Sony VPCS11E7E Bedienungsanleitung

Sony PC VPCS11E7E

Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Sony VPCS11E7E (195 Seiten) in der Kategorie PC. Dieser Bedienungsanleitung war für 10 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/195
N
Gebruikershandleiding
Personal computer
VPCS11-serie
2
nN
Inhoudsgave
Voor gebruik ....................................................................... 4
Meer informatie over uw VAIO-computer...................... 5
Ergonomische overwegingen........................................ 7
Aan de slag......................................................................... 9
De besturingselementen en poorten ........................... 10
De lampjes .................................................................. 15
Een stroombron aansluiten ......................................... 16
De batterij gebruiken ................................................... 18
De computer veilig uitschakelen ................................. 25
Modi voor energiebesparing gebruiken....................... 26
Uw computer bijwerken............................................... 29
De VAIO-computer gebruiken........................................... 30
Het toetsenbord gebruiken.......................................... 31
Het touchpad gebruiken .............................................. 34
De knoppen voor speciale functies gebruiken ............ 36
De ingebouwde camera gebruiken ............................. 37
Het optische station gebruiken.................................... 38
Een 'Memory Stick' gebruiken..................................... 45
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ............ 51
Het internet gebruiken................................................. 58
Het netwerk (LAN) gebruiken...................................... 59
Draadloos LAN gebruiken ........................................... 60
Draadloos WAN gebruiken ..........................................65
De Bluetooth-functie gebruiken ...................................69
Vingerafdrukverificatie gebruiken ................................75
Randapparaten gebruiken.................................................82
Een dokstation aansluiten ...........................................83
Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon
aansluiten ....................................................................91
Een externe monitor aansluiten ...................................92
Weergavemodi selecteren ...........................................97
De meerdere-monitorsmodus gebruiken .....................98
Een externe microfoon aansluiten .............................100
Een USB-apparaat aansluiten ...................................101
Een i.LINK-apparaat aansluiten.................................103
Uw VAIO-computer aanpassen.......................................105
Het wachtwoord instellen...........................................106
Intel(R) VT gebruiken ................................................117
VAIO Control Center gebruiken.................................118
VAIO Energiebeheer gebruiken.................................119
De weergavetaal wijzigen ..........................................120
De harde schijf beschermen ......................................121
Uw VAIO-computer uitbreiden.........................................122
Geheugen toevoegen en verwijderen........................123
3
nN
Voorzorgsmaatregelen ................................................... 129
Veiligheidsinformatie ................................................. 130
Verzorging en onderhoud.......................................... 133
Met de computer omgaan ......................................... 134
Met het LCD-scherm omgaan ................................... 136
De stroomvoorziening gebruiken .............................. 137
Met de ingebouwde camera omgaan........................ 138
Met schijven omgaan ................................................ 139
De batterij gebruiken ................................................. 140
Met 'Memory Sticks' omgaan .................................... 141
Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan .......... 142
Vingerafdrukverificatie gebruiken.............................. 143
Problemen oplossen ....................................................... 145
Computerbediening................................................... 147
Systeemupdate/beveiliging ....................................... 153
Herstel....................................................................... 155
Batterij ....................................................................... 158
Ingebouwde camera.................................................. 160
Netwerk (LAN/draadloos LAN).................................. 162
Draadloos WAN ........................................................ 166
Bluetooth-technologie ............................................... 167
Optische schijven ...................................................... 171
Beeldscherm ............................................................. 176
Afdrukken .................................................................. 180
Microfoon ...................................................................181
Luidsprekers ..............................................................182
Touchpad...................................................................184
Toetsenbord ..............................................................185
Diskettes ....................................................................186
Audio/video................................................................187
'Memory Stick'............................................................189
Randapparatuur.........................................................190
Dokstation..................................................................191
Handelsmerken ...............................................................192
Opmerking.......................................................................194
4
nN
Voor gebruik >
Voor gebruik
Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm.
Sony heeft de allernieuwste technologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie
gecombineerd voor uiterst geavanceerd computergebruik.
!
De weergaven van de buitenkant van de computer in deze handleiding kunnen iets afwijken van hoe uw computer er werkelijk uitziet.
De specificaties vinden
Sommige functies, opties en geleverde artikelen zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer.
Voor informatie over de configuratie van uw computer gaat u naar de VAIO Link-website op http://www.vaio-link.com.
5
nN
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
Meer informatie over uw VAIO-computer
In dit deel vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.
1. Gedrukte documentatie
Handleiding Snel aan de slag: een overzicht voor het aansluiten van onderdelen, installatie-informatie enz.
Gids systeemherstel en probleemoplossing
Voorschriften, Garantie en Ondersteuning
2. Documentatie op het scherm
Gebruikershandleiding (deze handleiding): functies van de computer en informatie over het oplossen van
veelvoorkomende problemen.
U geeft deze handleiding als volgt op het scherm weer:
1Klik op Start , ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Documentation.
2Open de map voor uw taal.
3Kies de handleiding die u wilt lezen.
U kunt de gebruikershandleidingen ook vinden door handmatig te bladeren naar
Computer
>
VAIO (C:)
(de C-schijf) >
Documentatie
(Documentation) >
Documentatie
(Documentation) en vervolgens de map van uw taal te openen.
Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw
computer te gebruiken.
Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning klikt u op Start en vervolgens op Help en ondersteuning, of houdt
u de Microsoft Windows-toets ingedrukt en drukt u op F1.
6
nN
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
3. Ondersteuningswebsites
Als u problemen hebt met de computer gaat u naar de VAIO-Link-website op http://www.vaio-link.com voor het oplossen van
problemen.
Er zijn tevens andere informatiebronnen beschikbaar:
Bij de Club VAIO-gemeenschap op http://club-vaio.com kunt u vragen stellen aan andere VAIO-gebruikers.
Voor productinformatie kunt u onze productwebsite bezoeken op http://www.vaio.eu/, of onze online winkel op
http://www.sonystyle-europe.com.
Houd het serienummer van uw VAIO-computer bij de hand wanneer u contact opneemt met VAIO-Link. U vindt het
serienummer op de onderzijde, de achterzijde of in het batterijcompartiment van uw VAIO-computer. Als u het serienummer
niet kunt vinden, gaat u naar de website van VAIO-Link voor meer aanwijzingen.
7
nN
Voor gebruik >
Ergonomische overwegingen
Ergonomische overwegingen
U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de
volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers:
Positie van de computer: plaats de computer direct voor u. Houd uw onderarmen horizontaal, met uw polsen in een
neutrale, comfortabele positie als u het toetsenbord of het aanwijsapparaat gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen
naast uw bovenlichaam. Neem regelmatig pauze wanneer u uw computer gebruikt. Als u te veel met de computer werkt,
kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.
Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat
op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd
uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.
8
nN
Voor gebruik >
Ergonomische overwegingen
Gezichtshoek t.o.v. het scherm: gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Dit is
minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook het helderheidsniveau van het scherm optimaal in.
Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden.
Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen
comfortabeler, maar ook efficiënter.
Opstelling van een externe monitor: als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een comfortabele
gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u voor de monitor zit.
10
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
De besturingselementen en poorten
Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.
!
Het uiterlijk van de computer verschilt mogelijk van de illustraties in deze handleiding vanwege variaties in specificaties. Het kan ook per land of regio
verschillen.
Voorzijde
AIngebouwde MOTION EYE-camera (pagina 37)
BLampje voor ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 15)
CLCD-scherm (pagina 136)
DVAIO-knop (pagina 36)
EASSIST-knop (pagina 36)
FSensor omgevingslicht (pagina 33), (pagina 179)
Hiermee wordt de intensiteit van het omgevingslicht gemeten
om de helderheid van het LCD-scherm automatisch in te stellen
op het optimale niveau.
GIngebouwde luidsprekers (stereo)
HIngebouwde microfoon (mono)
IToetsenbord (pagina 31)
JTouchpad (pagina 34)
KRechterknop (pagina 34)
LVingerafdruksensor* (pagina 75)
MLinkerknop (pagina 34)
* Alleen op bepaalde modellen.
11
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
ANum Lock-lampje (pagina 15)
BCaps Lock-lampje (pagina 15)
CScroll Lock-lampje (pagina 15)
DSleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 54)
ELampje voor mediatoegang (pagina 15)
F'Memory Stick Duo'-sleuf* (pagina 45)
GWIRELESS-lampje (pagina 15)
HLampje voor batterijlading (pagina 15)
IStationsindicatielampje (pagina 15)
JWIRELESS-schakelaar (pagina 60), (pagina 65), (pagina 69)
KHoofdtelefoonaansluiting (pagina 91)
LMicrofoonaansluiting (pagina 100)
MUitwerpknop voor station (pagina 36), (pagina 38)
* De computer ondersteunt alleen 'Memory Sticks' in Duo-formaat.
12
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Rechterzijde
AOptisch station (pagina 38)
BOpening voor handmatig uitwerpen (pagina 171)
CExpressCard/34-sleuf (pagina 51)
DUSB-poorten* (pagina 101)
ENetwerkpoort (LAN) (pagina 59)
FAan/uit-knop/Aan/uit-lampje (pagina 15)
* Voldoet aan de USB 2.0-standaard en ondersteunt hoge/volle/lage snelheid.
