Epson XP-615 Bedienungsanleitung
Epson
Alles in einem
XP-615
Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Epson XP-615 (222 Seiten) in der Kategorie Alles in einem. Dieser Bedienungsanleitung war für 8 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet
Seite 1/222

Gebruikershandleiding
NPD4898-00 NL

Auteursrechten en handelsmerken
Auteursrechten en handelsmerken
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op
enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Seiko Epson
Corporation wijst alle patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik van de informatie in deze uitgave. Evenmin
kan Seiko Epson Corporation aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit het gebruik van de
informatie uit deze uitgave. De hierin beschreven informatie is alleen bedoeld voor gebruik bij dit Epson-product.
Epson is niet verantwoordelijk voor het gebruik van deze informatie bij andere producten.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of
derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief
gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het
zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschriften van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor schade of problemen
voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson
Products of Epson Approved Products by Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit
elektromagnetische storingen die plaatsvinden door het gebruik van andere interfacekabels dan kenbaar als Epson
Approved Products by Seiko Epson Corporation.
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is een
handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
PRINT Image Matching
™
en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson Corporation.
Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Memory Stick Duo, Memory Stick PRO Duo, Memory Stick PRO-HG Duo, Memory Stick Micro en MagicGate
Memory Stick Duo zijn handelsmerken van Sony Corporation.
PictBridge is een handelsmerk.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
2
Intel
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.
PowerPC
®
is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
De software Epson Scan is deels gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group.
libtiff
Copyright © 1988-1997 Sam Leffler
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in
all copies of the software and related documentation, and (ii) the names of Sam Leffler and Silicon Graphics
may not be used in any advertising or publicity relating to the software without the specific, prior written
permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN
CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
Microsoft
®
, Windows
®
en Windows Vista
®
zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Apple, Macintosh, Mac OS en OS X zijn handelsmerken van Apple Inc., die in de VS en andere landen zijn
gedeponeerd.
AirPrint is een handelsmerk van Apple Inc.
Google Cloud Print
™
is een gedeponeerd handelsmerk van Google Inc.
ABBYY
®
en ABBYY FineReader
®
(namen en logo's) zijn gedeponeerde handelsmerken van ABBYY Software House.
Adobe, Adobe Reader, Acrobat en Photoshop zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated, die in bepaalde
rechtsgebieden gedeponeerd kunnen zijn.
Algemene kennisgeving: andere productnamen vermeld in deze uitgave dienen uitsluitend als identificatie en kunnen
handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze
handelsmerken.
© 2013 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Wijzigingen in de inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit apparaat voorbehouden.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
3

Inhoudsopgave
Auteursrechten en handelsmerken
Auteursrechten en handelsmerken.............. 2
Inleiding
Informatie vinden.......................... 8
Voorzorgsmaatregelen, Belangrijk en
Opmerkingen............................. 8
Besturingssystemen en versies................. 8
Epson Connect gebruiken.................... 9
Belangrijke aanwijzingen
Veiligheidsvoorschriften.................... 10
Advies en waarschuwingen met betrekking tot
het apparaat............................. 11
Het apparaat installeren/gebruiken.......... 11
Het gebruik van het apparaat met een
draadloze verbinding..................... 12
Geheugenkaarten gebruiken............... 12
Het aanraakscherm gebruiken.............. 13
Cartridges hanteren..................... 13
Kopieerbeperking......................... 13
Uw persoonlijke gegevens beschermen.......... 14
Aan de slag met uw apparaat
Beschikbare functies voor uw product.......... 15
Productonderdelen........................ 16
Opmerkingen over het bedieningspaneel en de
uitvoerlade............................ 19
Uitleg over het bedieningspaneel.............. 19
Knop en display........................ 20
Het display............................ 21
Lampjes.............................. 22
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
Algemene informatie over het gebruiken, laden
en opslaan van afdrukmateriaal............... 23
Papier opslaan......................... 23
Papier selecteren.......................... 23
Instellingen voor de papiersoort op het display
.................................... 25
Instellingen voor de papiersoort in de
printerdriver........................... 26
Papier laden............................. 27
In de papiercassette...................... 27
In de papiertoevoer aan de achterzijde. . . . . . . . 35
Een cd/dvd laden......................... 37
Een cd/dvd verwijderen................... 38
Een geheugenkaart plaatsen.................. 39
Originelen plaatsen........................ 40
Automatische documententoevoerder (ADF)
.................................... 40
Glasplaat............................. 43
Kopiëren
Documenten kopiëren...................... 45
Normaal kopiëren....................... 45
Dubbelzijdig kopiëren.................... 45
Lay-out kopiëren........................ 46
Menulijst kopieermodus.................... 47
afdrukken
Standaardgebruik via het bedieningspaneel...... 48
Foto's afdrukken (XP-710-serie/XP-810-serie)
.................................... 48
Foto's afdrukken (XP-610-serie) . . . . ........ 49
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera. . . . . 49
Menu's van de modus Foto's afdrukken....... 51
Standaardgebruik via de computer............. 51
Printerdriver en statusmonitor. . ........... 51
Grondbeginselen van het afdrukken.......... 54
Afdrukken annuleren.................... 57
Overige opties............................ 59
Een eenvoudige manier om foto's af te drukken
.................................... 59
Afdrukken op een cd/dvd................. 60
Voorkeursinstellingen (alleen voor Windows)
.................................... 62
Dubbelzijdig afdrukken................... 63
Volledige pagina afdrukken................ 65
Afdrukken met Pages per sheet (Pagina's per
vel).................................. 66
De afdrukfunctie van het apparaat delen. . . . . . . . 67
Instellingen voor Windows................ 67
Instellingen voor Mac OS X................ 70
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
4

Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen
van cartridges......................... 139
Cartridgespecificaties................... 140
De cartridgestatus controleren............... 141
Voor Windows........................ 141
Voor Mac OS X........................ 142
Het controlepaneel gebruiken............. 143
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt wanneer de
kleurencartridges of een fotozwarte cartridge
opgebruikt zijn/is........................ 144
Voor Windows........................ 144
Voor Mac OS X........................ 145
Zwarte inkt besparen als de cartridge bijna leeg is
(alleen Windows)........................ 147
Een cartridge vervangen................... 147
Uw apparaat en software
onderhouden
De spuitkanaaltjes in de printkop controleren. . . . 152
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Windows............................ 152
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Mac OS X............................ 152
Het bedieningspaneel gebruiken........... 153
De printkop reinigen...................... 153
Het hulpprogramma Head Cleaning
(Printkop reinigen) gebruiken in Windows.... 154
Het hulpprogramma Head Cleaning
(Printkop reinigen) gebruiken in Mac OS X. . . 155
Het controlepaneel gebruiken............. 155
De printkop uitlijnen...................... 155
Het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen) gebruiken in Windows. . . 156
Het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen) gebruiken in Mac OS X. . . 156
Het controlepaneel gebruiken............. 156
Tijd en land instellen/wijzigen............... 157
Energiebesparing......................... 158
Voor Windows........................ 158
Voor Mac OS X........................ 159
Het controlepaneel gebruiken............. 159
De printer minder geluid laten maken......... 160
Voor Windows........................ 160
Voor Mac OS X........................ 160
Het controlepaneel gebruiken............. 160
Netwerkservices instellen................... 160
Het apparaat reinigen..................... 161
De buitenzijde van het apparaat reinigen. . . . . 161
De binnenzijde van het apparaat reinigen..... 163
Het apparaat vervoeren.................... 164
Uw software controleren en installeren......... 165
De op uw computer geïnstalleerde software
controleren........................... 165
De software installeren.................. 166
De software verwijderen................... 167
Voor Windows........................ 167
Voor Mac OS X........................ 168
Gegevens overbrengen met een extern
opslagapparaat
Voorzorgsmaatregelen voor opslagapparaten. . . . 169
Bestanden kopiëren van opslagapparaat naar
computer en omgekeerd................... 169
Bestanden kopiëren naar uw computer....... 169
Bestanden opslaan op een opslagapparaat. . . . . 170
Foutindicatoren
Foutboodschappen op het bedieningspaneel..... 172
Probleemoplossing voor afdrukken/
kopiëren
De oorzaak van het probleem opsporen........ 174
De status van het apparaat controleren....... 174
Vastgelopen papier....................... 177
Vastgelopen papier verwijderen achter het
deksel aan de achterzijde................. 178
Vastgelopen papier verwijderen binnen in het
apparaat............................. 179
Vastgelopen papier uit de papiercassette
verwijderen........................... 180
Vastgelopen papier verwijderen uit de
automatische documenttoevoer (ADF)....... 181
Vastlopen van papier voorkomen........... 183
Opnieuw afdrukken na een papierstoring
(alleen voor Windows).................. 184
Afdrukkwaliteit verbeteren................. 184
Horizontale strepen..................... 185
Verticale strepen of verstoring............. 185
Onjuiste of ontbrekende kleuren........... 186
Vage afdrukken en vegen................. 186
Diverse afdrukproblemen.................. 187
Onjuiste of verminkte tekens.............. 187
Onjuiste marges....................... 188
Afdruk is enigszins scheef................ 188
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6

Grootte of positie van afbeelding klopt niet. . . . 188
Omgekeerd beeld...................... 188
Papier of cd/dvd wordt maar half bedrukt of
blijft leeg............................. 189
De afdrukzijde bevat vlekken of vegen. . . . . . . 189
Afdrukken verloopt te traag............... 189
Papier wordt niet goed doorgevoerd of de cd-/
dvd-lade is niet goed geplaatst............... 190
Het papier wordt niet ingevoerd............ 190
Er worden meerdere pagina's tegelijk
ingevoerd............................ 191
Papier niet goed geladen................. 191
Papier wordt niet volledig uitgeworpen of is
gekreukeld........................... 191
De cd-/dvd-lade wordt uitgeworpen of niet
juist geplaatst wanneer een afdruktaak voor
een cd of dvd wordt verstuurd............. 191
Het apparaat drukt niet af.................. 192
Er branden geen lampjes................. 192
De lampjes brandden even en gingen daarna
weer uit............................. 192
Alleen het Aan-/Uit-lampje brandt.......... 192
Er wordt een inktfout aangegeven nadat u de
cartridge hebt vervangen................. 193
De afdruksnelheid verhogen (alleen Windows). . . 194
Probleemoplossing voor scannen
Problemen aangeduid door boodschappen op het
display of statuslampjes.................... 196
Problemen bij het starten van het scannen...... 196
Gebruik van de automatische documentinvoer
(ADF)............................... 197
Gebruik van de knop.................... 197
Gebruik van andere scansoftware dan de
Epson Scan driver...................... 198
Problemen met papiertoevoer............... 198
Het papier wordt vuil................... 198
Meerdere vellen papier worden ingevoerd. . . . 198
Papier loopt vast in de automatische
documentinvoer (ADF) ................. 198
Problemen met de scantijd.................. 199
Problemen met de gescande beelden. . . . . . . . . . 199
De scankwaliteit is onvoldoende........... 199
Het scanvlak of de richting is onjuist........ 200
Nog steeds problemen na het uitvoeren van alle
oplossingen............................. 201
Probleemoplossing voor faxen
Kan geen fax verzenden of ontvangen.......... 202
Kwaliteitsproblemen (verzenden)............. 203
Kwaliteitsproblemen (ontvangen)............ 203
Antwoordapparaat kan geen telefoongesprekken
beantwoorden........................... 203
Onjuiste tijd............................ 203
Productinformatie
Systeemvereisten......................... 204
Voor Windows........................ 204
Voor Mac OS X........................ 204
Technische specificaties.................... 204
Printerspecificaties..................... 204
Scannerspecificaties..................... 208
Specificaties automatische documenttoevoer
(ADF)............................... 208
Fax: specificaties....................... 208
Netwerkinterface: specificaties............. 209
Geheugenkaart........................ 209
Mechanische specificaties................ 210
Elektrische specificaties.................. 212
Omgevingsspecificaties.................. 213
Normen en goedkeuringen............... 213
Interface............................. 214
Extern USB-apparaat.................... 215
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)........... 216
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson................................. 216
Voordat u contact opneemt met Epson. . . . . . . 216
Hulp voor gebruikers in Europa............ 217
Hulp voor gebruikers in Australië.......... 217
Index
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
7

Inleiding
Informatie vinden
Op de ondersteuningssite van Epson vindt u de meest recente versie van de volgende handleidingen.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
❏Hier beginnen (papier):
Biedt u informatie over de instellingen van het product en de installatie van de software.
❏Gebruikershandleiding (PDF):
Biedt u gedetailleerde aanwijzingen voor het gebruik, de veiligheid en het oplossen van problemen. Zie deze
handleiding wanneer u het apparaat gebruikt met een computer of wanneer u geavanceerde functies wilt
gebruiken, zoals dubbelzijdig kopiëren.
Om de PDF-handleiding te kunnen openen hebt u Adobe Acrobat Reader 5.0 (of hoger) of Adobe Reader nodig.
❏Netwerkhandleiding (PDF):
Biedt netwerkbeheerders informatie over de printerdriver en de netwerkinstellingen.
❏Hulp (op apparaatdisplay):
Biedt basisaanwijzingen voor het gebruik en het oplossen van problemen op het display van het apparaat.
Selecteer het menu Hulp op het bedieningspaneel.
Voorzorgsmaatregelen, Belangrijk en Opmerkingen
Voorzorgsmaatregelen, belangrijke informatie en opmerkingen worden in deze gebruikershandleiding als volgt
aangegeven en hebben de hier beschreven betekenis.
!
Let op
moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk
worden aangegeven met “Let op”; u moet ze naleven om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking
bevat handige tips voor en beperkingen bij het gebruik van het apparaat.
Besturingssystemen en versies
In deze handleiding worden de volgende afkortingen gebruikt.
Gebruikershandleiding
Inleiding
8

