Suunto D9 Bedienungsanleitung


Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Suunto D9 (134 Seiten) in der Kategorie Tauchcomputer. Dieser Bedienungsanleitung war für 26 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/134
NL
H A N D L E I D I N G
QUICK REFERENCE GUIDE
Huidige diepte
Symbool voor
vliegverbod
Flesdrukgrafiek
Attentiesymbool
Datum
Tweede tijdszone
Maximum diepte
O2% (Nitroxmodus)
Flesdruk
Tijd
Waarschuwing voor
lage batterijspanning
Stijgsnelheidsmeter
Indicatie voor actieve
watercontacten
Secondenteller
Stopwatch
Dag van de week
Duiktijd
Temperatuur
PO
2
(Nitroxmodus)
OLF% (Nitroxmodus)
Huidige tijd
Modusaanduiding
Geen-decompressielimiet
Totaal benodigde stijgtijd
Decompressieplafond
Veiligheids-/Deep Stop tijd
Oppervlakte-interval
Resterende duur van het
vliegverbod
Resterende luchttijd
Kompasweergave
Indicator voor
draadloze
flesdrukverzending
Duikalarm-indicator
Wekker-indicator
Veiligheidsstop-
indicator
1
Deze handleiding is vertaald door Suunto Benelux B.V. Aan deze vertaling kunnen
geen rechten ontleend worden. Suunto Oy’s aansprakelijkheid is beperkt tot de in-
houd van de originele Engelse handleiding.
BESCHRIJVING VAN DE WAARSCHUWINGEN
In deze handleiding worden belangrijke situaties of handelingen in een gearceerd ka-
der geplaatst. Er worden drie typen waarschuwingen gebruikt, gerangschikt naar be-
lang.
WAARSCHUWING wordt gebruikt om een situatie of handeling aan te duiden die
tot ernstige verwondingen of de dood kan leiden.
PAS OP wordt gebruikt om een situatie of handeling aan te duiden die
kan leiden tot schade aan het product.
LET OP wordt gebruikt om belangrijke informatie aan te duiden
COPYRIGHTS, HANDELSMERKEN EN PATENTEN
Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Niets
uit deze handleiding mag geheel of gedeeltelijk gekopiëerd, gefotokopiëerd, verveel-
voudigd of vertaald worden, noch mag deze handleiding omgezet worden naar een
ander medium, digitaal of analoog, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van SUUNTO.
SUUNTO, D9, Consumed Bottom Time, Verbruikte Bodemtijd, Oxygen Limit Fraction
(OLF), SUUNTO RGBM (Reduced Bubble Gradient Model), Continuous Decompres-
2
sion, Continue Decompressie en alle logo’s zijn geregistreerde of ongeregistreerde
handelsmerken van SUUNTO. Alle rechten voorbehouden.
Dit product is onder andere beschermd door U.S. patent # 5,845,235. Andere paten-
ten zijn aangevraagd.
Deze geautoriseerde Nederlandse handleiding is een vertaling van de originele En-
gelse handleiding en is eigendom van SUUNTO Benelux B.V. Aan kennelijke vertaal-,
druk- of zetfouten kunnen geen rechten ontleend worden.
CE
Het CE logo wordt gebruikt om aan te geven dat dit product overeenkomstig de ei-
sen van EU EMC Richtlijn 89/336/EEC en Personal Protective Equipment Richtlijn 89/
686/EEC is geproduceerd. SUUNTO duikinstrumenten voldoen aan alle voorgeschre-
ven EU richtlijnen.
FIOH, Laajaniityntie 1, FIN-01620 Vantaa, Finland, geregistreerd testbureau nr. 0403
heeft deze apparatuur getest conform de EC richtlijnen.
EN250 Ademhalingsbeschermende apparatuur open circuit perslucht duikappara-
tuur – vereisten, tests en markering.
De drukmeter/manometer en alle onderdelen in dit instrument met als doel het meten
van de esdruk, voldoen aan de Europese EN250 norm ten aanzien van esdrukme-
tingen. Deze instrumenten dienen minimaal om het jaar of na 200 duiken gereviseerd
te worden (wat zich het eerste voordoet).
5
WAARSCHUWING!