13
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Linkerzijde
ADC IN-poort (pagina 16)
BVentilatieopening
CBeveiligingssleuf
DHDMI-uitvoerpoort*1 (pagina 95)
EMonitorpoort*2 (pagina 92)
FUSB-poort*3 (pagina 101)
Gi.LINK 4-pins poort (S400) (pagina 103)
*1 Op modellen met de NVIDIA-videocontroller hoort u mogelijk geen geluid
van een uitvoerapparaat dat is aangesloten op de HDMI-uitvoerpoort
gedurende de eerste seconden van het afspelen. Dit is geen defect.
*2 Niet functioneel wanneer de computer op het dokstation is aangesloten.
*3 Voldoet aan de USB 2.0-standaard en ondersteunt hoge/volle/lage snelheid.
14
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Achterzijde/onderzijde
AVentilatieopeningen
BSleuf voor simkaart* (pagina 65)
CBatterijconnector (pagina 18)
DAansluiting voor dokstation (pagina 85)
EKapje van geheugenmodulecompartiment (pagina 123)
* Alleen op bepaalde modellen.
16
nN
Aan de slag >
Een stroombron aansluiten
Een stroombron aansluiten
De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij.
De netadapter gebruiken
Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.
Gebruik alleen de netadapter die is meegeleverd voor uw computer.
De netadapter gebruiken
1Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).
2Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).
3Steek de kabel van de netadapter (3) in de DC IN-poort (4) van de computer of het optionele dokstation.
!
De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.
17
nN
Aan de slag >
Een stroombron aansluiten
Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los van het wandcontact.
Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.
Als u de computer lange tijd niet gaat gebruiken, zet u deze in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 28).
18
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
De batterij gebruiken
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij plaatsen/verwijderen
De batterij plaatsen
1Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2Schuif het vergrendelingslipje LOCK (1) van de batterij naar binnen.
20
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
De batterij verwijderen
!
U kunt gegevens verliezen als u de batterij verwijdert wanneer de computer is ingeschakeld en niet op de netspanning is aangesloten, of wanneer u de
batterij verwijdert als de computer in de slaapstand is gezet.
1Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2Schuif het vergrendelingslipje LOCK (1) van de batterij naar binnen.
3Schuif en houd de RELEASE-pal voor de batterij (2) naar binnen, plaats een vingertop onder het lipje (3) op de batterij
en til de batterij in de richting van de pijl. Schuif de batterij vervolgens uit de computer.
!
Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om veiligheidsredenen werkt deze computer alleen
met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een niet-goedgekeurde batterij in de computer plaatst, wordt de batterij niet
opgeladen en werkt de computer niet.
21
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
De batterij opladen
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij opladen
1Plaats de batterij.
2Sluit de computer met de netadapter aan op een stopcontact.
Het lampje voor batterijlading gaat branden wanneer de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterij dicht bij het door
u geselecteerde maximale oplaadniveau wordt geladen, gaat het lampje voor batterijlading uit.
!
Laad de batterij op net als de eerste keer zoals in deze handleiding is beschreven.
Status van het lampje voor
batterijlading
Betekenis
Brandt oranje De batterij wordt opgeladen.
Knippert samen met het groene
aan/uit-lampje
De batterij is bijna leeg.
(Normale modus)
Knippert samen met het oranje
aan/uit-lampje
De batterij is bijna leeg.
(Slaapstandmodus)
Knippert snel oranje Er is een batterijfout opgetreden door een
batterijstoring of een niet-vergrendelde batterij.
22
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer
gebruikt.
Als de batterij bijna leeg is en zowel het batterijlampje als het stroomlampje knipperen, sluit u de netadapter aan zodat de batterij weer kan worden
opgeladen, of schakelt u de computer uit om een volledig opgeladen batterij te plaatsen.
De computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de
levensduur van de batterij.
Wanneer sommige toepassingen en randapparaten worden gebruikt, is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de sluimerstand, zelfs niet
als de batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld
opslaan en handmatig een energiebeheermodus activeren, bijvoorbeeld de slaapstand of sluimerstand.
Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de Slaapstandmodus staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk
terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
23
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
De oplaadcapaciteit van de batterij gaat langzaam achteruit naarmate de batterij vaker is opgeladen en de batterij langer
wordt gebruikt. Om het meeste uit uw batterij te halen, controleert u de oplaadcapaciteit van de batterij en wijzigt u de
batterijinstellingen.
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
2Klik op Energiebeheer (Power Management) en Batterij (Battery).
U kunt tevens de functies voor de batterijlading inschakelen om de levensduur van de batterij te verlengen.
25
nN
Aan de slag >
De computer veilig uitschakelen
De computer veilig uitschakelen
Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt
beschreven.
De computer afsluiten
1Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit.
2Klik op Start en vervolgens op de knop Afsluiten.
3Antwoord op alle waarschuwingen om documenten op te slaan of rekening te houden met andere gebruikers en wacht
tot de computer is uitgeschakeld.
Het stroomlampje gaat uit.
26
nN
Aan de slag >
Modi voor energiebesparing gebruiken
Modi voor energiebesparing gebruiken
U kunt via de instellingen voor energiebeheer ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale
werkingsmodus, heeft de computer twee andere modi voor energiebesparing: Slaapstand en sluimerstand.
!
Als u de computer lange tijd niet gaat gebruiken en deze niet is aangesloten op de netstroom, zet u de computer in de sluimerstand of schakelt u deze uit.
Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de slaapstand staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te
keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
Modus Beschrijving
Normale modus Dit is de normale toestand als de computer in gebruik is. In deze modus brandt het groene stroomlampje van
de computer.
Slaapstandmodus Met de slaapstand wordt het LCD-scherm uitgeschakeld en worden de ingebouwde opslagapparaten en de
CPU ingesteld op laag energieverbruik. In deze stand knippert het oranje stroomlampje van de computer
langzaam. De computer komt sneller uit de slaapstand dan uit de sluimerstand. De computer verbruikt in de
slaapstand echter meer stroom dan in de sluimerstand.
Sluimerstand In de sluimerstand wordt de toestand van het systeem opgeslagen op het ingebouwde opslagapparaat en wordt
de stroom uitgeschakeld. Zelfs als de batterij leeg raakt, zullen er geen gegevens verloren gaan. In deze stand
brandt het stroomlampje van de computer niet.
28
nN
Aan de slag >
Modi voor energiebesparing gebruiken
De sluimerstand gebruiken
De sluimerstand activeren
Druk op Fn+F12.
U kunt ook op Start klikken, vervolgens op de pijl naast de knop Afsluiten en daarna op Sluimerstand.
!
Verplaats de computer niet tot het stroomlampje uitgaat.
Terugkeren naar de normale modus
Druk op de aan/uit-knop.
!
Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld.
29
nN
Aan de slag >
Uw computer bijwerken
Uw computer bijwerken
Zorg ervoor dat u de laatste updates met de volgende softwaretoepassing op uw VAIO-computer installeert, zodat de
computer efficiënter kan werken.
U wordt door VAIO Update gewaarschuwd als er nieuwe updates op internet beschikbaar zijn voor het verbeteren van de
prestaties van uw computer. Deze worden automatisch gedownload en geïnstalleerd op de computer.
Windows Update
Klik op Start, Alle programma's en Windows Update en volg de instructies op het scherm.
VAIO Update 5
Klik op Start, Alle programma's en VAIO Update 5 en volg de instructies op het scherm.
!
Uw computer moet verbinding hebben met internet voordat u updates kunt downloaden.
30
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De VAIO-computer gebruiken
In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer.
Het toetsenbord gebruiken (pagina 31)
Het touchpad gebruiken (pagina 34)
De knoppen voor speciale functies gebruiken (pagina 36)
De ingebouwde camera gebruiken (pagina 37)
Het optische station gebruiken (pagina 38)
Een 'Memory Stick' gebruiken (pagina 45)
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken (pagina 51)
Het internet gebruiken (pagina 58)
Het netwerk (LAN) gebruiken (pagina 59)
Draadloos LAN gebruiken (pagina 60)
Draadloos WAN gebruiken (pagina 65)
De Bluetooth-functie gebruiken (pagina 69)
Vingerafdrukverificatie gebruiken (pagina 75)
31
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
Het toetsenbord gebruiken
Het toetsenbord is voorzien van extra toetsen waarmee u specifieke taken kunt uitvoeren.
Combinaties en functies met de Fn-toets
Sommige toetsenbordfuncties kunnen pas worden gebruikt wanneer het besturingssysteem volledig is opgestart.
Combinatie/Functie Functie
Fn + % (F2): dempen Hiermee worden de ingebouwde luidsprekers of de hoofdtelefoon in- en uitgeschakeld.
Fn + 2 (F3/F4): volumeregeling Hiermee regelt u het volume van de ingebouwde luidspreker.
Houd om het volume te verhogen Fn+F4 ingedrukt of druk op Fn+F4 en vervolgens op M of ,.
Houd om het volume te verlagen Fn+F3 ingedrukt of druk op Fn+F3 en vervolgens op m of <.
