Roland DB-90 Bedienungsanleitung


Lesen Sie kostenlos die đź“– deutsche Bedienungsanleitung fĂĽr Roland DB-90 (5 Seiten) in der Kategorie Hi-Fi-Anlage. Dieser Bedienungsanleitung war fĂĽr 3 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/5
Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS DB-90 METRONOOM Dr. Beat.
Lees voor gebruik van dit apparaat de paragrafen met de volgende titels zorgvuldig: “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (losse bijlage vel). Deze
paragrafen geven belangrijke informatie met betrekking tot de juiste bediening van het apparaat. Daarnaast dient u deze handleiding in zijn geheel te lezen om er zeker van te zijn, dat u van elke
afzonderlijke functie die dit nieuwe apparaat biedt een helder beeld heeft gekregen. U dient de handleiding te bewaren en als handige referentie bij de hand te houden.
Bij levering is de batterij van de DB-90 nog niet geplaatst. Lees “De batterij vervangen” en volg vervolgens de instructies om de batterij te plaatsen.
Auteursrecht © 2005 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Zonder schriftelijke toestemming van BOSS mag geen enkel deel van deze publicatie in welke vorm dan ook
worden gereproduceerd.
Belangrijkste eigenschappen
❍
Groot, van achteren belicht LCD panel, gemakkelijk-te-volgen en zeer goed zichtbare
pendulum-stijl tempo indicator
❍
PCM telgeluiden plus interne drumgeluiden
Naast PCM telgeluiden van een hoge kwaliteit biedt het apparaat tevens menselijke stem en
drumgeluiden als metronoomgeluiden.
❍
Nootmixfunctie
De vier verschillende ritmes (kwartnoot, achtste noot, zestiende noot en triool) en het accentvo-
lume zijn volledig aanpasbaar, zodat u op snelle een eenvoudige wijze originele ritmische stijlen
kunt maken.
❍
Loop play
U kunt opgeslagen metronoominstellingen in voorgeprogrammeerde sequensen opvragen, en ze
een bepaald aantal keren laten afspelen. Hiermee heeft u de vrijheid om met gebruik van diverse
ritmecombinaties evenals onregelmatige ritmes te oefenen.
❍
Versterkersimulator
De DB-90 is uitgerust met een input jack, zodat u uw gitaar of basgitaar direct op het apparaat
aan kunt sluiten en met behulp van de metronoom ritmische trainingen kunt doen. Bovendien
biedt het apparaat een versterkersimulatiefunctie, waarmee u de DB-90 als eenvoudige monitor-
versterker kunt gebruiken.
❍
Inclusief Rhythm Coach functie, perfect voor geĂŻndividualiseerd oefenen
De DB-90 heeft een Rhythm Coach functie, die een effectieve ritmische training biedt, waarbij van
trigger pads en de interne microfoon van de DB-90 gebruik wordt gemaakt.
❍
Count In functie
U kunt de metronoom zo instellen, dat hij voordat de metronoomtelling zelf start een aftelling
geeft.
❍
Referentietoon functie
De DB-90 bevat een functi,e die chromatisch geluiden genereert, en die tonen binnen een bereik
van vijf octaven (C2-B6) voortbrengt.
❍
Memory functie
Het geheugen kan 50 verschillende metronoominstellingen en tien referentietooninstellingen
opslaan.
❍
START/STOP aansluiting
U kunt op de START/STOP aansluiting een FS-5U (of FS-6) pedaal inpluggen en met het pedaal
de start en stopbediening uitvoeren.
❍
MEMORY OMHOOG/OMLAAG jack
Op de MEMORY OMHOOG/OMLAAG jack kan een FS-5U (of FS-6) pedaal worden aangeslo-
ten, en deze kan vervolgens worden gebruikt om door het geheugen heen omhoog en laag te
bewegen en een keuze te maken.
❍
MIDI IN aansluiting
U kunt op de MIDI IN aansluiting een extern MIDI apparaat aansluiten, het tempo van het
externe apparaat weergeven en met uw apparaat synchroniseren, daarna het externe apparaat
gebruiken om de metronoom te starten en te stoppen.
â–  Drukconventies in deze handleiding
Tekst of cijfers die tussen vierkante haken [ ] staan duiden knoppen aan; d.w.z. [TAP]… TAP
knop
Paneelomschrijvingen
1. [POWER] Schakelt de stroomtoevoer in en uit.
* Zorg dat u het volumeniveau omlaag heeft gedraaid, alvorens u de stroomtoevoer inschakelt. Zelfs als
het volume helemaal omlaag staat, kan het zijn dat u als bij het inschakelen van de stroomtoevoer een
geluid hoort. Dit is echter normaal en duidt niet op een storing.
[LIGHT] Schakelt de achtergrond belichting in en uit.
[MUTE] Maakt het geluid dat wordt afgespeeld onhoorbaar.
* De Mute status wordt niet in het geheugen opgeslagen.
[WRITE] Wordt gebruikt om instellingen in het geheugen op te slaan.
[MEMORY] Selecteert het geheugennummer.
[MIDI] Zet het apparaat in de MIDI functie.
2. TEMPO/VALUE draaischijf Wijzigt het tempo en de instellingswaarden.
3. IC
U kunt ritmes oefenen, terwijl u de DB-90 zo heeft ingesteld dat hij op het geluid van drums,
oefenpads en microfooninvoeren reageert. Dit kunt u in de Coach functie doen.
4. [START/STOP]
Start en stopt de metronoom, Loop Play, referentietoon en Rhythm Coach.
5. [TAP]
Stelt het metronoomtempo in.
* In de Loop Play functie, Referentietoonfunctie en MIDI functie wordt deze instelling genegeerd.
6. [TEMPO] Wijzigt het tempo.
[LOOP] Zet het apparaat in de Loop Play functie.
[TUNE] Zet het apparaat in de Referentietoonfunctie. Wijzigt de nootnaam.
[COACH] Zet het apparaat in de Coach functie.
Druk op de knop om tussen de vier oefenfuncties te wisselen.
[BEAT/PATTERN] Wisselt tussen metronoom Beat (maat) en Pattern (patroon).
[VOICE] Deze wijzigt de toon, die voor de geselceteerde maat wordt gebruikt.
Hiermee wijzigt u de toon niet als u patronen heeft geselecteerd.
[PITCH] Zet het apparaat in de Referentietoonfunctie. Wijzigt de referentietoon.
[TRIG/GUIDE] Zet het apparaat in de Coach functie.
Bepaal hier de pad gevoeligheid en moeilijkheidsgraad instellingen van de timing-
controlefunctie.
7. Rhythm Level schuiven
Passen het volume van het accent op de eerste maatslag en het volume van elk ritme aan.
8. Master Volume schuif
Past het algemene volume aan.
* De master volume instelling wordt niet in het geheugen opgeslagen.
9. Beeldvenster
Afhankelijk van de functie wordt de informatie in het beeldvenster gewijzigd.
10. Tempo indicators
Lichten op in de maat van het tempo.
11. MIDI IN aansluiting
Wordt gebruikt om op de MIDI OUT aansluiting van een MIDI sequencer aan te sluiten
12. DC IN jack
Deze is om een adapter (PSA-serie) aan te sluiten.
13. MEMORY jack (stereo jack)▲▼
Hier kunt u een voetschakelaar (zoals de optionele FS-5U of FS-6)
aansluiten.
U kunt een voetschakelaar gebruiken om in de geheugens omhoog
en omlaag te bewegen.
14. START/STOP jack (mono jack)
Hier kunt u een voetschakelaar (de optionele FS-5U of FS-6) aansluiten.
U kunt een voetschakelaar gebruiken om de metronoom, Loop Play, referentienoot en Rhythm
Coach te starten en stoppen.
15. PHONES jacks
Sluit hier de koptelefoon aan. U kunt gelijktijdig zowel de 1/4” koptelefoon als de stereo koptele-
foon tulpstekker gebruiken.
16. INPUT jack (mono jack)
Sluit hier een elektrische gitaar of basgitaar aan.
* Als u aansluitkabels met weerstanden gebruikt, kan het zijn dat het volumeniveau van de apparatuur
die op deze ingang zijn aangesloten laag is. Gebruik in dit geval aansluitkabels, die geen weerstanden
hebben, zoals die uit de Roland PCS serie.
17. INPUT LEVEL volume
Bepaalt het volume van het apparaat dat op de ingang is aangesloten.
18. TRIG IN jack (mono jack)
Sluit hier een trigger pad (zoals de optionele Roland PD-8 of V-Pad) op aan.
19. Uitsparing om een bekkenstandaard te bevestigen (M6)
20. Beveiligingssleuf ( )
http://www.kensington.com/
2
45
8
9
3
1
6
7
10
11
12
13
14
15
16
17
18
20 19
OMHOOG
OMLAAG
Handleiding
Aansluitingen maken
De metronoom gebruiken
â– Metronoomfunctie
1. Druk op [TEMPO].
De tempowaarde knippert een aantal keer.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om het
tempo in te stellen.
3. Druk op [BEAT/PATTERN].
“BEAT” of “PATTERN” knippert.
Als u “BEAT” selecteert, verschijnt het noot-
icoon in het beeldvenster.
Als u “PATTERN” selecteert, worden vervol-
gens KICK, SNARE en overige drumtoon-
namen weergegeven.
4. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om het
“BEAT” of “PATTERN” nummer te selecteren.
“BEAT” is de instelling voor een losse kwart-
noot maatslag (als u tijdens het selecteren van
de “BEAT” instelling op [VOICE] drukt, kunt
u Ă©Ă©n van de vier tonen selecteren).
Selecteer “PATTERN” om ritmes af te spelen
(“PATTERN” drumtonen en uitvoeringsgege-
vens staan vast).
* Bij sommige “PATTERN” types kan het zijn, dat u
drumgeluiden hoort waaraan geen geluid is
toegewezen.
5. Druk op [START/STOP] om de metronoom te
starten. Druk nogmaals op [START/STOP] om
de metronoom te stoppen.
â– De metronoomtoon wijzigen
U kunt uit vier verschillende tonen kiezen (alleen als u “BEAT” heeft geselecteerd).
1. Druk op [VOICE].
In de metronoomfunctie wordt automatisch
“BEAT” geselecteerd en begint “VOICE” te
knipperen.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om
de toon te selecteren.
1. Metronoomgeluid (herhaalbaar)
2. Elektronisch metronoomgeluid
3. Elektronisch klikgeluid
4. Menselijke stem
â– Het tempo instellen met behulp van Tap invoer
U kunt het tempo instellen door in de metronoomfunctie twee of meer keer op de [TAP] knop te
drukken;. Het tempo wordt op de timing waarmee u op de knop heeft getikt ingesteld. U kunt
het tempo binnen een bereik van {1/4} = 30-250 instellen.
Met behulp van tap invoer kunt u het tempo tevens in de Coach functie instellen.
â– Originele ritmische stijlen maken
In de metronoomfunctie kunt u de 5 schuiven onder het beeldvenster (ACCENT en , ,
, schuiven) gebruiken om de manier waarop de metronoom speelt te wijzigen.
Het volume voor het accent op de eerste maatslag en voor elk afzonderlijke ritme wordt op een
schaal van 5 niveaus aangeduid.
U kunt de gewijzigde instellingen in het geheugen opslaan. Zie de paragraaf “Het geheugen
gebruiken”.
* Als u instellingen van de inhoud in het geheugen wijzigt, wordt “EDIT” weergegeven.
â– Count-In functie
U kunt de metronoom zo instellen dat hij, alvorens de metronoomtelling zelf begint, een aftel-
ling geeft. (Deze instelling is mogelijk in de metronoomfunctie, Loop Play functie, Coach functie
en MIDI functie).
1. Druk gelijktijdig op [BEAT/PATTERN] en
[VOICE].
2. Druk op [START/STOP] om de metronoom te
starten.
De aftelling wordt het ingestelde aantal
keren afgespeeld en vervolgens begint de
uitvoering.
Druk nogmaals gelijktijdig op [BEAT/
PATTERN] en [VOICE] om de Count-in functie te annuleren.
* Als u de metronoom start, terwijl de count-in functie is ingesteld, beginnen uitvoeringen altijd met
een aftelling van tevoren.
* De eerstvolgende keer dat de DB-90 wordt aangezet, wordt de count-in functie geannuleerd.
* De count-in toon kan niet worden geselecteerd.
Het aantal keren dat de Count-In wordt afgespeeld wijzigen
Als u [BEAT/PATTERN] en [VOICE] gelijktij-
dig indrukt, wordt het count-in herhalingsaan-
tal weergegeven.
Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om een
cijfer tussen 1-8 te selecteren.
â– Mute functie
U kunt geluiden tijdens het afspelen van een uit-
voering tijdelijk onhoorbaar maken.
1. Druk op [MUTE].
In het beeldvenster verschijnt “MUTE”. Het
geluid, dat wordt afgespeeld, wordt onhoor-
baar gemaakt.
2. Druk nogmaals op [MUTE].
Het geluid wordt weer afgespeeld en
“MUTE” verdwijnt uit het beeldvenster.
* De Mute status wordt niet in het geheugen opgeslagen.
â– Loop Play gebruiken (Loop Play functie)
U kunt ervoor zorgen dat metronoominstellingen die in het geheugen zijn opgeslagen automa-
tisch achter elkaar worden afgespeeld. Het in verschillende geheugens opslaan van instellingen
met diverse tempi en ritmes en deze vervolgens afspelen met behulp van Loop Play is effectief
voor ritmetraining. U kunt dit tevens gebruiken om onregelmatige ritmes te oefenen.
1. Druk op [LOOP].
De DB-90 schakelt naar de Loop Play
functie.
In het beeldvenster verschijnt “LOOP”.
2. Druk op [START/STOP] om de Loop Play te
starten.
De DB-90 schakelt naar de Loop Play
functie.
In het beeldvenster verschijnt “LOOP”.
3. Druk op [START/STOP] om de Loop Play te starten.
Tijdens Loop Play geeft het cijfer in het midden van het beeldvenster aan hoeveel herha-
lingen er voor elk geheugen zijn. Het cijfer boven “COUNT” is het aantal keren, dat het
materiaal wordt herhaald.
Als u [MEMORY] heeft ingedrukt, knippert “MEMORY”. Nu kunt u met behulp van de
TEMPO/VALUE draaischijf het geheugennummer wijzigen.
Druk nogmaals op [MEMORY]; “MEMORY” licht continu op en de DB-90 keert naar Loop
Play terug.
4. Druk nogmaals op [START/STOP].
Loop Play wordt gestopt en de DB-90 komt in de Loop Play stand-by status.
Het aantal keren dat het afspelen van het geheugen wordt herhaald wijzigen
Als u, terwijl Loop Play in stand-by staat, de TEMPO/VALUE draaischijf gebruikt, kunt u het
aantal herhalingen naar elke waarde tussen 0 en 255 wijzigen. Als deze waarde op 0 instelt, wor-
den de gegevens van dat betreffende geheugennummer niet afgespeeld.
Oefenen in de Coach functie
De Coach functie van de DB-90 is een set oefenfuncties, die zijn ontwikkeld om de oefen-erva-
ring te optimaliseren. Deze functies zijn speciaal ontworpen om u te helpen met het opbouwen
van snelheid, nauwkeurigheid en uithoudingsvermogen, evenals het ontwikkelen van betere
timingvaardigheden.
