Panasonic dmc fs 7 efk Bedienungsanleitung

Panasonic Digitalkamera dmc fs 7 efk

Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Panasonic dmc fs 7 efk (148 Seiten) in der Kategorie Digitalkamera. Dieser Bedienungsanleitung war für 32 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/148
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FS7
DMC-FS8
DMC-FS6
VQT2C79
until
2009/ 3/ 9
- 2 -
Inhoud
Voor Gebruik
Beknopte gebruiksaanwijzingen................4
Standaard accessoires..............................6
Namen van de onderdelen........................7
Voorbereiding
De batterij opladen....................................9
• Over de batterij (Opladen/Aantal
opnamen)..........................................12
Een kaart of batterij in het
toestel doen ............................................14
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart ...................................................16
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................18
• De klokinstelling veranderen .............19
Menu instellen.........................................20
• Menuonderdelen instellen.................21
• Gebruik van het snelle menu ............23
Over het set-up Menu .............................24
Het selecteren van de [OPNAME]
Functie ....................................................30
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische
functie
(Intelligente Automatische Functie).........32
• Scènedetectie ...................................34
• Over de flits.......................................35
• Instellingen in intelligente
automatische functie.........................35
Beelden maken met uw favoriete
instellingen (Normale beeldfunctie).........36
• Het focussen .....................................37
• Wanneer er niet op het onderwerp
scherpgesteld is (zoals wanneer
deze zich niet in het midden van de
samenstelling van het beeld dat u
wilt makenbevindt) ............................37
• Golfstoring (camerabeweging)..........38
• Richtingfunctie ..................................38
Beelden maken met de zoom .................39
• Gebruik van de Optische Zoom/
Gebruik van de Extra Optische Zoom
(EZ)/Gebruik van de
Digitale Zoom....................................39
Beelden terugspelen
([NORMAAL AFSP.])...............................41
• Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) .................42
• De terugspeelzoom gebruiken ..........42
• Schakelen van de [AFSPELEN]
functie ...............................................43
Beelden wissen .......................................44
• Om een enkele opname uit
te wissen...........................................44
• Om meerdere beelden (tot 50)
te wissen of alle beelden
te wissen...........................................45
Gevorderd (Opname van beelden)
Over de LCD-monitor ..............................46
Beelden maken met de
ingebouwde flits.......................................48
• Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen..........................................48
Close-up’s maken....................................53
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................55
Belichtingscompensatie...........................56
Beelden maken met Auto Bracket...........57
Beelden maken die met de scène die
opgenomen wordt overeenkomen
(Scènefunctie) .........................................58
• Het registreren van scènes in
scènefunctie (Mijn scènefunctie).......58
• Het selecteren van de scènefunctie
voor elke opname (Scènefunctie) .....59
• [PORTRET] ......................................60
[GAVE HUID] ...................................60
• [TRANSFORMEREN] ......................61
[ZELFPORTRET] .............................61
[LANDSCHAP] .................................62
[SPORT]...........................................62
[NACHTPORTRET]..........................62
[NACHTL. SCHAP] ..........................63
[VOEDSEL] .....................................63
[PARTY] ...........................................64
[KAARSLICHT].................................64
[BABY1]/[BABY2] .............................65
[HUISDIER] ......................................66
[ZONSONDERG.] ............................66
[H. GEVOELIGH.] ............................66
- 3 -
• [HI-SPEED BURST].........................67
• [FLITS-BURST]................................68
[STERRENHEMEL] .........................69
[VUURWERK] ..................................70
[STRAND] ........................................70
[SNEEUW] .......................................70
[LUCHTFOTO] .................................71
• [ZANDSTRAAL] ...............................72
• [FOTO FRAME] ...............................72
Bewegende beelden ...............................73
Nuttige functies op reisbestemmingen ....76
• De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt ....................76
• Opnamedata/Tijden op Overzeese
Reisbestemmingen (Wereldtijd)........79
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken...81
• [FOTO RES.]....................................81
• [KWALITEIT] ....................................82
• [ASPECTRATIO]..............................83
• [SLIMME ISO] ..................................84
• [GEVOELIGHEID]............................85
• [WITBALANS] ..................................86
• [AF MODE].......................................88
• [BURSTFUNCTIE] ...........................90
• [DIG. ZOOM]....................................91
• [KLEURFUNCTIE] ...........................91
• [STABILISATIE] ...............................92
• [AF ASS. LAMP] ..............................93
• [KLOKINST.] ....................................93
Geavanceerd (Terugspelen)
Beelden terugspelen in Opeenvolging
(Diavoorstelling) ......................................94
Selecteren van Beelden en
deze Terugspelen ([CATEGOR. AFSP.]/
[FAVORIET AFSP.]) ................................97
• [CATEGOR. AFSP.]..........................97
• [FAVORIET AFSP.]...........................98
Bewegende beelden terugspelen............99
Het functiemenu [AFSPELEN]
gebruiken ..............................................100
• [KALENDER]...................................100
• [TITEL BEW.] ..................................101
• [TEKST AFDR.]...............................103
• [NW. RS.] De beeldgrootte
(aantal pixels) reduceren ................105
• [BIJSNIJD.] .....................................107
• [LCD ROTEREN] ............................108
• [FAVORIETEN] ...............................109
• [PRINT INST.] .................................110
• [BEVEILIGEN].................................112
• [KOPIE] ...........................................113
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiting op de PC.............................114
Beelden afdrukken ................................117
• Een beeld kiezen en uitprinten........118
• Meerdere beelden kiezen en
uitprinten .........................................119
• Printinstellingen...............................120
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................123
• Opnamen terugspelen met de
AV-kabel .........................................123
• Opnamen terugspelen op een
TV met een slot voor een
SD-geheugenkaart..........................124
Overige
Schermdisplay.......................................125
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik...128
Waarschuwingen op het scherm ...........132
Problemen oplossen..............................135
Aantal mogelijke beelden en
beschikbare opnametijd ........................144
Voor Gebruik
- 4 -
Voor Gebruik
Beknopte gebruiksaanwijzingen
Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel.
Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes
staan.
De batterij opladen. (P9)
De batterij wordt niet opgeladen voor
de verzending. Laad dus de batterij
eerst op.
plug-in-type
inlaattype
Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P14)
Als u geen kaart gebruikt, kunt u
opnamen opnemen of terugspelen met
het ingebouwde geheugen (P16). P17
raadplegen als u een kaart gebruikt.
Zet het toestel aan om opnamen te
maken.
1Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
2Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P32)
90
ON
OFF
- 5 -
Voor Gebruik
Speel de opnamen terug af.
1Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(].
2Kies de opname die u wil bekijken.
(P41)
Voor Gebruik
- 6 -
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
1 Batterijpakket
(In de tekst wordt deze aangeduid als batterij)
De batterij opladen voor gebruik.
2 Batterijoplader
(In de tekst wordt deze aangeduid als oplader)
3 AC-Kabel
4 USB-kabel
5 AV-Kabel
(meegeleverd voor DMC-FS7/DMC-FS6, niet meegeleverd voor DMC-FS8)
6 CD-ROM
• Software:
Gebruik om de software te installeren op uw PC.
7 CD-ROM
• Gebruiksaanwijzing
8 Handriem
9 Batterijhouder
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
• Worden de SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard aangeduid als
kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt.
Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
- 7 -
Voor Gebruik
Namen van de onderdelen
1 Flits (P48)
2 Lens (P129)
3 Zelfontspannerlampje (P55)
AF assistentielamp (P93)
4 LCD-monitor (P46, 125)
5 Statuslampje (P15, 26, 32)
6 [MENU/SET] knop (P18)
7 [DISPLAY] knop (P46)
8 [Q.MENU] (P23)/Wis (P44) knop
9 [MODE] knop (P30)
10 [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar (P20)
11 Cursorknoppen
A: 3/Belichtingscompensatie (P56)/
Auto bracket (P57)
B: 4/Macrofunctie (P53)
C: 2/Zelfontspannerknop (P55)
D: 1/Flitsinstelknop (P48)
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de
figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1.
b.v.: Wanneer u op de 4 (beneden) knop drukt
of Druk op 4
123
114109
5786
Voor Gebruik
- 8 -
12 Toestel AAN/UIT (P18)
13 Zoomhendeltje (P39)
14 Speaker (P99)
15 Microfoon (P73)
16 Ontspanknop (P32, 73)
17 Intelligente automatische knop (P32)
18 Lusje voor handdraagriem
Zorg ervoor de handriem te bevestigen
wanneer u het toestel gebruikt om ervoor
te zorgen dat u deze niet zal laten vallen.
19 Objectiefcilinder
20 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P114,
117, 123)
21 Statiefbevestiging
Zet het statief goed vast als u het toestel
erop bevestigt.
22 Kaart/Batterijklep (P14, 15)
23 Vrijgavehendeltje (P14)
24 DC-koppelaardeksel (P15)
Wanneer u een AC-adapter gebruikt, er
voor zorgen dat de DC-koppelaar van
Panasonic (optioneel) en de AC-adapter
(optioneel) gebruikt worden. Voor
verbindingsdetails, P15 raadplegen.
12 13
14 15 16 17
19
20
18
21 22
2324
- 9 -
Voorbereiding
Voorbereiding
De batterij opladen
Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
De batterij die gebruikt kan worden met dit apparaat is DMW-BCF10E.
Gebruik hiervoor de oplader.
Deze eenheid heeft een functie die bruikbare batterijen kan onderscheiden. Exclusieve
batterijen worden ondersteund door deze functie. (Conventionele batterijen die niet
ondersteund worden door deze functie kunnen niet gebruikt worden.)
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij op met de oplader.
Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur
van de batterij zelf zijn).
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken
in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van
dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te
voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid
dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten
dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als
een gevolg van het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te
zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van
originele batterijpakketten van Panasonic.
Steek de batterij in de goede
richting.
Voorbereiding
- 10 -
Steek de stekker van de oplader
in het stopcontact.
De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over
zoals op de afbeelding.
Het laden start als het lampje
[CHARGE] A groen oplicht.
Het laden is gedaan als het lampje
[CHARGE] A uitgaat (na maximum
ongeveer 130 minuten).
plug-in-type
inlaattype
Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
90
- 11 -
Voorbereiding
Als het [CHARGE] lampje knippert
De batterij is te heet of te koud. Het zal langer duren dan normaal om de batterij op te laden.
Het kan ook zijn dat de batterij niet helemaal opgeladen wordt.
De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
Aantekening
Als u hebt opgeladen, trekt u de stekker uit het stopcontact.
De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
• De batterij kan weer opgalden worden ook wanneer deze nog niet helemaal leeg is, maar het is
niet aan te raden dat de batterij vaak even bijgeladen wordt terwijl de batterij vrijwel helemaal
opgeladen is. (De batterij heeft eigenschappen die zijn werkingsduur zullen reduceren en de
batterij zullen doen opzwellen.)
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen
worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
Voorbereiding
- 12 -
Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor.
[Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (optioneel)].
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. (De
statusindicator knippert als de LCD-monitor uit gaat.) Laad de batterij opnieuw op of vervang
deze met een volle batterij.
Levensduur van de batterij
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.¢
Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
De geleverde batterij gebruiken.
Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [AUTO].)
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
¢Het aantal beelden dat u kunt maken neemt af in Automatische LCD-versterkingsfunctie,
LCD-versterkingsfunctie en Hoge hoekfunctie (P25).
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd tussen de opnamen. Als
de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal opnamen af. [bijv.
Als u om de 2 minuten opnamen maakt, neemt het aantal mogelijke opnamen af tot
ongeveer 90 (DMC-FS7/DMC-FS8)/100 (DMC-FS6)].
Over de batterij (Opladen/Aantal opnamen)
Aantal beelden
Ongeveer 360 opnamen
(DMC-FS7/DMC-FS8)
Ongeveer 400 opnamen
(DMC-FS6) Volgens CIPA-standaard in
normale beeldfunctie
Opnametijd
Ongeveer 180 min.
(DMC-FS7/DMC-FS8)
Ongeveer 200 min.
(DMC-FS6)
- 13 -
Voorbereiding
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de
werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd en aantal mogelijke beelden met het optionele batterijpakket zijn dezelfde als
hierboven.
De opnametijd zal enigszins variëren afhankelijk van de status van de batterij en de
omstandigheden in de oplaadomgeving.
Wanneer het opladen met succes voltooid is, gaat de [CHARGE] indicator uit.
Aantekening
De batterij kan uitzetten en minder lang werken naarmate u deze vaker oplaadt. Voor een lang
meegaande batterij raden wij aan deze niet te vaak op te laden als de batterij nog niet helemaal
leeg is.
De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij
lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden).
Terugspeeltijd Ongeveer 390 min. (DMC-FS7/DMC-FS8)
Ongeveer 450 min. (DMC-FS6)
Oplaadtijd Maximum ongeveer 130 min.
Voorbereiding
- 14 -
Een kaart of batterij in het toestel doen
Controleer of het toestel uit staat.
We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl en open de batterij/kaartklep.
Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
Als u andere batterijen gebruikt, garanderen
wij de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Doe deze er in totdat deze
vergrendeld wordt door de hendel A
terwijl u op de richting let waarin u deze
zet. Zet het hendeltje A in de richting
van de pijl om de batterij te verwijderen.
Kaart: Druk deze helemaal door totdat
deze klikt en let op de richting waarin u
deze erin doet. Om de kaart te
verwijderen, de kaart helemaal
doorduwen totdat deze klikt, trek deze
er vervolgens rechtop uit.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
1: Sluit de kaart/batterijklep.
2: Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt
sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er
weer in.
- 15 -
Voorbereiding
Aantekening
Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd).
De batterij niet verwijderen totdat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan
omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden.
De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere
apparatuur.
Voordat u de kaart of de batterij verwijdert, het toestel uitzetten en wachten totdat de
statusindicator helemaal uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen
werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen raken of zouden de opgenomen beelden
verloren kunnen gaan.)
M.b.v. een AC-adapter (optioneel) en een DC-koppelaar (optioneel) i.p.v. de
batterij
Zorg ervoor dat de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) aangeschaft worden in
een set. Niet gebruiken als deze apart verkocht
worden.
1Open de kaart/batterijklep.
2Doe de DC-koppelaar erin, lettend op de richting.
3Sluit de kaart/batterijklep.
Zorg ervoor dat de kaart-/batterijklep dicht is.
4Open de DC-koppelaardeksel A.
Als het moeilijk is te openen, de
koppelaarbescherming opendrukken van binnenuit
met de kaart-/batterijklep open.
5Doe de AC-adapter in een elektrische uitlaat.
6De AC-adapter B aan de [DC IN] aansluiting C
van de DC-koppelaar verbinden.
D De markeringen uitlijnen en erin zetten.
Zorg ervoor dat alleen de AC-adapter en de
DC-koppelaar voor dit toestel gebruikt worden. Het
gebruik van andere apparatuur zou schade kunnen
veroorzaken.
Aantekening
Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel).
Sommige statieven kunnen niet bevestigd worden wanneer de DC-koppelaar aangesloten is.
Dit apparaat kan niet recht gezet worden wanneer de AC-adapter aangesloten is. Wanneer u
deze neerzet en aan hanteert, raden we aan deze op een zachte doek te plaatsen.
Zorg ervoor de AC-adapter los te koppelen wanneer u de kaart-/batterijdeur opent.
Als de AC-adapter en de DC-koppelaar niet nodig zijn, verwijder deze dan van het digitale
toestel. Tevens gelieve de DC-koppelaardeksel dicht houden.
Lees ook de handleiding voor de AC-adapter en de DC-koppelaar.
We raden aan dat u een batterij die voldoende opgeladen is of de AC-adapter gebruikt
wanneer u bewegende beelden maakt.
Als terwijl u bewegende beelden maakt m.b.v. de AC-adapter, de stroom onderbroken wordt
wegens het uitvallen van de stroom of als de AC-adapter losgekoppeld wordt enz., zal het
bewegende beeld dat gemaakt worden, niet gemaakt worden.
Voorbereiding
- 16 -
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
Geheugengrootte: Ongeveer 50 MB
Op te nemen bewegende beelden: Alleen QVGA (320k240 pixels)
Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol
raakt.
U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P113)
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een
kaart.
De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit
apparaat.
• Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden
in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden.
Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden op de kaart en teruggespeeld worden.
Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
k>ð (toegangindicatie¢)
Als u de kaart gebruikt
(toegangaanduiding¢)
¢De kaartaanduiding wordt rood als er beelden met het ingebouwde
geheugen (of de kaart) worden gemaakt.
Ingebouwd geheugen
- 17 -
Voorbereiding
De volgende soorten kaarten kunnen met dit apparaat gebruikt worden.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
¢De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de
SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen
bevatten.
¢U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die compatibel zijn met
SDHC-geheugenkaarten maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen
die alleen compatibel zijn met SD-geheugenkaarten. (Lees altijd de gebruiksaanwijzing
voordat u het toestel gebruikt.)
U kunt alleen kaarten gebruiken met SDHC-logo (die op overeenstemming duidt met de
SD-standaard) indien u kaarten gebruikt met een vermogen van 4 GB of meer.
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
Aantekening
Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterijen of de kaart niet en koppel de AC-adapter
(optioneel) niet los wanneer de toegangsindicatie brandt [waneer er beelden
geschreven, gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart
geformatteerd (P29)] worden. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie, stoten of
statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat
zou niet langer normaal kunnen werken.
Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie
opnieuw uitvoeren.
De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren
gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart
stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P29)
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
Kaart
Soort kaart Eigenschappen
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
(Geformatteerd m.b.v. het FAT12 of
FAT16 formaat in overeenstemming
met de SD-standaard)
Snelle opname en grote schrijfsnelheid
Schrijfbescherming-schakelaar A
voorzien (Wanneer deze schakelaar op
de [LOCK] positie staat, is er geen
verdere gegevens schrijven, wissen of
formattering mogelijk. Het vermogen
gegevens te schrijven, te wissen en te
formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar
teruggezet wordt naar zijn originele positie.)
SDHC-geheugenkaart (4 GB tot
32 GB)¢
(Geformatteerd m.b.v. het FAT32
formaat in overeenstemming met de
SD-standaard)
MultiMediaCard Alleen stilstaande beelden.
2
A
Voorbereiding
- 18 -
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
BCursorknoppen
Op [MENU/SET] drukken.
Het [AUB KLOK INSTELLEN] bericht verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in
[AFSPELEN] functie.)
Op [MENU/SET] drukken.
De het taalselectiescherm wordt niet afgebeeld op
DMC-FS7PR/DMC-FS6PR > stap 4.
Druk op 3/4 om de taal te kiezen en dan op [MENU/SET].
ON
OFF
/SET
MENU
Voorbereiding
- 20 -
Menu instellen
Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken
voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u
de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak
te gebruiken.
In het bijzonder, bevat het [SET-UP] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de
klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u
overgaat tot het gebruik van het toestel.
A[OPNAME]/[AFSPELEN] selectieschakelaar
Aantekening
Afhankelijk van de specificaties van het toestel, zou het niet mogelijk kunnen zijn bepaalde
functies in te stellen of zouden sommige functies niet kunnen werken onder bepaalde
omstandigheden waarin het toestel gebruikt wordt.
( [AFSPELEN] functiemenu (P100 tot 113) ! [OPNAME] functiemenu (P81 tot 93)
Dit menu laat u de
bescherming,
bewerking of
afdrukinstellingen
(DPOF), enz. van
gemaakte beelden
maken.
Dit menu lat u de
kleuring,
gevoeligheid,
aspectratio, aantal
pixels en andere
aspecten instellen van
de beelden die u aan
het opnemen bent.
[SET-UP] menu (P24 tot 29)
Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren, de werkingspieptoon
selecteren en anderen instellingen instellen die het gemakkelijker voor
u maken om het toestel te hanteren.
Het [SET-UP] menu kan ingesteld worden vanaf de
[OPNAMEFUNCTIE] of [AFSPEELFUNCTIE] stand.
- 21 -
Voorbereiding
Deze sectie beschrijft hoe de instellingen van de normale beeldfunctie te selecteren en
dezelfde instelling vervolgens gebruikt kan worden voor het [AFSPELEN] menu en het
[SET-UP] menu.
Voorbeeld: Instelling [AF MODE] vanuit [Ø] naar [š] in de normale beeldfunctie
Menuonderdelen instellen
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
C[MODE] knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
Wanneer u de [AFSPELEN] functiemenu-instellingen
selecteert, de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(] zetten en verdergaan naar
stap 4.
Op 3/4 drukken om [NORMALE FOTO] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Druk op [MENU/SET] om het menu af te
beelden.
U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in
een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te
verplaatsen.
Schakel naar het [SET-UP] menu
Op 2 drukken.
Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram te kiezen.
Op 1 drukken.
Kies een menuonderdeel en stel het in.
ON
OFF
/SET
MENU
Voorbereiding
- 22 -
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Op 3/4 drukken om [AF MODE] te kiezen.
Selecteer het item helemaal onderaan en druk op 4
om naar het tweede scherm te gaan.
Op 1 drukken.
Afhankelijk van het item, kan de instelling ervan niet
verschijnen of op een andere manier afgebeeld
worden.
Op 3/4 drukken om [š] te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
/SET
MENU
- 23 -
Voorbereiding
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige van de menu-instellingen gemakkelijk
opgeroepen worden.
Sommige menu-items kunnen niet ingesteld worden door de functies.
Wanneer [DISPLAY] ingedrukt wordt terwijl [STABILISATIE] (P92) geselecteerd is, kan
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.] afgebeeld worden.
Gebruik van het snelle menu
[Q.MENU] ingedrukt houden wanneer u
opneemt.
Op 3/4/2/1 drukken om het menu-item en
de instelling te selecteren en dan op
[MENU/SET] drukken om het menu te
sluiten.
ADe in te stellen items en de instellingen worden
afgebeeld.
Q.MENU
A
Voorbereiding
- 24 -
Over het set-up Menu
[KLOKINST.], [BESPARING] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijke items. Controleer de
instellingen ervan voordat u ze gebruikt.
In de Intelligente automatische functie, kunnen alleen [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON]
en [TAAL] ingesteld worden.
Voor details over hoe de [SET-UP] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P21 raadplegen.
Raadpleeg P18 voor details.
Raadpleeg P79 voor details.
Raadpleeg P76 voor details.
U [KLOKINST.] De datum en de tijd instellen.
[WERELDTIJD]
De tijd in uw woongebied en reisbestemming instellen.
[BESTEMMING]:
U reisbestemming
[HOME]:
Uw woongebied
[REISDATUM]
De vertrekdatum en terugkeerdatum van uw reis instellen.
[REIS-SETUP]:
[OFF]/[SET]
[LOCATIE]:
[OFF]/[SET]
r [TOON]
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [TOONNIVEAU]:
[s] (Geluid uit)
[t] (Laag)
[u] (Hoge)
[SHUTTER VOL.]:
[ ] (Geluid uit)
[ ] (Laag)
[] (Hoge)
[PIEPTOON]:
[]/[]/[]
[SHUTTER TOON]:
[]/[]/[]
1
2 3 1 2
3
- 25 -
Voorbereiding
Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of de [BATT. BESP.] hebt
ingeschakeld.
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te
maken.
• Als u niets op het scherm ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht
af te schermen met uw hand of iets anders.
Het aantal beelden dat opgenomen kan worden neemt af in Automatische
LCD-versterkingsfunctie, LCD-versterkingsfunctie en Hoge hoekfunctie.
[AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] kunnen niet geselecteerd worden in de
terugspeelfunctie.
u [VOLUME] Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
[LCD SCHERM] De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen.
[LCD MODE]
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of
wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
[OFF]
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
[SPANNING LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
Å [GR. KIJKHOEK]:
De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbar wanneer u beelden
maakt met het toestel hoog boven uw hoofd.
[BEELDGROOTTE]
Verander de displaygrootte van sommige iconen en
menuschermen.
[STANDARD]/[LARGE]
LCD
- 27 -
Voorbereiding
[AUTO REVIEW] is geactiveerd ongeacht de instelling ervan wanneer auto bracket (P57),
[HI-SPEED BURST] (P67), [FLITS-BURST] (P68) en [FOTO FRAME] (P72) in scènefunctie en
[BURSTFUNCTIE] (P90) gebruikt worden. (De beelden kunnen niet vergroot worden.)
In intelligente automatische functie, is de automatische overzichtsfunctie vastgesteld op
[2SEC.].
[AUTO REVIEW] werkt niet in bewegende beeldfunctie.
Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001. (P116)
U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart
(P29) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst
formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te
stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw
in te stellen.
Wanneer de [RESETTEN] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de
operatie die de lens terugzet uitgevoerd. U zult het geluid hoeren van de lens die beweegt
maar dit is normaal en duidt niet op slechte werking.
Wanneer [SET-UP] menu-instellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende
instellingen ook opnieuw ingesteld. Bovendien wordt [FAVORIETEN] (P109) in [AFSPELEN]
functiemenu ingesteld op [OFF], en wordt [LCD ROTEREN] (P108) ingesteld op [ON].
De instelling en registratie voor mijn scènefunctie (P58)
De verjaardag- en naam instellingen voor [BABY1]/[BABY2] (P65) en [HUISDIER] (P66) in
scènefunctie.
De instellingen van [REISDATUM] (P76) (vertrekdatum, terugkomstdatum, locatie)
De instelling voor [WERELDTIJD] (P79).
Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
o [AUTO REVIEW]
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm
verschijnt.
[OFF]
[1SEC.]
[2SEC.]
[HOLD]: De beelden worden afgebeeld totdat erop een
willekeurige knop gedrukt wordt.
[ZOOM]: De opname verschijnt 1 seconde, wordt dan
uitvergroot tot 4k en verschijnt nogmaals 1 seconde.
v [NR. RESET] Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
w [RESETTEN] De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer
teruggezet naar de begininstellingen.
Voorbereiding
- 28 -
Wanneer u [PC] kiest, wordt het toestel aangesloten via het “USB Mass Storage”
communicatiesysteem.
• Wanneer u [PictBridge(PTP)] kiest, wordt het toestel aangesloten op het “PTP (Picture Transfer
Protocol)” communicatiesysteem.
Dit zal werken wanneer de AV-kabel (P123) verbonden is.
Dit zal werken wanneer de AV-kabel (P123) aangesloten is.
x [USB MODE]
Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het
toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel
(bijgeleverd).
y [SELECT. VERBINDING]:
[PC] of [PictBridge(PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of
een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt.
{ [PictBridge(PTP)]:
Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge
verwerkt.
z [PC]:
Instellen na of voor het aansluiten op een PC.
| [VIDEO UIT]
De verschillende TV-typen instellen. (Alleen Terugspeelfunctie)
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL systeem ingesteld.
[TV-ASPECT]
Het kleurentelevisiesysteem instellen voor elk land.
(Alleen Terugspeelfunctie)
[W]: Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm.
[X]: Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm.
[VERSIE DISP.]
Het is mogelijk te controleren welke versie
van bedrijfswaren op het toestel zit.
- 29 -
Voorbereiding
Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te
formatteren, de kaart verwijderen.
Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart
opnieuw op het toestel.
Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart.
Als u niet kunt formatteren, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de
gewenste taal in te stellen.
In terugspeelfunctie, [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] kan niet afgebeeld worden.
Druk op [DISPLAY] om [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] te sluiten.
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.] is een benadering.
[AUTO DEMO] heeft geen mogelijkheid tot TV-output.
[FORMATEREN]
Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd. Het
formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus controleer de
gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
~ [TAAL] De taal op het scherm instellen.
[DEMOFUNCTIE]
Het toestel spoort automatisch beeldbibber en de beweging van
het onderwerp op en beeldt deze af op de indicator. ([JITTER,
DEMO BEW. ONDW.])
De kenmerken van het toestel worden afgebeeld als
diavoorstellingen. ([AUTO DEMO])
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.]
ADemonstratie
camerabewegingsdetectie
BDemonstratie bewegingsdetectie
[AUTO DEMO]:
[OFF]
[ON]
DEMO
A
B
Voorbereiding
- 30 -
Het selecteren van de [OPNAME] Functie
Wanneer de [OPNAME] functie geselecteerd is, kan het toestel ingesteld worden op de
intelligente automatische functie waarin de optimale instellingen vastgesteld worden in
overeenkomst met het onderwerp dat opgenomen moet worden en met de
opnameomstandigheid, of op de scènefunctie die u in staat stelt beelden te maken die
overeenkomen met de scène die opgenomen wordt.
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
C[MODE] knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
Druk op [MODE].
Op 3/4 drukken om de functie te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken.
ON
OFF
- 31 -
Voorbereiding
Lijst van [OPNAME] functies
Aantekening
Wanneer de functie geschakeld wordt van [AFSPELEN] functie naar [OPNAME] functie, zal de
eerder ingestelde [OPNAME] functie ingesteld worden.
Raadpleeg P32 voor details over het selecteren van Intelligente automatische functie.
¦Intelligente automatische functie (P32)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. de instellingen die overgelaten worden
aan het toestel om deze automatisch te selecteren.
!Normale opnamefunctie (P36)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Mijn scènefunctie (P58)
De beelden worden genomen m.b.v. eerder geregistreerde opnamescènes.
ÛScènefunctie (P58)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
$Bewegende beeldfunctie (P73)
Deze functie biedt u de mogelijkheid bewegende beelden met geluid op te nemen.
Basiskennis
- 32 -
[OPNAME] functie: ñ
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
Scènedetectie/[STABILISATIE]/[SLIMME ISO]/Gezichtsdetectie/Compensatie van de
achtergrondverlichting/Digitale Rode-ogencorrectie
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
Op 3/4 drukken om [INTELLIGENT AUTO]te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
U kunt snel naar Intelligente automatische functie schakelen door op [¦] A te drukken
wanneer de [OPNAME]/[AFSPELEN] selectorschakelaar ingesteld is om op te nemen.
Door [¦] opnieuw in te drukken gaat u terug naar de eerdere functie.
De statusindicator 3 brandt wanneer u
dit apparaat aan 2 zet. (Deze gaat uit na
ongeveer 1 seconde.)
(1: Ontspanknop)
Basiskennis
- 34 -
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
•[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel merkt dat toestelschudding
minimaal is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [ ], zal de sluitertijd ingesteld
worden op een maximum van 8 seconden. Opletten het toestel niet te bewegen terwijl u
beelden maakt.
Gezichtherkenning
Wanneer [ ] of [ ] geselecteerd is, spoort het toestel automatisch het gezicht van een
persoon op en zullen de focus en de belichting erop aangepast worden (P89).
Aantekening
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een
andere scène geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
– Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is,
De grootte van het onderwerp, De afstand naar het onderwerp, Het
contrast van het onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt,
Wanneer de zoom gebruikt wordt
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van
geringe helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt
• Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Compensatie van de achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is.
In dit geval, zal het onderwerp donker worden, zodat deze functie het achterlicht
compenseert door het geheel van het beeld automatisch helderder te maken.
Scènedetectie
¦>[i-PORTRET]
[i-LANDSCHAP]
[i-MACRO]
[i-NACHTPORTRET] Alleen wanneer [] geselecteerd is
[i-NACHTL SCHAP] Alleen wanneer [Œ] geselecteerd is
Basiskennis
- 36 -
[OPNAME] functie: ·
Beelden maken met uw favoriete instellingen
(Normale beeldfunctie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
Om de belichting af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te
donker eruit ziet (P56)
Om de kleuren af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te rood
eruit ziet (P86)
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
A[MODE] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
Op 3/4 drukken om [NORMALE
FOTO]te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Om de instelling te veranderen wanneer u
beelden maakt, naar “Het functiemenu
[OPNAME] gebruiken” (P81) verwijzen.
C[MENU/SET] knop
Richt de AF-zone op het punt waar u op
wilt scherpstellen.
De ontspanknop tot de helft indrukken
om scherp te stellen.
De focusaanduiding (groen) gaat branden
wanneer er op het onderwerp scherpgesteld is.
Het focusbereik is 50 cm tot .
Als er beelden gemaakt moeten worden op een
nog dichter bereik, “Close-up’s maken” (P53)
raadplegen.
Druk de tot de helft ingedrukte
ontspanknop helemaal in om het beeld
te maken.
De kaartaanduiding wordt (P16) rood als er
opnamen met het ingebouwde geheugen (of de
kaart) worden gemaakt.
- 37 -
Basiskennis
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop tot de helft in.
AAanduiding voor de scherpstelling
BAF-zone (normaal)
CAF zone (wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer het donker is)
DFocusbereik
ELensopening¢
FSluitertijd¢
GISO-gevoeligheid
¢Als er geen correcte belichting verkregen kan worden, zal dit aangegeven worden in het
rood. (Dit zal echter niet aangegeven worden in het rood wanneer de flits gebruikt wordt.)
1De AF-zone op het onderwerp richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting vast te zetten.
2De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld
samen te stellen.
U kunt herhaaldelijk de acties in stap 1 opnieuw
proberen voordat u de ontspanknop volledig
indrukt.
Wij raden aan de gezichtsherkenningsfunctie
te gebruiken wanneer u opnamen van
mensen maakt. (P88)
Het focussen
Focus Wanneer er
scherpgesteld is op
het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is
op het object
Aanduiding voor
de scherpstelling Aan Knippert
AF-zone Wit>Groen Wit>Rood
Geluid Biept 2 keer Biept 4 keer
Wanneer er niet op het onderwerp scherpgesteld is (zoals wanneer deze
zich niet in het midden van de samenstelling van het beeld dat u wilt
makenbevindt)
B
E
DFG
A
C
1/301/30F2.8F2.8
ISOISO
80 80
1/30F2.8
ISO
80
1/301/30F2.8F2.8
ISOISO
80 80
1/30F2.8
ISO
80
Basiskennis
- 38 -
Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
Wanneer de display van opneembaar bereik verschenen is in het rood
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
Wanneer de beeldbibber alert [ ] verschijnt, [STABILISATIE] (P92), een statief of de
zelfontspanner (P55) gebruiken.
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in
dit geval het gebruik van een statief aan.
– In [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [PARTY], [KAARSLICHT], [STERRENHEMEL] of
[VUURWERK] in de scènefunctie (P58)
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P108) ingesteld is op [ON])
Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u het gemaakt hebt met een naar boven
of naar beneden gericht toestel.
• Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
Golfstoring (camerabeweging)
Richtingfunctie
- 39 -
Basiskennis
[OPNAME] functie: ñ· ¿n
Beelden maken met de zoom
U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om
landschappen in brede hoek op te nemen. Om voorwerpen nog dichter [maximum van
7,1k (DMC-FS7/DMC-FS8)/6,4k (DMC-FS6)] bij te doen lijken, de beeldgrootte niet
instellen op de hoogste instelling voor elke aspectratio (X/Y/W).
Nog hogere niveaus van uitvergroting zijn mogelijk wanneer [DIG. ZOOM] ingesteld is op
[ON] in [OPNAME] menu.
Zoomtypes
Wanneer u de zoomfunctie gebruikt, zal er een schatting verschijnen van het
focusbereik samen met de staaf van de zoomafbeelding. (Voorbeeld: 0.5 m –)
¢Het uitvergrotingniveau verschilt afhankelijk van [FOTO RES.] en [ASPECTRATIO]
instelling.
Gebruik van de Optische Zoom/Gebruik van de Extra Optische Zoom
(EZ)/Gebruik van de Digitale Zoom
Gebruik (Tele) om het object dichterbij te laten lijken
Het zoomhendeltje op Tele zetten.
Gebruik (Breed) om objecten verder weg te doen lijken
Het zoomhendeltje op Breed zetten.
Eigenschap Optische zoom Extra optische zoom
(EZ) Digitale zoom
Maximum
vergroting 4k
7,1k¢
(DMC-FS7/DMC-FS8)
6,4k¢
(DMC-FS6)
16k [inclusief optische zoom
4k]
28,5k (DMC-FS7/DMC-FS8)
[inclusief extra optische zoom
7,1k]
25,5k (DMC-FS6) [inclusief
extra optische zoom 6,4k]
Beeldkwaliteit
Geen verslechtering Geen verslechtering Hoe hoger het
vergrotingsniveau, hoe groter
de verslechtering.
Condities Geen [FOTO RES.] met
(P81) is geselecteerd.
[DIG. ZOOM] (P91) op het
[OPNAME] menu is ingesteld
op [ON].
Schermdisplay
A [ ] is afgebeeld.
BHet digitale zoombereik
wordt afgebeeld.
T
W
T
W
A
T
W
T
W
B
Basiskennis
- 40 -
Het mechanisme van de extra optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3 miljoen pixels), wordt de 10M
(10,1 miljoen pixels) (DMC-FS7/DMC-FS8)/8M (8,1 miljoen pixels) (DMC-FS6) CCD-zone
geconcentreerd in het midden van de 3M (3 miljoen pixels) –zone om een beeld te maken
met een hoger zoomeffect.
Aantekening
De digitale zoom kan niet ingesteld worden wanneer õ geselecteerd is.
De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
“EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”.
De optische zoom is ingesteld op Breed (1k) wanneer het toestel aanstaat.
Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw
scherpobject.
De objectiefcilinder wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand.
Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, zou [STABILISATIE] niet effectief kunnen zijn.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P55) aan om opnamen te maken.
De extra optische zoom kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
In macrozoom-functie
In [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST],
[ZANDSTRAAL] of [FOTO FRAME] in de scènefunctie
In de bewegende-beeldenfunctie
[DIG. ZOOM] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
In [TRANSFORMEREN], [SPORT], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.],
[HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [ZANDSTRAAL] of [FOTO FRAME] in de scènefunctie
Wanneer [SLIMME ISO] ingesteld is
- 41 -
Basiskennis
[AFSPELEN] functie: ¸
Beelden terugspelen ([NORMAAL AFSP.])
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit spoelen
Houd 2/1 ingedrukt tijdens het terugspelen.
Het bestandsnummer A en het beeldnummer B
wijzigen alleen elk afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het
nummer van het gewenste terug te spelen beeld
verschijnt om het beeld terug te spelen.
Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het aantal verder gespoelde/teruggespoelde beelden toe.
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar A [(].
Het Normaal afspelen is automatisch ingesteld in
de volgende gevallen.
Waneer de functie geschakeld werd van de
[OPNAME] naar [AFSPELEN]
Wanneer het toestel aangezet werd terwijl de
[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar op
[(] stond
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
2: Snel achteruit
1: Snel vooruit
B
A
Basiskennis
- 42 -
Het zoomhendeltje op [L] (W) zetten.
1 scherm>12 schermen>30 schermen>Schermdisplay
(P100)
AHet aantal gekozen beelden en het totaal opgenomen
beelden
Zet het zoomhendeltje naar [Z] (T) om terug te keren naar
het vorige scherm.
Beelden worden niet gedraaid voor de display.
Om terug te keren naar normaal terugspelen
1Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te kiezen.
Er zal een icoon afgebeeld worden afhankelijk van het opgenomen beeld en de
instellingen.
2Druk op [MENU/SET].
Het gekozen beeld verschijnt.
Aantekening
Dit toestel komt overeen met de DCF-standaard “Design rule for Camera File system”
opgericht door JEITA “Japan Electronics and Information Technology Industries Association”
en met Exif “Exchangeable Image File Format”. Bestanden die niet overeenkomen met de
DCF-standaard kunnen niet afgespeeld worden.
De lenscilinder trekt zich ongeveer 15 seconden nadat u overschakelt van de [OPNAME]- naar
de [AFSPELEN]-functie terug.
Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote beeld op te slaan. (P107)
Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn
gemaakt.
Terugspeelzoom kan niet gebruikt worden tijdens terugspelen van bewegend beeld.
Meervoudige schermen afbeelden (Meervoudig terugspelen)
De terugspeelzoom gebruiken
Het zoomhendeltje op [Z] (T) zetten.
1k>2k>4k>8k>16k
Wanneer u de zoomhendel naar [L] (W) draait na het
uitvergroten van het beeld, wordt de vergroting lager.
Wanneer u de uitvergroting verandert, verschijnt de indicatie
van de zoompositie A ongeveer 1 seconde lang en kan de
positie van de vergrootte sectie verplaatst worden door op
3/4/2/1 te drukken
Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit
ervan wordt.
Wanneer u de af te beelden positie verplaatst, verschijnt de
aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer
1 seconde.
A
A
- 43 -
Basiskennis
Schakelen van de [AFSPELEN] functie
1Druk op [MODE] tijdens afspelen.
2Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
[NORMAAL AFSP.] (P41)
Alle beelden worden teruggespeeld.
[DIASHOW] (P94)
De beelden worden teruggespeeld in opeenvolging.
[CATEGOR. AFSP.] (P97)
De in categorieën onderverdeelde gegroepeerde beelden worden teruggespeeld.
[FAVORIET AFSP.] (P98)¢
Uw favoriete beelden worden teruggespeeld.
¢ [FAVORIET AFSP.] wordt niet afgebeeld wanneer [FAVORIETEN] niet ingesteld is.
/SET
MENU
Basiskennis
- 44 -
[AFSPELEN] functie: ¸
Beelden wissen
Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden.
Beelden op het ingebouwde geheugen of de kaart, die afgespeeld worden zullen gewist
worden.
Om een enkele opname uit te wissen
Selecteer het te wissen beeld en druk
vervolgens op [].
A[DISPLAY] knop
B[] knop
Op 2 drukken om [JA] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
/SET
MENU
- 45 -
Basiskennis
Wanneer [ALLES WISSEN] geselecteerd is met de [FAVORIETEN] (P109) instelling
Het selectiescherm wordt opnieuw afgebeeld. Selecteer [ALLES WISSEN] of [ALLES
WISSEN BEHALVEÜ], druk op 3 om [JA] te selecteren en de beelden te wissen.
([ALLES WISSEN BEHALVEÜ] kan niet geselecteerd worden als er geen beelden
ingesteld zijn als [FAVORIETEN]).
Aantekening
Het toestel niet uitzetten terwijl deze aan het wissen is (terwijl [] afgebeeld is). Gebruik een
batterij met een voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar
(optioneel).
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u opnamen wist met [MULTI WISSEN], [ALLES WISSEN] of
[ALLES WISSEN BEHALVE Ü] zal het wissen halverwege stoppen.
Afhankelijk van het aantal beelden dat gewist moet worden, kan het wissen even duren.
Als beelden niet conform de DCF-standaard zijn of beschermd (P112) zijn, zullen deze
niet gewist worden zelfs als [ALLES WISSEN] of [ALLES WISSEN BEHALVEÜ]
geselecteerd is.
Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen
Druk op [].
Op 3/4 drukken om [MULTI WISSEN] of [ALLES WISSEN] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
[ALLES WISSEN] > stap 5.
Druk op 3/4/2/1 om het beeld te
selecteren en druk vervolgens op
[DISPLAY] om in te stellen. (Herhaal deze
stap.)
[ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw
op [DISPLAY] drukt, wordt de instelling gewist.
Op [MENU/SET] drukken.
Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
DISPLAY
Gevorderd (Opname van beelden)
- 46 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Over de LCD-monitor
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
ALCD-monitor
B[DISPLAY] knop
Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY] knop niet
geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P42), als u
bewegende beelden terugspoelt (P99) en tijdens een diavoorstelling
(P94), kunt u alleen kiezen tussen Normale weergave F of Geen
weergave H.
In opnamefunctie
In terugspeelfunctie
Aantekening
In [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK] in
scènefunctie, is de richtlijn grijs. (P58)
In [FOTO FRAME] in scènefunctie, wordt de richtlijn niet afgebeeld. (P58)
CNormaal display
DNon-display
ENon-display
(Opnamerichtlijn)
FNormaal display
GDisplay met
opname-informatie
HNon-display
99

1/9
1/9
1/9
100_0001
100_0001
100_0001
ISO
ISO
100
100
AWB
AWB
ISO
100
AWB
1/9
1/9
1/9
100_0001
100_0001
100_0001

10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009 10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009
F3.3 1/30
F3.3 1/30
F3.3 1/30
- 47 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Opnamerichtlijn
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen
of het kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen maken met goed
ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van
het object te bekijken.
Dit wordt gebruikt wanneer het hele scherm verdeeld wordt in 3k3
voor het maken van beelden met een goed gebalanceerde
samenstelling.
- 49 -
Gevorderd (Opname van beelden)
¢De flits wordt twee maal geactiveerd. Het onderwerp dient niet te bewegen totdat de
tweede flits geactiveerd is. Interval tot de tweede flits is afhankelijk van de helderheid
van het onderwerp.
Over de digitale rode-ogencorrectie
Wanneer de flits gebruikt wordt met de Rode-ogenreductie ([ ], [ ], [ ])
geselecteerd, zal deze automatisch de rode ogen opsporen en corrigeren in de
beeldgegevens.
¢Het zou niet in staat kunnen zijn de rode ogen te corrigeren, afhankelijk van de
opnameomstandigheden. Het zou ook andere onderwerpen afgezien van rode ogen kunnen
corrigeren.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
: AUTO De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
:
AUTO/
Rode-ogenreductie
¢
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het
rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te
verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke
opname.
Gebruik deze functie wanneer u beelden maakt van personen in slecht
belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld
op AAN
:
Vast ingesteld op
AAN/
Rode-ogenreductie
¢
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting
heeft of onder fluorescent licht staat.
De flitsinstelling is alleen op [ ] ingesteld als u [PARTY] of
[KAARSLICHT] in scènefunctie instelt. (P58)
:
Langzame synchr./
Reductie
rode-ogeneffect¢
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond,
maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd
wordt, zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal
worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect.
De flitsinstelling is alleen op [ ] ingesteld wanneer u
[NACHTPORTRET], [PARTY], [KAARSLICHT] in scènefunctie (P58)
instelt.
Œ: Vast ingesteld
op UIT
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het
gebruik van een flits niet toegestaan is.
Gevorderd (Opname van beelden)
- 52 -
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
¢1 De sluitertijd verandert afhankelijk van de [STABILISATIE] (P92) instelling.
¢2 Wanneer de Intelligente ISO ingesteld is (P84)
¢1, 2: De sluitertijd wordt een maximum van 1 seconde in de volgende gevallen.
Als de optische-beeldstabilisator vast is ingesteld op [OFF].
Wanneer het toestel heeft bepaald dat er weinig beeldbibber is wanneer de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1], [MODE2] of [AUTO].
In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde
scène.
In Scènefunctie, zal de sluitertijd verschillen van de bovenstaande tabel.
Aantekening
Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit worden vervormd of verkleurd door de
hitte of het licht van de flits.
Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en
de opname te donker of te licht zijn.
Wanneer de flits opgeladen wordt, knippert de flitsicoon in het rood en kunt u geen beeld
maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt. Wanneer [AUTO LCD UIT]
ingesteld is, schakelt de LCD-monitor uit en gaat de statusindicator branden.
De witbalans kan eventueel niet goed worden gecorrigeerd als de flits niet sterk genoeg is voor
het onderwerp.
Wanneer de sluitertijd snel is, zou het flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
Het kan even duren om de flits op te laden als u opnieuw een opname wil maken. Maak de
opname nadat de toegangsaanduiding is verdwenen.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
1/30 tot 1/2000 1 of 1/8 tot 1/2000¢1
1 of 1/4 tot 1/2000¢2
Œ


Produktspezifikationen

Marke: Panasonic
Kategorie: Digitalkamera
Modell: dmc fs 7 efk

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Panasonic dmc fs 7 efk benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung Digitalkamera Panasonic

Bedienungsanleitung Digitalkamera

Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-