Fn + 8 (F5/F6): helderheidsregeling Hiermee regelt u de helderheid van uw computerscherm.
Houd om de helderheid van het scherm te verhogen Fn+F6 ingedrukt of druk op Fn+F6 en
vervolgens op M of ,.
Houd om de helderheid van het scherm te verlagen Fn+F5 ingedrukt of druk op Fn+F5 en
vervolgens op m of <.
Fn + /T (F7): schermuitvoer Hiermee schakelt u de schermuitvoer tussen uw computerscherm, een extern beeldscherm,
gelijktijdige uitvoer naar beide apparaten en meerdere schermen die samen fungeren als één
bureaublad. Druk op Enter om de uitvoer te selecteren.
!
Als u een beeldschermkabel loskoppelt van uw computer wanneer een extern beeldscherm is geselecteerd
als het uitvoerdoel, wordt het computerscherm zwart. Druk in dat geval twee keer op F7 terwijl u de
Fn-toets ingedrukt houdt en druk vervolgens op Enter om de uitvoer in te stellen op het computerscherm.
Meerdere beeldschermen worden mogelijk niet ondersteund, afhankelijk van het besturingssysteem op uw
computer.
32
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
Fn + / (F9/F10): in- en uitzoomen Hiermee wordt het formaat van een afbeelding of document in sommige programma's
gewijzigd.
Druk op Fn+F9 als u de weergave er kleiner en verder weg wilt laten uitzien (uitzoomen).
Druk op Fn+F10 als u de schermweergave er groter en dichterbij wilt laten uitzien (inzoomen).
Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Control Center voor meer informatie.
Fn + (F12): sluimerstand In deze stand verbruikt de notebook de minste stroom. Als u deze opdracht uitvoert, wordt de
status van het systeem en de aangesloten randapparaten opgeslagen op het ingebouwde
opslagapparaat en wordt de systeemstroom uitgeschakeld. Om terug te keren naar de
oorspronkelijke status van het systeem, schakelt u de stroom in met de aan/uit-knop.
Zie Modi voor energiebesparing gebruiken (pagina 26) voor meer informatie over
energiebeheer.
Combinatie/Functie Functie
33
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
De instellingen van het verlichte toetsenbord wijzigen
Sommige functies en opties zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
Als uw computer is uitgerust met een verlicht toetsenbord, kunt de toetsenbordverlichting automatisch in en uit laten
schakelen afhankelijk van het omgevingslicht.
Daarnaast kunt u een tijd instellen waarna de toetsenbordverlichting wordt uitgeschakeld als het toetsenbord niet wordt
gebruikt.
De instellingen van het verlichte toetsenbord wijzigen
1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
2Klik op Toetsenbord en muis (Keyboard and Mouse) en klik op Achtergrondlicht TB (Backlit KB).
De intensiteit van het omgevingslicht wordt gemeten door de sensor voor omgevingslicht. Als de sensor voor het omgevingslicht wordt geblokkeerd,
wordt de toetsenbordverlichting mogelijk ingeschakeld.
34
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het touchpad gebruiken
Het touchpad gebruiken
U kunt objecten op het scherm aanwijzen, selecteren en slepen, en u kunt door een lijst met items bladeren met behulp van
het touchpad.
Actie Beschrijving
Aanwijzen Schuif uw vinger over het touchpad (1) om de aanwijzer (2) op een item of object te plaatsen.
Klikken Druk één keer op de linkerknop (3).
Dubbelklikken Druk twee keer achter elkaar op de linkerknop.
Klikken met de
rechtermuisknop
Druk één keer op de rechterknop (4). Bij veel toepassingen verschijnt in dit geval een contextueel snelmenu (indien
beschikbaar).
Slepen Schuif uw vinger over het touchpad terwijl u de linkerknop ingedrukt houdt.
Bladeren Schuif uw vinger langs de rechterkant van het touchpad om verticaal te bladeren. Schuif uw vinger langs de onderkant
van het touchpad om horizontaal te bladeren. Wanneer u bent begonnen met verticaal of horizontaal bladeren,
kunt u met een draaiende beweging van uw vinger blijven bladeren zonder uw vinger van het touchpad te halen
(de bladerfunctie is alleen beschikbaar in toepassingen met ondersteuning van bladeren met het touchpad).
Vegen Schuif met twee vingers naast elkaar met een vlugge beweging over het touchpad. In internetbrowsers of software voor
het bekijken van afbeeldingen kunt naar links vegen om terug te gaan en naar rechts vegen om vooruit te gaan.
Knijpbeweging In sommige softwaretoepassingen kunt u met twee vingers een knijpbeweging maken op het touchpad om in of uit te
zoomen. Maak een openende knijpbeweging om in te zoomen en een sluitende knijpbeweging om uit te zoomen.
35
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het touchpad gebruiken
U kunt het touchpad in- of uitschakelen wanneer er een muis op de computer is aangesloten. Gebruik VAIO Control Center om de instellingen van het
touchpad te wijzigen.
!
Sluit een muis aan voordat u het touchpad uitschakelt. Als u het touchpad uitschakelt voordat u een muis op de computer hebt aangesloten,
kunt u alleen het toetsenbord als aanwijzer gebruiken.
36
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De knoppen voor speciale functies gebruiken
De knoppen voor speciale functies gebruiken
De computer is uitgerust met speciale knoppen, waarmee u specifieke functies van de computer kunt gebruiken.
Knop met speciale functie Functies
VAIO-knop
Hiermee wordt Media Gallery geopend of het geluid aan- en uitgezet, afhankelijk van het model.
ASSIST-knop
Hiermee wordt VAIO Care geopend als de computer in de normale modus of de slaapstandmodus staat.
Wanneer de computer is uitgeschakeld of zich in de sluimerstand bevindt, wordt met de ASSIST-knop
VAIO Recovery Center geopend.
Z Uitwerpknop voor station Hiermee opent u de lade van het station.
37
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De ingebouwde camera gebruiken
De ingebouwde camera gebruiken
Uw computer is uitgerust met een ingebouwde MOTION EYE-camera.
Met de voorgeïnstalleerde software voor het vastleggen van beelden kunt u het volgende doen:
Foto's en films vastleggen
Bewegingen van objecten registreren en vastleggen voor controledoeleinden
Vastgelegde gegevens bewerken
Bij het inschakelen van de computer wordt de ingebouwde camera geactiveerd.
Met de juiste software kunt u deelnemen aan videovergaderingen.
!
Als u software voor expresberichten of videobewerkingssoftware start of afsluit, wordt de ingebouwde camera niet in- of uitgeschakeld.
Zet de computer nooit in de Slaapstand of in de Sluimerstand als u de ingebouwde camera gebruikt.
De voorgeïnstalleerde software voor het vastleggen van beelden gebruiken
1Klik op Start, Alle programma's, ArcSoft WebCam Companion 3 en WebCam Companion 3.
2Klik op het gewenste pictogram in het hoofdvenster.
Voor gedetailleerde informatie over het gebruik van de software raadpleegt u de Help bij de software.
Wanneer u een foto of film maakt in een donkere omgeving klikt u in het hoofdvenster op het pictogram Vastleggen (Capture). Klik vervolgens op het
pictogram WebCam Instellingen (WebCam Settings) en selecteer de optie voor het compenseren van weinig licht in het venster met eigenschappen.
38
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Het optische station gebruiken
De computer is uitgerust met een optisch station.
Sommige functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar op uw computer.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
Een schijf plaatsen
1Zet de computer aan.
2Druk op de uitwerpknop (1) om het station te openen.
De stationslade schuift uit het station.
39
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
3Plaats een schijf met het label naar boven in het midden van de lade en druk de schijf voorzichtig omlaag zodat deze
vastklikt.
!
Oefen geen druk uit op de lade van het station. Zorg dat u de onderzijde van de lade van het station vasthoudt wanneer u een schijf plaatst of verwijdert.
4Sluit de lade door deze voorzichtig in het station te duwen.
!
Verwijder de optische schijf niet als de computer in een energiebesparende modus staat (slaapstand of sluimerstand). Zet de computer weer in de
normale modus voor u de schijf verwijdert.
40
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Ondersteunde schijfmedia
Met de computer kunt u CD's, DVD's en Blu-ray Disc-media afspelen en opnemen, afhankelijk van het model dat u hebt
gekocht.
Zie onderstaande referentietabel voor informatie over welke media door welk optisch station worden ondersteund.
AB: afspeelbaar en opneembaar
A: afspeelbaar, maar niet opneembaar
–: niet afspeelbaar en niet opneembaar
CD-
ROM
Video-
CD
Muziek-
CD
CD
Extra
CD-R/
RW
DVD-
ROM
DVD-
Video
DVD-R/
RW
DVD+R/
RW
DVD+R DL
(Double
Layer)
DVD-R DL
(Dual
Layer)
DVD-
RAM*1 *2
BD-
ROM
BD-R/RE*3
DVD±RW/
±R DL/RAM
AA A AAB*5 AAABABAB AB AB – –
Blu-ray Disc A A A A AB*5 AAABABAB AB AB A AB*4
Blu-ray Disc
Combo
AA A AAB*5 AAABABAB AB AB A A
*1 Het DVD±RW/RAM-schijfstation in de computer ondersteunt de DVD-RAM-cassette niet. Gebruik schijven zonder cassette of schijven met een verwijderbare
cassette.