❏Windows 8 wordt gebruikt voor Windows 8 en Windows 8 Pro.
❏Windows 7 wordt gebruikt voor Windows 7 Home Basic, Windows 7 Home Premium, Windows 7 Professional
en Windows 7 Ultimate.
❏Windows Vista wordt gebruikt voor Windows Vista Home Basic Edition, Windows Vista Home Premium
Edition, Windows Vista Business Edition, Windows Vista Enterprise Edition en Windows Vista Ultimate
Edition.
❏Windows XP wordt gebruikt voor Windows XP Home Edition, Windows XP Professional x64 Edition en
Windows XP Professional.
❏Mac OS X wordt gebruikt voor Mac OS X 10.5.8, 10.6.x, 10.7.x en 10.8.x.
Epson Connect gebruiken
Met Epson Connect en diensten van andere bedrijven kunt u gemakkelijk afdrukken rechtstreeks vanaf uw
smartphone, tablet of laptop, altijd en overal, zelfs aan de andere kant van de wereld! Kijk voor meer informatie over
afdruk- en andere diensten op:
https://www.epsonconnect.com/ (portal voor Epson Connect)
http://www.epsonconnect.eu/ (alleen Europa)
Opmerking:
U kunt netwerkservices instellen met een webbrowser op uw computer, smartphone, tablet of laptop die met hetzelfde
netwerk is verbonden als het apparaat.
& “Netwerkservices instellen” op pagina 160
Gebruikershandleiding
Inleiding
9

Advies en waarschuwingen met betrekking tot het
apparaat
Voorkom schade aan het apparaat of aan uw eigendommen en lees deze aanwijzingen goed door. Bewaar deze
handleiding voor later.
Het apparaat installeren/gebruiken
❏De openingen in de behuizing van het apparaat mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt.
❏Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op het apparaat.
❏Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
❏Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
❏Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storingen kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
❏Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats geen
voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat het
snoer mooi recht blijft aan de transformator.
❏Als u een verlengsnoer gebruikt voor het apparaat, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal
van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
❏Als u het apparaat in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om het apparaat te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
❏Let bij het aansluiten van dit apparaat op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op één manier in het apparaat worden gestoken. Wanneer u een stekker op een
verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar verbonden zijn,
beschadigd raken.
❏Plaats het apparaat op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan het apparaat zelf. Laat als u het apparaat bij
een muur plaatst minstens 10 cm vrij tussen de achterkant van het apparaat en de muur. Het apparaat werkt niet
goed als het scheef staat.
❏Houd aan de rechterkant van het apparaat minstens 10 cm vrij tot aan een muur of ander voorwerp (bij modellen
met faxfunctie).
❏Zorg er bij opslag of transport van het apparaat voor dat het niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden. Anders kan er inkt lekken.
❏Laat achter het apparaat voldoende ruimte vrij voor kabels. Boven het apparaat moet er voldoende ruimte zijn om
het deksel volledig te kunnen openen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke aanwijzingen
11

❏Zorg ervoor dat aan de voorkant van het product voldoende ruimte is voor het papier dat uit het apparaat komt.
❏Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen of vochtige plaatsen. Houd het apparaat ook uit de
buurt van direct zonlicht, sterk licht of warmtebronnen.
❏Steek geen voorwerpen door de openingen in het apparaat.
❏Steek uw hand niet in het apparaat en raak de cartridges niet aan tijdens het afdrukken.
❏Raak de witte, platte kabel binnen in het apparaat niet aan.
❏Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoffen in of in de buurt van dit apparaat. Dit kan brand veroorzaken.
❏Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan het apparaat worden beschadigd.
❏Zet het apparaat altijd uit met de knop P. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het display niet helemaal uit is.
❏Controleer voordat u het apparaat vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
❏Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
❏Als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
❏Let erop dat u nooit te hard op de glasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
❏Tijdens de levensduur van het apparaat kan het nodig zijn dat volle inktkussentjes worden vervangen. Wanneer
en hoe vaak dit nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal waarop u afdrukt en het
aantal reinigingscycli dat het apparaat uitvoert. Epson Status Monitor, het display of de lampjes op het
bedieningspaneel laten u weten wanneer dit onderdeel aan vervanging toe is. Wanneer het kussentje moet worden
vervangen wil dit geenszins zeggen dat het apparaat niet meer functioneert in overeenstemming met de
specificaties. Vervanging van dit onderdeel is een routinematige onderhoudstaak die binnen de
productspecificaties valt. Het betreft hier geen probleem dat reparatie behoeft. De kosten van deze vervanging
vallen dus niet onder de garantie die Epson biedt. Als het inktkussentje van uw apparaat moet worden vervangen,
kunt u dit laten doen door een daartoe bevoegd Epson-servicebedrijf. Dit onderdeel kan niet door de gebruiker
zelf worden vervangen.
Het gebruik van het apparaat met een draadloze verbinding
❏Gebruik dit product niet in medische instellingen of in de buurt van medische apparatuur. De radiogolven die
door dit product worden uitgezonden kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van elektrische
medische apparatuur.
❏Gebruik dit product niet in de buurt van automatisch bestuurde inrichtingen zoals automatische deuren of
brandalarmen. De radiogolven die door dit product worden uitgezonden kunnen een negatieve invloed hebben
op de werking van deze apparatuur, en een storing zou tot ongevallen kunnen leiden.
Geheugenkaarten gebruiken
❏Wanneer het kaartlampje knippert, mag u de geheugenkaart niet verwijderen en het apparaat niet uitzetten.
Gebruikershandleiding
Belangrijke aanwijzingen
12

❏Het gebruik van een geheugenkaart verschilt per kaarttype. Zie de documentatie bij uw geheugenkaart voor meer
informatie.
❏Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.
& “Geheugenkaart” op pagina 209
Het aanraakscherm gebruiken
❏Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit is
normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
❏Maak het aanraakscherm alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
❏De afdekplaat van het aanraakscherm kan breken bij hevige schokken. Neem contact op met uw leverancier als de
afdekplaat barst of breekt. Probeer de gebroken stukken niet te verwijderen.
❏Voor de XP-610-serie
Het aanraakscherm is van het capacitieve type en reageert alleen wanneer het rechtstreeks wordt aangeraakt met
een vinger. Mogelijk reageert het aanraakscherm niet goed wanneer u het met natte handen of handschoenen
aanraakt of wanneer er een beschermende folie of sticker op zit.
❏Druk voorzichtig met uw vinger op het aanraakscherm. Druk niet te hard en druk niet met uw nagels.
❏Gebruik geen scherpe of puntige voorwerpen zoals een balpen, een scherp potlood en dergelijke.
❏Condensvorming binnenin als gevolg van plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid kan de
goede werking verminderen.
Cartridges hanteren
& “Cartridges vervangen” op pagina 139
Kopieerbeperking
Voor een verantwoord en legaal gebruik van dit apparaat moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
❏Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven effecten.
❏Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene briefkaarten en andere officiële, voorgefrankeerde
poststukken.
❏Belastingzegels en effecten volgens de geldende voorschriften.
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
Gebruikershandleiding
Belangrijke aanwijzingen
13

❏Privé-effecten (zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
❏Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
❏Misbruik van het apparaat is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Zorg
ervoor dat u toestemming hebt van de rechthebbende voordat u dergelijk materiaal kopieert.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Opmerking:
Deze functie is alleen beschikbaar op de XP-810-serie.
U kunt namen en telefoonnummers opslaan in het geheugen van dit product, zelfs als het uitgeschakeld is.
Gebruik het volgende menu om het geheugen te wissen als u het apparaat aan iemand anders geeft of als u het
wegruimt.
F Instellen > Standaardinst. herstellen > Alle instellingen
Gebruikershandleiding
Belangrijke aanwijzingen
14

Aan de slag met uw apparaat
Beschikbare functies voor uw product
Nagaan wat beschikbaar is voor uw product.
XP-610-serie XP-710-serie XP-810-serie
Afdrukken ✓✓✓
Kopiëren ✓✓✓
Scannen ✓✓✓
Fax - - ✓
ADF - - ✓
Ethernet - - ✓
Wi-Fi ✓✓✓
Epson Connect services Email Print ✓✓✓
Remote Print Driver ✓✓✓
Scan to Cloud ✓✓✓
iPrint* ✓✓✓
Services van andere bedrij-
ven
AirPrint ✓✓✓
Google Cloud Print ✓✓✓
PictBridge USB ✓✓✓
LAN - - ✓
WLAN ✓✓✓
* Epson iPrint is een toepassing voor iOS en Android. Met iPrint kunt u draadloos afdrukken en scannen vanaf uw smartphone of
tablet. Kijk voor meer informatie op de volgende website.
http://ipr.to/a
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
15

Productonderdelen
Opmerking:
De illustraties in deze handleiding zijn van een gelijkaardig productmodel. Hoewel ze kunnen verschillen van uw effectieve
apparaat, werken ze op dezelfde manier.
a. Automatische documenttoevoer (ADF) *
b. Zijgeleider *
c. Papierlade van de ADF (plaats hierop uw originelen voor het kopiëren) *
d. Verlengstuk van uitvoerlade van ADF (schuif het verlengstuk uit wanneer u de ADF gebruikt)*
e. Uitvoerlade van de ADF (uw originelen worden na het kopiëren op deze lade geplaatst) *
f. Deksel van de ADF *
g. Cd-/dvd-lade
* Dit onderdeel is alleen beschikbaar op de XP-810-serie.
a. Deksel
b. Papiercassette 1 (bovenste cassette)*
1
c. Papiercassette 2 (onderste cassette)*
1
d. Deksel voorzijde*
1
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
16

e. Bedieningspaneel*
2
*1 Zie de volgende illustratie voor meer informatie.
*2 Wanneer het afdrukken begint, komt het bedieningspaneel automatisch omhoog. Breng het zo nodig zelf weer naar beneden.
(XP-710-serie/XP-810-serie)
a. Uitvoerlade*
b. Papiercassette 1
c. Papiercassette 2
d. Deksel voorzijde
e. Zijgeleiders
* Wanneer het afdrukken begint, schuift de uitvoerlade automatisch naar buiten. Doe de lade zo nodig zelf weer dicht. (XP-710-serie/
XP-810-serie)
a. Papiertoevoer achterzijde*
b. Papiersteun*
* Dit onderdeel is alleen beschikbaar op de XP-710-serie/XP-810-serie.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
17

a. Mat
b. Glasplaat
c. Lampje geheugenkaart
d. Geheugenkaartsleuf
e. Externe USB-poort
a. Scannereenheid
b. Printkop/cartridgehouder
a. Netaansluiting
b. Deksel achterzijde
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
18

De automatische selectiestand
Met Automatische selectiestand krijgt u menu's te zien die zijn afgestemd op wat u doet.
Opmerking:
❏Automatische selectiestand is niet beschikbaar op de XP-610-serie.
❏Wanneer u een geheugenkaart in het apparaat steekt, het deksel opent of een document in de ADF plaatst, wordt
mogelijk niet het gewenste menu weergegeven op het display. Druk in dit geval op om het menu Home weer te
geven.
❏Schakel elk item in het menu Automatische selectiestand uit als u deze functie wilt uitschakelen. Instellen >
Geleiderfuncties > Automatische selectiestand.
Lampjes
Lampjes Functie
Brandt wanneer het product aan staat.
Knippert wanneer het apparaat gegevens ontvangt, afdrukt/kopieert/scant/faxt, wanneer een cartridge
wordt vervangen, inkt wordt geladen of wanneer de printkop wordt gereinigd.
Voor de XP-710-serie/XP-810-serie:
Knippert wanneer het apparaat in de slaapstand staat.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
22

Papier en afdrukmateriaal gebruiken
Algemene informatie over het gebruiken, laden en
opslaan van afdrukmateriaal
De meeste soorten gewoon papier zijn geschikt voor deze printer. Gecoat papier geeft echter het beste resultaat, omdat
dit type papier minder inkt absorbeert.
Epson levert afdrukmateriaal dat speciaal bedoeld is voor de inkt die in Epson-inkjetapparaten wordt gebruikt.
Dergelijk papier wordt aanbevolen voor een hoogwaardig resultaat.
Lees voordat u het speciale afdrukmateriaal van Epson in de printer laadt, de instructies op de verpakking. Houd
bovendien rekening met de volgende punten.
Opmerking:
❏Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de papiercassette. De afdrukzijde is meestal witter of
glanzender dan de achterkant van het papier. Zie de instructies bij het papier voor meer informatie. Bij sommige
afdrukmaterialen is er een hoekje afgesneden om de juiste laadrichting aan te geven.
❏Als het papier gekruld is, strijk het dan in tegenovergestelde richting glad voordat u het in de printer laadt. Als u afdrukt
op gekruld papier kunnen er vegen ontstaan op de afdruk.
Papier opslaan
Plaats ongebruikt papier meteen na het afdrukken terug in de verpakking. Wanneer u speciaal afdrukmateriaal
gebruikt, raadt Epson aan de afdrukken in een hersluitbare plastic zak te bewaren. Stel ongebruikt papier en afdrukken
niet bloot aan hoge temperaturen, een vochtige omgeving of direct zonlicht.
Papier selecteren
De tabel hierna bevat het ondersteunde papier. De laadcapaciteit en de mogelijkheid om randloos af te drukken
verschillen per papiersoort. Dit wordt aangegeven.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
23

Afdrukmateriaal Formaat Laadcapaciteit (vel) Randloos
afdruk-
ken*
7
cassette 2
(onderste
cassette)
cassette 1
(bovenste
cassette)
papiertoe-
voer ach-
terzij-
de*
5
*
6
Epson Photo Paper Glossy (Fo-
topapier glanzend)
A4 20 - 1 ✓
10 × 15 cm (4 × 6 in) 20 20 1 ✓
13 × 18 cm (5 × 7 in) 20 20 1 ✓
Epson Ultra Glossy Photo Pa-
per (Fotopapier ultraglan-
zend)
A4 20 - 1 ✓
10 ×15 cm (4×6 inch) 20 20 1 ✓
13 ×18 cm (5×7 inch) 20 20 1 ✓
Epson Glossy Photo Paper (Fo-
topapier glanzend)
A4 20 - 1 ✓
10 ×15 cm (4×6 inch) 20 20 1 ✓
13 ×18 cm (5×7 inch) 20 20 1 ✓
Epson Iron-On Cool Peel Trans-
fer Paper (Strijkpapier Cool
Peel)
A4 1 - 1 -
Epson Photo Stickers (Fotostic-
kers)
A6 111-
*1 Papier met een gewicht van 64 g/m (17 lb) tot 90 g/m (24 lb).
*2 De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 30 vellen.
*3 De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 20 vellen.
*4 De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 1 vel.
*5 De papiertoevoer aan de achterzijde is niet beschikbaar op de XP-610-serie.
*6 Sommige stijvere papiersoorten worden mogelijk niet goed ingevoerd, ook al kunt u afdrukken op papier met een dikte van 0,05
tot 0,6 mm en valt de dikte van dat stijve papier binnen deze waarden.
*7 Bij dubbelzijdig afdrukken is randloos afdrukken niet mogelijk.
*8 Alleen beschikbaar op de XP-610-serie.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier kan van land tot land verschillen.
Instellingen voor de papiersoort op het display
Het apparaat stelt zichzelf automatisch in op het afdrukmateriaal dat u in de afdrukinstellingen opgeeft. Daarom is het
zo belangrijk wat u instelt als papiersoort. Aan de hand van deze instelling weet het apparaat welk papier u gebruikt. De
hoeveelheid inkt wordt daar automatisch aan aangepast. In de volgende tabel staan de instellingen die u kunt opgeven
voor uw papier.
Voor dit papier Papiersoort op display
Gewoon papier* Gewoon papier
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
25

Epson Bright White Ink Jet Paper (Inkjetpapier helderwit)* Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper (Fotopapier ultraglanzend) Hoogglans
Epson Premium Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend Premium) Prem. glans
Epson Premium Semigloss Photo Paper (Fotopapier halfglanzend Premi-
um)
Prem. glans
Epson Photo Paper Glossy (Fotopapier glanzend) Photo Paper Glossy
Epson Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend) Photo Paper Glossy
Epson Photo Paper (Fotopapier) Fotopapier
Epson Photo Quality Ink Jet Paper (Inkjetpapier fotokwaliteit) Mat
Epson Matte Paper–Heavyweight (Mat papier zwaar)* Mat
Epson Double-Sided Matte Paper (Mat papier dubbelzijdig) Mat
Epson Photo Stickers (Fotostickers) PhotoSticker16
* Met dit papier is dubbelzijdig afdrukken mogelijk.
Instellingen voor de papiersoort in de printerdriver
Het apparaat stelt zichzelf automatisch in op het afdrukmateriaal dat u in de afdrukinstellingen opgeeft. Daarom is het
zo belangrijk wat u instelt als papiersoort. Aan de hand van deze instelling weet het apparaat welk papier u gebruikt. De
hoeveelheid inkt wordt daar automatisch aan aangepast. In de volgende tabel staan de instellingen die u kunt opgeven
voor uw papier.
Voor dit papier Papiersoort in printerdriver
Gewoon papier* plain papers (Gewoon papier)
Epson Bright White Ink Jet Paper (Inkjetpapier helderwit)* plain papers (Gewoon papier)
Epson Iron-On Cool Peel Transfer Paper (Strijkpapier Cool Peel) plain papers (Gewoon papier)
Epson Ultra Glossy Photo Paper (Fotopapier ultraglanzend)* Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend Premium)* Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo Paper (Fotopapier halfglanzend Premi-
um)*
Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy (Fotopapier glanzend)* Photo Paper Glossy
Epson Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend)* Epson Glossy
Epson Photo Paper (Fotopapier)* Epson Photo
Epson Photo Quality Ink Jet Paper (Inkjetpapier fotokwaliteit)* Epson Photo Quality Ink Jet
Epson Matte Paper – Heavyweight (Mat papier zwaar)* Epson Matte
Epson Double-Sided Matte Paper (Mat papier dubbelzijdig)* Epson Matte
Epson Photo Stickers (Fotostickers)* Epson Photo Stickers
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
26

Enveloppen Envelope (Enveloppe)
* Dit afdrukmateriaal is compatibel met Exif Print en PRINT Image Matching. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van
een met Exif Print of PRINT Image Matching compatibele digitale camera.
Opmerking:
De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen. Raadpleeg de klantenservice van Epson
voor informatie over de afdrukmaterialen die in uw regio verkrijgbaar zijn.
& “Technische ondersteuning (website)” op pagina 216
Papier laden
In de papiercassette
Opmerking:
Cassette 1 en cassette 2 zijn niet geschikt voor dezelfde papiersoorten of papierformaten en hebben niet dezelfde
laadcapaciteit. Zie het volgende gedeelte voor meer informatie over het geschikte papier.
& “Papier selecteren” op pagina 23
In papiercassette 1
A
Open de klep aan de voorzijde.
Opmerking:
Als de uitvoerlade is uitgeworpen, moet u die eerst sluiten voordat u de papiercassette naar buiten trekt.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
27

B
Trek de papiercassette naar buiten.
Opmerking:
Als de cassette te ver naar binnen zit, zet het apparaat dan uit en weer aan.
C
Schuif de zijgeleiders naar de zijkanten van de papiercassette.
D
Stel de zijgeleider in op het papierformaat dat u wilt gebruiken.
E
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden tegen de zijgeleider en controleer of het papier niet uitsteekt
achter aan de cassette.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
28

Opmerking:
❏Waaier het papier los en maak een rechte stapel voordat u het papier in de lade plaatst.
❏Zorg er bij speciaal afdrukmateriaal van Epson voor dat het aantal vellen niet meer bedraagt dan het maximum
dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven.
& “Papier selecteren” op pagina 23
❏Wanneer u Casset. 1>Casset. 2 selecteert bij Papierbron, moet u beide cassettes voorzien van papier van
hetzelfde formaat en type.
❏Wanneer u een veld Photo Stickers (Fotostickers) laadt, moet u dit met de afdrukzijde naar beneden leggen.
Gebruik het steunvel dat bij de Photo Stickers (Fotostickers) zit niet.
F
Schuif de zijgeleiders tegen de zijkanten van het papier.
G
Schuif de cassette mooi recht terug in het apparaat. Doe dit langzaam en voorzichtig.
Opmerking:
❏Zorg ervoor dat aan de voorkant van het product voldoende ruimte is voor het papier dat uit het apparaat komt.
❏Verwijder de papiercassette niet of plaats deze niet terug als het apparaat bezig is.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
29

In papiercassette 2
A
Open de klep aan de voorzijde.
Opmerking:
Als de uitvoerlade is uitgeworpen, moet u die eerst sluiten voordat u de papiercassette naar buiten trekt.
B
Trek de papiercassette naar buiten.
C
Schuif de zijgeleiders naar de zijkanten van de papiercassette.
D
Stel de zijgeleider in op het papierformaat dat u wilt gebruiken.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
30

Opmerking:
Sla deze stap over als u enveloppen wilt laden.
E
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden tegen de zijgeleider en controleer of het papier niet uitsteekt
achter aan de cassette.
Opmerking:
❏Waaier het papier los en maak een rechte stapel voordat u het papier in de lade plaatst.
❏Let er bij gewoon papier op dat het niet boven de streep net onder de pijl aan de binnenzijde van de
zijgeleider komt. Zorg er bij speciaal afdrukmateriaal van Epson voor dat het aantal vellen niet meer bedraagt
dan het maximum dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven.
& “Papier selecteren” op pagina 23
❏Wanneer u Casset. 1>Casset. 2 selecteert bij Papierbron, moet u beide cassettes voorzien van papier van
hetzelfde formaat en type.
❏Wanneer u een veld Photo Stickers (Fotostickers) laadt, moet u dit met de afdrukzijde naar beneden leggen.
Gebruik het steunvel dat bij de Photo Stickers (Fotostickers) zit niet.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
31

Gebruik cassette 2 wanneer u enveloppen wilt laden. Plaats enveloppen met de korte zijde eerst en de klep naar
boven en naar links. Controleer vervolgens of de enveloppen niet achter uit de cassette steken.
Opmerking:
❏De dikte van enveloppen en de mate waarin ze kunnen worden gevouwen varieert sterk. Als de stapel
enveloppen in totaal meer dan 11 mm dik is, moet u de enveloppen goed platdrukken voordat u ze in het
apparaat legt. Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat wanneer er een stapel enveloppen in het apparaat ligt,
leg dan maar één envelop tegelijk in het apparaat.
& “Papier selecteren” op pagina 23
❏Gebruik geen gekrulde of gevouwen enveloppen.
❏Druk de envelop en de kleppen eerst goed plat.
❏Druk de zijde die als eerste in het apparaat gaat goed plat.
❏Gebruik geen enveloppen die te dun zijn. Dunne enveloppen kunnen gaan krullen tijdens het afdrukken.
❏Maak een rechte stapel van de enveloppen voordat u ze in de lade plaatst.
F
Schuif de zijgeleiders tegen de zijkanten van het papier.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
32

Schuif de zijgeleiders tegen de zijkanten van de enveloppen.
G
Schuif de cassette mooi recht terug in het apparaat. Doe dit langzaam en voorzichtig.
Opmerking:
❏Zorg ervoor dat aan de voorkant van het product voldoende ruimte is voor het papier dat uit het apparaat komt.
❏Verwijder de papiercassette niet of plaats deze niet terug als het apparaat bezig is.
❏Alleen voor de XP-610-serie: u moet de uitvoerlade handmatig uittrekken. Zorg er ook voor dat het bedieningspaneel
omhoog staat.
Legal-papier of papier langer dan A4 laden
Opmerking:
❏Voor de XP-710-serie/XP-810-serie: Gebruik de papiertoevoer aan de achterzijde als u Legal-papier of papier dat
langer is dan A4 wilt laden.
& “In de papiertoevoer aan de achterzijde” op pagina 35
❏Voor de XP-610-serie: Volg de onderstaande instructies als u Legal-papier of papier dat langer is dan A4 wilt laden.
A
Open de klep aan de voorzijde.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
33

In de papiertoevoer aan de achterzijde
Opmerking:
❏De papiertoevoer aan de achterzijde is niet beschikbaar op de XP-610-serie.
❏Sommige stijvere papiersoorten worden mogelijk niet goed ingevoerd, ook al kunt u afdrukken op papier met een dikte
van 0,05 tot 0,6 mm en valt de dikte van dat stijve papier binnen deze waarden.
A
Stuur uw afdruktaak naar het apparaat (vanaf uw computer of gebruik het bedieningspaneel).
Opmerking:
Steek geen papier in de papiertoevoer aan de achterzijde voordat u uw afdruktaak verzendt.
B
Open het deksel van de papiertoevoer aan de achterzijde en trek de papiersteun uit.
C
Verschuif de zijgeleider.
D
Plaats één vel papier met de afdrukzijde naar boven in het midden van de papiertoevoer aan de achterzijde en
verschuif vervolgens de zijgeleider. De afdrukzijde is meestal witter of glanzender dan de andere zijde.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
35

D
Leg een cd/dvd op de cd-/dvd-lade met de afdrukzijde naar boven en steek de lade in het apparaat. Zorg ervoor
dat het teken u op de lade en d op het apparaat samenvallen. De lijn op de lade moet samenvallen met het
apparaat.
E
Druk op OK op het display of bedieningspaneel.
Opmerking:
Na enige tijd komt de cd-/dvd-lade automatisch naar buiten.
Een cd/dvd verwijderen
A
Verwijder de cd-/dvd-lade uit het apparaat en pak vervolgens de cd/dvd van de lade.
!
Let op:
Maak geen krassen op de cd/dvd bij het verwijderen.
B
Voor de XP-710-serie/XP-810-serie: druk op OK op het display.
Voor de XP-610-serie: u kunt deze stap overslaan.
C
Breng het bedieningspaneel omlaag.
D
Plaats de cd-/dvd-lade opnieuw in de opening onder in het apparaat.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
38

Een geheugenkaart plaatsen
U kunt foto's afdrukken die op een geheugenkaart staan of scangegevens opslaan op een geheugenkaart. De volgende
geheugenkaarten worden ondersteund.
SD, miniSD, microSD, SDHC, miniSDHC, microSDHC, SDXC, microSDXC, Memory Stick Duo, Memory Stick PRO
Duo, Memory Stick PRO-HG Duo, Memory Stick Micro, MagicGate Memory Stick Duo
c
Belangrijk
Voor de volgende geheugenkaarten is een adapter nodig. Breng die aan voordat u de kaart in de sleuf steekt, want
anders kan de kaart vast komen te zitten.
❏miniSD, microSD, miniSDHC, microSDHC, microSDXC
❏Memory Stick Micro
A
Open het klepje en plaats een geheugenkaart.
Opmerking:
De XP-610-serie heeft geen geheugenkaartklepje.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
39

B
Controleer of het lampje blijft branden.
= aan, = knippert
c
Belangrijk
❏Probeer de kaart niet helemaal in de sleuf te duwen. De kaart kan er niet helemaal in.
❏Verwijder de geheugenkaart nooit terwijl het lampje knippert. U zou de gegevens op de geheugenkaart kunnen
verliezen.
Originelen plaatsen
Automatische documententoevoerder (ADF)
Opmerking:
Deze functie is alleen beschikbaar op de XP-810-serie.
U kunt uw originelen in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen om snel meerdere pagina's te kopiëren,
scannen of faxen. Via de ADF kunt u beide zijden van uw documenten scannen. Als u dit wilt, moet u deze optie
selecteren in het menu met kopieerinstellingen.
U kunt de volgende originelen gebruiken in de ADF.
Formaat A4/Letter/Legal
Type Normaal papier
Gewicht 64 g/m
2
tot 95 g/m
2
Capaciteit 30 vellen of maximaal 3 mm (A4, Letter)/10 vellen (Legal)
Wanneer u een dubbelzijdig document scant met de ADF, kan Legal-papier niet worden gebruikt.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
40

c
Belangrijk:
Vermijd de volgende documenten te gebruiken om te vermijden dat het papier vastloopt. Gebruik voor deze typen de
glasplaat.
❏Documenten die worden samengehouden met papierklemmen, nietjes enz.
❏Documenten waar plakband of papier aan kleeft.
❏Foto's, OHP's of papier voor thermische overdracht.
❏Papier dat gescheurd of gekreukt is of waar gaten in zitten.
A
Tik de originelen op een vlakke ondergrond om de randen mooi gelijk te maken.
B
Open de toevoerlade van de ADF en schuif vervolgens het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
C
Verschuif de zijgeleider in de automatische documententoevoerder.
Opmerkingen voor de automatische documentinvoer (ADF):
Plaats geen papier boven de lijn net onder de pijlmarkering d op de ADF.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
41

D
Plaats de originelen in de automatische documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde
eerst. Schuif nu de zijgeleider tegen de originelen.
Opmerking:
Het pictogram ADF wordt weergegeven wanneer een origineel wordt geladen in de automatische documentinvoer.
Opmerking:
❏Voor de lay-out A4, 2op kopie plaatst u het origineel zoals afgebeeld. Zorg ervoor dat de richting van het origineel
overeenstemt met de instellingen bij Documentstand.
❏Wanneer u de kopieerfunctie met de automatische documententoevoerder (ADF) gebruikt, worden de
afdrukinstellingen vastgelegd op Verklein/Vergroot - Ware grootte, Papiertype - Gewoon papier en Papierformaat -
A4. Als u een origineel groter dan A4-formaat kopieert, wordt de afdruk bijgesneden.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
42

Glasplaat
A
Open het deksel.
B
Leg uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat en schuif het origineel naar de hoek
rechtsvoor.
Opmerking:
Zie de volgende gedeelten als er problemen optreden met het scangebied of de scanrichting wanneer u EPSON Scan
gebruikt.
& “De randen van het origineel worden niet gescand” op pagina 200
& “Meerdere documenten worden als een enkel bestand gescand” op pagina 201
C
Sluit de klep zachtjes.
Opmerking:
Als er een document in de automatische documentinvoer (ADF) en op de glasplaat ligt, wordt prioriteit gegeven aan het
document in de automatische documentinvoer (ADF).
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
43

Een cd plaatsen
Leg de cd in het midden.
Foto's plaatsen
Leg foto's 5 mm van elkaar.
Opmerking:
U kunt één foto of meerdere foto's van uiteenlopend formaat tegelijk kopiëren, mits ze groter zijn dan 30 x 40 mm.
Een boek plaatsen
Plaats eerst de eerste pagina en dan de tweede pagina.
U kunt twee pagina's van een boek afdrukken op één vel papier. Selecteer A4, boek/2omhoog of Boek/dubbelzijdig
als lay-out en plaats het boek.
Opmerking:
Sluit het deksel om invallend licht (van tl-lampen bijvoorbeeld) te voorkomen tijdens het scannen. Licht kan van invloed zijn
op het scanresultaat.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
44

Kopiëren
Documenten kopiëren
Normaal kopiëren
Volg de onderstaande instructies om documenten te kopiëren.
A
Laad papier in cassette 2.
& “In de papiercassette” op pagina 27
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
C
Open de modus Kopiëren in het menu Home.
D
Druk op + of - om het aantal exemplaren in te stellen.
E
Stel de kleur in.
F
Druk op d om de kopieerinstellingen op te geven.
G
Selecteer de gewenste kopieerinstellingen, zoals het papierformaat, de papiersoort en de kwaliteit.
Opmerking:
❏Op de XP-610-serie kunt u kopieerinstellingen opgeven in papier- & kopie-inst.
❏Voordat u met kopiëren begint kunt u alvast een voorbeeld bekijken van het resultaat van de kopie.
❏U kunt kopiëren in diverse lay-outs, bijvoorbeeld een dubbelzijdige kopie of twee pagina's die samen op één vel
papier worden gekopieerd. Pas de instellingen voor dubbelzijdig kopiëren of voor de lay-out zo nodig aan.
H
Druk op x om het kopiëren te starten.
Dubbelzijdig kopiëren
Bij dubbelzijdig kopiëren kunt u dubbel- of enkelzijdige kopieën maken van dubbel- of enkelzijdige originelen. Volg
de onderstaande instructies voor dubbelzijdig kopiëren.
A
Laad papier in cassette 2.
& “In de papiercassette” op pagina 27
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
Gebruikershandleiding
Kopiëren
45

C
Open de modus Kopiëren in het menu Home.
D
Druk op + of - om het aantal exemplaren in te stellen.
E
Stel de kleur in.
F
Druk op d om de kopieerinstellingen op te geven.
Opmerking:
Op de XP-610-serie kunt u kopieerinstellingen opgeven in papier- & kopie-inst.
G
Selecteer Dubbelzijdig kopiëren.
H
Selecteer het soort dubbelzijdig kopiëren.
Instelling Beschrijving
1>enkelzijdig Normaal kopiëren.
1>dubbelzijdig Twee enkelzijdige originelen worden afgedrukt op elke zijde van één vel papier.
2>enkelzijdig* Elke zijde van een dubbelzijdig origineel wordt afgedrukt op één van één vel papier.
2>dubbelzijdig* Elke zijde van een dubbelzijdig origineel wordt afgedrukt op elke zijde van één vel papier.
* Deze functie is alleen beschikbaar op de XP-810-serie.
I
Geef de gewenste instellingen op voor Documentstand, Bindrichting of Bindingmarge.
Instelling Beschrijving
Documentstand Hiermee geeft u de afdrukstand van uw originelen op.
Bindrichting* Hiermee geeft u de bindrichting van uw originelen op.
Bindingmarge Hiermee geeft u de bindrichting van uw afdrukken op.
* Deze functie is alleen beschikbaar op de XP-810-serie.
Opmerking:
Het hangt van de instellingen bij Dubbelzijdig kopiëren en Indeling af of deze menu's beschikbaar zijn.
J
Druk op x om het kopiëren te starten.
Lay-out kopiëren
Met de functie lay-out kunt u twee enkelzijdige originelen op één pagina kopiëren.
Gebruikershandleiding
Kopiëren
46

A
Laad papier in cassette 2.
& “In de papiercassette” op pagina 27
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
C
Open de modus Kopiëren in het menu Home.
D
Druk op d om de kopieerinstellingen op te geven.
Opmerking:
Op de XP-610-serie kunt u kopieerinstellingen opgeven in papier- & kopie-inst.
E
Selecteer Indeling.
F
Selecteer A4, 2op kopie.
G
Druk op x om het kopiëren te starten.
Menulijst kopieermodus
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menulijst in de kopieermodus.
& “Kopieermodus” op pagina 116
Gebruikershandleiding
Kopiëren
47

afdrukken
Standaardgebruik via het bedieningspaneel
Foto's afdrukken (XP-710-serie/XP-810-serie)
A
Laad fotopapier in de papiercassette.
& “In de papiercassette” op pagina 27
B
Plaats een geheugenkaart in het apparaat.
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 39
Opmerking:
U kunt ook foto's afdrukken vanaf een extern USB-apparaat.
C
Open de modus Foto's afdrukken in het menu Home.
D
Selecteer een foto en druk op + of - om het aantal exemplaren in te stellen.
Opmerking:
❏U kunt uw foto bijsnijden en vergroten. Druk op Bewerken en Bijsnijden/zoomen en geef vervolgens de
instellingen op.
❏Als u meer foto's wilt selecteren, drukt u op y en herhaalt u stap 4.
❏Als u uw afbeeldingen wilt corrigeren, drukt u op Bewerken en Foto-aanpassingen en geeft u de gewenste
instellingen op. Blader eventueel verder naar beneden.
❏Raak het display aan als u niets meer ziet op het display (bijvoorbeeld '-', '+' of menu's).
❏Als er meer dan 999 afbeeldingen op uw geheugenkaart staan, worden de afbeeldingen automatisch opgedeeld
in groepen en wordt het scherm voor het selecteren van een groep weergegeven. Selecteer de groep met de
afbeelding die u wilt afdrukken. Afbeeldingen worden gesorteerd op opnamedatum.
❏Als u een andere groep wilt selecteren, selecteer dan Foto's afdrukken in het menu Home. Selecteer vervolgens
Opties, Locatie selecteren gevolgd door Selecteer map of Selecteer groep.
E
Druk op Instel. en geef vervolgens de afdrukinstellingen op. Blader eventueel verder naar beneden.
F
Druk op x om het afdrukken te starten.
Opmerking
Zie de volgende gedeelten voor meer informatie over andere afdrukfuncties die op het bedieningspaneel beschikbaar zijn.
& “Modus Foto's afdrukken” op pagina 117
& “Meer functies” op pagina 112
Gebruikershandleiding
afdrukken
48

Foto's afdrukken (XP-610-serie)
A
Laad fotopapier in de papiercassette.
& “In de papiercassette” op pagina 27
B
Plaats een geheugenkaart in het apparaat.
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 39
Opmerking:
U kunt ook foto's afdrukken vanaf een extern USB-apparaat.
C
Open de modus Foto's afdrukken in het menu Home.
D
Selecteer een foto en druk op + of - om het aantal exemplaren in te stellen.
Opmerking:
❏U kunt afdrukinstellingen opgeven en uw foto bijsnijden en vergroten. Druk op d en selecteer
Afdrukinstellingen of Bijsnijden/zoomen. Geef vervolgens de instellingen op.
❏Als u meer foto's wilt selecteren, herhaalt u stap 4.
❏Als u uw afbeeldingen wilt corrigeren, drukt u op d en selecteert u Foto-aanpassingen, waarna u de gewenste
instellingen opgeeft.
❏Als er meer dan 999 afbeeldingen op uw geheugenkaart staan, worden de afbeeldingen automatisch opgedeeld
in groepen en wordt het scherm voor het selecteren van een groep weergegeven. Selecteer de groep met de
afbeelding die u wilt afdrukken. Afbeeldingen worden gesorteerd op opnamedatum.
❏Als u een andere groep wilt selecteren, moet u de geheugenkaart verwijderen en opnieuw plaatsen en vervolgens
de andere groep selecteren.
E
Druk op x om het afdrukken te starten.
Opmerking
Zie de volgende gedeelten voor meer informatie over andere afdrukfuncties die op het bedieningspaneel beschikbaar zijn.
& “Modus Foto's afdrukken” op pagina 117
& “Meer functies” op pagina 112
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera
Afdrukken via een USB-verbinding
A
Laad fotopapier in de papiercassette.
& “In de papiercassette” op pagina 27
B
Verwijder een eventueel in het apparaat aanwezige geheugenkaart.
Gebruikershandleiding
afdrukken
49

C
Open de modus Instellen vanuit het menu Home.
D
Open Extern apparaat instellen. Blader eventueel verder naar beneden.
E
Selecteer Afdrukinstellingen.
F
Selecteer de gewenste afdrukinstellingen. Blader eventueel verder naar beneden.
G
Sluit de camera met een USB-kabel op het apparaat aan en zet vervolgens de camera aan.
H
Raadpleeg voor het afdrukken de handleiding van de camera.
Compatibiliteit PictBridge
Bestandsindeling JPEG
Afbeeldingsgrootte 80 × 80 pixels tot 10200 × 10200 pixels
Opmerking:
❏Afhankelijk van de instellingen op deze printer en de digitale camera worden sommige combinaties van papiersoort,
papierformaat en lay-out niet ondersteund.
❏Sommige instellingen die u op de digitale camera vastlegt, worden mogelijk niet zichtbaar op de afdruk.
Afdrukken via een draadloze verbinding
U kunt foto's rechtstreeks via een draadloze verbinding afdrukken vanaf een digitale camera.
Uw digitale camera moet verbinding kunnen maken met een netwerk en moet PictBridge ondersteunen (DPS over
IP).
Zie de documentatie bij uw camera voor meer informatie.
A
U kunt de status van de netwerkverbinding van uw apparaten controleren.
& “Instelmodus” op pagina 128
Gebruikershandleiding
afdrukken
50

Opmerking voor Windows-gebruikers:
❏De printerdriver gaat op de website van Epson op zoek naar de nieuwste versie van de printerdriver, waarna eventuele
updates automatisch worden geïnstalleerd. Klik op de knop Software Update (Software-update) in het venster
Maintenance (Hulpprogramma's) van de printerdriver en volg verder de instructies op het scherm. Als deze knop niet
wordt weergegeven in het venster Maintenance (Hulpprogramma's), wijst u naar All Programs (Alle programma's)
of Programs (Programma's) in het menu Start van Windows en kijkt u in de map EPSON.*
* Voor Windows 8:
Als de knop niet wordt weergegeven in het venster Maintenance (Hulpprogramma's), klikt u met de rechtermuisknop
in het scherm Start of veegt u vanaf de onder- of bovenrand van het scherm Start en selecteert u All apps (Alle apps)
gevolgd door Software Update (Software-update) in de categorie EPSON.
❏Als u de taal van de driver wilt wijzigen, gaat u naar het venster Maintenance (Hulpprogramma's) van de
printerdriver en selecteert u de gewenste taal in de keuzelijst Language (Taal). Of deze functie aanwezig is, verschilt per
land.
De printerdriver voor Windows openen
U kunt de printerdriver openen vanuit de meeste Windows-toepassingen, vanaf het bureaublad of vanaf de taskbar
(taakbalk).
Als u instellingen wilt opgeven die alleen van toepassing moeten zijn op de toepassing waarmee u aan het werk bent,
opent u de printerdriver vanuit de toepassing in kwestie.
Als u instellingen wilt opgeven die door alle Windows-toepassingen moeten worden gebruikt, opent u de
printerdriver vanaf het bureaublad of de taskbar (taakbalk).
Raadpleeg de hierna genoemde gedeelten voor meer informatie over het openen van de printerdriver.
Opmerking:
Schermafbeeldingen van vensters van de printerdriver in deze Gebruikershandleiding zijn afkomstig uit Windows 7.
Vanuit Windows-toepassingen
A
Klik op Print (Afdrukken) of Print Setup (Afdrukinstelling) in het menu File (Bestand).
B
Klik in het venster dat verschijnt op Printer, Setup (Instellen), Options (Opties), Preferences (Voorkeuren)
of Properties (Eigenschappen). (Het is mogelijk dat u op een combinatie van deze knoppen moet klikken,
afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.)
Vanaf het bureaublad
❏Windows 8:
Selecteer Desktop (Bureaublad), de charm Settings (Instellingen) en vervolgens Control Panel
(Configuratiescherm). Selecteer vervolgens Devices and Printers (Apparaten en printers) in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden). Klik met de rechtermuisknop op het apparaat of blijf het
apparaat aanraken en selecteer Printing preferences (Voorkeursinstellingen).
❏Windows 7:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers). Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op het apparaat en selecteer Printing preferences (Voorkeursinstellingen).
Gebruikershandleiding
afdrukken
52

❏Windows Vista:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printer in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden). Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Select printing
preferences (Voorkeursinstellingen selecteren).
❏Windows XP:
Klik achtereenvolgens op Start, Control Panel (Configuratiescherm), (Printers and Other Hardware (Printers
en andere hardware)) en Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Selecteer het apparaat en klik op
Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken) in het menu File (Bestand).
Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat op de taskbar (taakbalk) en selecteer Printer Settings
(Printerinstellingen).
Als u een snelkoppelingspictogram aan de taskbar (taakbalk) van Windows wilt toevoegen, opent u eerst de
printerdriver vanaf het bureaublad (hierboven beschreven). Klik vervolgens op het tabblad Maintenance
(Hulpprogramma's), de knop Extended Settings (Extra instellingen) en de knop Monitoring Preferences
(Controlevoorkeursinstellingen). Schakel in het venster Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen)
het selectievakje Shortcut Icon (Snelkoppelingspictogram) in.
Informatie opzoeken via de online-Help
Ga op een van de volgende manieren te werk in het venster van de printerdriver.
❏Klik met de rechtermuisknop op het item en klik vervolgens op Help.
❏Klik op de knop rechtsboven in het venster en klik daarna op het item (alleen Windows XP).
De printerdriver voor Mac OS X openen
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe u het dialoogvenster van de printerdriver opent.
Dialoogvenster Openen
Page Setup (Pagina-instel-
ling)
Klik in het menu File (Archief) van uw toepassing op Page Setup (Pagina-instelling).
Opmerking:
Afhankelijk van uw toepassing, wordt Page Setup (Pagina-instelling) niet weergegeven in het
menu File (Archief).
Print (Afdrukken) Klik in het menu File (Archief) van uw toepassing op Print (Afdrukken).
Epson Printer Utility 4 Voor Mac OS X 10.8 of 10.7 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het menu
Apple en klikt u vervolgens op Print & Scan. Kies uw apparaat uit de lijst met Printers, klik op
Options & Supplies (Opties en toebehoren), Utility (Hulpprogramma's) en klik op Open
Printer Utility.
Voor Mac OS X 10.6 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het menu Apple en
klikt u vervolgens op Print & Fax (Afdrukken en faxen). Kies uw apparaat uit de lijst met Printers,
klik op Options & Supplies (Opties en toebehoren), Utility (Hulpprogramma's) en klik op
Open Printer Utility.
Voor Mac OS X 10.5 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het menu Apple en
klikt u vervolgens op Print & Fax (Afdrukken en faxen). Kies uw apparaat uit de lijst met Printers,
klik op Open Print Queue (Open afdrukwachtrij) en klik vervolgens op de knop Utility
(Hulpprogramma's).
Gebruikershandleiding
afdrukken
53

Grondbeginselen van het afdrukken
Opmerking:
❏De schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen per model verschillen.
❏Laad het papier op de juiste manier in het apparaat voordat u met afdrukken begint.
& “Papier laden” op pagina 27
❏Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over het afdrukgebied.
& “Afdrukgebied” op pagina 206
❏Maak na het opgeven van de instellingen eerst één proefafdruk en controleer het resultaat, voordat u grote hoeveelheden
afdrukt.
Basisinstellingen voor Windows
A
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
B
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 52
C
Klik op het tabblad Main (Hoofdgroep).
D
Selecteer de gewenste instelling voor Source (Bron).
& “Papier selecteren” op pagina 23
Gebruikershandleiding
afdrukken
54

E
Selecteer de gewenste instelling voor Type.
& “Instellingen voor de papiersoort in de printerdriver” op pagina 26
Opmerking:
De afdrukkwaliteit wordt automatisch aangepast aan de geselecteerde papiersoort.
F
Selecteer Borderless (Randloos) als u randloze foto's wilt afdrukken.
& “Papier selecteren” op pagina 23
Als u wilt regelen hoeveel van de afbeelding buiten de rand van het papier valt, opent u het tabblad Page Layout
(Paginalay-out), selecteert u Auto Expand (Automatisch vergroten) bij Enlargement Method
(Vergrotingsmethode) en verplaatst u de schuifbalk Expansion (Uitbreiding).
G
Selecteer de gewenste instelling voor Size (Formaat). U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren. Zie
de online-Help voor meer informatie.
H
Selecteer Portrait (Staand) (verticaal) of Landscape (Liggend) (horizontaal) om de afdrukstand van het
document op het papier op te geven.
Opmerking:
Selecteer Landscape (Liggend) wanneer u op enveloppen afdrukt.
I
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten.
Opmerking:
Zie het betreffende gedeelte om de geavanceerde instellingen te wijzigen.
J
Druk het bestand af.
Basisinstellingen voor Mac OS X
Opmerking:
Schermafbeeldingen van vensters van de printerdriver in deze handleiding zijn afkomstig uit Mac OS X 10.7.
A
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
afdrukken
55

B
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 53
Opmerking:
Als het vereenvoudigde dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op de knop Show Details (Toon details) (voor
Mac OS X 10.8 of 10.7) of de knop d (voor Mac OS X 10.6 of 10.5) om dit dialoogvenster uit te breiden.
C
Selecteer het apparaat dat u gebruikt bij Printer.
Opmerking:
Het is mogelijk dat u bepaalde items in dit dialoogvenster niet kunt selecteren. Dit hangt af van de toepassing die u
gebruikt. Kies in dat geval Page Setup (Pagina-instelling) in het menu File (Archief) van uw toepassing en geef de
gewenste instellingen op.
D
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Size (Papierformaat).
Opmerking:
Selecteer XXX ( Borderless (Randloos)) bij Paper Size (Papierformaat) als u randloze foto's wilt afdrukken.
& “Papier selecteren” op pagina 23
E
Selecteer de juiste instelling voor Orientation (Richting).
Opmerking:
Selecteer liggend als richting wanneer u op enveloppen afdrukt.
Gebruikershandleiding
afdrukken
56

Epson Easy Photo Print starten
Voor Windows
❏Dubbelklik op het pictogram Epson Easy Photo Print op het bureaublad.
❏Voor Windows 8:
Klik met de rechtermuisknop in het scherm Start of veeg vanaf de onder- of bovenrand van het scherm Start en
selecteer All apps (Alle apps) gevolgd door Easy Photo Print in Epson Software.
Voor Windows 7 en Vista:
Klik op de knop Start, wijs naar All Programs (Alle programma's) en klik achtereenvolgens op Epson Software
en Easy Photo Print.
Voor Windows XP:
Klik op Start, wijs naar All Programs (Alle programma's) gevolgd door Epson Software en klik op Easy Photo
Print.
Voor Mac OS X
Dubbelklik op de map Applications (Programma's) op de harde schijf van Mac OS X en dubbelklik vervolgens op de
mappen Epson Software en Easy Photo Print. Dubbelklik ten slotte op het pictogram Easy Photo Print.
Afdrukken op een cd/dvd
Met Epson Print CD kunt u op uw computer cd- of dvd-labels maken en die vervolgens rechtstreeks afdrukken op cd's
of dvd's met een diameter van 12 cm.
Opmerking:
❏Laad de cd/dvd op de juiste manier in het apparaat voordat u met afdrukken begint.
& “Een cd/dvd laden” op pagina 37
❏Als u een groot aantal cd's/dvd's wilt bedrukken, druk dan eerst af op een extra cd/dvd en controleer de bedrukte zijde
na één hele dag.
❏U kunt ook cd's of dvd's bedrukken via het bedieningspaneel.
& “Meer functies” op pagina 112
Opmerking bij het afdrukken op ene cd/dvd
❏Druk alleen af op ronde cd's of dvd's.
❏Zie de documentatie die u bij de cd/dvd hebt gekregen voor meer informatie over het gebruik van het schijfje.
❏Druk pas af op de cd/dvd wanneer de gegevens erop zijn weggeschreven. Doet u dat niet, dan kunnen schrijffouten
optreden als gevolg van vingerafdrukken, stof of krassen op het oppervlak van het schijfje.
Gebruikershandleiding
afdrukken
60

❏Voor Windows 8:
Klik met de rechtermuisknop in het scherm Start of veeg vanaf de onder- of bovenrand van het scherm Start,
selecteer All apps (Alle apps) en selecteer vervolgens Epson Print CD in Epson Software.
Voor Windows 7 en Vista:
Klik op de knop Start, wijs naar All Programs (Alle programma's) en klik achtereenvolgens op Epson Software
en Print CD.
Voor Windows XP:
Klik op Start, wijs naar All Programs (Alle programma's) gevolgd door Epson Software en klik op Print CD.
Voor Mac OS X
Dubbelklik op de map Applications (Programma's) op de harde schijf van Mac OS X en dubbelklik vervolgens op de
mappen Epson Software en Print CD. Dubbelklik ten slotte op het pictogram Print CD.
Afdrukken op een cd/dvd met een in de handel verkrijgbaar softwarepakket
Wanneer u afdrukt op een cd/dvd met een in de handel verkrijgbaar softwarepakket dat afdrukken op cd/dvd
ondersteunt, moet u de volgende instellingen definiëren.
Formaat A4
Afdrukstand Portrait (Staand)
Bron (Windows) Cd/dvd
Type CD/DVD of CD/DVD Premium Surface
Type lade*
1
Epson Tray Type 2*
2
*1 Hangt af van de software of dit moet worden opgegeven.
*2 De naam kan variëren afhankelijk van de software.
Voorkeursinstellingen (alleen voor Windows)
Met de voorkeursinstellingen is afdrukken een fluitje van een cent. Natuurlijk kunt u ook uw eigen
voorkeursinstellingen opgeven.
Apparaatinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 52
B
Selecteer een van de Printing Presets (Voorkeursinstellingen) op het tabblad Shortcuts (Snelkopp.). De
apparaatinstellingen worden automatisch gewijzigd in de waarden die worden weergegeven.
Gebruikershandleiding
afdrukken
62

Dubbelzijdig afdrukken
Gebruik de printerdriver als u beide zijden van het papier wilt bedrukken.
Voor Windows-gebruikers:
Er kan op vier manieren dubbelzijdig worden afgedrukt: automatisch of handmatig standaard en automatisch of
handmatig om een gevouwen boekje te maken.
Voor Mac OS X-gebruikers:
Mac OS X ondersteunt alleen automatisch standaard dubbelzijdig afdrukken.
Dubbelzijdig afdrukken is uitsluitend mogelijk met de volgende papiersoorten en -formaten.
Papier Formaat
Normaal papier Legal
*1*2
, Letter, A4, B5, A5
*1
, A6
*1
Epson Bright White Ink Jet Paper (Inkjetpapier helderwit) A4
Epson Double-Sided Matte Paper (Mat papier dubbelzijdig) A4
*1Alleen handmatig dubbelzijdig afdrukken.
*2Alleen beschikbaar op de XP-610-serie.
Opmerking:
❏Deze functie is niet beschikbaar wanneer papier wordt ingevoerd aan de achterzijde.
❏Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in combinatie met bepaalde instellingen.
❏Handmatig dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer het apparaat wordt gebruikt via een netwerk
of als gedeelde printer.
❏Als de inkt bijna op is tijdens het automatisch dubbelzijdig afdrukken, stopt de printer met afdrukken en moet de inkt
worden vervangen. Als u de cartridge hebt vervangen, hervat het apparaat het afdrukken. Het kan echter zijn dat enkele
gedeelten niet worden afgedrukt. Druk de pagina met ontbrekende gedeelten in dat geval opnieuw af.
❏De laadcapaciteit is verschillend bij handmatig dubbelzijdig afdrukken.
& “Papier selecteren” op pagina 23
❏Gebruik alleen papier dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken. Anders kan het resultaat sterk tegenvallen.
❏Afhankelijk van het papier en de hoeveelheid inkt die wordt gebruikt om tekst en afbeeldingen af te drukken, kan de inkt
vlekken veroorzaken op de andere zijde van het papier.
❏Bij dubbelzijdig afdrukken kunnen vlekken op het papier ontstaan.
Gebruikershandleiding
afdrukken
63

Opmerking voor Windows:
❏Handmatig dubbelzijdig afdrukken is alleen beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 is ingeschakeld. Om de
statusmonitor te activeren, gaat u naar de printerdriver en klikt u op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's)
en vervolgens op de knop Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended Settings (Extra instellingen)
schakelt u het selectievakje Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor 3 inschakelen) in.
❏Wanneer automatisch dubbelzijdig wordt afgedrukt, kan het afdrukken langzaam zijn. Dit hangt af van de combinatie
van opties die is geselecteerd bij Select Document Type (Documenttype selecteren) in het venster Print Density
Adjustment (Afdrukdichtheid aanpassen) en Paper & Quality Options (Papier & Kwaliteitopties) in het venster
Advanced (Geavanceerd).
Opmerking voor Mac OS X:
Wanneer automatisch dubbelzijdig wordt afgedrukt, kan het afdrukken langzaam zijn. Dit hangt af van de combinatie van
opties die is geselecteerd bij Document Type (Documenttype) in het venster Two-sided Printing Settings (Inst. dubbelzijdig
afdr.) en Print Quality (Afdrukkwaliteit) in het venster Print Settings (Printerinstellingen).
Apparaatinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 52
B
Kies de gewenste optie voor 2-sided printing (Dubbelzijdig afdrukken) op het tabblad Page Layout
(Paginalay-out). Als u een gevouwen boekje wilt maken, selecteer dan Folded Booklet (Gevouwen boekje).
Opmerking:
Wanneer u automatisch afdrukt, moet u ervoor zorgen dat het selectievakje Auto is geselecteerd.
C
Klik op Settings (Instellingen) en geef de gewenste instellingen op.
D
Controleer de overige instellingen en druk af.
Opmerking:
❏Wanneer u automatisch afdrukt en gegevens met een hoge dichtheid afdrukt, zoals foto's of grafische
afbeeldingen, raden wij u aan de instellingen op te geven in het venster Print Density Adjustment
(Afdrukdichtheid aanpassen).
❏De werkelijke rugmarge kan afwijken van de opgegeven instellingen. Dit hangt af van de toepassing waarmee u
werkt. Probeer daarom eerst een paar vellen uit om te zien wat het resultaat zal zijn, voordat u de volledige
afdruktaak afdrukt.
❏Door handmatig dubbelzijdig af te drukken kunt u de even pagina's eerst afdrukken. Wanneer u de oneven
pagina's afdrukt, komt er aan het eind van de afdruktaak een blanco vel papier uit het apparaat.
❏Wanneer u handmatig afdrukt, moet u ervoor zorgen dat de inkt goed droog is voordat u het papier opnieuw in
de printer laadt.
Apparaatinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 53
Gebruikershandleiding
afdrukken
64

B
Geef de gewenste instellingen op in het deelvenster Two-sided Printing Settings (Inst. dubbelzijdig afdr.).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Opmerking:
Als u gegevens met een hoge dichtheid afdrukt, zoals foto's of grafische afbeeldingen, raden wij u aan de instellingen
bij Print Density (Afdrukdichtheid) en Increased Ink Drying Time (Langere droogtijd) handmatig op te geven.
Volledige pagina afdrukken
Hiermee kunt u een document automatisch vergroten of verkleinen en zo aanpassen aan het papierformaat dat in de
printerdriver is geselecteerd.
Opmerking:
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in combinatie met bepaalde instellingen.
Apparaatinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 52
B
Selecteer Reduce/Enlarge Document (Verklein/vergroot document) en By Output Paper Size (Op
papiergrootte (uitvoer)) op het tabblad Page Layout (Paginalay-out) en selecteer het formaat van het gebruikte
papier in de keuzelijst.
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Apparaatinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 53
B
Kies Scale to fit paper size (Pas aan papierformaat aan) bij Destination Paper Size (Doelpapierformaat) in het
deelvenster Paper Handling (Papierafhandeling) en selecteer het gebruikte papierformaat in het venstermenu.
Gebruikershandleiding
afdrukken
65

C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Afdrukken met Pages per sheet (Pagina's per vel)
Met deze optie kunt u vanuit de printerdriver twee of vier pagina's afdrukken op één vel papier.
Opmerking:
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in combinatie met bepaalde instellingen.
Apparaatinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 52
B
Selecteer Multi-Page (Meerdere pagina's) en selecteer vervolgens Pages per Sheet (Pagina's per vel) op het
tabblad Page Layout (Paginalay-out).
C
Kies het gewenste aantal pagina's en de paginavolgorde.
D
Controleer de overige instellingen en druk af.
Apparaatinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 53
B
Selecteer het gewenste aantal bij Pages per Sheet (Pagina’s per vel) en de Layout Direction (Lay-outrichting)
(paginavolgorde) in het deelvenster Layout (Lay-out).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Gebruikershandleiding
afdrukken
66

De afdrukfunctie van het apparaat delen
Instellingen voor Windows
Deze instructies laten zien hoe u het apparaat kunt delen met andere gebruikers binnen het netwerk.
U moet het apparaat eerst instellen als gedeelde printer via de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten.
Vervolgens moet u het apparaat toevoegen aan elke computer die via het netwerk gebruik gaat maken van het
apparaat.
Opmerking:
❏Deze instructies zijn alleen bedoeld voor kleine netwerken. Neem contact op met de netwerkbeheerder als u het
apparaat wilt delen in een groot netwerk.
❏De schermafbeeldingen in het volgende gedeelte hebben betrekking op Windows 7.
Het apparaat instellen als gedeelde printer
Opmerking:
❏Als u het apparaat wilt instellen als gedeelde printer in Windows 8, 7 of Vista, hebt u een beheerdersaccount en het
bijbehorende wachtwoord nodig als u bent aangemeld als standaardgebruiker.
❏Als u het apparaat als gedeelde printer wilt instellen in Windows XP, moet u zich aanmelden met de account van een
Computer Administrator (Computerbeheerder).
Volg de onderstaande instructies op de computer waarop het apparaat rechtstreeks is aangesloten.
A
Windows 8:
Selecteer Desktop (Bureaublad), de charm Settings (Instellingen) en vervolgens Control Panel
(Configuratiescherm). Selecteer vervolgens Devices and Printers (Apparaten en printers) in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden).
Windows 7:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers).
Windows Vista:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printer in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden).
Windows XP:
Klik op Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printers and Faxes (Printers en
faxapparaten) in de categorie Printers and Other Hardware (Printers en andere hardware).
B
Windows 8 en 7:
Klik met de rechtermuisknop op het apparaat of blijf het apparaat aanraken, selecteer Printer properties
(Eigenschappen van printer) en selecteer vervolgens Sharing (Delen). Selecteer vervolgens de knop Change
Sharing Options (Opties voor delen wijzigen).
Windows Vista:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw apparaat en klik op Sharing (Delen). Klik op de knop
Change sharing options (Opties voor delen wijzigen) en klik op Continue (Doorgaan).
Gebruikershandleiding
afdrukken
67

Windows XP:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw apparaat en klik op Sharing (Delen).
C
Selecteer Share this printer (Deze printer delen) en geef een naam op.
Opmerking:
Gebruik in de sharenaam van de printer geen spaties of liggende streepjes.
Als u automatisch printerdrivers wilt downloaden voor computers met andere versies van Windows, klikt u op
Additional Drivers (Extra stuurprogramma's) en selecteert u de omgeving en het besturingssysteem van de
andere computers. Klik op OK en plaats het schijfje met software voor het apparaat in de computer.
D
Klik op OK of op Close (Sluiten) (als u extra drivers hebt geïnstalleerd).
Het apparaat toevoegen aan andere netwerkcomputers
Volg de onderstaande instructies om het apparaat toe te voegen aan elke computer die het apparaat via het netwerk
gaat gebruiken.
Opmerking:
U kunt pas toegang krijgen tot het apparaat vanaf een andere computer nadat het apparaat als gedeelde printer is ingesteld
op de computer waarop het apparaat is aangesloten.
& “Het apparaat instellen als gedeelde printer” op pagina 67
Gebruikershandleiding
afdrukken
68

Opmerking:
Afhankelijk van het besturingssysteem en de configuratie van de computer waarop het apparaat is aangesloten, kan de Add
Printer Wizard (Wizard Printer toevoegen) u vragen de printerdriver te installeren vanaf de cd-rom met software. Klik in
dit geval op de knop Have Disk (Bladeren) en volg de instructies op het scherm.
Instellingen voor Mac OS X
Als u het apparaat wilt configureren voor gebruik in een Mac OS X-netwerk, gebruikt u de instelling Printer Sharing
(Printersamengebruik). Raadpleeg de Macintosh-documentatie voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
afdrukken
70

Scannen
Proberen te scannen
Starten van het scannen
Laten we een document scannen om aan het proces te wennen.
A
Leg het origineel op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
B
Start Epson Scan.
❏Windows 8:
Selecteer het pictogram EPSON Scan op het bureaublad of selecteer EPSON Scan in het scherm Start.
❏Windows 7, Vista en XP:
Dubbelklik op het pictogram Epson Scan op het bureaublad.
❏Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Epson Software > EPSON Scan.
C
Selecteer Home Mode (Thuismodus).
Gebruikershandleiding
Scannen
71

D
Selecteer Text/Line Art (Tekst/lijntekeningen) bij Document Type (Documenttype).
E
Klik op Preview (Voorbeeldscan).
F
Klik op Scan (Scannen).
Gebruikershandleiding
Scannen
72

G
Klik op OK.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Mogelijkheden voor aanpassen van afbeeldingen
Epson Scan biedt tal van mogelijkheden om de kleuren, de scherpte en het contrast te verbeteren, en diverse andere
aspecten die van invloed zijn op de beeldkwaliteit te veranderen.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Histogram Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de lichte delen, schaduwen en gammaniveaus.
Tone Correction (Tooncor-
rectie)
Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de verschillende tonen.
Gebruikershandleiding
Scannen
73

Image Adjustment (Af-
beeldingsaanpassing)
Hiermee past u helderheid en contrast aan en bepaalt u het balans tussen de kleuren rood, groen
en blauw in de hele afbeelding.
Color Palette (Kleurenpa-
let)
Biedt een grafische interface voor aanpassing van middentinten, zoals huidtinten, zonder iets te
veranderen aan de lichte en donkere delen van de afbeelding.
Unsharp Mask (Verscher-
pen)
Hiermee verscherpt u de overgangen tussen kleurgebieden waardoor de hele afbeelding
helderder lijkt.
Descreening (Ontrasteren) Hiermee verwijdert u de ribbelpatronen (ook wel "moir" genoemdé) die soms voorkomen over
kleurgebieden met subtiele schakeringen, bijvoorbeeld huidkleuren.
Color Restoration (Kleur-
herstel)
Hiermee worden verkleurde foto's automatisch opgefrist.
Gebruikershandleiding
Scannen
74

Backlight Correction (Te-
genlichtcorrectie)
Hiermee worden donkere delen uit foto's met veel tegenlicht automatisch lichter gemaakt.
Dust Removal (Stof verwij-
deren)
Hiermee wordt stof op uw originelen automatisch onzichtbaar gemaakt.
Text Enhancement (Tekst
verbeteren)
Hiermee wordt de tekstherkenning tijdens het scannen verbeterd.
Auto Area Segmentation
(Gebieden automatisch
scheiden)
Met deze optie worden afbeeldingen in Black&White (Zwart-wit) scherper en wordt de
tekstherkenning nauwkeuriger omdat tekst en afbeeldingen worden gescheiden.
Color Enhance (Kleur ver-
beteren)
Hiermee kunt u een kleur verbeteren. U kunt kiezen tussen rood, blauw en groen.
Eenvoudig scannen via het bedieningspaneel
U kunt documenten scannen en de scan overbrengen van het apparaat naar een aangesloten computer. Zorg ervoor
dat de printersoftware op uw computer is geïnstalleerd en de printer met de computer is verbonden.
Gebruikershandleiding
Scannen
75

Opmerking:
Als de gemaakte scan op een geheugenkaart moet komen, moet u die geheugenkaart eerst in het apparaat plaatsen.
& “Een geheugenkaart plaatsen” op pagina 39
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
B
Open de modus Scannen vanuit het menu Home.
C
Selecteer een item in het scanmenu.
& “Scanmodus” op pagina 120
D
Als u Naar geheugenkaart scannen selecteert, kunt u verdere scaninstellingen opgeven.
Als u Naar pc scannen selecteert, moet u uw computer selecteren.
Opmerking:
❏Als het apparaat is verbonden met een netwerk, kunt u de computer selecteren waar u de gescande afbeelding
wilt opslaan.
❏U kunt de computernaam op het bedieningspaneel wijzigen met behulp van Epson Event Manager.
❏Als u Scannen naar cloud wilt gebruiken, ga dan naar de Epson Connect-portaalsite.
& “Epson Connect gebruiken” op pagina 9
E
Druk op x om het scannen te starten.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Menulijst scanmodus
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menu's van de modus Scannen.
& “Scanmodus” op pagina 120
Eenvoudig scannen via de computer
Scannen in Full Auto Mode (Volautomatische modus)
Met de Full Auto Mode (Volautomatische modus) kunt u snel en gemakkelijk scannen zonder dat u instellingen
opgeeft of een voorbeeldscan weergeeft. Deze modus is handig wanneer u originelen met het 100% formaat wilt
scannen.
Opmerking:
❏Deze modus is niet beschikbaar wanneer de automatische documentinvoer is geplaatst.
❏Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Gebruikershandleiding
Scannen
76

A
Plaats een of meerdere originelen.
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 93
C
Selecteer Full Auto Mode (Volautomatische modus) onder Mode (Modus).
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet is
aangevinkt, start Epson Scan meteen met scannen zonder dat dit scherm wordt weergegeven. Als u naar dit scherm
wilt terugkeren, klikt u tijdens het scannen in het dialoogvenster Scannen op Cancel (Annuleren).
Gebruikershandleiding
Scannen
77

D
Klik op Scan (Scannen). Epson Scan begint met scannen in de Full Auto Mode (Volautomatische modus).
Epson Scan maakt een voorbeeldscan van elke afbeelding, bepaalt van welk type het origineel is, en stemt de
scaninstellingen daar automatisch op af.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen in Home Mode (Thuismodus)
Met de Home Mode (Thuismodus) kunt u enkele scaninstellingen aanpassen en het resultaat van deze veranderingen
bekijken in een voorbeeldscan. Deze modus is handig voor het normaal scannen van foto's en afbeeldingen.
Opmerking:
❏Met Home Mode (Thuismodus) kunt u alleen vanaf de glasplaat scannen.
❏Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Glasplaat” op pagina 43
Gebruikershandleiding
Scannen
78

I
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand), selecteert u de instelling voor Type en klikt
u op OK.
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet is
aangevinkt, start Epson Scan meteen met scannen zonder het scherm File Save Settings (Instellingen voor Bewaar
bestand) weer te geven.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen in de Office Mode (Kantoormodus)
Met Office Mode (Kantoormodus) kunt u snel tekstdocumenten scannen zonder eerst een voorbeeld te tonen.
Opmerking:
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 93
Gebruikershandleiding
Scannen
80

C
Selecteer Office Mode (Kantoormodus) onder Mode (Modus).
D
Selecteer het Image Type (Beeldtype).
E
Selecteer de Document Source (Documentbron).
F
Selecteer het formaat van het origineel bij Size (Grootte).
G
Selecteer een geschikte resolutie voor uw originelen bij Resolution (Resolutie).
H
Klik op Scan (Scannen).
Gebruikershandleiding
Scannen
81

I
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand), selecteert u de instelling voor Type en klikt
u op OK.
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet is
aangevinkt, start Epson Scan meteen met scannen zonder het scherm File Save Settings (Instellingen voor Bewaar
bestand) weer te geven.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen in Professional Mode (Professionele modus)
Met de Professional Mode (Professionele modus) kunt u alle mogelijke scaninstellingen aanpassen en het resultaat van
deze veranderingen bekijken in een voorbeeldscan. Deze modus wordt aanbevolen voor geavanceerde gebruikers.
Opmerking:
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 93
Gebruikershandleiding
Scannen
82

C
Selecteer Professional Mode (Professionele modus) onder Mode (Modus).
D
Selecteer het type originelen dat u wilt scannen bij de instelling Document Type (Documenttype).
E
Selecteer de Document Source (Documentbron).
F
Selecteer Photo (Foto) of Document bij Auto Exposure Type (Automatische belichting).
Gebruikershandleiding
Scannen
83

G
Selecteer het Image Type (Beeldtype).
H
Selecteer een geschikte resolutie voor uw originelen bij Resolution (Resolutie).
I
Klik op Preview (Voorbeeldscan) om de scan(s) vooraf te bekijken. Het venster Preview (Voorbeeldscan)
wordt geopend waarin u het voorbeeld kunt zien.
& “Het scangebied weergeven en aanpassen” op pagina 84
Opmerkingen voor de automatische documentinvoer (ADF):
De ADF laadt uw eerste documentpagina en vervolgens scant Epson Scan hij en wordt het in het venster Preview
(Voorbeeldscan) getoond. De ADF werpt vervolgens uw eerste pagina uit.
Plaats uw eerste documentpagina boven op de rest van de pagina's en laad vervolgens het gehele document in de
ADF.
J
Selecteer indien nodig de grootte van de gescande afbeelding(en) bij Target Size (Doelgrootte). U kunt uw
afbeeldingen scannen op de grootte van het origineel, of u kunt ze verkleinen of vergroten door de Target Size
(Doelgrootte) te selecteren.
K
Pas indien nodig de kwaliteit aan.
& “Mogelijkheden voor aanpassen van afbeeldingen” op pagina 73
L
Klik op Scan (Scannen).
M
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand), selecteert u de instelling voor Type en klikt
u op OK.
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen) niet is
aangevinkt, start Epson Scan meteen met scannen zonder het scherm File Save Settings (Instellingen voor Bewaar
bestand) weer te geven.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Het scangebied weergeven en aanpassen
Een voorbeeldmodus selecteren
Nadat u de basisinstellingen en de resolutie hebt geselecteerd, kunt u een voorbeeld van de gescande afbeelding
weergeven en het scangebied selecteren of aanpassen in het venster Preview (Voorbeeldscan). Er zijn twee manieren
om een voorbeeldscan te maken.
❏Normal (Normaal) voorbeeld: hiermee worden afbeeldingen volledig weergegeven. U kunt zelf het gewenste
scangebied selecteren en met de hand de beeldkwaliteit aanpassen.
❏Thumbnail voorbeeld: hiermee worden de afbeeldingen als miniaturen (thumbnails) weergegeven. Epson Scan
lokaliseert automatisch de randen van het scangebied, de belichtingsinstellingen worden automatisch aangepast
en indien nodig wordt de afbeelding (of worden de afbeeldingen) gedraaid.
Gebruikershandleiding
Scannen
84

Als u het selectiekader wilt verplaatsen, plaatst u de aanwijzer ergens binnen het kader. De aanwijzer
verandert in een handje. Klik en sleep het selectiekader naar de gewenste plaats.
Als u het selectiekader groter of kleiner wilt maken, plaatst u de aanwijzer op de rand of op een van de
hoeken van het kader.
De aanwijzer verandert in een rechte of schuine tweekoppige pijl. Klik en sleep de rand van het
selectiekader naar de gewenste plaats (tot de gewenste grootte is bereikt).
Klik op dit pictogram om extra selectiekaders van hetzelfde formaat te maken.
Als u een selectiekader wilt verwijderen, klikt u ergens in het kader en vervolgens op dit pictogram.
Klik op dit pictogram om alle selectiekaders te activeren.
Opmerking:
❏Als u het selectiekader verplaatst met de Shift-toets ingedrukt, kan het selectiekader alleen in horizontale of verticale
richting worden versleept.
❏Als u de grootte van het selectiekader aanpast met de Shift-toets ingedrukt, blijft de bestaande
hoogte-breedteverhouding van het selectiekader behouden.
❏Als u meer dan één selectiekader hebt gemaakt, vergeet dan niet op All (Alle) te klikken, in het venster Preview
(Voorbeeldscan), voordat u de scan maakt. Anders wordt alleen het gebied binnen het laatst getekende selectiekader
gescand.
Gebruikershandleiding
Scannen
86

Diverse scantypes
Een tijdschrift scannen
Plaats eerst het tijdschrift en start Epson Scan.
& “Starten van het scannen” op pagina 71
A
Selecteer Home Mode (Thuismodus) onder Mode (Modus).
B
Selecteer Magazine bij Document Type (Documenttype).
C
Klik op Preview (Voorbeeldscan).
D
Stel de belichting, helderheid en andere beeldkwaliteitsinstellingen in.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Gebruikershandleiding
Scannen
87

E
Klik op Scan (Scannen).
F
Selecteer PDF als het Type en klik op OK.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Gebruikershandleiding
Scannen
88

G
Epson Scan start het scannen van uw document.
H
Indien u meer pagina's wilt scannen, klikt u op Add page (Pag. toevoegen).
Laad het document en scan opnieuw en herhaal indien nodig voor andere pagina's.
Als u klaar bent met scannen, gaat u naar stap 9.
I
Klik op Edit page (Pagina bewerken) of Save File (Bestand opslaan).
Edit page (Pagina
bewerken)
Selecteer deze knop indien u een van de pagina's wilt wissen of de volgorde wilt veranderen.
Gebruik vervolgens de pictogrammen onderaan in het venster Editing Page (Pagina bewerken)
om pagina’s te selecteren, te draaien, te herschikken of te verwijderen.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Klik nadat u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, op OK.
Save File (Bestand
opslaan)
Selecteer deze knop wanneer u klaar bent.
De pagina's worden in een PDF-bestand opgeslagen.
Gebruikershandleiding
Scannen
91

Een foto scannen
Leg eerst de foto op de glasplaat en start Epson Scan.
& “Starten van het scannen” op pagina 71
A
Selecteer Home Mode (Thuismodus) onder Mode (Modus).
B
Selecteer Photograph (Foto) bij Document Type (Documenttype).
C
Klik op Preview (Voorbeeldscan).
D
Stel de belichting, helderheid en andere beeldkwaliteitsinstellingen in.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Gebruikershandleiding
Scannen
92

E
Klik op Scan (Scannen).
F
Selecteer JPEG als het Type en klik op OK.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Software-informatie
Epson Scan Driver starten
Met deze software kunt u alle aspecten van het scannen regelen. U kunt dit programma als een afzonderlijk
scanprogramma of samen met andere TWAIN-scanprogramma's gebruiken.
Starten
❏Windows 8:
Selecteer het pictogram Epson Scan op het bureaublad.
U kunt ook Epson Scan selecteren in het scherm Start.
❏Windows 7, Vista en XP:
Dubbelklik op het pictogram EPSON Scan op het bureaublad.
Of klik op Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) > EPSON > EPSON Scan >
EPSON Scan.
❏Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Epson Software > EPSON Scan.
Openen van de Help
Klik op de knop Help van de Epson Scan driver.
Gebruikershandleiding
Scannen
93

Epson Event Manager starten
Opmerking:
Deze scansoftware is voor sommige landen mogelijk niet bijgeleverd.
Hiermee kunt u het openen van een scanprogramma aan een van de toetsen van het product toewijzen. U kunt tevens
vaak gebruikte instellingen voor het scannen opslaan zodat scanwerkzaamheden aanzienlijk sneller kunnen worden
uitgevoerd.
Starten
❏Windows 8:
Klik met de rechtermuisknop in het scherm Start of veeg vanaf de onder- of bovenrand van het scherm Start en
selecteer All apps (Alle apps) > Epson Software > Event Manager.
❏Windows 7, Vista en XP:
Selecteer de startknop of Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's)> Epson
Software > Event Manager.
❏Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Epson Software en dubbelklik op het pictogram Launch Event
Manager.
Openen van de Help
❏Windows:
Klik op het pictogram in de rechterbovenhoek van het scherm.
❏Mac OS X:
Klik op menu > Help > Epson Event Manager Help.
Gebruikershandleiding
Scannen
94

Faxen
Introductie FAX Utility
FAX Utility is een softwareprogramma waarmee gegevens zoals documenten, tekeningen en tabellen gemaakt in een
programma voor tekstverwerking of werkbladen rechtstreeks doorgefaxt kunnen worden, zonder afdrukken.
Daarnaast is er een functie waarmee een ontvangen fax als PDF-bestand kan worden opgeslagen op een computer.
Gebruik de volgende procedure om het hulpprogramma uit te voeren.
Windows
Klik op de startknop (Windows 7 en Vista) of klik op Start (Windows XP), wijs naar All Programs (Alle
programma's), selecteer Epson Software en klik vervolgens op FAX Utility.
In Windows 8 klikt u met de rechtermuisknop in het scherm Start of veegt u vanaf de onder- of bovenrand van het
scherm Start en selecteert u All apps (Alle apps) > Epson Software > FAX Utility.
Mac OS X
Klik op System Preference, klik op Print & Fax (Afdrukken en faxen) of Print & Scan en selecteer vervolgens FAX
(uw printer) in Printer. Klik vervolgens als volgt:
Mac OS X 10.6.x, 10.7.x, 10.8.x: Option & Supplies - Utility (Hulpprogramma's) - Open Printer Utility
Mac OS X 10.5.8: Open Print Queue (Open afdrukwachtrij) - Utility (Hulpprogramma's)
Opmerking:
Zie de online-Help voor meer informatie over FAX Utility.
Verbinden met een telefoonlijn
Telefoonkabel
Gebruik een telefoonkabel die voldoet aan de volgende specificaties.
❏RJ-11-telefoonlijn
❏RJ-11-telefoonsetaansluiting
Voor sommige landen kan er een telefoonkabel met het product worden meegeleverd. Gebruik in dat geval die kabel.
Gebruikershandleiding
Faxen
95

Gebruik de telefoonlijn alleen om te faxen
A
Verbind een telefoonkabel van een telefoonaansluiting naar de LINE-poort.
B
Zorg ervoor dat Automatisch antwoord op Aan staat.
& “Instellen dat faxen automatisch worden ontvangen” op pagina 107
c
Belangrijk:
Als u geen externe telefoon met het apparaat verbindt, moet u automatisch beantwoorden activeren. Als u dit niet doet,
kunt u geen faxen ontvangen.
Lijn delen met telefoontoestel
A
Verbind een telefoonkabel van een telefoonaansluiting naar de LINE-poort.
B
Verwijder de plug.
Gebruikershandleiding
Faxen
96

C
Verbind een telefoontoestel of antwoordapparaat met de EXT.-poort.
Opmerking:
❏Zie hieronder voor andere manieren van aansluiten.
❏Zie de documentatie bij uw apparaten voor meer informatie.
Verbinden met DSL
a Telefoonaansluiting
bDSL-filter
cDSL-modem
Verbinden met ISDN (één telefoonnummer)
d ISDN-aansluiting
e Terminalaansluiteenheid of ISDN-router
Gebruikershandleiding
Faxen
97

Verbinden met ISDN (twee telefoonnummers)
d ISDN-aansluiting
e Terminalaansluiteenheid of ISDN-router
Het lijntype instellen
Als u een eigen telefooncentrale (PBX) gebruikt en het apparaat op een lijn van deze centrale hebt aangesloten, moet u
de instelling bij Type lijn wijzigen zoals hieronder wordt getoond.
Opmerking:
Een PBX (Private Branch Exchange) wordt gebruikt in kantoren waar eerst een cijfer (een 9 bijvoorbeeld) moet worden
gekozen om een buitenlijn te krijgen. Standaard is Type lijn ingesteld op PSTN (Public Switched Telephone Network). Deze
instelling is voor gewone telefoonlijnen thuis.
A
Open de modus Instellen vanuit het menu Home.
B
Selecteer Faxinstellingen.
C
Selecteer Communicatie.
D
Selecteer Type lijn.
E
Selecteer PBX.
F
Selecteer Gebruiken of Niet gebruiken in het scherm Toegangscode. Ga naar de volgende stap als u Gebruiken
selecteert.
G
Voer de externe toegangscode in en druk op Klaar.
Gebruikershandleiding
Faxen
98

F
Voer het telefoonnummer in. U kunt tot 64 tekens invoeren.
Opmerking:
❏Een streepje (-) levert een kleine pauze op in het kiezen van het nummer. Gebruik het alleen als die pauze echt
nodig is. Spaties worden genegeerd bij het kiezen.
❏Als u Type lijn hebt ingesteld op PBX en de toegangscode hebt ingesteld, voer dan het teken # (hekje) in aan het
begin van het faxnummer in plaats van een externe toegangscode.
& “Het lijntype instellen” op pagina 98
G
Selecteer Klaar.
H
Voer een naam in om de snelkiesinvoer te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren.
I
Selecteer Klaar om de naam te registreren.
J
Selecteer Opties om de faxsnelheid op te geven waarmee een fax moet worden verzonden. Selecteer Klaar als u
de faxsnelheid niet hoeft in te stellen.
Opmerking:
Als het verzenden van een fax naar een bepaalde bestemming vaak mislukt, stel dan een lagere faxsnelheid in voor die
bestemming. Als u deze snelheid niet apart instelt, wordt de faxsnelheid gebruikt die in het volgende menu is ingesteld.
Instellen > Faxinstellingen > Communicatie > Faxsnelheid
Invoeren voor groepskiezen instellen
U kunt snelkiesnummers toevoegen aan een groep, waardoor u een fax naar verschillende ontvangers tegelijk kunt
versturen. U kunt tot 60 gecombineerde invoeren voor snelkiezen en groepskiezen registreren.
A
Open de modus Fax in het menu Home.
B
Selecteer Cont.pers.
C
Selecteer Contact toevoegen/bewerken.
D
Selecteer Groepskiezen instellen. U krijgt de beschikbare invoernummers voor groepskiezen te zien.
E
Selecteer het nummer dat u wilt registreren.
F
Voer een naam in om de groepskiesinvoer te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren.
G
Selecteer Klaar om de naam te registreren.
Gebruikershandleiding
Faxen
100

H
Selecteer het nummer dat u wilt registreren.
I
Herhaal stap 8 om nog meer snelkiesnummers toe te voegen aan de groepskieslijst. U kunt tot 30
snelkiesinvoeren toevoegen aan een groepskieslijst.
J
Selecteer Klaar om het maken van een groepskieslijst te voltooien.
Informatie voor de kopregel maken
U kunt een kopregel maken door informatie toe te voegen zoals uw telefoonnummer of uw naam.
Opmerking:
Controleer of de tijd correct is ingesteld.
& “Tijd en land instellen/wijzigen” op pagina 157
A
Open de modus Instellen vanuit het menu Home.
B
Selecteer Faxinstellingen.
C
Selecteer Communicatie.
D
Selecteer Koptekst.
E
Selecteer Koptekst van fax.
F
Open de informatie voor de kopregel. U kunt tot 40 tekens invoeren.
G
Selecteer Klaar.
H
Selecteer Uw telefoonnummer.
I
Voer uw telefoonnummer in. U kunt tot 20 tekens invoeren.
Opmerking:
Druk op de knop # om een plusteken in te voeren (+) dat staat voor een internationaal voorvoegsel voor het
telefoonnummer. Het sterretje (*) is niet beschikbaar.
J
Selecteer Klaar om de kop te registreren.
Gebruikershandleiding
Faxen
101

De instellingen voor de uitvoer van ontvangen faxen wijzigen
Dit apparaat is in eerste instantie zo ingesteld dat elke ontvangen fax wordt afgedrukt. U kunt de instellingen
aanpassen en de ontvangen faxen opslaan in het geheugen van het apparaat, op een computer of op een extern
USB-opslagapparaat. U kunt de faxen dan eerst bekijken en alleen afdrukken wanneer dit echt nodig is. Volg de
onderstaande instructies om de instellingen te wijzigen.
A
Open de modus Instellen vanuit het menu Home.
B
Selecteer Faxinstellingen.
C
Selecteer Ontvangstinstellingen.
D
Selecteer Faxuitvoer.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven. Druk op Inst. wijzigen.
E
Selecteer de gewenste instelling aan de hand van de volgende uitleg.
U kunt één instelling, alle instellingen of een combinatie van instellingen inschakelen.
❏In postvak opslaan
Selecteer deze optie als de ontvangen faxen moeten worden opgeslagen in het geheugen van het apparaat. U kunt
de faxen bekijken op het display en zo nodig afdrukken.
& “Ontvangen faxen bekijken op het display” op pagina 109
Als u alleen deze instelling selecteert, worden de ontvangen faxen niet automatisch afgedrukt.
c
Belangrijk:
De faxen die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen, worden pas verwijderd wanneer u daar
opdracht toe geeft. Verwijder faxen nadat u ze hebt afgedrukt of bekeken. Zo voorkomt u dat het geheugen vol
raakt. Wanneer het geheugen vol is, kan het apparaat geen faxen meer ontvangen of verzenden.
❏Op computer opslaan
Als u deze functie wilt inschakelen, moet u Epson FAX Utility gebruiken op de computer die op het apparaat is
aangesloten.
& “Introductie FAX Utility” op pagina 95
Ontvangen faxen worden als PDF-bestand opgeslagen in een bepaalde map op de computer.
Nadat u FAX Utility zo hebt geconfigureerd dat faxen worden opgeslagen op een computer, kunt u Ja, dan
afdrukken op het apparaat gebruiken om de ontvangen faxen automatisch af te drukken wanneer ze op de
computer worden opgeslagen.
c
Belangrijk:
Ontvangen faxen worden alleen op de computer opgeslagen wanneer de computer is aangemeld. Omdat de
ontvangen faxen tijdelijk in het geheugen van het apparaat worden opgeslagen voordat ze op de computer
worden opgeslagen, kan het geheugen vol raken als u de computer langere tijd uitgeschakeld laat.
Opmerking:
Als u deze optie uitschakelt wanneer er ontvangen faxen zijn die nog niet op de computer zijn opgeslagen, worden de
faxen automatisch afgedrukt, tenzij u ten minste een van de overige opties hebt ingeschakeld.
Gebruikershandleiding
Faxen
102

❏Op ext. apparaat opsl.
Schakel deze optie in als de ontvangen faxen moeten worden opgeslagen op een geheugenkaart of extern
USB-opslagapparaat dat op het apparaat is aangesloten. Selecteer Ja, dan afdrukken om de ontvangen faxen
automatisch af te drukken wanneer ze op een geheugenkaart of apparaat worden opgeslagen.
Voordat u deze functie gebruikt, moet u uw geheugenkaart of externe USB-apparaat laten valideren door het
apparaat en een map aanmaken op de geheugenkaart of het USB-apparaat. Selecteer Maak map voor opslag en
volg de instructies op het scherm. U kunt geen geheugenkaarten of USB-apparaten gebruiken die niet zijn
gevalideerd door het apparaat.
c
Belangrijk:
Omdat de ontvangen faxen tijdelijk in het geheugen van het apparaat worden opgeslagen voordat ze op een
gevalideerde geheugenkaart of gevalideerd USB-apparaat worden opgeslagen, kan het geheugen vol raken als u
de kaart of het USB-apparaat langere tijd niet gebruikt.
Opmerking:
❏Als het opslaan van faxen op de geheugenkaart of het USB-apparaat mislukt door een fout (het geheugen is vol,
bijvoorbeeld), slaat het apparaat de faxen tijdelijk in het geheugen op totdat een foutloze gevalideerde kaart of
een foutloos gevalideerd USB-apparaat wordt aangesloten.
❏Als u deze optie uitschakelt wanneer er ontvangen faxen zijn die nog niet op het externe USB-apparaat zijn
opgeslagen, worden de faxen automatisch afgedrukt, tenzij u ten minste een van de overige opties hebt
ingeschakeld.
Faxen verzenden
Faxen verzenden door een nummer in te voeren
A
Plaats uw origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
B
Open de modus Fax in het menu Home.
C
Raak op het display Geef faxnummer op aan.
D
Voer het faxnummer in en selecteer Klaar. U kunt tot 64 tekens invoeren.
Opmerking:
❏Om het laatst gebruikte faxnummer weer te geven, druk u op Opn. kiezen.
❏Zorg ervoor dat de kopregel is ingevoerd. Sommige faxapparaten weigeren inkomende faxberichten zonder
kopregel.
E
Druk op d, selecteer Kleur of Zwart-wit en wijzig zo nodig de overige instellingen.
Opmerking:
Zie de menulijst van de faxmodus voor uitleg over de verschillende instellingen.
& “Faxmodus” op pagina 121
Gebruikershandleiding
Faxen
103

F
Druk op x om het verzenden te starten.
Opmerking:
Als het faxnummer bezet is of er een probleem is, zal het apparaat na een minuut opnieuw proberen. Druk op Opn. kiezen
om onmiddellijk opnieuw te proberen.
Faxen verzenden via snelkiezen/groepskiezen
Volg de onderstaande instructies om faxen te verzdenen via snelkiezen/groepskiezen.
Opmerking:
Wanneer u groepskiezen gebruikt, kunt u alleen faxen verzenden in zwart-wit.
A
Plaats uw origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
B
Open de modus Fax in het menu Home.
C
Druk op Cont.pers.
D
Selecteer het invoernummer om de fax naartoe te verzenden.
E
Druk op d, selecteer Kleur of Zwart-wit en wijzig zo nodig de overige instellingen.
Opmerking:
Zie de menulijst van de faxmodus voor uitleg over de verschillende instellingen.
& “Faxmodus” op pagina 121
F
Druk op x om het verzenden te starten.
Groepsfaxen verzenden
Met een groepsfax kunt u dezelfde fax naar meerdere nummers verzenden (maximaal 30) via snelkiezen/groepskiezen
of door de faxnummers in te voeren. Volg de onderstaande instructies om groepsfaxen te verzenden.
Opmerking:
U kunt faxen alleen in zwart-wit verzenden.
A
Plaats uw origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
& “Originelen plaatsen” op pagina 40
B
Open de modus Fax in het menu Home.
Gebruikershandleiding
Faxen
104
Produktspezifikationen
Marke: | Epson |
Kategorie: | Alles in einem |
Modell: | XP-615 |
Brauchst du Hilfe?
Wenn Sie Hilfe mit Epson XP-615 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten
Bedienungsanleitung Alles in einem Epson

10 August 2024

7 Juli 2024

6 Juli 2024

6 Juli 2024

5 Juli 2024

5 Juli 2024

4 Juli 2024

4 Juli 2024

4 Juli 2024

4 Juli 2024
Bedienungsanleitung Alles in einem
- Alles in einem Samsung
- Alles in einem HP
- Alles in einem Medion
- Alles in einem Panasonic
- Alles in einem Canon
- Alles in einem Dell
- Alles in einem MSI
- Alles in einem Ricoh
- Alles in einem Konica-Minolta
- Alles in einem Kyocera
- Alles in einem Xerox
- Alles in einem Oce
Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-

16 Oktober 2024

16 Oktober 2024

16 Oktober 2024

16 Oktober 2024

16 Oktober 2024

16 Oktober 2024

6 Oktober 2024

25 August 2024

24 August 2024

23 August 2024