In elk van de vier Coach functies kunt u oefeningen doen, die voor verschillende bekwaam-
heidsniveaus geschikt zijn.
Door de interne microfoon te gebruiken, kunt u het ritme met akoestische drums controleren,
ritmes oefenen door in uw handen te klappen, enzovoorts.
â– De Mic en Trigger Pad gevoeligheid instellen
De Mic gevoeligheid instellen
1. Zorg ervoor, dat er niets op de TRIG IN jack
is aangesloten
2. Druk op [TRIG/GUIDE] om ervoor te zorgen
dat “SENS” knippert.
3. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om
de “SENS” waarde aan te passen, tot er in
het TRIG gedeelte een stip (“●”) verschijnt,
zodra u op een drum of oefenpad slaat.
* Als u de “SENS” waarde te hoog instelt, kan dit ervoor zorgen dat de invoer op het metronoomgeluid
reageert. Pas in dit geval de “SENS” waarde opnieuw aan.
Elektrische Gitaar of
Elektrische Basgitaar
Koptelefoon
koptelefoon
tulpstekker
Stel de FS-5U polariteitschkelaar
in als in onderstaand figuur.
1/4 koptelefoon jack
Voetschakelaar
(FS-5U etc.)
Voetschakelaar
(FS-6 x 1
of FS-5U x 2)
Adapter
(PSA-serie)
MIDI Sequencer
Trigger Pad
(Roland PD-8, V-pad etc.)
(Omlaag) (Omhoog)
BEAT venster
PATTERN venster
* Verlaag het volume van het metronoomgeluid met behulp van de master volume schuif, net zolang tot
de trigger niet meer op het geluid reageert, als bij het starten van de Rhythm Coach de trigger op het
metronoomgeluid reageert.
De Trigger Pad gevoeligheid instellen
1. Sluit een trigger pad op de TRIG IN jack aan.
2. Druk op [TRIG/GUIDE] om ervoor te zorgen, dat “SENS” knippert.
3. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om de “SENS” waarde aan te passen, tot er in het
TRIG gedeelte een stip (“ ”) verschijnt, zodra u op het oefenpad slaat.●
De gevoeligheid vergroot naar gelang de “SENS” waarde wordt verhoogd.
“SENS” waarde 1, 2, ............16
Gevoeligheid Laag----------Hoog
Op het moment dat de DB-90 wordt getriggerd, verschijnt er een stip.
* Tonen staan vast en kunnen niet worden gewijzigd. Pas het volume aan met behulp van de master
volumeschuif.
* Houd er rekening mee, dat de DB-90 het gebruik van rim shots niet ondersteunt, ondanks het feit dat u
pads kunt gebruiken die rim shots voort kunnen brengen.
â– Oefenen met de Rhythm Coach
1. Druk op [COACH].
In het beeldvenster verschijnt “COACH” en
de DB-90 komt in de Coach functie.
Druk op de [COACH] knop om tussen de
vier oefenfuncties te schakelen.
2. Druk op [START/STOP] om de metronoom te starten en de oefening te beginnen.
- Metronoompatronen worden in overeenstemming met de instellingen van de metro-
noomfunctie afgespeeld.
- Het geluid wordt omgeschakeld naar de Rhythm Coach toon en kan niet worden gese-
lecteerd.
- Gebruik de master volumeschuif om het volume aan te passen.
- Als u op [COACH] of [TRIG/GUIDE] drukt terwijl er een uitvoering speelt, stopt de
metronoom.
- Als u de TEMPO/VALUE draaischijf gebruikt of op [TAP] drukt kan dit het tempo
wijzigen.
* Het Trigger geluid wordt alleen in Coach mode ingeschakeld.
Timingcontrole( )
Deze functie is ontworpen om uitgebreide oefening te bieden in het op het juiste ritme drum-
men, in hetzelfde ritme als het begeleidingsgeluid zoals dat door de metronoom wordt uitge-
teld.
Het venster geeft aan of de bron van de mic input of het pad in dezelfde timing wordt aangesla-
gen als de metronoom. De timing voor kwartnoten( ) wordt gecontroleerd.
1. Druk op [COACH] om “ ” te selecteren.
2. Druk op [START/STOP] om de oefening te beginnen.
* Als er, nadat u op [START/STOP] drukt om de timingcontrole te starten, zelfs wanneer u het pad niet
aanslaat, [GOOD] in het beeldvenster blijft verschijnen, betekent dit dat de trigger op het
metronoomgeluid reageert. Zie de instructies onder “De mic gevoeligheid instellen” hierboven, en pas
de “SENS” waarde en het volume van het metronoomgeluid aan.
Stille telling ( )
De Stille tellingfunctie is ontworpen om “interne” timing te ontwikkelen en leren. In deze func-
tie speelt de metronoom de eerste vier maten op een vast volumeniveau en worden de volgende
vier maten op een lager volume afgespeeld. De vier matencyclus van luide en zachte geluide
geluiden blijft doorgaan, totdat de oefening wordt gestopt.
1. Druk op [COACH] om “ ” te selecteren.
2. Druk op [START/STOP] om met oefenen te beginnen.
Geleidelijk omhoog/omlaag ( )
Oefening in de “Geleidelijk omhoog/omlaag” functie is ontworpen om uw uithoudingsvermo-
gen en weerstandsvermogen te kunnen vergroten door het tempo geleidelijk te verhogen en ver-
lagen. De snelheid verhoogt elke twee maatslagen met 1 BPM, totdat de maximale
metronoomwaarde is bereikt. Als u de maximale waarde heeft bereikt, verlaagt de snelheid met
1 BPM per twee maatslagen, tot u op het oorspronkelijke tempo terug bent. Het proces wordt
vervolgens herhaald. Als u “PATTERN” heeft geselecteerd, wijzigt de snelheid met 1 BPM per
twee maten.
1. Druk op [COACH] om “ ” te selecteren.
2. Druk op [START/STOP] om met oefenen te beginnen.
Als u tijdens een uitvoering op [WRITE] drukt, wordt het tempo van dat moment als maxi-
male metronoomwaarde ingesteld (oorspronkelijke instelling: 250). De minimale metro-
noomwaarde wordt op het tempo, dat met behulp van de TEMPO/VALUE draaischijf of
tapinvoer is bepaald, ingesteld.
* Als u de minimale waarde wijzigt wordt de maximale waarde op de oorspronkelijke instelling (250)
teruggezet.
Stapsgewijs omhoog/omlaag ( )
De Stapsgewijze omhoog/omlaag functie is ontworpen om uw uithoudingsvermogen te verho-
gen door de snelheid van de metronoom langzaam te verhogen en verlagen. In deze functie ver-
hoogt het tempo van de metronoom met vijf maatslagen per minuut (5 BPM) en na elke vier
maten, totdat het maximale tempo van de metronoom is bereikt. Nadat het maximum tempo is
bereikt, verlaagt het tempo van de metronoom met vijf maatslagen per minuut (5BPM) na elke
vier maten. Dit gaat door tot het tempo weer op het begintempo van de metronoom terug is, en
vervolgens wordt het proces herhaald.
1. Druk op [COACH] om “ ” te selecteren.
2. Druk op [START/STOP] om met oefenen te beginnen.
Als u tijdens een uitvoering op [WRITE] drukt, wordt het tempo van dat moment als maxi-
male metronoomwaarde ingesteld (oorspronkelijke instelling: 250). De minimale metro-
noomwaarde wordt op het tempo, dat met behulp van de TEMPO/VALUE draaischijf of
tapinvoer is bepaald, ingesteld.
* Als u de minimale waarde wijzigt, wordt de maximale waarde op de oorspronkelijke instelling (250)
teruggezet.
â– De timingcontrole standaard wijzigen
U kunt de standaard, zoals deze wordt gebruikt in het bepalen van uw nauwkeurigheid geme-
ten in vergelijking met het metronoomgeluid, op drie verschillende niveaus instellen.
Zo kunt u de timing van de oefening op uw niveau
aanpassen.
1. Druk op [TRIG/GUIDE] om ervoor te zorgen
dat “GUIDE” knippert.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om de
instelling te maken:
1: EENVOUDIG
2: NORMAAL
3: MOEILIJK (Nauwkeurigheid wordt nog preciezer bepaald)
Het geheugen gebruiken
U kunt maximaal vijftig verschillende configuraties met metronoominstellingen en tien verschil-
lende configuraties met referentietooninstellingen in het geheugen opslaan.
â– Opgeslagen instellingen opvragen (geheugen)
1. Druk, terwijl “MEMORY” verlicht is, op [MEMORY] om er voor te zorgen, dat “MEMORY”
begint te knipperen.
2. Gebruik, terwijl “MEMORY” knippert, de
TEMPO/VALUE draaischijf om het geheu-
gennummer te wijzigen.
* Als u tijdens het selecteren van het geheugen
(terwijl “MEMORY” knippert) op [WRITE]
drukt, schakelt de DB-90 naar de selectie van de
schrijfbestemming over (het geheugennummer
knippert).
• Instellingen in het geheugen opslaan
1. Druk, terwijl het geheugennummer verlicht is, op [WRITE].
Het geheugen nummer knippert.
2. Gebruik, terwijl het geheugennummer knippert, de TEMPO/VALUE draaischijf om het
geheugennummer van de schrijfbestemming te selecteren.
* Als u op [START/STOP] drukt, annuleert u de procedure en blijft het geheugennummer verlicht.
3. Druk nogmaals op [WRITE] om de instellingen in het geheugen op te slaan; het geheugen-
nummer begint snel te knipperen.
Als het geheugennummer eenmaal continu oplicht, weet u dat de gegevens succesvol in het
geheugen zijn opgeslagen.
* Schakel tijdens het opslaan van gegevens in het geheugen (als het geheugennummer snel knippert) de
stroomtoevoer niet uit.
* Als u instellingen van de inhoud in het geheugen wijzigt, wordt “EDIT” weergegeven.
De referentietoon afspelen
1. Druk op [TUNE] om naar de Referentietoon-
functie te gaan.
Als de DB-90 zich in de Referentietoonfunctie
bevindt, verschijnen “NOTE” en “PITCH” in
het beeldvenster.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om de
nootnaam in te voeren.
U kunt de nootnaam in verhogingen van een
halve toon, binnen een bereik van C2 tot en met B6, instellen.
3. Druk op [START/STOP] om de referentietoon af te spelen.
“MUTE” verdwijnt uit het beeldvenster.
Druk nogmaals op de knop om het geluid te stoppen. “MUTE” verschijnt in het beeldven-
ster.
* U kunt de referentietoon tevens afspelen of stoppen door op [MUTE] te drukken.
â– De referentietoon instellen
1. Druk in de Referentietoonfunctie op [PITCH] om ervoor te zorgen, dat “PITCH” in het beeld-
venster knippert.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om de toon in te stellen.
1. Timingcontrole
Nauwkeurigheid en timing oefe-
ning
2. Stille telling
3. Geleidelijk omhoog/
omlaag Weerstandvermogen en uithou-
dingsvermogen oefening
4. Stapsgewijs omhoog/
omlaag
Op de maat
(perfecte timing)
Achter de maat aan (te langzaam) Voor de maat uit (te snel)


Produktspezifikationen

Marke: Roland
Kategorie: Hi-Fi-Anlage
Modell: DB-90

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Roland DB-90 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung Hi-Fi-Anlage Roland

Bedienungsanleitung Hi-Fi-Anlage

Neueste Bedienungsanleitung fĂĽr -Kategorien-