*2 Schrijven van gegevens op enkelzijdige DVD-RAM-schijven (2,6 GB) die compatibel zijn met DVD-RAM-versie 1.0 wordt niet ondersteund.
DVD-RAM-versie 2.2/12X-SPEED DVD-RAM-herziening 5.0 schijf wordt niet ondersteund.
*3 Het Blu-ray Disc-station van uw computer ondersteunt geen BD-RE Disc-media in versie 1.0-indeling en Blu-ray Disc-media met een cassette.
*4 Ondersteuning voor schrijven van gegevens op BD-R Part1-versie 1.1/1.2/1.3-schijven (single-layer-schijven met een capaciteit van 25 GB, dual-layer-schijven met
een capaciteit van 50 GB) en BD-RE Part1-versie 2.1-schijven (single-layer-schijven met een capaciteit van 25 GB, dual-layer-schijven met een capaciteit van 50 GB).
*5 Het schrijven van gegevens op Ultra Speed CD-RW-schijven wordt niet ondersteund.
41
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
!
Dit apparaat is ontworpen om schijven af te spelen die voldoen aan de CD-standaard (Compact Disc). DualDiscs en sommige muziekschijven met
technologie voor het beschermen van het auteursrecht voldoen niet aan de CD-standaard. Dergelijke schijven zijn daarom mogelijk niet compatibel met
dit apparaat.
Lees bij het aanschaffen van voorbespeelde of lege schijven voor gebruik in een VAIO-computer eerst aandachtig de opmerkingen op de verpakking
van de schijven om te zien of u de schijven in het optische station van de computer kunt gebruiken voor afspelen en opnemen. Sony geeft GEEN
garanties voor de compatibiliteit van de optische stations van VAIO met schijven die niet voldoen aan de officiële 'CD'-, 'DVD'- of 'Blu-ray Disc'-
standaard. HET GEBRUIK VAN INCOMPATIBELE SCHIJVEN KAN LEIDEN TOT ONHERSTELBARE SCHADE AAN UW VAIO PC, SOFTWARECONFLICTEN
VEROORZAKEN OF ERVOOR ZORGEN DAT HET SYSTEEM VASTLOOPT.
Neem voor vragen over schijfindelingen contact op met de uitgever van de vooraf opgenomen schijf of de leveranciers van de opneembare schijf.
Het schrijven op 8 cm-schijven wordt niet ondersteund.
!
Wanneer u Blu-ray Disc-media met beveiliging van het auteursrecht doorlopend wilt afspelen, werkt u de AACS-code bij. Voor het bijwerken van de
AACS-code is internettoegang vereist.
Net als bij andere optische media-apparaten kan door bepaalde omstandigheden de compatibiliteit worden beperkt of het afspelen van een Blu-ray Disc-
medium worden voorkomen. VAIO-computers ondersteunen mogelijk niet het afspelen op verpakte media opgenomen in de AVC- of VC1-indeling met
een hoge bitsnelheid.
Voor bepaalde inhoud op DVD's en BD-ROM's zijn regio-instellingen vereist. Als de regio-instelling op het optische station niet overeenkomt met de
regiocode op de schijf, kan er niet worden afgespeeld.
Tenzij de externe weergave compatibel is met de HDCP-standaard (High-bandwidth Digital Content Protection), kunt u geen inhoud van Blu-ray Disc-
media met beveiliging van het auteursrecht afspelen of weergeven.
Bij sommige inhoud is de video-uitvoer beperkt tot standaarddefinitie of kan er geen analoge video worden uitgevoerd. Wanneer u videosignalen uitvoert
via digitale aansluitingen zoals een HDMI- of DVI-verbinding, wordt u sterk aangeraden een met digitale HDCP compatible omgeving te implementeren
voor een optimale compatibiliteit en weergavekwaliteit.
Sluit alle geheugenresidente hulpsoftware af vóór het afspelen van of schrijven naar een schijf. Hierdoor kan een storing optreden.
42
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van het optische station
Opmerkingen over het schrijven van gegevens op een schijf
Gebruik alleen ronde schijven. Gebruik geen schijven met een andere vorm (ster, hart, kaart, enz.) omdat deze het
optische station kunnen beschadigen.
De computer mag niet worden blootgesteld aan schokken tijdens het beschrijven van een schijf.
De voedingskabel of netadapter mag niet aangesloten of losgekoppeld worden tijdens het beschrijven van een schijf.
U moet uw computer niet aansluiten op een dokstation (optioneel) of het loskoppelen terwijl er gegevens naar een schijf
worden geschreven.
Opmerkingen over het afspelen van schijven
Voor optimale prestaties bij het afspelen van schijven volgt u de volgende aanbevelingen:
Sommige CD-spelers en optische stations van de computer kunnen geen audio-CD's afspelen die met de CD-R- of
CD-RW-media zijn gemaakt.
Sommige DVD-spelers en optische schijfstations van de computer kunnen geen DVD's afspelen die met de
DVD+R DL-, DVD-R DL-, DVD+R-, DVD+RW-, DVD-R-, DVD-RW- of DVD-RAM-media zijn gemaakt.
U kunt sommige Blu-ray Discs mogelijk niet afspelen op uw computer, of de computer kan instabiel worden tijdens het
afspelen van een Blu-ray Disc. Om inhoud normaal te kunnen afspelen, downloadt en installeert u de laatste updates
voor WinDVD BD via VAIO Update.
Zie Uw computer bijwerken (pagina 29) voor informatie over het gebruik van VAIO Update.
Afhankelijk van de systeemomgeving kunnen er onderbrekingen en/of verloren frames optreden tijdens afspelen
in AVC HD.
Zet de computer niet in een energiebesparende modus terwijl u op de computer een schijf afspeelt.
43
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Opmerkingen over regiocodes
Op elke schijf of de verpakking staat een regiocode vermeld om aan te geven in welke regio en op welk type speler u de
schijf kunt afspelen. Tenzij er een '2' (Europa behoort tot regio '2'), '5' (Rusland behoort tot regio '5') of 'all' (dit betekent
dat u de schijf bijna overal ter wereld kunt afspelen) vermeld staat, kunt u de schijf niet afspelen op uw computer.
!
Als u de regiocode wijzigt terwijl de WinDVD of WinDVD BD-software actief is, start u de software opnieuw op of verwijdert u de schijf en plaatst u deze
opnieuw in het station om de nieuwe instelling van kracht te laten worden.
Probeer de regiocode-instellingen van het station niet te wijzigen. Problemen als gevolg van het wijzigen van de
regiocode-instellingen van het station vallen niet onder de garantie.
44
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het optische station gebruiken
Schijven afspelen
Een schijf afspelen
1Plaats een schijf in het optische station.
!
Sluit de netadapter aan op de computer en sluit alle geopende softwaretoepassingen voor u een schijf afspeelt.
2Als er niets op het bureaublad verschijnt, klikt u op Start, gaat u naar Alle programma's en klikt u op de gewenste
software voor het afspelen van de schijf.
Voor instructies over het gebruik van de software raadpleegt u de Help bij de software.
Bestanden naar schijven kopiëren
Bestanden naar een schijf kopiëren
1Plaats een beschrijfbare schijf in het optische station.
!
Sluit de netadapter aan op de computer en sluit alle geopende softwaretoepassingen voor u bestanden naar een schijf kopieert.
2Als er niets op het bureaublad verschijnt, klikt u op Start, gaat u naar Alle programma's en klikt u op de gewenste
schrijfsoftware om de bestanden mee naar de schijf te kopiëren.
Voor instructies over het gebruik van de software raadpleegt u de Help bij de software.
45
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Een 'Memory Stick' gebruiken
Een 'Memory Stick' gebruiken
Een 'Memory Stick' is een compact, draagbaar en veelzijdig IC-opnamemedium dat speciaal is ontworpen voor het
uitwisselen en delen van digitale gegevens met compatibele producten, zoals digitale camera's en mobiele telefoons.
Doordat een 'Memory Stick' uitneembaar is, kan deze worden gebruikt voor externe gegevensopslag.
Voordat u een 'Memory Stick' gebruikt
In de 'Memory Stick Duo'-sleuf op uw computer passen de volgende formaten en types:
'Memory Stick Duo'
'Memory Stick PRO Duo'
'Memory Stick PRO-HG Duo'
!
Alleen 'Memory Sticks' van Duo-formaat worden ondersteund, 'Memory Sticks' van standaardformaat worden niet ondersteund.
Ga voor meer informatie over 'Memory Stick' naar [memorystick.com] op http://www.memorystick.com/en/.
46
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Een 'Memory Stick' gebruiken
Een 'Memory Stick' plaatsen en verwijderen
Zo plaatst u een 'Memory Stick'
1Zoek de 'Memory Stick Duo'-sleuf.
2Houd de 'Memory Stick' zo vast dat de pijl naar boven gericht is en deze in de richting van de sleuf wijst.
3Schuif de 'Memory Stick' voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
Forceer het medium nooit in de sleuf.