ALLEEN GEBREVETTEERDE DUIKERS MOGEN GEBRUIK MAKEN VAN
DEZE DUIKCOMPUTER! Geen enkele duikcomputer kan een gedegen duikoplei-
ding vervangen! Onvoldoende training kan ertoe leiden dat de duiker fouten begaat
die tot ernstig lichamelijk letsel of de dood kunnen leiden.
WAARSCHUWING!
ER BESTAAT ALTIJD EEN KANS OP DECOMPRESSIEZIEKTE, ONGEACHT
HET DUIKPROFIEL DAT U VOLGT MET BEHULP VAN UW DUIKCOMPUTER
OF DUIKTABEL. GEEN ENKELE PROCEDURE, DUIKCOMPUTER OF DUIK-
TABEL KAN DE KANS OP DECOMPRESSIE-ZIEKTE OF ZUURSTOFVERGIF-
TIGING GEHEEL UITSLUITEN! De fysiologische toestand van de duiker kan van
dag tot dag veranderen. Geen enkele duikcomputer kan rekening houden met de-
ze variaties. Als extra veiligheidsmaatregel kunt u uw duikarts raadplegen over uw
lichamelijke gesteldheid en geschiktheid voor het duiken.
WAARSCHUWING!
SUUNTO RAADT SPORTDUIKERS STERK AAN OM HUN MAXIMUM DIEPTE
TE BEPERKEN TOT 40 M [130 FT] OF TOT DE MAXIMUM DIEPTE DIE BERE-
KEND IS AAN DE HAND VAN HET GEBRUIKTE O2% EN EEN MAXIMALE PO2
VAN 1.4 BAR.
6
WAARSCHUWING!
DUIKEN WAARBIJ DECOMPRESSIESTOPS NOODZAKELIJK ZIJN, WORDEN
STERK AFGERADEN. WANNEER DE COMPUTER AANGEEFT DAT EEN DE-
COMPRESSIESTOP GEMAAKT MOET WORDEN, DIENT U UW OPSTIJGING
TE BEGINNEN EN DE DECOMPRESSIESTOP TE MAKEN. Let op de ASC TIME
waarschuwing en de naar boven wijzende pijl op het display.
WAARSCHUWING!
GEBRUIK BACK-UP INSTRUMENTEN! Zorg ervoor dat u altijd back-up instru-
menten gebruikt zoals een dieptemeter, een manometer, een divetimer of horloge.
U moet een decompressietabel tot uw beschikking hebben en over de benodigde
kennis beschikken om deze te gebruiken.
WAARSCHUWING!
CONTROLEER DE COMPUTER VOOR GEBRUIK! Ga voor iedere duik na of de
D9 correct functioneert door te controleren of alle LCD-segmenten oplichten, of de
batterijspanning niet te laag is, de computer ingesteld is op de juiste persoonlijke
instelling, de correcte hoogte boven zeeniveau, de gewenste RGBM-stand, deep
stops, veiligheidsstops en het juiste zuurstofpercentage.
WAARSCHUWING!
U MAG NIET NAAR GROTERE HOOGTE REIZEN ZOLANG DE COMPUTER
EEN VLIEGVERBOD AANGEEFT. ACTIVEER VOORDAT U GAAT VLIEGEN AL-
TIJD DE COMPUTER OM DE RESTERENDE TIJD VAN HET VLIEGVERBOD TE
7
CONTROLEREN! Als u zich ondanks een vliegverbod toch naar een grotere hoog-
te begeeft, loopt u een groot risico op decompressieziekte. Lees de aanbevelingen
van het Diver’s Alert Network (DAN) in hoofdstuk 6.5.4, ”Vliegen na het duiken”.
WAARSCHUWING!
EEN D9 MAG NIET GELEEND OF UITGELEEND WORDEN ZOLANG DEZE IN
WERKING IS EN DE DESATURATIETIJD NIET NUL IS! De informatie die de com-
puter berekent, zal niet van toepassing zijn op de gebruiker als deze de computer
niet tijdens de gehele duik of serie herhalingsduiken heeft gedragen. De duikpro e-
len waarop een computer zijn berekeningen baseert, moeten exact overeenkomen
met de pro elen die de duiker heeft gevolgd. Als de duiker de computer gedurende
een (deel van een) duik niet draagt, zal deze inaccurate informatie geven voor alle
volgende herhalingsduiken. Geen enkele duikcomputer kan rekening houden met
duiken die u maakt zónder de computer. Als u een duik zonder de computer maakt
binnen 4 dagen voor de geplande duik mét de computer, zal dit ertoe leiden dat de
door de computer berekende stikstofsaturatie niet overeenkomt met de situatie in
uw lichaam. Vermijd deze situaties!
WAARSCHUWING!
STEL DE OPTIONELE FLESDRUKZENDER NIET BLOOT AAN GASMENGELS
MET EEN ZUURSTOFPERCENTAGE VAN MEER DAN 40%. Verrijkte lucht met
een hoger zuurstofpercentage brengt een groot brand- en explosiegevaar met zich
mee.
9
WAARSCHUWING!
KIES DE JUISTE PERSOONLIJKE INSTELLING! De duiker moet gebruik maken
van de mogelijkheid om een persoonlijke instelling te kiezen, wanneer hij of zij ver-
moedt dat er factoren in het spel zijn die de kans op decompressieziekte vergro-
ten. Nalaten de juiste persoonlijke instelling te kiezen kan leiden tot een vergroot
risico op decompressieziekte.
LET OP!
Het is niet mogelijk om tussen de Air-, Nitrox- en Gaugemodus te schakelen voordat
de tijd van het vliegverbod (de desaturatietijd) nul minuten is.
Er is één uitzondering: U kunt de computer binnen deze periode in de Nitroxmodus
zetten, wanneer u eerder een duik in de Persluchtmodus heeft gemaakt. Wanneer u
van plan bent om zowel duiken met Nitrox als met perslucht te maken binnen dezelfde
serie herhalingsduiken, kunt u de D9 het beste direct in de Nitroxmodus zetten: dan
hoeft u alleen het gebruikte gasmengsel voor iedere duik in te stellen.
Na een duik in de Gaugemodus is de tijd van het vliegverbod altijd 48 uur.
10
INHOUDSOPGAVE
WAARSCHUWINGEN! .........................................................................................4
1. INLEIDING ........................................................................................................14
1.1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT ..................................................................16
1.1.1. NOODOPSTIJGINGEN ..................................................................17
1.1.2. BEPERKINGEN VAN DUIKCOMPUTERS.....................................17
1.1.3. VERRIJKTE LUCHT / NITROX ......................................................17
1.1.4. FREEDIVING..................................................................................18
2. BEKEND RAKEN MET DE D9............................................................................19
2.1. HET DISPLAY EN DE DRUKKNOPPEN...................................................20
2.2. WATERCONTACTEN................................................................................22
2.3. BELANGRIJKSTE FUNCTIES...................................................................23
2.4. DRAADLOZE FLESDRUKVERZENDING .................................................24
2.5. PC-INTERFACE.........................................................................................25
3. TIJDSMODUS.....................................................................................................25
3.1. TIJDSDISPLAY ..........................................................................................25
3.2. STOPWATCH (TIMER)..............................................................................26
3.3. INSTELLEN VAN DE TIJDSMODUS.........................................................27
3.3.1. WEKKER ........................................................................................28
3.3.2. TIJD ................................................................................................28
3.3.3. TIJD IN EEN TWEEDE TIJDSZONE..............................................28
3.3.4. DATUM ...........................................................................................29
3.3.5. EENHEDENSTELSEL....................................................................29
3.3.6. DISPLAYVERLICHTING ................................................................29
11
3.3.7. GELUID ..........................................................................................30
4.
KOMPASMODUS ...............................................................................................30
4.1. HET KOMPAS ACTIVEREN ......................................................................30
4.2. DE KOMPASWEERGAVE .........................................................................31
4.3. KOMPASINSTELLINGEN..........................................................................32
4.3.1. DECLINATIE...................................................................................33
4.3.2. KALIBREREN .................................................................................33
5. VOOR DE DUIK ..................................................................................................36
5.1. ACTIVERING EN CONTROLE ..................................................................36
5.1.1. ACTIVEREN VAN DE DUIKMODUS..............................................36
5.1.2. BATTERIJSPANNINGSMETING....................................................38
5.1.3. BERGMEERDUIKEN......................................................................39
5.1.4. PERSOONLIJKE INSTELLINGEN .................................................40
5.1.5. VEILIGHEIDSSTOPS .....................................................................43
5.1.6. DEEP STOPS.................................................................................45
5.2. INSTELLINGEN BINNEN DE DUIKMODUS..............................................46
5.2.1. DIEPTE-ALARM .............................................................................47
5.2.2. DUIKTIJDALARM ...........................................................................47
5.2.3. NITROXINSTELLINGEN ................................................................48
5.2.4. HOOGTE- EN PERSOONLIJKE INSTELLINGEN .........................49
5.2.5. OPNAME-INTERVAL .....................................................................49
5.2.6. VEILIGHEIDSSTOPS / DEEP STOPS ...........................................50
5.2.7. RGBM INSTELLINGEN ..................................................................50
5.2.8. FLESDRUKGEGEVENS ................................................................50
12
5.2.9. EENHEDENSTELSEL ....................................................................51
5.2.10.
HP CODE .......................................................................................51
5.3. .....................................................51
5.3.1. MONTEREN VAN DE ZENDER.....................................................51
5.3.2. KOPPELING EN CODERING.........................................................52
5.3.3. GEGEVENSOVERDRACHT ..........................................................54
6. DUIKEN MET DE SUUNTO D9 ..........................................................................57
6.1. DUIKEN IN DE PERSLUCHTMODUS [AIR]..............................................57
6.1.1. BASISGEGEVENS.........................................................................57
6.1.2. AANDACHTSPUNTEN...................................................................59
6.1.3. FLESDRUKGEGEVENS ................................................................59
6.1.4. STIJGSNELHEIDSMETER.............................................................61
6.1.5. VEILIGHEIDSSTOPS EN DEEP STOPS.......................................61
6.1.6. DECOMPRESSIEDUIKEN .............................................................62
6.2. DUIKEN IN DE NITROXMODUS [EAN].....................................................68
6.2.1. VOOR DE DUIK..............................................................................68
6.2.2. ZUURSTOFDISPLAYS...................................................................70
6.2.3. OXYGEN LIMIT FRACTION (OLF) ................................................70
6.2.4. GASMENGSEL WISSELEN, MEERDERE ADEMGASSEN ..........71
6.3. DUIKEN IN DE GAUGEMODUS [GAUGE]................................................73
6.4. GEBRUIK VAN HET KOMPAS IN DE DUIKMODUS ................................74
6.5. AAN DE OPPERVLAKTE ..........................................................................75
6.5.1. OPPERVLAKTE-INTERVAL...........................................................75
6.5.2. DUIKNUMMERING.........................................................................76
6.5.3. HERHALINGSDUIKPLANNING .....................................................77
13
6.5.4. VLIEGEN NA HET DUIKEN ...........................................................77
6.6. AKOESTISCHE EN VISUELE WAARSCHUWINGEN...............................78
6.7. FOUTMELDINGEN ....................................................................................81
7. GEHEUGENFUNCTIES......................................................................................83
7.1. DUIKPLANNER [MEMPLAN].....................................................................83
7.2. LOGBOEK [MEMLOG]...............................................................................85
7.3. DUIKHISTORIE [MEMHIS] ........................................................................87
8. EXTRA FUNCTIONALITEIT ...............................................................................88
8.1. SUUNTO DIVE MANAGER .......................................................................90
8.2. SUUNTOSPORTS.COM............................................................................90
9. ZORG EN ONDERHOUD ...................................................................................95
9.1. BELANGRIJKE INFORMATIE ...................................................................95
9.2. ZORG VOOR UW DUIKCOMPUTER ........................................................95
9.3. ONDERHOUD............................................................................................97
9.4. CONTROLEREN OP WATERDICHTHEID................................................98
9.5. DE BATTERIJ VERVANGEN.....................................................................98
9.5.1. DE COMPUTERBATTERIJ VERVANGEN.....................................98
9.5.2. DE BATTERIJ VAN DE FLESDRUKZENDER VERVANGEN........99
10. TECHNISCHE INFORMATIE............................................................................102
10.1. SPECIFICATIES ......................................................................................102
10.2. SUUNTO REDUCED GRADIENT BUBBLE MODEL (RGBM) ................107
10.3. ZUURSTOFBLOOTSTELLING ................................................................112
11. GARANTIEBEPALINGEN.................................................................................114
12. VERKLARENDE WOORDENLIJST..................................................................116
15
Datum, tijd, tweede tijdszone en wekker
Zuurstofpercentage in het mengsel (alleen in de Nitroxmodus)
Maximale PO2 (alleen in de Nitroxmodus)
Hoogte- en persoonlijke instellingen
RGBM instellingen
Instelmogelijkheden voor veiligheids- en deep stops
Opname-interval voor het pro elgeheugen naar keuze; 1, 2, 10, 20, 30 of 60
seconden
Het Suunto RGBM/Deep Stop Algoritme
Het Suunto Reduced Gradient Bubble Model (RGBM) dat in de D9 gebruikt is, contro-
leert het stikstof in het lichaam van de duiker zowel in de gas- als in de opgeloste fa-
se. Dit biedt een groot voordeel boven klassieke Haldane modellen, welke de vorming
en het gedrag van gas in vrije toestand niet kunnen simuleren. Het grootste voordeel
is wel het toegenomen veiligheidsniveau, dat bereikt wordt dankzij de mogelijkheden
van het decompressiemodel om zich aan te passen aan diverse situaties en duikpro-
elen.
Gebruikers van de D9 hebben de mogelijkheid om te kiezen tussen traditionele Aan-
bevolen Veiligheidsstops en Deep Stops. Deep Stops zijn decompressiestops die die-
per dan traditionele stops worden gemaakt, met als doel de vorming van microbelle-
tjes te beperken.
Als reactie op verschillende risicosituaties, kan de D9 een derde soort stop inlassen:
de Verplichte Veiligheidsstop. De combinatie van stops hangt af van de instelling van
de D9 en de duiksituatie.
16
Om optimaal te kunnen pro teren van alle nieuwe veiligheidsvoorzieningen vragen wij
u hoofdstuk 10.2 over het Reduced Gradient Bubble Model aandachtig te lezen.
1.1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT
Gebruik deze computer niet voordat u deze handleiding zorgvuldig en in zijn geheel
heeft doorgelezen, inclusief alle waarschuwingen. Zorg ervoor dat u de mogelijkhe-
den, de bediening, het gebruik en de beperkingen van de SUUNTO D9 begrijpt. Als u
vragen heeft over deze handleiding of de computer zelf, dient u zich te richten tot uw
SUUNTO Dealer voordat u met de computer duikt.
Onthoud dat u ZELF VERANTWOORDELIJK BLIJFT VOOR UW VEILIGHEID!
Wanneer deze duikcomputer correct gebruikt wordt, is het een perfect gereedschap
om goed opgeleide duikers te assisteren bij het plannen en uitvoeren van normale
sportduiken. DIT INSTRUMENT IS GEEN VERVANGING VOOR EEN GEDEGEN
DUIKOPLEIDING, inclusief de basisbeginselen van de decompressietheorie!
Duiken met verrijkte lucht (Nitrox) brengt extra risico’s met zich mee, die bij het pers-
luchtduiken niet van toepassing zijn. Deze risico’s zijn niet voor de hand liggend en
vereisen speciale instructie om er mee te leren omgaan. Zonder deze extra opleiding
riskeert u ernstige verwondingen, mogelijk met de dood tot gevolg.
Duik niet met andere gasmengsels dan standaard perslucht voordat u hiervoor een
erkende opleiding heeft gevolgd.
17
1.1.1. NOODOPSTIJGINGEN
In het onwaarschijnlijke geval dat uw duikcomputer tijdens een duik defect raakt, kunt
u een gecontroleerde opstijging maken volgens de aanbevelingen van uw opleidings-
organisatie. Als alternatief kunt u de volgende procedure volgen:
STAP 1: Beoordeel de situatie op een kalme, rationele manier en begeef u direct
naar een diepte van minder dan 18 meter.
STAP 2: Op 18 meter aangekomen mag uw stijgsnelheid onder geen beding de
10m/min overschrijden. Stijg rustig op naar een diepte tussen de 6 en de 3
meter.
STAP 3: Blijf, zolang uw luchtvoorraad dit toelaat, op deze diepte. Maak na het veilig
bereiken van de oppervlakte minimaal 24 uur geen verdere duiken.
1.1.2. BEPERKINGEN VAN DUIKCOMPUTERS
Hoewel deze duikcomputer gebaseerd is op de meest recente inzichten in decom-
pressieprocedures en gebouwd is volgens de laatste technologische ontwikkelingen,
kan een duikcomputer geen metingen doen van de fysiologische processen in het
lichaam van een duiker. Alle decompressieprocedures die tot op heden ontwikkeld
zijn, inclusief de U.S. Navy tabellen, zijn gebaseerd op theoretische wiskundige model-
len die bedoeld zijn als richtlijn om de risico’s van decompressieziekte te beperken.
1.1.3. VERRIJKTE LUCHT / NITROX
Duiken met verrijkte lucht biedt een duiker de mogelijkheid om de kans op decom-
18
pressieziekte te verkleinen door de hoeveelheid stikstof in het ademgasmengsel te
verminderen.
Deze verlaging van het stikstofpercentage wordt bereikt door het zuurstofpercenta-
ge te verhogen. Dit hogere zuurstofpercentage stelt de duiker bloot aan een risico op
zuurstofvergiftiging, dat bij persluchtduiken veel minder relevant is. Om dit risico tot
een minimum te beperken, houdt de computer de intensiteit en duur van de blootstel-
ling aan het verhoogde percentage zuurstof bij, zodat de duiker zijn duikplan aan kan
passen en zo de blootstelling binnen veilige grenzen kan houden.
Naast de fysiologische effecten van verrijkte lucht op ons lichaam, zijn er ook een
aantal praktische overwegingen bij de omgang met gasmengsels. Verhoogde con-
centraties zuurstof brengen een groter brand- en explosiegevaar met zich mee. Daar-
naast dient u de fabrikant van het duikmateriaal, dat blootgesteld wordt aan een hoger
zuurstofpercentage, te raadplegen voor eventuele beperkingen.
1.1.4. FREEDIVING
Freediving en in het bijzonder freediving in combinatie met persluchtduiken kan
risico’s met zich meebrengen die niet grondig onderzocht en dus niet algemeen be-
kend zijn.
Als u deelneemt aan deze of welke andere vorm van apneaduiken dan ook, loopt u
kans op een shallow-water blackout; bewusteloosheid die (doorgaans tijdens de op-
stijging) optreedt als gevolg van zuurstofgebrek.
Iedere freedive leidt tot de opname van stikstof in het bloed en andere snelle weef-
31
SELECT knop langer dan 2 seconden ingedrukt te houden.
60 seconden nadat u de laatste knop heeft ingedrukt zal de
D9 terugkeren naar de Tijds- of Duikmodus; dit om de batte-
rij te sparen.
4.2. DE KOMPASWEERGAVE
De Suunto D9 toont het kompas als een gra sche weerga-
ve van een normale kompasroos. Op de kompasroos ziet u
de vier kompasrichtingen N, S, W en E aangeduid. De hui-
dige koers wordt ook cijfermatig weergegeven. U kunt een
kompaskoers vastleggen, waarna pijlen de richting aangeven
waarin u moet bewegen om u naar de ingestelde richting te
draaien. Vastgelegde koersen worden opgeslagen in het ge-
heugen zodat u deze later kunt analyseren. De laatst vastge-
legde koers blijft beschikbaar wanneer het kompas op een la-
ter tijdstip nogmaals wordt geactiveerd.
LET OP! De magnetische sensor van het kompas werkt 30
seconden vanaf het moment dat de laatste keer een knop is
ingedrukt. Na deze 30 seconden keert de D9 terug naar de
functie waaruit het kompas is opgeroepen (TIME of DIVE).
EEN KOERS VASTLEGGEN
Om een koers vast te leggen, houdt u de D9 horizontaal in de
gewenste richting. Druk op SELECT om de huidige koers vast Fig. 4.2. Door op SELECT te
drukken legt u de huidige koers
vast; 45 graden Noordoost.
Fig. 3.17. Geluidsinstellingen
wijzigen.
Fig. 4.1. Kompasmodus (vanuit de
Tijdsmodus). Uw huidige koers is
Noordwest, 305 graden. De gepro-
grammeerde koers is aan uw rech-
ter zijde.


Produktspezifikationen

Marke: Suunto
Kategorie: Tauchcomputer
Modell: D9

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Suunto D9 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten