Philips 65PUG8513 Bedienungsanleitung
Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Philips 65PUG8513 (85 Seiten) in der Kategorie Fernseher. Dieser Bedienungsanleitung war für 13 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet
Seite 1/85
2PE-F819D-D0
XC125RR
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze
machine gaat gebruiken.
HANDLEIDING
DAU46091
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij
de machine te blijven als deze wordt verkocht.
INLEIDING
DAU10114
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de XC125RR profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen
en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw XC125RR. De
Handleiding geeft instructies voor de bediening, inspectie en het onderhoud van de scooter, en beschrijft hoe u uzelf en anderen kunt be-
schermen tegen persoonlijk letsel of schade.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw scooter in optimale conditie te houden. Als er ten slotte toch nog vragen zijn,
aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan er soms sprake zijn van
kleine verschillen tussen uw scooter en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente product-
informatie ten tijde van publicatie. Als u vragen hebt over deze handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA12412
Lees deze handleiding aandachtig helemaal door voordat u deze scooter gaat gebruiken.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU10134
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op
persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of
overlijden te voorkomen.
Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, kan
resulteren in ernstig letsel of overlijden.
De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzorgen die moeten worden genomen om
schade aan de machine of andere eigendommen te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken of
verhelderen.
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSINFORMATIE.............. 1-1
Andere aandachtspunten voor veilig
rijden ............................................ 1-5
BESCHRIJVING ................................. 2-1
Aanzicht linkerzijde.......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ....................... 2-2
Bedieningen en instrumenten.......... 2-3
WERKING VAN DE
BEDIENINGSELEMENTEN EN
INSTRUMENTEN ............................... 3-1
Contactslot/stuurslot ........................ 3-1
Afdekplaatje sleutelgat .................... 3-2
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ................ 3-2
Toerenteller ..................................... 3-3
Brandstofniveaumeter ..................... 3-4
Multifunctioneel display ................... 3-4
Stuurschakelaars............................. 3-6
Voorremhendel ................................ 3-7
Achterremhendel ............................. 3-7
Tankdop........................................... 3-8
Brandstof ......................................... 3-8
Tankbeluchtingsslang en
overloopslang............................... 3-9
Uitlaatkatalysator ........................... 3-10
Zadel.............................................. 3-10
Passagiersvoetsteun ..................... 3-11
Helmbevestiging ............................ 3-11
Opbergcompartimenten................. 3-12
Schokdemperunit .......................... 3-13
Bagagehaak .................................. 3-14
Zijstandaard .................................. 3-14
Startspersysteem .......................... 3-15
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES
VOOR HET RIJDEN........................... 4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE .............................. 5-1
Starten van de motor....................... 5-1
Wegrijden........................................ 5-2
Sneller en langzamer rijden ............ 5-2
Remmen.......................................... 5-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ......................... 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-3
Parkeren.......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN ................................ 6-1
Boordgereedschapsset ................... 6-2
Periodiek onderhoudsschema voor
het uitstootcontrolesysteem ......... 6-4
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema ..................... 6-5
Panelen verwijderen en
aanbrengen.................................. 6-9
Bougie controleren........................ 6-10
Motorolie en olie-aanzuigzeef ....... 6-11
Eindoverbrengingsolie................... 6-13
Koelvloeistof .................................. 6-14
Luchtfilter en luchtfilterelementen in
de v-snaarbehuizing ................... 6-15
Stationair toerental controleren...... 6-17
De vrije slag van de gasgreep
controleren ................................. 6-17
Klepspeling .................................... 6-18
Banden .......................................... 6-18
Gietwielen...................................... 6-20
Vrije slag van voor- en
achterremhendel controleren ..... 6-21
Controleren van voor- en
achterremblokken....................... 6-21
Controleren van
remvloeistofniveau ..................... 6-22
Remvloeistof verversen ................ 6-23
Kabels controleren en smeren....... 6-23
Controleren en smeren van gasgreep
en gaskabel ................................ 6-23
Smeren van voor- en
achterremhendels....................... 6-24
Middenbok en zijstandaard
controleren en smeren ............... 6-24
Voorvork controleren ..................... 6-25
Stuursysteem controleren.............. 6-26
Controleren van wiellagers ............ 6-26
Accu............................................... 6-26
De zekeringen vervangen.............. 6-28
Koplampgloeilamp vervangen ....... 6-29
Achterlicht/remlichtunit................... 6-29
Voorste richtingaanwijzer............... 6-29
INHOUDSOPGAVE
Richtingaanwijzergloeilamp achter
vervangen .................................. 6-30
Gloeilamp van kentekenverlichting
vervangen .................................. 6-31
Parkeerlicht ................................... 6-31
Problemen oplossen...................... 6-31
Storingzoekschema’s .................... 6-33
VERZORGING EN STALLING VAN DE
SCOOTER .......................................... 7-1
Matkleur, let op................................ 7-1
Verzorging ....................................... 7-1
Stalling............................................. 7-3
SPECIFICATIES................................. 8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE.............. 9-1
Identificatienummers ....................... 9-1
1-2
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de scooterbestuur-
der. Veel bestuurders houden bij het
ingaan van een bocht een te hoge rij-
snelheid aan of gaan onvoldoende
schuinliggen voor de rijsnelheid, waar-
door ze wijd uit de bocht komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid in
acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
• Geef altijd richting aan voordat u af-
slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kunnen
zien.
De zithouding van de bestuurder en de
passagier is belangrijk voor een goede
besturing.
• De bestuurder moet tijdens het rij-
den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de be-
stuurdersvoetsteunen, om zo de
macht over het stuur te behouden.
• De passagier hoort steeds de be-
stuurder, de zadelband of de hand-
greep, indien aanwezig, met beide
handen vast te houden en beide
voeten op de passagiersvoetsteu-
nen te houden. Neem nooit een
passagier mee die niet in staat is om
beide voeten stevig op de passa-
giersvoetsteunen te zetten.
Rijd nooit onder invloed van alcohol of
andere drugs.
Deze scooter is uitsluitend ontworpen
voor gebruik op verharde wegen. De
machine is niet bedoeld voor off-road-
gebruik.
Beschermende uitrusting
Scooterongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dragen
van een helm is de belangrijkste factor bij
het voorkomen of reduceren van hoofdlet-
sel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming kan
uw zicht door de rijwind verslechteren,
waardoor u gevaren mogelijk te laat
opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan schakelhand-
grepen of door de wielen worden ge-
grepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
Draag altijd beschermende kleding die
uw benen, enkels en voeten bedekt.
De motor en het uitlaatsysteem kun-
nen tijdens en na het rijden zeer heet
zijn en brandwonden veroorzaken.
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen van verbrandingsmotoren
bevatten koolmonoxide, een dodelijk gas.
Inademing van koolmonoxide kan hoofd-
pijn, duizeligheid, sufheid, misselijkheid,
verwarring en uiteindelijk de dood veroorza-
ken.
Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt verlie-
zen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk,
ga naar de open lucht en ROEP MEDI-
SCHE HULP IN.
Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de hoe-
veelheid koolmonoxide snel oplopen
1-3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1
tot gevaarlijke niveaus.
Laat de motor niet draaien in slecht ge-
ventileerde of deels afgesloten ruimtes
zoals schuren of garages.
Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in een
gebouw kunnen worden getrokken via
openingen zoals ramen en deuren.
Beladen
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het weggedrag
als hierdoor de gewichtsverdeling van de
scooter verandert. Wees uiterst voorzichtig
bij het monteren van accessoires of het be-
laden van uw scooter, om zo mogelijke on-
gevallen te vermijden. Pas extra op
wanneer u op een scooter rijdt die beladen
is of waaraan accessoires zijn gemonteerd.
Hieronder volgen naast de informatie over
accessoires enkele richtlijnen voor het bela-
den van uw scooter:
Het totale gewicht van de bestuurder, pas-
sagier, accessoires en bagage mag de
maximale gewichtslimiet niet overschrijden.
Rijden met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Let op het volgende wanneer u tot deze ge-
wichtslimiet belaadt:
Het zwaartepunt van bagage en ac-
cessoires moet zo laag en zo dicht mo-
gelijk bij de scooter liggen. Bevestig
zware goederen zo dicht mogelijk bij
het midden van de machine en verdeel
het gewicht zo gelijkmatig mogelijk
over beide zijden om onbalans of in-
stabiliteit te minimaliseren.
Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of ac-
cessoires en bagage stevig aan de
scooter zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig.
• Pas de vering aan de te vervoeren
bagage aan (alleen voor modellen
met instelbare vering) en controleer
de toestand en spanning van uw
banden.
• Bevestig nooit omvangrijke of zware
goederen aan het stuur, de voor-
vork of het voorwielspatbord. Der-
gelijke items kunnen een instabiel
weggedrag of een te trage reactie
op het stuur veroorzaken.
Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhanger
of bevestiging van een zijspan.
Originele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw machine
vormt een belangrijke beslissing. Originele
Yamaha accessoires, die alleen verkrijg-
baar zijn bij de Yamaha dealer, zijn door
Yamaha ontwikkeld, getest en goedge-
keurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aan
Yamaha produceren onderdelen en acces-
soires of bieden aanpassingssets voor
Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet alle
producten testen die deze bedrijven produ-
ceren. Om die reden kan Yamaha accessoi-
res die niet door Yamaha zijn verkocht of
wijzigingen die niet door zijn Yamaha zijn
aangeraden niet goedkeuren of aanbeve-
len, zelfs niet als deze zijn verkocht en ge-
enstalleerd door een Yamaha dealer.
In de handel verkrijgbare onderdelen,
accessoires en aanpassingssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori-
ginele Yamaha accessoires, dient u te be-
seffen dat sommige in de handel
verkrijgbare accessoires of aanpassings-
sets niet geschikt zijn vanwege mogelijke
veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen. Het
monteren van in de handel verkrijgbare pro-
ducten of het verrichten van aanpassingen
die de ontwerp- of bedieningskenmerken
Maximale belasting:
160 kg (353 lb)
1-4
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
van uw machine wijzigen kan het risico op
ernstig letsel of overlijden van uzelf of ande-
ren vergroten. U bent verantwoordelijk voor
letsel dat voortvloeit uit wijzigingen aan de
machine.
Volg bij de montage van accessoires de on-
derstaande richtlijnen en die vermeld onder
het kopje “Beladen”.
Monteer nooit accessoires en vervoer
nooit bagage als deze een nadelige in-
vloed hebben op de prestaties van uw
scooter. Inspecteer het accessoire
zorgvuldig alvorens het te gebruiken
om te waarborgen dat het de grond-
speling of de hellinghoek op geen en-
kele manier vermindert, de veerweg,
de stuuruitslag of de bediening niet be-
perkt en geen lampen of reflectors af-
dekt.
• Accessoires die aan of nabij het
stuur of de voorvork zijn gemon-
teerd zullen mogelijk instabiliteit ver-
oorzaken door een foutieve
gewichtsverdeling of door aerody-
namische effecten. Accessoires
aan het stuur of nabij de voorvork
moeten zo licht mogelijk zijn en tot
een minimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kunnen
door hun aerodynamisch effect van
invloed zijn op de rijstabiliteit van de
scooter. De scooter kan door rijwind
worden opgetild of bij zijwind insta-
biel worden. Zulke accessoires kun-
nen ook instabiliteit veroorzaken
terwijl u grote voertuigen inhaalt of
door deze wordt ingehaald.
• Sommige accessoires dwingen de
bestuurder om een andere dan de
normale zitpositie in te nemen. Zo’n
verkeerde zitpositie beperkt de be-
wegingsvrijheid van de bestuurder
en kan een comfortabele bediening
hinderen, zodat we dergelijke ac-
cessoires sterk afraden.
Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als elek-
trische accessoires de capaciteit van
het elektrisch systeem van de scooter
te boven gaan, kan zich een gevaarlij-
ke elektrische storing voordoen waar-
door de verlichting of de motor uitvalt.
In de handel verkrijgbare banden en vel-
gen
De banden en velgen die bij uw scooter
werden geleverd zijn ontworpen om de mo-
gelijkheden van de machine te ondersteu-
nen en bieden de beste combinatie van
rijprestaties, remvermogen en comfort. An-
dere banden, velgen, maten of combinaties
zijn mogelijk niet geschikt. Zie pagina 6-18
voor bandenspecificaties en meer informa-
tie over het vervangen van uw banden.
De scooter vervoeren
Volg de onderstaande instructies als u de
scooter in een ander voertuig wilt vervoe-
ren.
Verwijder alle loszittende voorwerpen
van de scooter.
Zorg dat het voorwiel recht naar voren
wijst op de aanhanger of de laadvloer
en zet het wiel vast in een goot om be-
weging te voorkomen.
Zet de scooter vast met spanbanden
of andere geschikte banden aan stevi-
ge delen van de scooter, zoals het
frame of de bovenste voorvorkklem
(en niet aan, bijvoorbeeld, het stuur,
de richtingaanwijzers of onderdelen
die kunnen afbreken). Kies de plaats
voor de spanbanden zorgvuldig om te
voorkomen dat deze tijdens het trans-
port schuurplekken op de lak veroor-
zaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de scooter tijdens het transport
niet overmatig kan stuiteren.
1-5
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1
DAU57600
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden
Geef duidelijk richting aan wanneer u
een bocht neemt.
Op een nat wegdek kan remmen ui-
terst lastig zijn. Vermijd te hard rem-
men, de scooter zou kunnen slippen.
Bedien de remmen rustig wanneer u
op een nat wegdek wilt stoppen.
Minder snelheid bij het naderen van
een bocht of een afslag. Trek lang-
zaam op nadat u de bocht hebt geno-
men.
Wees voorzichtig bij het passeren van
geparkeerde auto’s. Een bestuurder
merkt u mogelijk niet op en kan het
portier openslaan in uw rijrichting.
Spoorwegovergangen, tramrails, ijze-
ren platen gebruikt in de wegenbouw
en putdeksels worden in natte toe-
stand zeer glad. Minder snelheid en
passeer ze voorzichtig. Houd de scoo-
ter recht, anders kan hij gaan schui-
ven.
De remblokken of remvoeringen kun-
nen nat worden bij het wassen van de
scooter. Controleer de remmen na het
wassen van de scooter, voordat u gaat
rijden.
Draag steeds een helm, handschoe-
nen, een lange broek (taps toelopend
bij de enkel/omslag, om flapperen te
voorkomen), en een felgekleurd jack.
Vervoer op uw scooter niet te veel ba-
gage. Een overbeladen scooter is on-
stabiel. Gebruik degelijke snelbinders
om bagage aan de bagagedrager vast
te binden (indien het voertuig is voor-
zien van een bagagedrager). Losse
bagage beïnvloedt de stabiliteit van de
scooter en kan uw aandacht afleiden
van het verkeer. (Zie pagina 1-3.)
2-1
1
2
BESCHRIJVING
DAU10411
Aanzicht linkerzijde
4 852 6 71 3 9
1. Parkeerlicht (pagina 6-31)
2. Koplamp (pagina 6-29)
3. Voorste richtingaanwijzer (pagina 6-29)
4. Zijstandaard (pagina 3-14)
5. Voetsteun voor passagiers (pagina 3-11)
6. Luchtfilterdeksel v-snaarbehuizing (pagina 6-15)
7. Middenbok (pagina 6-24)
8. Luchtfilter (pagina 6-15)
9. Achterste richtingaanwijzer (pagina 6-30)
BESCHRIJVING
2-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10421
Aanzicht rechterzijde
96 7
2
4
1
3 85
10
1. Kentekenverlichting (pagina 6-31)
2. Remlicht/achterlicht (pagina 6-29)
3. Uitlaatdemper (pagina 3-10)
4. Achterste opbergcompartiment (pagina 3-12)
5. Schokdemperunit (pagina 3-13)
6. Olievuldop (pagina 6-11)
7. Zadel (pagina 3-10)
8. Helmbevestiging (pagina 3-11)
9. Bougie (pagina 6-10)
10.Koelvloeistofreservoir (pagina 6-14)
BESCHRIJVING
2-3
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10431
Bedieningen en instrumenten
1 2
3
4 5 6 7
8
9 10 11
12
13
14
1. Achterremhendel (pagina 3-7)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-6)
3. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-22)
4. Tankdop (pagina 3-8)
5. Brandstofniveaumeter (pagina 3-4)
6. Toerenteller (pagina 3-3)
7. Multifunctioneel display (pagina 3-4)
8. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-22)
9. Schakelaar rechterstuurzijde (pagina 3-6)
10.Gasgreep (pagina 6-17)
11.Voorremhendel (pagina 3-7)
12.Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
13.Bagagehaak (pagina 3-14)
14.Voorste opbergcompartiment (pagina 3-12)
3-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
DAU45441
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het ont-
stekingssysteem en de verlichtingssyste-
men bediend en wordt het stuur
vergrendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
OPMERKING
Het contactslot/stuurslot is voorzien van
een afdekplaatje. (Zie pagina 3-2.)
DAU10551
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKING
De koplampen gaan automatisch branden
als de motor wordt gestart en blijven aan
totdat de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
zelfs als de motor afslaat.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU10685
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en
draai deze dan naar “LOCK”. Houd de
sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
1. Drukken.
2. Draaien.
2
1
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-2
2
3
4
5
6
7
8
9
Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in en draai deze dan naar
“OFF”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
DAUT2112
Afdekplaatje sleutelgat
Afdekplaatje sleutelgat openen
Steek de sleutel in het gat voor het afdek-
plaatje (zie afbeelding) en draai de sleutel
naar rechts om het afdekplaatje te openen.
Afdekplaatje sleutelgat sluiten
Druk de pal van het afdekplaatje naar bin-
nen en het afdekplaatje valt over het sleutel-
gat.
DAU49396
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU11031
Controlelampjes richtingaanwijzers
“ ” en “ ”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
1. Drukken.
2. Draaien.
2
1
1. Sleutelhanger
2. Pal afdekplaatje sleutelgat
2
1
1. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
2. Controlelampje richtingaanwijzers
“ ”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
1 2 3 42
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11447
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-34 nadere instructies ver-
meld.
DAUT1935
Waarschuwingslampje motorstoring
“ ”
Dit waarschuwingslampje begint te knippe-
ren of blijft branden wanneer een elektrisch
systeem dat de motorwerking controleert,
defect is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te controle-
ren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
DAU11873
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot aan het hoogste aantal toe-
ren per minuut en keert daarna weer terug
naar nul tpm om het elektrische circuit te
testen.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 9500 tpm en hoger
1. Toerenteller
2. Rode zone
1
2
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-4
2
3
4
5
6
7
8
9
DAUT4210
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
naald beweegt naar “E” (leeg) naarmate het
brandstofniveau daalt. Vul zo snel mogelijk
brandstof bij als de naald bij het rode gebied
staat.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid, be-
weegt de naald van de brandstofniveaume-
ter één keer om het elektrische circuit te
testen.
DAUT4230
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA14432
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op een
ongeval.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een snelheidsmeter
een kilometerteller
een ritteller (die de afgelegde afstand
toont sinds de teller het laatst werd te-
ruggesteld op nul)
een olieverversingskilometerteller (die
de afgelegde afstand toont sinds de
motorolie voor het laatst werd ver-
verst)
een indicator voor olieverversing (die
gaat knipperen wanneer de motorolie
moet worden ververst)
een klok
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te draaien
voordat u de “SELECT”- en “RESET”-toets
gebruikt.
Modus kilometerteller, ritteller en olie-
verversingskilometerteller
Door indrukken van de “SELECT”-toets wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus “ODO”, de rittellermodus “TRIP” en
de olieverversingskilometerteller “OIL
CHANGE”, in de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP → OIL CHANGE → ODO
OPMERKING
Als de kilometerteller, ritteller of olieverver-
singskilometerteller “-----” aangeeft, laat dan
1. Brandstofniveaumeter
2. Rode zone
1
2
1. Selectietoets
2. Resettoets
3. Kilometerteller
4. Olieverversingskilometerteller
5. Ritteller
6. Snelheidsmeter
7. Klok
1 2 3 4 56 7
Produktspezifikationen
Marke: | Philips |
Kategorie: | Fernseher |
Modell: | 65PUG8513 |
Bildschirmdiagonale: | 65 " |
Bildschirmtechnologie: | LED |
Eingebaute Lautsprecher: | Ja |
Installiertes Betriebssystem: | Android |
WLAN: | Ja |
WLAN-Standards: | Wi-Fi 5 (802.11ac) |
Produktfarbe: | Silber |
Tunertyp: | Analog |
RMS-Leistung: | 45 W |
AC Eingangsspannung: | 110 - 240 V |
AC Eingangsfrequenz: | 50 - 60 Hz |
Kopfhörerausgänge: | 1 |
Anzahl USB 2.0 Anschlüsse: | 2 |
Verpackungsbreite: | 1600 mm |
Verpackungstiefe: | 185 mm |
Verpackungshöhe: | 1025 mm |
Paketgewicht: | 42800 g |
Anzahl Ethernet-LAN-Anschlüsse (RJ-45): | 1 |
HD-Typ: | 4K Ultra HD |
Bildschirmform: | Flach |
Natives Seitenverhältnis: | 16:9 |
Bildschirmdiagonale (cm): | 164 cm |
Helligkeit: | - cd/m² |
Reaktionszeit: | - ms |
Digitales Signalformatsystem: | Nicht unterstützt |
Anzahl HDMI-Anschlüsse: | 4 |
Common interface (CI): | Nein |
Common interface Plus (CI+): | Nein |
Stromverbrauch (Standby): | 0.3 W |
Verbesserung des Videotexts: | Nein |
Wiederholfrequenz: | 60 Hz |
Analoges Signalformatsystem: | NTSC, PAL, SECAM |
PC-Eingang (D-Sub): | Nein |
Komponenteneingang Video (YPbPr/YCbCr): | 1 |
HDCP: | Ja |
Gewicht (ohne Ständer): | 29700 g |
Breite (ohne Standfuß): | 1455.1 mm |
Tiefe (ohne Standfuß): | 50.3 mm |
Höhe (ohne Standfuß): | 865.4 mm |
VESA-Halterung: | Ja |
3D: | Nein |
Smart-TV: | Ja |
Internet-TV: | Ja |
DVI Anschluss: | Nein |
Optischer Audio-Digitalausgang: | 1 |
Panel-Montage-Schnittstelle: | 400 x 300 mm |
Gerätebreite (inkl. Fuß): | 1455.1 mm |
Gerätetiefe (inkl. Fuß): | 304.6 mm |
Gerätehöhe (inkl. Fuß): | 918 mm |
Gewicht (mit Ständer): | 33500 g |
Benutzerspeicher: | 16 GB |
Umgebungsbeleuchtung: | Ja |
High Dynamic Range Video (HDR) Unterstützung: | Nein |
Stromverbrauch (aus): | 0.3 W |
Breite der Standhalterung: | 568.2 mm |
Umgebungslicht Typ: | 3-seitig |
Display-Auflösung: | 3840 x 2160 Pixel |
Ethernet/LAN: | Ja |
Brauchst du Hilfe?
Wenn Sie Hilfe mit Philips 65PUG8513 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten
Bedienungsanleitung Fernseher Philips
25 Juni 2024
15 Juni 2024
15 Juni 2024
15 Juni 2024
11 Juni 2024
10 Juni 2024
9 Juni 2024
9 Juni 2024
9 Juni 2024
9 Juni 2024
Bedienungsanleitung Fernseher
- Fernseher Samsung
- Fernseher Infiniton
- Fernseher Clatronic
- Fernseher Acer
- Fernseher Sanyo
- Fernseher BenQ
- Fernseher HP
- Fernseher Lexibook
- Fernseher Manta
- Fernseher Medion
- Fernseher SilverCrest
- Fernseher Sony
- Fernseher Sweex
- Fernseher Tevion
- Fernseher Panasonic
- Fernseher LG
- Fernseher AEG
- Fernseher OK
- Fernseher Vox
- Fernseher TechniSat
- Fernseher Yamaha
- Fernseher Velleman
- Fernseher IKEA
- Fernseher XD Enjoy
- Fernseher Denver
- Fernseher Durabase
- Fernseher ECG
- Fernseher MarQuant
- Fernseher Bush
- Fernseher Telefunken
- Fernseher Thomson
- Fernseher Trevi
- Fernseher BEKO
- Fernseher Blaupunkt
- Fernseher Grundig
- Fernseher Schneider
- Fernseher Sharp
- Fernseher Polar
- Fernseher Aspes
- Fernseher Brandt
- Fernseher Daewoo
- Fernseher Pyle
- Fernseher Mitsubishi
- Fernseher Finlux
- Fernseher Haier
- Fernseher Hisense
- Fernseher Luxor
- Fernseher NABO
- Fernseher Nordmende
- Fernseher Salora
- Fernseher SEG
- Fernseher Svan
- Fernseher Techwood
- Fernseher Vestel
- Fernseher Philco
- Fernseher Schaub Lorenz
- Fernseher Telestar
- Fernseher Aiwa
- Fernseher Alphatronics
- Fernseher AudioSonic
- Fernseher Coby
- Fernseher Bang And Olufsen
- Fernseher Lenco
- Fernseher Fantec
- Fernseher Pioneer
- Fernseher Polaroid
- Fernseher Jay-Tech
- Fernseher JVC
- Fernseher Krüger And Matz
- Fernseher Nokia
- Fernseher Optoma
- Fernseher PEAQ
- Fernseher TERRIS
- Fernseher Xiaomi
- Fernseher Megasat
- Fernseher Akai
- Fernseher Alden
- Fernseher Arçelik
- Fernseher Caratec
- Fernseher Changhong
- Fernseher Chiq
- Fernseher Continental Edison
- Fernseher Dual
- Fernseher Dyon
- Fernseher Ferguson
- Fernseher Funai
- Fernseher Hannspree
- Fernseher Hitachi
- Fernseher Horizon
- Fernseher Hyundai
- Fernseher ITT
- Fernseher Kernau
- Fernseher Loewe
- Fernseher Metz
- Fernseher Orava
- Fernseher Orion
- Fernseher Reflexion
- Fernseher Strong
- Fernseher TCL
- Fernseher Tesla
- Fernseher Toshiba
- Fernseher Allview
- Fernseher Casio
- Fernseher Citizen
- Fernseher Sencor
- Fernseher Element
- Fernseher ViewSonic
- Fernseher Superior
- Fernseher Lenovo
- Fernseher AudioAffairs
- Fernseher Nikkei
- Fernseher OKI
- Fernseher Opera
- Fernseher Sagem
- Fernseher XOMAX
- Fernseher Xoro
- Fernseher Logik
- Fernseher LTC
- Fernseher Orima
- Fernseher NEC
- Fernseher Marantz
- Fernseher TEAC
- Fernseher Airis
- Fernseher Fujitsu
- Fernseher Westinghouse
- Fernseher AOC
- Fernseher AG Neovo
- Fernseher DGM
- Fernseher Iiyama
- Fernseher Vivax
- Fernseher Albrecht
- Fernseher Uniden
- Fernseher Kogan
- Fernseher Energy Sistem
- Fernseher United
- Fernseher Smart Tech
- Fernseher Sylvania
- Fernseher Elite
- Fernseher Qilive
- Fernseher Insignia
- Fernseher Roadstar
- Fernseher SereneLife
- Fernseher Sogo
- Fernseher Peerless-AV
- Fernseher RCA
- Fernseher Vivo
- Fernseher AYA
- Fernseher Jensen
- Fernseher Furrion
- Fernseher Seiki
- Fernseher Alba
- Fernseher Denson
- Fernseher Engel
- Fernseher GPX
- Fernseher Graetz
- Fernseher HKC
- Fernseher Naxa
- Fernseher Premier
- Fernseher Selfsat
- Fernseher Sunny
- Fernseher Sunstech
- Fernseher Technika
- Fernseher Grunkel
- Fernseher TV STAR
- Fernseher Vizio
- Fernseher Voxx
- Fernseher Wharfedale
- Fernseher Videocon
- Fernseher Inovia
- Fernseher TIM
- Fernseher Planar
- Fernseher Proscan
- Fernseher Kunft
- Fernseher Nevir
- Fernseher Axing
- Fernseher Seura
- Fernseher Sceptre
- Fernseher EKO
- Fernseher SunBriteTV
- Fernseher Englaon
- Fernseher Curtis Mathes
- Fernseher Astar
- Fernseher QBell Technology
- Fernseher Visco
- Fernseher Felson
- Fernseher Majestic
- Fernseher PDI
- Fernseher HCI
- Fernseher Palsonic
- Fernseher Cello
- Fernseher Pantel
- Fernseher JTC24
- Fernseher Kivi
- Fernseher FFalcon
- Fernseher Coocaa
- Fernseher SYLVOX
- Fernseher ISymphony
- Fernseher RevolutionHD
Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-
16 Oktober 2024
16 Oktober 2024
16 Oktober 2024
16 Oktober 2024
15 Oktober 2024
14 Oktober 2024
13 Oktober 2024
12 Oktober 2024
11 Oktober 2024
11 Oktober 2024