Als de 'Memory Stick' niet gemakkelijk in de sleuf kan worden geplaatst, verwijdert u de kaart voorzichtig en controleert u of de kaart in de juiste richting
is geplaatst.
De 'Memory Stick' wordt automatisch door het systeem gedetecteerd en de inhoud van de 'Memory Stick' wordt weergegeven. Als er niets op het
bureaublad verschijnt, klikt u op Start, Computer en dubbelklikt u op het 'Memory Stick'-pictogram.
Het 'Memory Stick'-pictogram wordt weergegeven in het venster Computer nadat de 'Memory Stick' in de sleuf is geplaatst.
47
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Een 'Memory Stick' gebruiken
!
Een 'Memory Stick Micro' ('M2') moet u eerst in een 'M2' Duo-adapter steken. Als u deze media rechtstreeks in de 'Memory Stick Duo'-sleuf steekt
zonder de adapter te gebruiken, kunt u ze mogelijk niet meer uit de sleuf verwijderen.
Zo verwijdert u een 'Memory Stick'
!
Verwijder de 'Memory Stick' niet terwijl het lampje voor mediatoegang brandt. Als u dit doet, kunnen gegevens verloren gaan. Het duurt even voordat
grote volumes gegevens worden geladen. Controleer dus of het lampje uit is voordat u de 'Memory Stick' verwijdert.
1Zoek de 'Memory Stick Duo'-sleuf.
2Controleer of het lampje voor mediatoegang uit is.
3Druk op de 'Memory Stick' in de sleuf en laat deze los.
De 'Memory Stick' wordt uitgeworpen.
4Trek de 'Memory Stick' uit de sleuf.
!
Verwijder de 'Memory Stick' altijd voorzichtig om te vermijden dat deze onverwachts uit de sleuf springt.
48
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Een 'Memory Stick' gebruiken
Een 'Memory Stick' formatteren
Zo formatteert u een 'Memory Stick'
De 'Memory Stick' is standaard geformatteerd en is gereed voor gebruik.
Als u het medium met uw computer opnieuw wilt formatteren, voert u de volgende stappen uit.
!
Gebruik een apparaat dat geschikt is voor het formatteren van het medium en 'Memory Stick' ondersteunt om de 'Memory Stick' te formatteren.
Als u een 'Memory Stick' formatteert, worden alle gegevens op het medium verwijderd. Zorg dat het medium geen waardevolle gegevens bevat voordat
u deze formatteert.
Verwijder de 'Memory Stick' niet uit de sleuf tijdens het formatteren. Dit kan een defect veroorzaken.
1Zoek de 'Memory Stick Duo'-sleuf.
2Schuif de 'Memory Stick' voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
3Klik op Start en selecteer Computer.
4Klik met de rechtermuisknop op het 'Memory Stick'-pictogram en selecteer Formatteren.
5Klik op Standaardinstellingen voor apparaten.
!
De grootte van de toewijzingseenheid en het bestandssysteem kan veranderen.
Selecteer niet NTFS in de vervolgkeuzelijst Bestandssysteem, omdat dit een storing kan veroorzaken.
Het formatteringsproces wordt sneller uitgevoerd als u Snelformatteren in Opties voor formatteren selecteert.
49
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Een 'Memory Stick' gebruiken
6Klik op Starten.
7Volg de instructies op het scherm.
!
Het hangt van het medium af hoe lang het duurt om een 'Memory Stick' te formatteren.
50
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Een 'Memory Stick' gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van 'Memory Sticks'
Uw computer is getest en compatibel bevonden met 'Memory Sticks' van Sony met een capaciteit van maximaal 32 GB
die sinds september 2009 beschikbaar zijn. Niet voor elke 'Memory Stick' kan evenwel de compatibiliteit worden
gegarandeerd.
Als u de 'Memory Stick' in de sleuf steekt, moet u erop letten dat de pijl in de juiste richting wijst. Forceer de
'Memory Stick' nooit in de sleuf om beschadiging aan de computer of de 'Memory Stick' te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het plaatsen en verwijderen van een 'Memory Stick'. Forceer de module nooit in of uit de sleuf.
De compatibiliteit kan niet worden gegarandeerd als u 'Memory Sticks' met meerdere conversieadapters plaatst.
'MagicGate' is de algemene naam van de auteursrechtbeschermingstechnologie die door Sony is ontwikkeld. Gebruik
'Memory Sticks' met het 'MagicGate'-logo als u van deze technologie wilt profiteren.
Uitgezonderd voor persoonlijk gebruik is het in strijd met de auteursrechtwetten om audio- en/of afbeeldingsgegevens te
gebruiken die u hebt opgenomen zonder voorafgaande toestemming van de respectieve houders van het auteursrecht.
'Memory Sticks' met dergelijke gegevens waarop auteursrecht rust mogen daarom alleen conform de wet worden
gebruikt.
Plaats niet meer dan één 'Memory Stick' in de sleuf. Onjuiste plaatsing van de media kan zowel de computer als de media
beschadigen.
51
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
ExpressCard-module gebruiken
Uw computer is uitgerust met een een ExpressCard/34-sleuf* voor de overdracht van gegevens tussen digitale camera's,
camcorders, muziekspelers en andere audio- en videoapparaten. In deze sleuf kan alleen een ExpressCard/34-module*
(34 mm breed) worden geplaatst.
* Deze worden de ExpressCard-sleuf en de ExpressCard-module genoemd.
52
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
Een ExpressCard-module plaatsen
!
Uw computer wordt geleverd met een sleufbeveiliging in de ExpressCard-sleuf. Verwijder deze sleufbeveiliging voordat u de sleuf gebruikt.
1Zoek de ExpressCard-sleuf.
2Duw op de ExpressCard-sleufbeveiliging zodat deze eruit springt.
3Neem de ExpressCard-sleufbeveiliging voorzichtig vast en trek deze uit de sleuf.
4Houd de ExpressCard-module zo vast dat de pijl naar boven gericht is en de ExpressCard in de richting van de sleuf wijst.
5Schuif de ExpressCard-module voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
Forceer de module nooit in de sleuf.
Als de module niet gemakkelijk in de sleuf kan worden geplaatst, verwijdert u de kaart voorzichtig en controleert u of de kaart in de juiste richting is
geplaatst.
Gebruik het meest recente stuurprogramma van de fabrikant van de ExpressCard-module.
53
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
Een ExpressCard-module verwijderen
!
Wanneer u geen ExpressCard-module gebruikt, plaatst u de ExpressCard-sleufbeveiliging om de sleuf te beschermen tegen stof en vuil. Plaats de
ExpressCard-sleufbeveiliging in de sleuf voordat u de computer verplaatst.
U kunt stap 1 tot en met 4 overslaan wanneer:
- Uw computer is uitgeschakeld.
- Het pictogram Hardware veilig verwijderen niet op de taakbalk wordt weergegeven.
- De hardware die u wilt loskoppelen niet wordt weergegeven in het venster Hardware veilig verwijderen.
1Zoek de ExpressCard-sleuf.
2Klik op de taakbalk op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen.
3Selecteer de hardware die u wilt loskoppelen.
4Volg de instructies op het scherm om de ExpressCard-module verwijderen.
5Duw de ExpressCard-module in de sleuf zodat de module uitspringt.
6Neem de ExpressCard-module voorzichtig vast en trek deze uit de sleuf.
54
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
Een SD-geheugenkaart gebruiken
U computer is uitgerust met een SD-geheugenkaartsleuf. U kunt deze sleuf gebruiken voor de overdracht van gegevens
tussen digitale camera's, camcorders, muziekspelers en andere audio- en videoapparaten.
Voordat u de SD-geheugenkaart gebruikt
De sleuf voor de SD-geheugenkaart op de computer ondersteunt de volgende geheugenkaarten:
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
Raadpleeg voor de meest recente informatie over compatibele geheugenkaarten Meer informatie over uw VAIO-computer
(pagina 5) om naar de desbetreffende website met ondersteuning te gaan.
59
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het netwerk (LAN) gebruiken
Het netwerk (LAN) gebruiken
U kunt de computer aansluiten op netwerken van het type 1000BASE-T/100BASE-TX/10BASE-T met een LAN-kabel. Sluit
het ene uiteinde van een LAN-kabel (niet meegeleverd) aan op de netwerkpoort (LAN) van de computer of op het optionele
dokstation en het andere uiteinde op het netwerk. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor de gedetailleerde instellingen en de
apparaten die nodig zijn voor toegang tot het LAN-netwerk.
U kunt uw computer op verschillende netwerken aansluiten zonder de standaardinstellingen te wijzigen.
Als de computer is aangesloten op het optionele dokstation, dient u te selecteren welke netwerkpoort (LAN) wordt gebruikt. Volg de instructies op het
scherm.
!
Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkpoort (LAN) van uw computer.
Als de netwerkpoort (LAN) is aangesloten op de hieronder genoemde telefoonlijnen, kan door hoge elektrische stroom naar de poort schade,
oververhitting of brand worden veroorzaakt.
- Telefoonlijnen voor thuisgebruik (intercom-luidsprekertelefoon) of zakelijk gebruik (bedrijfstelefoon met meerdere lijnen)
- De lijnen van het openbare telefoonnet
- PBX (private branch exchange)
61
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Draadloos LAN gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van de functie voor draadloos LAN
Algemene opmerkingen over het gebruik van de functie voor draadloos LAN
In sommige landen is het gebruik van WLAN-producten onderworpen aan lokale regelgeving (bijvoorbeeld een beperkt
aantal kanalen). Lees de voorschriften voor draadloos LAN grondig door alvorens u de WLAN-functie inschakelt.
De standaard IEEE 802.11a en IEEE 802.11n zijn niet beschikbaar op ad-hocnetwerken.
De 2,4 GHz-bandbreedte die wordt gebruikt door apparaten die compatibel zijn met draadloos LAN, wordt ook gebruikt
door diverse andere soorten apparaten. Ondanks dat apparaten die compatibel zijn met draadloos LAN gebruikmaken
van technieken om storing van andere apparaten die dezelfde bandbreedte gebruiken te minimaliseren, kan dergelijke
storing leiden tot een lagere communicatiesnelheid, een kleiner communicatiebereik of een onderbroken draadloze
verbinding.
De communicatiesnelheid en het bereik kunnen variëren, afhankelijk van de volgende omstandigheden:
De afstand tussen de communicatieapparaten
De aanwezigheid van obstakels tussen apparaten
De configuratie van de apparaten
Radio-omstandigheden
De onmiddellijke omgeving, waaronder de aanwezigheid van muren en de materialen waarvan deze gemaakt zijn
De gebruikte software
De communicaties kunnen worden afgesneden, afhankelijk van de zendcondities.
De eigenlijk communicatiesnelheid is mogelijk niet zo snel als wordt weergegeven op uw computer.
Als u WLAN-producten die voldoen aan verschillende standaarden en die dezelfde band gebruiken implementeert op
hetzelfde draadloze netwerk, kan de communicatiesnelheid lager worden als gevolg van radiostoring. Bovendien zijn
WLAN-producten zodanig ontworpen dat ze de communicatiesnelheid verlagen om communicatie met een ander
WLAN-product te garanderen als dit voldoet aan een andere standaard die dezelfde band gebruikt. Wanneer de
communicatiesnelheid lager is dan verwacht, kan de communicatiesnelheid hoger worden door het draadloze kanaal
op het toegangspunt te veranderen.
63
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Draadloos LAN gebruiken
Draadloze LAN-communicatie starten
Eerst moet er draadloze LAN-communicatie tot stand worden gebracht tussen uw computer en een toegangspunt
(niet meegeleverd). Zie Windows Help en ondersteuning voor meer informatie.
!
Verdere informatie over hoe u het kanaal selecteert dat door het toegangspunt zal worden gebruikt, vindt u in de handleiding bij uw toegangspunt.
Zo start u draadloze LAN-communicatie
1Controleer of een toegangspunt is ingesteld.
Raadpleeg de handleiding van uw toegangspunt voor meer informatie.
2Schakel de schakelaar WIRELESS in.
3Klik op het pictogram VAIO Smart Network op de taakbalk.
4Klik op de schakelaar naast de gewenste draadloze optie(s) om deze Aan (On) te zetten in het venster
VAIO Smart Network.
Controleer of het WIRELESS-lampje aan gaat.
!
Draadloze LAN-communicatie op de 5 GHz-band (alleen beschikbaar op bepaalde modellen) is standaard uitgeschakeld. Om communicatie op de 5 GHz
bandbreedte mogelijk te maken, moet u de optie inschakelen om de 5 GHz bandbreedte of zowel de 2,4 GHz en 5 GHz bandbreedte in de vervolgkeuzelijst
voor Instellingen voor draadloos LAN (Wireless LAN Settings) in het instellingenvenster VAIO Smart Network.
5Klik op of op de taakbalk.
6Selecteer het gewenste toegangspunt en klik op Verbinding maken.
Voor WPA-PSK of WPA2-PSK verificatie moet u een woordgroep invoeren. De woordgroep is hoofdlettergevoelig en moet een tekstreeks zijn met tussen
de 8 en 63 tekens, of een hexadecimale reeks van 64 tekens.
64
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Draadloos LAN gebruiken
Draadloze LAN-communicatie stoppen
Draadloze LAN-communicatie stoppen
Klik op de schakelaar naast Draadloos LAN (Wireless LAN) om deze optie Uit (Off) te zetten in het venster
VAIO Smart Network.
!
Als u de WLAN-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
68
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Draadloos WAN gebruiken
Communicatie starten via draadloos WAN
Zo start u communicatie via draadloos WAN
1Schakel de schakelaar WIRELESS in.
2Klik op het pictogram VAIO Smart Network op de taakbalk.
3Klik op de schakelaar naast Draadloos WAN (Wireless WAN) om deze optie Aan (On) te zetten in het venster
VAIO Smart Network.
4Voer uw pincode in wanneer hierom wordt gevraagd.
5Voer indien nodig de APN-gegevens van uw telecomprovider in.
Zie voor meer informatie over het gebruik van de functie voor draadloos WAN het helpbestand van VAIO Smart Network of
de documentatie van uw telecomprovider.
72
nN
De VAIO-computer gebruiken >
De Bluetooth-functie gebruiken
Bluetooth-communicatie stoppen
Zo stopt u de Bluetooth-communicatie
1Schakel het Bluetooth-apparaat uit dat met de computer communiceert.
2Klik op de schakelaar naast Bluetooth om deze optie Uit (Off) te zetten in het venster VAIO Smart Network.
76
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Vingerafdrukverificatie gebruiken
Archieven coderen
De functie File Safe om gegevens te coderen/decoderen
Met de functie File Safe kunt u een gecodeerd archief maken om een bestand en/of map op te nemen om te
beveiligen tegen onbevoegde toegang. Het gecodeerde archief kan worden gedecodeerd of ontgrendeld om een
bestand of map te openen door met uw vinger over de vingerafdruksensor te vegen of door het back-upwachtwoord
in te voeren die u voor codering hebt opgegeven.
De functie Persoonlijke safe (Personal Safe)
Met de functie Persoonlijke safe (Personal Safe) kunt u de inhoud van elke beveiligde map op het bureaublad of het
ingebouwde opslagapparaat coderen. De gecodeerde map wordt verborgen voor andere gebruikers die uw computer
delen.
Toepassingsstartfunctie voor een snelle toegang
Met de toepassingsstartfunctie van uw computer kunt u uw voorkeurstoepassing (een programmabestand) starten als
deze is toegewezen aan een vinger met een geregistreerde vingerafdruk. Nadat u een toepassing hebt toegewezen aan
uw vinger, opent u de toegewezen toepassing door met de vinger over de vingerafdruksensor te bewegen.
De functie Generator voor sterke wachtwoorden (Strong Password Generator)
Met de functie Generator voor sterke wachtwoorden (Strong Password Generator) kunt u de beveiliging van uw
computer verhogen door een wachtwoord te genereren dat bestand is tegen woordenboekaanvallen. Het gegenereerde
wachtwoord kan worden geregistreerd in de Wachtwoorddatabank (Password Bank).
77
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Vingerafdrukverificatie gebruiken
Een vingerafdruk registreren
Als u de functie voor vingerafdrukverificatie wilt gebruiken, moet u uw vingerafdruk(ken) registreren in de computer.
Stel het Windows-wachtwoord op de computer in voordat u de vingerafdruk(ken) registreert. Zie Het Windows-wachtwoord instellen (pagina 112)
voor gedetailleerde instructies.
Een vingerafdruk registreren
1Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Protector Suite en vervolgens op Controlecentrum (Control Center).
2Lees de gebruiksrechtovereenkomst grondig door en klik op Accepteren (Accept).
3Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie.
85
nN
Randapparaten gebruiken >
Een dokstation aansluiten
Uw computer aansluiten op het dokstation
!
Plaats de batterij voordat u de computer op het dokstation aansluit.
Uw computer aansluiten op het dokstation
!
Gebruik de netadapter die is meegeleverd met het dokstation.
Verplaats uw computer niet wanneer deze is aangesloten op het dokstation. Het dokstation kan dan namelijk losraken, waardoor beide apparaten
beschadigingen kunnen oplopen.
1Ontkoppel alle randapparaten van de computer.
2Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (2) en het andere uiteinde in een stopcontact.
3Sluit de kabel die op de netadapter (2) is aangesloten aan op de DC IN-poort (3) op het dokstation (4).
100
nN
Randapparaten gebruiken >
Een externe microfoon aansluiten
Een externe microfoon aansluiten
U kunt een externe microfoon (niet meegeleverd) aansluiten op de computer.
Een externe microfoon aansluiten
Steek de microfoonkabel (1) in de microfoonconnector (2) m.
Sluit alleen microfoons aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer.
103
nN
Randapparaten gebruiken >
Een i.LINK-apparaat aansluiten
Een i.LINK-apparaat aansluiten
Uw computer is voorzien van een i.LINK-poort waarmee u een i.LINK-apparaat, bijvoorbeeld een digitale camcorder,
kunt aansluiten.
i.LINK is een handelsmerk van Sony Corporation, dat enkel aanduidt dat het product een IEEE 1394-aansluiting bevat. De procedure voor het tot stand
brengen van een i.LINK-verbinding kan variëren, afhankelijk van de toepassing, het besturingssysteem en het i.LINK-compatibele apparaat. Niet alle
producten met een i.LINK-aansluiting kunnen met elkaar communiceren. Raadpleeg de handleiding van het i.LINK-compatibele apparaat voor meer
informatie over gebruiksomstandigheden en de juiste aansluiting. Controleer voordat u i.LINK-compatibele randapparaten, zoals een CD-RW-station of
harde schijf, op het systeem aansluit of ze compatibel zijn met het besturingssysteem en de vereiste gebruiksomstandigheden.
Opmerkingen bij het aansluiten van i.LINK-apparaten
De i.LINK-poort op uw computer voorziet een extern apparaat niet van stroom. Als het externe apparaat stroom nodig
heeft, moet u het aansluiten op een spanningsbron.
De i.LINK-poort ondersteunt transmissiesnelheden van maximaal 400 Mbps. De eigenlijke transmissiesnelheid is echter
afhankelijk van de transmissiesnelheid van het externe apparaat.
De optionele i.LINK-kabels zijn mogelijk niet beschikbaar in sommige landen of regio's.
Een i.LINK-verbinding met andere compatibele apparaten wordt niet volledig gegarandeerd.
De i.LINK-verbinding is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de toepassing, het besturingssysteem en de
i.LINK-compatibele apparaten die u gebruikt. Raadpleeg de handleiding van uw software voor meer informatie.
Controleer de gebruiksvoorwaarden en de besturingssysteemcompatibiliteit van i.LINK-compatibele pc-randapparaten
(bijvoorbeeld een harde-schijfstation of CD-RW-station) voordat u deze aansluit op de computer.
105
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Uw VAIO-computer aanpassen
In dit deel wordt kort beschreven hoe u de standaardinstellingen van uw VAIO-computer kunt aanpassen. U leert onder
andere hoe u uw Sony-software en -hulpprogramma's kunt gebruiken en het uiterlijk ervan kunt aanpassen.
Het wachtwoord instellen (pagina 106)
Intel(R) VT gebruiken (pagina 117)
VAIO Control Center gebruiken (pagina 118)
VAIO Energiebeheer gebruiken (pagina 119)
De weergavetaal wijzigen (pagina 120)
De harde schijf beschermen (pagina 121)
107
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Het wachtwoord instellen
Als uw computer is voorzien van een vingerafdruksensor en u het wachtwoord hebt ingesteld naast de functie voor vingerafdrukverificatie, kunt u in
plaats van het wachtwoord vingerafdrukverificatie gebruiken als u de computer inschakelt. Zie Vingerafdrukverificatie gebruiken (pagina 75) voor
meer informatie.
Wachtwoord voor de
harde schijf
Biedt aanvullende beveiliging van de gegevens die op het ingebouwde opslagapparaat zijn opgeslagen.
Zelfs als het met een wachtwoord beveiligde ingebouwde opslagapparaat uit uw computer is verwijderd en
in een andere computer is geïnstalleerd, krijgen andere gebruikers geen toegang tot de gegevens als ze het
wachtwoord niet kennen.
U voert het wachtwoord van de harde schijf in samen met het opstartwachtwoord om de computer op te starten
(indien ingesteld) nadat het VAIO-logo wordt weergegeven.
!
Als u het wachtwoord voor de harde schijf vergeet of als het toetsenbord het niet meer doet, zodat u geen wachtwoord
kunt invoeren, is het onmogelijk om toegang te krijgen tot de gegevens die op het ingebouwde opslagapparaat zijn
opgeslagen. Dit wachtwoord kan NIET OPNIEUW WORDEN INGESTELD. U moet dan voor eigen rekening het ingebouwde
opslagapparaat vervangen en u bent alle gegevens kwijt die op het apparaat waren opgeslagen.
Type wachtwoord Beschrijving
117
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
Intel(R) VT gebruiken
Intel(R) VT gebruiken
Met Intel(R) Virtualization Technology (VT) kunt u software voor hardwarevirtualisatie gebruiken om de prestaties van uw
computer te verhogen.
!
Intel VT is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de in uw computer geïnstalleerde processor.
Neem contact op met de software-uitgever voor informatie over virtualisatie en het gebruik van software voor hardwarevirtualisatie.
Zo gebruikt u Intel VT
1Zet de computer aan.
2Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt.
Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als het scherm niet wordt weergegeven, start u de computer opnieuw op en drukt
u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
3Druk op de toets < of , om Advanced te selecteren.
4Druk op M of m om Intel(R) Virtualization Technology of Intel(R) VT te selecteren, druk op Enter, selecteer Enabled
en druk nogmaals op Enter.
!
Als het tabblad Advanced niet wordt weergegeven in het BIOS-venster, of als u Intel(R) Virtualization Technology niet kunt selecteren, dan is Intel VT
niet beschikbaar op de computer.
5Druk op de toets < of , om Exit te selecteren en selecteer Exit Setup. Druk vervolgens op de toets Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op Enter.
118
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
VAIO Control Center gebruiken
VAIO Control Center gebruiken
Met het hulpprogramma VAIO Control Center kunt u systeeminformatie weergeven en voorkeuren voor de werking van het
systeem instellen.
VAIO Control Center gebruiken
1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
2Selecteer het gewenste besturingselement en wijzig de instellingen.
3Als u klaar bent, klikt u op OK.
De instelling van het gewenste item is gewijzigd.
Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Control Center voor meer informatie over de opties.
Niet alle besturingselementen zijn zichtbaar als u VAIO Control Center opent als een gebruiker met beperkte toegangsrechten.
120
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
De weergavetaal wijzigen
De weergavetaal wijzigen
Bij modellen met Windows 7 Ultimate of Windows 7 Enterprise kunt u het gewenste taalpakket downloaden en installeren.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
!
Uw computer moet verbinding hebben met internet om een taalpakket te kunnen downloaden. Zie Het internet gebruiken (pagina 58) voor informatie
over het verbinden van de computer met internet.
Een taalpakket installeren
1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op Windows Update.
2Klik op xx (getal) optionele updates zijn beschikbaar.
3Selecteer het gewenste taalpakket uit de lijst.
4Klik op OK om het downloaden en installeren van het gewenste taalpakket te starten.
Zo wijzigt u de weergavetaal
1Klik op Start, Configuratiescherm en Klok, taal en regio.
2Klik op Land en taal.
3Klik op het tabblad Toetsenborden en talen.
4Selecteer een weergavetaal in de vervolgkeuzelijst.
5Klik op OK.
121
nN
Uw VAIO-computer aanpassen >
De harde schijf beschermen
De harde schijf beschermen
Als uw computer is voorzien van een geïntegreerde harde schijf, is het hulpprogramma VAIO HDD Protection vooraf
geïnstalleerd zodat u de instellingen voor het beschermen van de harde schijf tegen schokken kunt aanpassen. U kunt het
gevoeligheidsniveau van de ingebouwde schoksensor instellen op het gewenste beschermingsniveau.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
!
Het ingebouwde solid state-geheugen ligt niet binnen het bereik van het hulpprogramma VAIO HDD Protection.
VAIO HDD Protection inschakelen
Voordat u de harde schijf kunt beschermen tegen schokken, moet u VAIO HDD Protection inschakelen.
VAIO HDD Protection inschakelen
1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
2Klik achtereenvolgens op Veiligheid (Security) en Instellingen voor de harde schijf-beveiliging (Hard Disk Drive
Protection Settings).
3Schakel het selectievakje Activate hard disk drive protection in.
4Selecteer het gewenste gevoeligheidsniveau.
5Klik op OK.
Raadpleeg het Help-bestand van de software voor meer informatie.
!
VAIO HDD Protection is ontworpen om de mogelijkheid tot schade aan de harde schijf en gebruikersgegevens te minimaliseren. Gegevensbescherming
is echter niet voor 100% gegarandeerd onder alle omstandigheden.
122
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Uw VAIO-computer uitbreiden
Uw VAIO-computer en geheugenmodules bevatten precisieonderdelen en werken op basis van een elektronische-
connectortechnologie. Om te vermijden dat de garantie vervalt tijdens de garantieperiode van het product, volgt u de
onderstaande aanbevelingen:
Neem contact op met de dealer als u een nieuwe geheugenmodule wilt installeren.
Installeer geheugenmodules nooit zelf, tenzij u hiermee vertrouwd bent.
Raak de connectors niet aan en open het kapje van het geheugenmodulecompartiment niet.
Neem als u hulp nodig hebt contact op met VAIO-Link.
Het type module en de hoeveelheid geheugen die op uw computer zijn geïnstalleerd kan verschillen afhankelijk van het aangeschafte model.
Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
123
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Geheugen toevoegen en verwijderen
Geheugen toevoegen en verwijderen
Als u de functies van uw computer wilt uitbreiden, kunt u de hoeveelheid geheugen uitbreiden door optionele
geheugenmodules te installeren. Voordat u een upgrade uitvoert voor het geheugen van uw computer, leest u de
opmerkingen en procedures op de volgende pagina's.
Opmerkingen over het toevoegen/verwijderen van geheugenmodules
Plaats uw computer op een vlakke ondergrond voor het plaatsen of verwijderen van geheugenmodules.
Wees voorzichtig als u het geheugen vervangt. Onjuiste installatie van geheugenmodules kan schade aan het systeem
veroorzaken. Hierdoor kan de garantie van de fabrikant vervallen.
Gebruik alleen geheugenmodules die compatibel zijn met de computer. Als een geheugenmodule niet door de computer
wordt gedetecteerd of het besturingssysteem Windows instabiel gedrag vertoont, neemt u contact op met de leverancier
of de fabrikant van uw geheugenmodule.
Elektrostatische ontlading (ESD) kan elektronische componenten beschadigen. Zorg voordat u een geheugenmodule
aanraakt voor het volgende:
Bij de stappen die worden beschreven in dit document wordt verondersteld dat u vertrouwd bent met algemene
computerterminologie en met de veiligheidsgebruiken en wettelijke voorschriften inzake het gebruik en de
aanpassing van elektronische apparatuur.
Schakel de computer uit en koppel het systeem los van de voeding (batterij en netadapter) en van alle
telecommunicatieverbindingen, netwerken of modems voordat u een kap of paneel van de computer verwijdert.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot lichamelijk letsel en/of materiële schade.
ESD kan geheugenmodules en andere onderdelen beschadigen. Installeer de geheugenmodule alleen op een
ESD-werkstation. Als geen ESD-werkstation beschikbaar is, mag u niet werken in een ruimte met een vloerbedekking
en mag u geen materialen hanteren die statische elektriciteit kunnen opwekken of vasthouden (bijvoorbeeld
cellofaanverpakking). Maak een verbinding tussen uzelf en de aarde door een ongelakt, metalen deel van de
behuizing vast te houden terwijl u het werk uitvoert.
127
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Geheugen toevoegen en verwijderen
8Schuif de geheugenmodule in de geheugenmodulesleuf en druk deze naar binnen totdat deze vastklikt.
!
Raak geen andere onderdelen van het moederbord aan dan de geheugenmodule.
Als u slechts één geheugenmodule wilt installeren, moet u de onderste sleuf gebruiken.
Zorg dat u de connectorkant van de geheugenmodule in de sleuf steekt met de inkeping in de module op één lijn met het kleine uitstekende deel in de
geopende sleuf. Plaats de geheugenmodule nooit met veel kracht op een verkeerde manier in de sleuf, dit kan zowel de sleuf als de module beschadigen.
9Plaats het kapje van het geheugenmodulecompartiment weer terug.
10 Draai de schroef voorzichtig vast.
11 Plaats de batterij weer terug en schakel de computer in.
128
nN
Uw VAIO-computer uitbreiden >
Geheugen toevoegen en verwijderen
De geheugencapaciteit controleren
De geheugencapaciteit controleren
1Zet de computer aan.
2Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
3Klik op Systeeminformatie (System Information) en Systeeminformatie (System Information).
U kunt de geheugencapaciteit van het systeem bekijken in het rechterdeelvenster. Als het nieuw geïnstalleerde geheugen
niet wordt weergegeven, herhaalt u de installatieprocedure en start u de computer opnieuw op.
129
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Voorzorgsmaatregelen
In dit deel worden de veiligheidsrichtlijnen en voorzorgsmaatregelen beschreven om beschadiging van de VAIO-computer te
voorkomen.
Veiligheidsinformatie (pagina 130)
Verzorging en onderhoud (pagina 133)
Met de computer omgaan (pagina 134)
Met het LCD-scherm omgaan (pagina 136)
De stroomvoorziening gebruiken (pagina 137)
Met de ingebouwde camera omgaan (pagina 138)
Met schijven omgaan (pagina 139)
De batterij gebruiken (pagina 140)
Met 'Memory Sticks' omgaan (pagina 141)
Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan (pagina 142)
Vingerafdrukverificatie gebruiken (pagina 143)
131
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Veiligheidsinformatie
Batterij
Stel de batterij nooit bloot aan een temperatuur van meer dan 60°C (bijvoorbeeld in direct zonlicht of in een auto die
geparkeerd staat in de zon).
Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om
veiligheidsredenen werkt deze computer alleen met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een
niet-goedgekeurde batterij in de computer plaatst, wordt de batterij niet opgeladen en werkt de computer niet.
Plaats de batterij nooit in de buurt van een warmtebron.
Houd de batterij droog.
Open de batterij niet en probeer deze niet uit elkaar te halen.
Stel de batterij niet bloot aan mechanische schokken, bijvoorbeeld laten vallen op een hard oppervlak.
Als u de computer geruime tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterij uit de computer om te vermijden dat deze beschadigd
raakt.
Als u de batterij geruime tijd niet hebt gebruikt, kan deze bijna leegraken. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
De batterij raakt na verloop van tijd leeg, ook wanneer deze niet wordt gebruikt. Sluit de netadapter aan op de computer
en laad de batterij opnieuw op voordat u de computer weer gaat gebruiken.
Hoofdtelefoon
Verkeersveiligheid: gebruik geen hoofdtelefoon terwijl u een voertuig/rijtuig bestuurt, fietst of een gemotoriseerd
voertuig bedient. Dit is niet alleen gevaarlijk, maar is in sommige landen zelfs bij wet verboden. Loop niet rond met een
hoofdtelefoon met luide muziek. Dit kan gevaarlijk zijn, vooral op zebrapaden.
Gehoorbeschadiging voorkomen
: zet het volume van de hoofdtelefoon niet te hoog. Oorartsen raden af voortdurend en
langdurig luide muziek te beluisteren. Als uw oren beginnen te suizen, verlaagt u het volume of zet u de hoofdtelefoon af.
135
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Met de computer omgaan
Maak regelmatig een reservekopie van uw gegevens om te voorkomen dat er gegevens verloren gaan wanneer de
computer beschadigd raakt.
Oefen geen druk uit op het LCD-scherm of op de randen ervan bij het openen van LCD-scherm of bij het optillen van uw
computer. Het LCD-scherm is gevoelig voor druk. Dit kan het scherm beschadigen of leiden tot defecten. Houd om de
computer te openen deze in de ene hand en klap het LCD-scherm voorzichtig open met uw andere hand. Houd de
computer met twee handen vast wanneer u deze tilt met de klep open.
Gebruik een draagtas die speciaal voor uw computer is ontworpen.
136
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Met het LCD-scherm omgaan
Met het LCD-scherm omgaan
Stel het LCD-scherm niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan het LCD-scherm beschadigd raken. Vermijd direct
zonlicht als u de computer gebruikt in de nabijheid van een venster.
Kras niet over het oppervlak van het LCD-scherm en oefen er geen druk op uit. Dit kan schade veroorzaken.
Als u de computer gebruikt bij een lage omgevingstemperatuur, kan het beeld op het LCD-scherm wat blijven hangen.
Dit is geen defect. Als de computer terug op normale temperatuur komt, doet dit probleem zich niet meer voor.
Het beeld op het LCD-scherm kan enigszins blijven hangen als hetzelfde beeld geruime tijd wordt weergegeven. Na enige
tijd verdwijnt dit 'beeldrestant'. U kunt een schermbeveiliging gebruiken om te vermijden dat het beeld inbrandt in het
scherm.
Het LCD-scherm wordt warm tijdens het gebruik van de computer. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
Het LCD-scherm is geproduceerd met behulp van precisietechnologie. Het is echter mogelijk dat voortdurend heel kleine
zwarte en/of heldere puntjes (rood, blauw of groen) verschijnen op het LCD-scherm. Dit is een normaal gevolg van het
productieproces en wijst niet op een defect.
Wijzig de standinstelling van het LCD-scherm niet in het venster Tablet PC-instellingen, zelfs niet wanneer er
wijzigingsopties beschikbaar zijn, aangezien dit de computer instabiel maakt. Sony accepteert geen aansprakelijkheid
voor defecten die voortvloeien uit gewijzigde instellingen.
Oefen geen druk uit op het LCD-scherm wanneer u dit dichtklapt. Dit kan krassen veroorzaken op het scherm of het
LCD-scherm vervuilen.
138
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Met de ingebouwde camera omgaan
Met de ingebouwde camera omgaan
Raak het lensbeschermoppervlak aan de voorzijde van de ingebouwde camera niet aan. Als u dit wel doet, kunnen er
krassen in het oppervlak ontstaan, die te zien zijn op de vastgelegde beelden.
Laat geen direct zonlicht in de lens van de ingebouwde camera vallen, ongeacht de energiemodus van de computer.
Dit kan namelijk een defect aan de camera veroorzaken.
139
nN
Voorzorgsmaatregelen >
Met schijven omgaan
Met schijven omgaan
Vingerafdrukken en stof op het oppervlak van een schijf kunnen tot leesfouten leiden. Houd een schijf altijd vast bij de
rand en het gat in het midden, zoals hieronder wordt weergegeven:
Plak nooit een label op de schijf. Het gebruik van de schijf wordt beïnvloed en het kan leiden tot onherstelbare schade.


Produktspezifikationen

Marke: Sony
Kategorie: PC
Modell: VPCS11E7E

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Sony VPCS11E7E benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten