alls instellingen
wissen
Foto-aanpassingen Versterken, Scène-detectie, Rode ogen verwijderen,
Filter, Helderheid, Contrast, Scherpte, Verzadiging,
Alls instellingen wissen
Geleiderfuncties Waarschuwing papierformaat Aan; Uit
Documentwaarschuwing Aan; Uit
Automatische selectiestand Geheugenkaart, Omslag van document, Automati-
sche documentinvoer
Alle functies Aan; Uit
Alls instellingen wissen
Standaardinstellingen
herstellen
Instelling zenden & ontv. van fax Schakelt de standaardinstellingen om faxen te ver-
zenden/ontvangen aan.
Instelling van faxgegevens Schakelt de standaardinstellingen voor faxgegevens
in.
Wi-Fi-netwerkinstellingen Schakelt de standaard Wi-Fi/Netwerkinstellingen in.
Alles behalve instellingen van WiFi-net-
werk
Schakelt de standaardinstellingen behalve de instel-
lingen voor Wi-Fi/netwerk in.
Alles behalve WiFi-/netwerk en faxinstel-
lingen
Schakelt de standaardinstellingen behalve de instel-
lingen voor Wi-Fi/Netwerk & fax in.
Alle instellingen Schakelt alle standaardinstellingen in.
Modus Help
Opmerking:
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
111
Menu Opties
Zo doet u dat … Aanraakscherm navigeren
Papier laden in de papiertoevoer achter
Leg papier in de papiercassette
Laad een envelop in de Papiertoevoer achter
Leg enveloppen in de papiercassette
Cd/dvd laden
Plaats document in ADF
Leg een document op de scannerglasplaat
Plaats/verwijder een geheugenkaart/USB-stick
De hoek van het bedieningspaneel regelen
Cartridges Controleer de inktcartridge
Inktpatronen vervangen
Problemen oplossen Geen verbinding met Wi-Fi
Onjuist ingevoerd
Slechte Afdrukkwaliteit
Kan geen fax verz./ontv.
Kan niet naar pc scannen
Lijst met pictogrammen
Gebruikershandleiding
Menu's van het bedieningspaneel
112
Cartridges vervangen
Veiligheidsvoorschriften, voorzorgsmaatregelen en
specificaties voor cartridges
Veiligheidsvoorschriften
Houd bij het hanteren van de cartridges rekening met het volgende:
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts
als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, spuugt u deze onmiddellijk uit en raadpleegt u direct een arts.
Als u de cartridge uit het product haalt voor later gebruik of om de cartridge weg te gooien, moet u de dop weer op
de inkttoevoer van de cartridge aanbrengen. Zo voorkomt u dat de cartridge uitdroogt of dat u inktvlekken krijgt.
Duw niet te hard op de cartridges en knijp er niet in. Let er ook op dat u ze niet laat vallen. Dit kan lekkage
veroorzaken.
Haal de inktcartridges niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan cartridges aan. Daardoor kan normaal
afdrukken onmogelijk worden.
Raak de in de illustratie weergegeven delen niet aan. Dit kan de normale werking schaden.
Laat het apparaat niet achter met de inktcartridges verwijderd en schakel het apparaat niet uit tijdens het
vervangen van de cartridges. Anders droogt achtergebleven inkt in de spuitkanaaltjes op en kunt u mogelijk niet
meer afdrukken.
Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen van cartridges
Lees alle instructies in dit gedeelte goed door voordat u een cartridge vervangt.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
113
Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele
inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Het gebruik van niet-originele cartridges kan leiden tot schade
die niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in bepaalde
omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct functioneert. Mogelijk wordt geen informatie
weergegeven over het niveau van niet-originele inkt.
Schud de cartridges niet te krachtig heen en weer, anders kan er inkt weglekken uit de cartridge.
Dit apparaat werkt met cartridges die zijn voorzien van een chip die onder meer de hoeveelheid resterende inkt
bijhoudt. Dit maakt het mogelijk om een nog niet opgebruikte cartridge uit het apparaat te halen en later opnieuw
te installeren en te gebruiken. Wanneer u een cartridge opnieuw installeert, kan er wel een beetje inkt worden
verbruikt om de goede werking te kunnen garanderen.
Om ervoor te zorgen dat de printkop optimaal blijft werken, wordt een beetje inkt uit alle cartridges verbruikt, niet
alleen tijdens het afdrukken maar ook tijdens onderhoudsactiviteiten zoals het vervangen van inktcartridges en
het reinigen van de printkop.
Pas op dat er geen stof of voorwerpen in de cartridgehouder komen. Als er iets in de houder zit, kan dit nadelige
gevolgen hebben voor het afdrukresultaat en kunt u mogelijk niet meer afdrukken.
Om zuinig om te gaan met de inkt mag u de cartridge alleen verwijderen wanneer u deze wilt vervangen.
Cartridges die al bijna leeg zijn, kunnen na een herinstallatie niet meer worden gebruikt.
Open de verpakking van de cartridge pas op het moment waarop u de cartridge wilt installeren. De cartridge is
vacuümverpakt om de betrouwbaarheid te waarborgen. Als u een cartridge langere tijd buiten de verpakking
bewaart en dan pas gebruikt, is normaal afdrukken misschien niet meer mogelijk.
Installeer alle inktcartridges. U kunt anders niet afdrukken.
Houd een nieuwe cartridge bij de hand als een cartridge bijna op is.
Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
Bewaar cartridges op een koele, donkere plaats.
De cartridges die bij het apparaat worden geleverd, kunnen niet worden gebruikt als vervanging.
Cartridgespecificaties
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
De cartridges die bij het apparaat zijn geleverd, worden deels verbruikt bij de installatie van de printer. Voor
afdrukken van hoge kwaliteit moet de printkop in het apparaat volledig zijn geladen met inkt. Bij dit eenmalige
proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte cartridge kunnen daarom wellicht
minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende cartridges.
De opgegeven capaciteit hangt af van de afbeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u afdrukt
en de omgeving (temperatuur bijvoorbeeld) waarin u de printer gebruikt.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blijft een variabele inktreserve in de cartridge
achter op het moment waarop het apparaat aangeeft dat u de cartridge moet vervangen. Bij opgave van de
capaciteit is deze reserve niet meegerekend.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
114
De cartridges kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is echter niet van invloed op de functies of prestaties van
het product.
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van zwarte
inkt, afhankelijk van de instellingen van de papiersoort of afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt wordt
gemengd om zwart te creëren.
De cartridgestatus controleren
Voor Windows
Opmerking:
De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Als niet-originele
cartridges zijn geïnstalleerd, wordt de cartridgestatus mogelijk niet weergegeven.
Wanneer een cartridge bijna leeg is, verschijnt automatisch het venster Low Ink Reminder (Herinnering weinig inkt).
In dit venster kunt u de cartridgestatus controleren. Als u dit venster niet wilt weergegeven, opent u de printerdriver en
klikt u op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's) gevolgd door de knop Extended Settings (Extra
instellingen) en de knop Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen). Schakel in het venster
Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen) het selectievakje See Low Ink Reminder alerts
(Herinneringen weinig inkt weergeven) uit.
Houd een nieuwe cartridge bij de hand als een cartridge bijna op is.
U kunt de cartridgestatus op de volgende manieren controleren:
Dubbelklik op het pictogram van het apparaat op de taskbar (taakbalk) van Windows. Raadpleeg het hierna
genoemde gedeelte voor informatie over het toevoegen van dit pictogram aan de taskbar (taakbalk).
& “Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)” op pagina 46
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
115
Open de printerdriver, klik op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's) en klik op de knop EPSON Status
Monitor 3. Er verschijnt een grafische weergave van de cartridgestatus.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 niet verschijnt, gaat u naar de printerdriver en klikt u op het tabblad Maintenance
(Hulpprogramma's) en vervolgens op de knop Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended
Settings (Extra instellingen) schakelt u het selectievakje Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor 3
inschakelen) in.
Het inktniveau is een geschatte waarde.
Voor Mac OS X
Opmerking:
Houd een nieuwe cartridge bij de hand als een cartridge bijna op is.
U kunt de cartridgestatus controleren met de EPSON Status Monitor. Ga als volgt te werk.
A
Open de Epson Printer Utility 4.
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 46
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
116
B
Klik op de knop EPSON Status Monitor. De EPSON Status Monitor wordt weergegeven.
Opmerking:
U ziet de cartridgestatus van het moment waarop de EPSON Status Monitor werd geopend. Klik op Update (Updaten)
als u de cartridgestatus wilt actualiseren.
De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Als niet-originele
cartridges zijn geïnstalleerd, wordt de cartridgestatus mogelijk niet weergegeven.
Het inktniveau is een geschatte waarde.
Het controlepaneel gebruiken
A
Open de modus Instellen via het menu Home.
B
Selecteer Inktpeilen.
Opmerking:
Het inktniveau is een geschatte waarde.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
117
Zwarte inkt besparen als de cartridge bijna leeg is
(alleen Windows)
Het onderstaande venster wordt weergegeven wanneer de zwarte inkt op raakt en er meer kleureninkt dan zwarte inkt
aanwezig is. Het venster wordt alleen weergegeven als plain papers (Gewoon papier) is geselecteerd als papiersoort en
Text (Tekst) geselecteerd als Quality Option (Kwaliteitoptie).
In het venster kunt u aangeven of u wilt doorgaan met het normaal verbruiken van zwarte inkt of dat u zwarte inkt wilt
besparen door kleureninkt te mengen tot zwarte inkt.
Kl ik op de knop Yes (Ja) om een mengsel van kleureninkt te gebruiken om zwarte inkt te maken. Hetzelfde venster
wordt weergegeven wanneer u de volgende keer een soortgelijke afdruktaak uitvoert.
Klik op de knop No (Neen) om de resterende zwarte inkt te gebruiken voor het uitvoeren van de huidige
afdruktaak. Hetzelfde venster wordt weergegeven wanneer u de volgende keer een soortgelijke afdruktaak
uitvoert. U hebt dan weer de mogelijkheid om op dezelfde manier zwarte inkt te besparen.
Klik op Disable this feature (Deze functie uitschakelen) om verder af te drukken met de resterende zwarte inkt.
Een cartridge vervangen
Opmerking:
De cd-/dvd-lade mag niet in het apparaat zitten en het lampje P moet branden (niet knipperen).
Schud de cartridges niet na het openen van de verpakking. Ze kunnen lekken.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
118
A
Haal de cartridge uit de verpakking en verwijder de dop van de onderkant van de cartridge.
Opmerking:
Raak de in de illustratie weergegeven delen niet aan. Dit kan de normale werking schaden.
B
Open de scannereenheid. De cartridgehouder beweegt naar de positie waar de cartridges kunnen worden
vervangen.
c
Belangrijk:
Raak de witte lintkabel die aan de cartridgehouder vastzit niet aan.
Opmerking:
Volg de onderstaande instructies als de cartridgehouder niet naar de positie voor het vervangen van de
cartridges beweegt.
Home > Instellen > Onderhoud > Inktcartridge vervangen
Verplaats de cartridgehouder niet met de hand. Hierdoor kan het apparaat worden beschadigd.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
119


Produktspezifikationen

Marke: Epson
Kategorie: Alles in einem
Modell: XP-750

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Epson XP-750 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten