Miele DA 3598 Bedienungsanleitung


Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Miele DA 3598 (61 Seiten) in der Kategorie Dunstabzugshaube. Dieser Bedienungsanleitung war für 14 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/61
Gebruiks- en montagehandleiding
Dampkap
Lees absoluut de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toe-
stel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voor-
komt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 964 720
Inhoud
2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
De dampkap in één oogopslag .......................................................................... 14
Hoe werkt uw toestel? ........................................................................................ 16
Eerste ingebruikneming...................................................................................... 17
Luchtafvoer of luchtcirculatie selecteren............................................................... 17
Miele@home instellen............................................................................................ 17
Met de app verbinden ...................................................................................... 18
Met WPS verbinden ......................................................................................... 19
WLAN afmelden (terugzetten naar de fabrieksinstellingen).............................. 20
Con@ctivity instellen ............................................................................................. 21
Con@ctivity via het eigen WiFi-netwerk (Con@ctivity 3.0) ............................... 22
Con@ctivity via een directe WiFi-verbinding (Con@ctivity 3.0) ........................22
Con@ctivity via een directe draadloze verbinding (Con@ctivity 2.0) ................ 23
Bediening (automatische werking) .................................................................... 27
Koken met de Con@ctivity 2.0-functie (Automatische bediening) ........................ 27
De automatische functie tijdelijk uitschakelen ...................................................... 29
Terug naar de automatische functie................................................................. 29
Bediening (handmatige werking) ....................................................................... 30
Koken zonder Con@ctivity-functie (Handmatige bediening)................................. 30
Afzuiging inschakelen............................................................................................ 30
Afzuigvermogen kiezen ......................................................................................... 30
Nalooptijd inschakelen .......................................................................................... 30
Afzuiging uitschakelen........................................................................................... 31
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen/dimmen ................................................ 31
Powermanagement ............................................................................................... 31
Veiligheidsuitschakeling ........................................................................................ 32
Bediening (automatische en handmatige werking).......................................... 33
Bedrijfsurenteller.................................................................................................... 33
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters wijzigen..................................................... 33
Werkingsurenteller anti-geurfilter wijzigen of deactiveren................................ 34
Bedrijfsurenteller controleren ........................................................................... 34
Tips om energie te besparen.............................................................................. 35
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 36
Behuizing............................................................................................................... 36
Vetfilters................................................................................................................. 37
Inhoud
3
Actievekoolstoffilter ............................................................................................... 39
Werkingsurenteller voor de anti-geurfilter terugzetten naar fabrieksinstellingen....40
Anti-geurfilters weggooien ............................................................................... 40
Technische Dienst van Miele en garantie.......................................................... 41
Positionering van het typeplaatje .......................................................................... 41
Montage ............................................................................................................... 42
Afmetingen van het toestel.................................................................................... 42
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S) ........................................................... 44
Montagetips .......................................................................................................... 45
Voor de montage ................................................................................................... 45
Montageschema.................................................................................................... 45
Wasemscherm instellen ........................................................................................ 45
Montagemateriaal.................................................................................................. 46
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 48
Anti-condensvoorziening....................................................................................... 49
Geluidsdemper...................................................................................................... 49
Elektrische aansluiting........................................................................................ 51
Technische gegevens ......................................................................................... 52
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie ................................................... 52
Verklaring van overeenstemming .......................................................................... 53
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
4
Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor-
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter let-
sel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u be-
langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig-
heid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet
worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Verantwoord gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge-
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze
boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruim-
te worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
5
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on-
der toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge-
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de
dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele ri-
sico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be-
schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici-
teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko-
men.
Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad-
pleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Bij dampkappen van het type ...EXT moet de verbinding met de
externe dampkap met de bijhorende verbindingskabel en stekkers
gemaakt worden.
Deze toestellen mogen enkel met een externe dampkamp van Miele
gecombineerd worden.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka-
der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge-
val overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo-
gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt
Dit kan levensgevaarlijk zijn!
Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver-
brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge-
bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie.
Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor
de verbranding uit de ruimte waar het systeem zich bevindt en
voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via
een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of
kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas,
gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim-
ten. Dit geldt bij:
- luchtafvoer,
-luchtafvoer met externe ventilator en bij
- luchtcirculatie met een buiten de ruimte geplaatste luchtcircula-
tiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het
verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt
negatief beïnvloed.
Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een an-
der luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden.
Levensgevaarlijk!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssys-
teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter
is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran-
dingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit-
bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in
de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de
lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen
een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei-
kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te
houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder
geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de
lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst,
is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel
in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
Veilig gebruik
Door open vuur bestaat brandgevaar!
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder
de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden.
Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de
vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge-
bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het
gas neemt.
Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho-
ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten.
Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt.
Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con-
tinu toezicht plaatsvinden.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Deskundige montage
Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken.
Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden,
gegrilld of gefrituurd wordt moeten de afstanden die in het hoofd-
stuk: 'Montage' worden aangegeven, aangehouden worden, tenzij
de fabrikant van de kookapparatuur een grotere afstand aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt
waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste af-
stand worden aangehouden.
Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Montage” in acht.
Metalen platen kunnen scherpe randen hebben waaraan u zich
kunt verwonden.
Draag voor de montage handschoenen die u tegen snijwonden be-
schermen.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dan dient u eerst de officiële voorschriften te
raadplegen.
Reiniging en onderhoud
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon-
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro-
ductaansprakelijkheid.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
13
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriende-
lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri-
aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe-
stellen bevatten meestal nog waarde-
volle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het ge-
wone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge-
zondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza-
meldepot voor elektrische en elektro-
nische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant-
woordelijk voor het wissen van eventue-
le persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
De dampkap in één oogopslag
14
De dampkap in één oogopslag
15
aUittrekbare luifel
bBedieningselementen
cVetfilter
dKookplaatverlichting
eLuchtafvoertuit
De luchtafvoertuit kan ook naar achteren worden verplaatst.
fOpeningen voor de anti-geurfilter
gOpeningen voor de vetfilters
hAnti-geurfilter
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie
iToets voor het in- en uitschakelen en dimmen van de kookplaatverlichting
jToets voor het in- en uitschakelen van de afzuiging
kToetsen voor het instellen van het afzuigvermogen
lToets voor de uitloopfunctie
mToets voor de werkingsurenteller
De toets dient voor het weergeven en instellen van de werkingsurenteller. Bij de
eerste ingebruikname is hiermee de instelling van de luchtafvoer of luchtcircula-
tie verbonden (zie “Eerste ingebruikname”).
Hoe werkt uw toestel?
16
De dampkap kan op de volgende ma-
nieren worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afge-
voerd.
Terugslagklep
Deze dampkap werkt met een terug-
slagklep.
Wanneer het toestel is uitgeschakeld,
kan er lucht stromen tussen het vertrek
en daarbuiten. Met een terugslagklep
kan dat worden voorkomen. De klep
gaat dicht, wanneer het toestel wordt
uitgeschakeld.
Nadat het toestel is ingeschakeld gaat
de terugslagklep open, zodat de kook-
luchtjes ongehinderd naar buiten kun-
nen worden afgevoerd.
Bij uw dampkap is een terugslagklep
gevoegd voor het geval uw luchtafvoer-
systeem daar niet over beschikt. Deze
klep wordt in de uitblaastuit van de mo-
toreenheid geplaatst.
Werking met luchtcirculatie
(enkel met ombouwset en actievekool-
stoffilter als mits toeslag verkrijgbare
accessoires; zie “Technische gege-
vens”)
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en bovendien door actieve-
koolstoffilters gereinigd en wordt daar-
na weer in de keuken geleid.
Werking met externe afzuigin-
stallatie
(Dampkappen van het type .... EXT)
Bij dampkappen die voorbereid zijn
voor werking met een externe afzuiging,
wordt een Miele-afzuiginstallatie buiten
het vertrek gemonteerd op de plek waar
u deze wilt hebben. De externe afzuigin-
stallatie wordt door een aansluitkabel
met de dampkap verbonden en via
Con@ctivity of de bedieningselementen
van de dampkap aangestuurd.
Eerste ingebruikneming
17
Luchtafvoer of luchtcirculatie
selecteren
De dampkap is geschikt voor luchtaf-
voer en luchtcirculatie. Het vermogen
van de afzuiging wordt aangepast op
de gekozen werkingswijze. Standaard
is luchtcirculatie ingesteld. Voor
luchtafzuiging moet de dampkap op-
nieuw ingesteld worden.
Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de anti-
geurfilter(s) te deactiveren.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets '' en op toets
urenteller .
Het symbool anti-geurfilter en één
van de vermogensstanden gaan knip-
peren.
Druk toets '' in tot de stand B
brandt.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Alle controlelampjes gaan uit.
Luchtafvoer is ingesteld.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instel-
ling over.
Miele@home instellen
Voorwaarde(n):
Eigen WLAN-netwerk
Uw dampkap heeft een geïntegreerde
WLAN-module. De dampkap kan met
uw WLAN-netwerk verbonden worden.
Daarna is het mogelijk om de dampkap
met de Miele@mobile-app te bedienen.
Als uw Miele-kookplaat ook in het eigen
WiFi-netwerk is opgenomen, kunt u de
automatische besturing van de damp-
kap met de Con@ctivity-functie ge-
bruiken.Als uw Miele-kookplaat ook in
het eigen WiFi-netwerk is opgenomen,
kunt u de automatische besturing van
de dampkap met de Con@ctivity-func-
tie gebruiken.
Het signaal van uw WLAN-netwerk
moet voldoende sterk zijn op de lo-
catie waar uw damkap geïnstalleerd
wordt.
Houd er rekening mee dat er niet tege-
lijkertijd een WiFi-verbinding en een
draadloze verbinding (Con@ctivity 2.0,
afstandsbediening) ingesteld kan wor-
den.
Eerste ingebruikneming
18
Miele@mobile-app
De Miele@mobile-app kunt u gratis
downloaden uit de Apple App Store® of
de Google Play Store™.
Met de app verbinden
U kunt de netwerkverbinding met de
Miele@mobile-app tot stand brengen.
Installeer de Miele@mobile app op uw
mobiele toestel.
Om via de app te kunnen aanmelden
dient u te beschikken over:
1. het wachtwoord van uw WLAN- net-
werk
2. het wachtwoord van uw dampkap
Het wachtwoord van de dampkap be-
staat uit de laatste negen cijfers van het
productienummer op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u op de ommante-
ling, als u het deksel voor de geurfilter-
sleuven uitneemt.
Start de toestelaanmelding in de app.
Volg de aanmeldingsstappen.
Als u gevraagd wordt om het WLAN van
de dampkap te activeren, gaat u als
volgt te werk:
Eerste ingebruikneming
19
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets '' ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
twee minuten klaar voor de verbinding.
Volg de verdere aanwijzingen in de
app op.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets uitloop
te drukken.
De dampkap kan nu met de app be-
diend worden.
Met WPS verbinden
Uw WLAN-router moet geschikt zijn
voor WPS (WiFi Protected Setup).
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets '' ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
2 licht continu op, 3 knippert.
De WLAN-verbinding moet gelijktijdig
op de dampkap en op uw WPS-router
gestart worden.
Druk na enkele seconden op de toets
B op de dampkap.
Na korte tijd licht 2 continu op, 3 en B
knipperen.
De dampkap is tijdens de volgende
twee minuten klaar voor de verbinding.
Eerste ingebruikneming
20
Start de WPS-verbinding op uw
WLAN-router.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets uitloop
te drukken.
De dampkap kan nu met de app be-
diend worden.
Als er geen verbinding kon worden ge-
maakt, kan het zijn dat u de WPS op uw
router niet snel genoeg hebt ingescha-
keld. Herhaal in dat geval de vorige
stappen.
Tip: Als uw WLAN-router niet over WPS
beschikt, gebruikt u de Miele@mobile-
app.
WLAN afmelden (terugzetten naar de
fabrieksinstellingen)
Om een nieuwe WLAN-verbinding te
maken moet eerst de bestaande
WLAN-verbinding verbroken worden.
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets '' ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
Bij een bestaande WLAN-verbinding
branden 2 en 3 continu.
De dampkap is tijdens de volgende
twee minuten klaar voor het verbreken
van de verbinding.
Eerste ingebruikneming
21
Druk dan op de toets .
2 licht continu op en 3 knippert.
Na enkele seconden knipperen 2 en 3.
De verbinding is verbroken.
Verlaat de afmeldmodus van de
dampkap door op de toets uitloop
te drukken.
De WLAN-verbinding is verbroken. Er
kan een nieuwe verbinding gemaakt
worden.
Con@ctivity instellen
Con@ctivity beschrijft de directe com-
municatie tussen een elektrische kook-
plaat van Miele en een Miele-dampkap.
Hiermee kan de dampkap automatisch
bestuurd worden, afhankelijk van de
status van een daaronder liggende los-
se elektrische Miele-kookplaat.
Nadat de kookplaat is ingeschakeld,
gaan de kookplaatverlichting en na
korte tijd de afzuiging van de damp-
kap automatisch aan.
Tijdens het kookproces kiest de
dampkap automatisch het juiste af-
zuigvermogen. De vermogensstand
van de afzuiging hangt af van het
aantal ingeschakelde kookplaten en
van de gekozen kookstanden.
Nadat de kookplaat is uitgeschakeld,
gaan na een uitlooptijd ook de afzui-
ging en de kookplaatverlichting van
de dampkap automatisch uit.
Gedetailleerde informatie over deze
functie vindt u in het hoofdstuk: 'Bedie-
ning'.
Eerste ingebruikneming
22
Deze dampkap kunt u met de
Con@ctivity-functie via WiFi (Con@cti-
vity 3.0) of met een radiografische ver-
binding (Con@ctivity 2.0) gebruiken.
Con@ctivity via het eigen WiFi-net-
werk (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde(n):
Eigen WiFi-netwerk
Kookplaat die geschikt is voor
WiFi
Neem de dampkap en uw kookplaat
in het eigen WiFi-netwerk op (zie
“Miele@home installeren”).
Con@ctivity wordt automatisch geacti-
veerd.
Con@ctivity via een directe WiFi-ver-
binding (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde(n):
Kookplaat die geschikt is voor
WiFi
Als u geen eigen netwerk heeft, kunt u
een directe verbinding tussen kookplaat
en dampkap tot stand brengen.
Deze verbinding is in de gebruiksaan-
wijzing van uw kookplaat beschreven.
Hierna zijn de stappen op de dampkap
nog een keer in detail beschreven.
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets '' ingedrukt.
Druk tegelijkertijd toets “” in.
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
twee minuten klaar voor de verbinding.
Eerste ingebruikneming
23
Start de WiFi-verbinding op de kook-
plaat. Zie daarvoor de gebruiksaan-
wijzing van de kookplaat.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets naloop
te drukken.
Con@ctivity is nu geactiveerd.
Als de directe WiFi-verbinding tot
stand gebracht is, kunnen kookplaat
en dampkap niet in een eigen netwerk
opgenomen worden. Mocht u dit later
toch wensen, dan dient u eerst de di-
recte WiFi-verbinding tussen kook-
plaat en dampkap uit te schakelen (zie
“WiFi afmelden”).
Con@ctivity via een directe draadloze
verbinding (Con@ctivity 2.0)
Voorwaarde(n):
Miele-kookplaat die geschikt is
voor Con@ctivity 2.0
Bij deze dampkap wordt een Con@ctivi-
ty 2.0-draaloze stick meegeleverd.
Met de draadloze stick kan bij een
kookplaat die over een aansluiting voor
de draadloze stick beschikt, de
Con@ctivity-functie gebruikt worden.
Ga in de montageaanwijzing van de
Con@ctivity 2.0-stick na of aanslui-
ting op uw kookplaat mogelijk is.
Houd er rekening mee dat er niet tege-
lijkertijd een WiFi-verbinding en een
draadloze verbinding (Con@ctivity 2.0,
afstandsbediening) ingesteld kan wor-
den.
Eerste ingebruikneming
24
Con@ctivity 2.0-stick plaatsen
Houd rekening met de instructies in
de montageaanwijzing van de
Con@ctivity 2.0-stick.
Draadloze verbinding activeren
Kookplaat en dampkap moeten geïn-
stalleerd en werkingsklaar zijn.
De draadloze verbinding moet tege-
lijkertijd op de dampkap en op de kook-
plaat geactiveerd worden. De activering
van de dampkap is hieronder beschre-
ven.
De activering van de kookplaat is be-
schreven in de bijhorende gebruiksaan-
wijzing. Neem deze informatie voordien
door.
Start eerst de activering op de damp-
kap, vervolgens op de kookplaat.
Functie bij de dampkap activeren
Kookplaat en dampkap moeten zijn
uitgeschakeld.
Druk circa 10 seconden op de toets
uitloop , totdat toets 1 oplicht.
Druk vervolgens na elkaar op
toets '',
vervolgens op toets '',
vervolgens de toets voor de kook-
plaatverlichting .
De dampkap bevindt zich in de aan-/af-
meldmodus.
Als er nog geen draadloze verbinding is
knipperen de lampjes 2 en 3 gelijktijdig.
Als al een draadloze verbinding is opge-
bouwd, branden de controlelampjes 2
en 3 continu (Con@ctivity 2.0 is al geac-
tiveerd of een afstandsbediening is aan-
gemeld).
Eerste ingebruikneming
25
Druk op toets '' om Con@ctivity 2.0
te activeren.
2 licht continu op, 3 knippert.
Na enkele seconden: branden 2 en 3
continu, B knippert.
Het toestel zoekt naar een draadloze
verbinding.
Functie bij de kookplaat activeren
Start de activering van de kookplaat,
terwijl de dampkap de draadloze ver-
binding zoekt.
Zie daarvoor de gebruiksaanwijzing
van de kookplaat.
Als op de kookplaat de melding ver-
schijnt dat de draadloze verbinding
tot stand is gekomen, sluit u de acti-
vering op de kookplaat af.
Activering op de dampkap afsluiten
Na succesvolle verbinding dooft B, 2 en
3 branden continu.
Druk op toets van de uitlooptijd
om de activering te bevestigen. Alle
controlelampjes gaan uit.
De Con@ctivity-functie is nu te ge-
bruiken.
Wordt de activering niet binnen 4minu-
ten bevestigd, dan wordt de dampkap
niet geactiveerd.
De activering vindt eenmalig plaats.
Ook wanneer er geen elektrische
spanning op de toestellen staat, bij-
voorbeeld bij stroomuitval, blijft de ac-
tivering in stand.
Eerste ingebruikneming
26
Activering mislukt
Komt de verbinding ondanks activering
van dampkap en kookplaat niet tot
stand, moeten beide toestellen eerst
worden gedeactiveerd en daarna op-
nieuw worden geactiveerd.
Draadloze verbinding deactiveren
Kookplaat en dampkap moeten zijn
uitgeschakeld.
Druk circa 10 seconden op de toets
uitloop , totdat toets 1 oplicht.
Druk vervolgens na elkaar op
toets '',
vervolgens op toets '',
vervolgens de toets voor de kook-
plaatverlichting .
De dampkap bevindt zich in de aan-/af-
meldmodus.
Als er een draadloze verbinding bestaat,
branden 2 en 3 continu.
Druk op de toets '' om Con@ctivity
2.0 te deactiveren.
2 licht continu op, 3 knippert.
Na enkele seconden knipperen 2 en 3.
De draadloze verbinding is gedeacti-
veerd.
Raadpleeg voor het deactiveren van
de kookplaat de gebruiksaanwijzing
van dit toestel.
Houd er rekening mee dat wanneer de
draadloze verbinding wordt verbroken,
er dan ook een eventuele afstandsbe-
diening wordt gedeactiveerd en dus
opnieuw moet worden geactiveerd.
Bediening (automatische werking)
27
Wanneer Con@ctivity is geactiveerd,
werkt de dampkap altijd in de automa-
tische functie (zie hoofdstuk:
'Con@ctivity instellen').
Zie hoofdstuk 'Koken zonder Con@cti-
vity-functie' als u de dampkap hand-
matig wenst te bedienen.
Koken met de Con@ctivity 2.0-
functie (Automatische bedie-
ning)
Schakel een kookplaat in op een wil-
lekeurige stand.
De verlichting van de dampkap gaat
aan.
Trek de luifel uit.
De afzuiging start op stand 2.
Tijdens het kookproces kiest de damp-
kap automatisch het juiste afzuigvermo-
gen.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen
dat op dat moment voor het kookplaat
is ingeschakeld, te weten het aantal in-
geschakelde kookzones en de inge-
schakelde kookstanden.
Wanneer u bij het kookplaat een ho-
gere kookstand inschakelt of wanneer
u verschillende kookzones inschakelt,
kiest de dampkap een hogere vermo-
gensstand.
Wanneer u bij het kookplaat een lage-
re kookstand inschakelt of wanneer u
één of meer kookzones uitschakelt,
kiest de dampkap een lagere vermo-
gensstand.
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1
tot en met B
Reactietijd
De dampkap reageert met vertraging.
Een wijziging in de vermogensstand van
het kookplaat hoeft namelijk niet met-
een tot meer of minder dampontwikke-
ling te leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan
het feit dat het kookplaat de informatie
met tussenpozen naar de dampkap ver-
zendt.
De reactie van de dampkap volgt na en-
kele seconden of enkele minuten.
Bediening (automatische werking)
28
Bij het braden
Wanneer u, bijvoorbeeld voor het ver-
hitten van een pan, een kookplaat op
de hoogste stand inschakelt en na
circa 10 seconden tot 4minuten* op
een lagere stand zet, gaat de damp-
kap ervan uit dat u aan het braden
bent. (*60 seconden tot 5minuten bij
een Highlight-kookplaat.)
De dampkap gaat aan. Nadat de kook-
plaat op een lagere stand is gezet,
wordt de dampkap naar stand 3 terug-
geschakeld en blijft circa 5minuten op
deze stand staan.
Daarna wordt het afzuigvermogen van
de dampkap weer door de Con@ctivity-
functie gestuurd.
U kunt het afzuigvermogen ook voor-
tijdig met de hand wijzigen.
Uitschakelen
Schakel alle kookzones uit.
De afzuiging van de dampkap wordt in
de minuten daarna stap voor stap op
een lagere stand gezet en tenslotte he-
lemaal uitgeschakeld.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd
van eventueel nog aanwezige dampen
en geurtjes.
Van de intensiefstand wordt de afzui-
ging direct teruggeschakeld naar
stand 3.
Van stand 3 wordt de afzuiging na ca.
1minuut teruggeschakeld naar stand
2.
Van stand 2 wordt de afzuiging na
2minuten teruggeschakeld naar
stand 1.
Van stand 1 wordt de afzuiging na
2minuten uitgeschakeld.
30 seconden daarna wordt de kook-
plaatverlichting uitgeschakeld.
We zijn klaar met koken.
Als de luifel uitgetrokken blijft, wordt de
dampkap automatisch weer ingescha-
keld, nadat het kookplaat wordt inge-
schakeld:
enkele seconden nadat het kookplaat is
ingeschakeld, schakelt de afzuiging in,
eerst kort in stand 2, vervolgens direct
in stand 1. Daarna begint de automa-
tische bediening.
Bediening (automatische werking)
29
De automatische functie tijde-
lijk uitschakelen
U kunt de automatische functie tijdens
het koken tijdelijk uitschakelen, en wel
als volgt:
kies handmatig een andere vermo-
gensstand of
schakel de dampkap handmatig uit of
u activeert de functie uitloop van
de dampkap. De afzuiging gaat na de
gekozen uitlooptijd uit, de verlichting
blijft ingeschakeld.
De functies van de dampkap kunnen nu
met de hand worden bediend (zie 'Ko-
ken zonder Con@ctivity-functie' ).
Terug naar de automatische functie
U kunt terug naar de automatische
functie en wel als volgt:
kies handmatig een vermogensstand
en wacht circa 5minuten voordat u
de dampkap weer gaat bedienen, of
kies handmatig een vermogensstand
die overeenkomt met de automa-
tische vermogensstand, of
zorg ervoor dat de afzuiging van de
dampkap en de kookplaat minstens
30 seconden uitgeschakeld zijn ge-
weest.
De eerstvolgende keer dat u de kook-
plaat weer inschakelt, start deze weer
in de automatische functie.
U hebt de mogelijkheid om de damp-
kap tijdens een volledige kookbeurt
handmatig te bedienen.
Schakel daarvoor de afzuiging van de
dampkap voor de kookplaat in.
Als na het koken de dampkap en de
kookplaat minstens 30 seconden uit-
geschakeld waren, start de kookplaat
de volgende keer opnieuw in de auto-
matisch functie.
Bediening (handmatige werking)
30
Koken zonder Con@ctivity-
functie (Handmatige bediening)
Onder de volgende voorwaarden kunt u
de dampkap met de hand bedienen:
De Con@ctivity-functie is niet geacti-
veerd.
U heeft de Con@ctivity-functie gede-
activeerd (Zie 'De automatische func-
tie tijdelijk uitschakelen').
Afzuiging inschakelen
Schakel de afzuiging in, zodra u begint
met koken. Hierdoor worden kook-
dampen vanaf het eerste moment afge-
zogen.
Trek het wasemscherm iets naar be-
neden en dan naar voren.
De afzuiging start op stand 2. Het sym-
bool en de 2 van het afzuigvermogen
gaan branden.
Afzuigvermogen kiezen
Voor lichte tot zware kookdampen en
geuren kunt u kiezen tussen de vermo-
gensstanden 1 tot en met 3.
Bij kortstondige sterke wasem- en geur-
vorming, bijv. bij het aanbraden, kunt u
de intensiefstand B gebruiken.
Kies door indrukken van de toets “
of “” het gewenste afzuigvermogen.
De boosterstand terugschakelen
Is het Power Management System
(voordien) geactiveerd, dan wordt het
afzuigvermogen na 5minuten automa-
tisch teruggeschakeld naar stand 3.
Nalooptijd inschakelen
Laat de afzuiging na het koken nog en-
kele minuten werken. De keukenlucht
wordt gezuiverd van eventueel nog aan-
wezige dampen en geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geur-
tjes die hierdoor ontstaan worden voor-
komen.
De naloopfunctie biedt de mogelijkheid,
dat de afzuiging na een gekozen tijd au-
tomatisch uitschakelt.
Druk na het koken op de toets naloop
terwijl de afzuiging draait
1xvoor 5minuten uitlooptijd, waarbij
5 gaat branden.
2xvoor 15minuten uitlooptijd, waar-
bij 15 gaat branden.
Als u opnieuw op de toets naloop
drukt, blijft de afzuiging ingescha-
keld. ( dooft).
Bediening (handmatige werking)
31
Afzuiging uitschakelen
Schuif de luifel naar binnen.
De eerstvolgende keer dat u de luifel
naar buiten trekt, start de afzuiging
weer op stand 2.
Of schakel de afzuiging met de Aan/
Uit-toets uit.
Symbool gaat uit.
Kookplaatverlichting in- en uit-
schakelen/dimmen
Door de luifel uit- of in te schuiven of
op de verlichtingstoets te drukken,
kunt u de kookplaatverlichting in- en
uitschakelen.
Bij uitgetrokken wasemscherm, kunt
u de kookplaatverlichting met de ver-
lichtingstoets in- of uitschakelen.
Wanneer u de verlichting inschakelt,
brandt de verlichting op maximale
sterkte.
Wilt u de verlichting zwakker hebben,
blijf dan op toets van de verlich-
ting drukken. De verlichting wordt
zwakker totdat u de toets loslaat.
Wilt u de verlichting weer sterker heb-
ben, druk dan opnieuw op toets ver-
lichting en blijf erop drukken. De
verlichting wordt sterker totdat u de
toets loslaat.
Powermanagement
De dampkap beschikt over een Power-
management, waarmee energie kan
worden bespaard. Het systeem zorgt
ervoor dat het afzuigvermogen automa-
tisch op een lagere stand wordt gezet
en de verlichting wordt uitgeschakeld.
Als de boosterstand ingesteld is,
wordt de afzuiging na 5minuten au-
tomatisch naar stand 3 teruggescha-
keld.
Als stand 3, 2 of 1 ingesteld is, wordt
het afzuigvermogen na 2 uur automa-
tisch één stand lager gezet en daarna
per 30minuten uitgeschakeld.
Als de kookplaatverlichting ingescha-
keld is, wordt deze na 12 uur auto-
matisch uitgeschakeld.
U kunt het Powermanagement deacti-
veren.
Bedenk wel dat dit tot een stijging in
het energieverbruik kan leiden.
Bediening (handmatige werking)
32
Powermanagement in-/uitschakelen
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk circa 10 seconden op de toets
uitloop , totdat stand 1 van de
vermogensweergave gaat branden.
Druk vervolgens na elkaar op
de toets kookplaatverlichting ,
de '' toets en weer op
de toets kookplaatverlichting .
Als het Powermanagement ingescha-
keld is, branden de standen 1 en B con-
tinu.
Als het uitgeschakeld is, knipperen de
standen 1 en B.
Druk op de toets '' om het Power-
management uit te schakelen.
De standen 1 en B knipperen.
Druk op de toets '' om de automaat
in te schakelen.
De standen 1 en B branden continu.
Druk op toets uitloop om de pro-
cedure te bevestigen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instel-
ling over.
Veiligheidsuitschakeling
Als het Powermanagement uitgescha-
keld is, wordt de ingeschakelde damp-
kap na 12 uur automatisch uitgescha-
keld (afzuiging en kookplaatverlichting).
Als u de dampkap weer wilt inscha-
kelen, druk dan op de Aan/Uit-toets
of op de verlichtingstoets .
Bediening (automatische en handmatige werking)
33
Bedrijfsurenteller
De dampkap registreert de uren dat ze
in werking is.
De bedrijfsurentellers geven door het
oplichten van het vetfiltersymbool of
het anti-geurfiltersymbool aan wan-
neer de filters moeten worden vervan-
gen. Zie voor reinigen en vervangen van
de filters en voor het terugzetten van de
tellers het hoofdstuk 'Reiniging en on-
derhoud'.
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters
wijzigen
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Standaard is ingesteld dat u de vetfilter
na 30 uur koken dient te reinigen.
Kies 20 uur wanneer u veel braadt en
frituurt.
Als u slechts af en toe kookt, kunt u
ook een korter reinigingsinterval kie-
zen. Daardoor voorkomt u dat aange-
koekt vet verhardt en het reinigen
daardoor moeilijker wordt.
Kies 40 of 50 uur wanneer u regelma-
tig zeer vetarm kookt.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets uitloop en
op toets bedrijfsurenteller .
Het symbool vetfilter en één van de
vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1........................................ 20 uur
Stand 2........................................ 30 uur
Stand 3........................................ 40 uur
Stand B....................................... 50 uur
Kies met de toets een lager en met
de toets een hoger aantal uren.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Alle lampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instel-
ling over.
Bediening (automatische en handmatige werking)
34
Werkingsurenteller anti-geurfilter wij-
zigen of deactiveren
De anti-geurfilters zijn nodig voor lucht-
circulatie.
U kunt de werkingsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Voor luchtafvoer moet deze uitgescha-
keld worden.
Standaard is ingesteld dat u de anti-
geurfilter na 180 uur koken dient te rei-
nigen.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets '' en op toets
urenteller .
Het symbool anti-geurfilter en één
van de vermogensstanden gaan knip-
peren.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1...................................... 120 uur
Stand 2...................................... 180 uur
Stand 3...................................... 240 uur
Stand B....................... niet geactiveerd
Kies met de toets '' of '' de ge-
wenste tijd.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instel-
ling over.
Bedrijfsurenteller controleren
Vòòr afloop van de ingestelde tijd kunt
u controleren hoeveel procent al is ver-
streken.
Schakel de afzuiging in met de toets
aan/uit .
Druk op toets werkingsuren  van
de urenteller en houd de toets even
vast.
eenmaal voor de werkingsuren van
de vetfilter. Het symbool vetfilter
gaat branden.
tweemaal voor de werkingsuren van
de actievekoolstoffilter. Het symbool
anti-geurfilter brandt.
Gelijktijdig knipperen één of meer ver-
mogensstanden.
Het aantal knipperende standen geeft
aan hoeveel procent van de ingestelde
tijd is verstreken.
Stand 1 ........................................ 25%
Standen 1 en 2 ............................ 50%
Standen 1 tot en met 3 ................ 75%
Standen 1 tot en met B ............. 100%
Wanneer de dampkap wordt uitge-
schakeld of de stroom uitvalt blijven
de geregistreerde uren opgeslagen.
Tips om energie te besparen
35
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatre-
gelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke-
nen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en de
bestaat er brandgevaar. Voorts be-
staat dan een risico voor het hygiëne.
Gebruik de Con@ctivity-functie. De
dampkap wordt automatisch in- en
uitgeschakeld. U kiest de optimale
vermogensstand voor de kooksituatie
en zorgt hiermee voor een laag
stroomverbruik.
Als u de dampkap handmatig be-
dient, let dan op het volgende:
Controleer het ingestelde vermo-
gen op de dampkap. Meestal is
een lage vermogensstand vol-
doende. Gebruik de boosterstand
alleen als dat nodig is.
Schakel als er veel damp vrijkomt
tijdig naar een hogere vermogens-
stand. Dat is efficiënter dan door
langdurig afzuigen te proberen
dampen terug te zuigen die zich al
in de keuken hebben verspreid.
Let erop om de dampkap na het
koken weer uit te schakelen.
Als na het koken de lucht in de
keuken nog gezuiverd moet wor-
den van aanwezig damp en geu-
ren, gebruikt u de uitloopfunctie.
De afzuiging wordt na de gekozen
uitlooptijd automatisch uitgescha-
keld.
Reiniging en onderhoud
36
Maak voorafgaand aan onder-
houd en reiniging de dampkap span-
ningsvrij. Zie hoofdstuk: “Veiligheids-
instructies en waarschuwingen”.
Behuizing
Algemeen
Het oppervlak en de bedienings-
elementen zijn krasgevoelig.
Neem daarom de volgende reini-
gingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat rei-
nigingsmiddel en wat warm water.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.
Reinig vooral het gedeelte met de
bedieningselementen alleen met een
iets vochtige doek.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Gebruik geen:
zuur-, soda-, chloride- of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder en ook geen schuur-
sponsjes of sponsjes waar nog resten
van schuurmiddelen in zitten.
Roestvrijstalen oppervlakken
(Deze paragraaf geldt niet voor de be-
dieningstoetsen!)
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend
reinigingsmiddel dat speciaal ge-
schikt is voor roestvrij staal.
Gebruik ook een middel voor het on-
derhoud van roestvrij staal en breng
dit middel met een zachte doek ge-
lijkmatig en in kleine dosering aan.
Dit middel is verkrijgbaar bij de afde-
ling Wisselstukken van Miele België.
Bedieningselementen
De bedieningselementen kunnen ver-
kleuren
wanneer er vuil op blijft zitten.
Verwijder vuil daarom direct.
Neem de algemene regels in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Reiniging en onderhoud
37
Vetfilters
Brandgevaar!
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar.
Reinig de vetfilters regelmatig.
De recycleerbare metalen vetfilters in de
dampkap nemen de vaste deeltjes uit
de keukendampen op (vet, stof, etc.) en
zorgen er zo voor dat de dampkap niet
vuil wordt.
De vetfilters moeten regelmatig worden
gereinigd.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen
het afzuigvermogen en zorgen voor
meer vervuiling van de dampkap en
de keuken.
Reinigingsinterval
Aangekoekt vet wordt na verloop van
tijd hard en het wordt dan steeds moei-
lijker om de filters schoon te krijgen. U
kunt daarom het beste de vetfilters om
de 3–4weken schoonmaken.
De urenteller geeft aan, wanneer de vet-
filters moeten worden gereinigd. Het
symbool vetfilter gaat dan branden.
U kunt het interval van de werkingsu-
renteller aan uw kookgewoonten aan-
passen (zie hoofdstuk: 'Bediening').
De vetfilter uitnemen
Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen.
Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken.
Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom
goed vast.
Trek de vetfilters uit de openingen
aan de voorzijde van de ommante-
ling.
Reiniging en onderhoud
38
De vetfilters met de hand reinigen
Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand-
afwasmiddel. Gebruik het handaf-
wasmiddel niet geconcentreerd.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
kalkoplossende reinigingsmiddelen
schuurpoeder of schuurcrème
agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
– ovenspray
Vetfilters reinigen in de vaatwasser
Plaats de vetfilters verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Bij reiniging van de vetfilters in de
vaatwasser kunnen sommige reini-
gingsmiddelen blijvende verkleuringen
veroorzaken op de filteroppervlakken.
Deze verkleuringen hebben geen na-
delig effect op de werking van de vet-
filters.
Na het reinigen
Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor-
werp te drogen.
Wanneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen
van de behuizing van vet ontdoen.
Op die manier voorkomt u brandge-
vaar.
Plaats de vetfilters weer terug.
Reiniging en onderhoud
39
Werkingsurenteller voor de vetfilters
resetten
Na de reiniging moet de werkingsuren-
teller worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
druk dan circa 3 seconden op toets
werkingsuren, totdat alleen
stand 1 knippert.
Het symbool vetfilter gaat uit.
Vetfilters reinigen vóórdat het ingestelde
aantal uren is verstreken:
Druk circa 6 seconden op toets wer-
kingsuren , totdat alleen stand 1
knippert.
Actievekoolstoffilter
Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfil-
ters ook nog twee anti-geurfilters te ge-
bruiken. De anti-geurfilters binden de
kookgeurtjes.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop
van Miele, bij Miele zelf (zie achter in
deze gebruiksaanwijzing) of bij de
Miele-vakhandelaar verkrijgen.
De type-aanduiding vindt u in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
Anti-geurfilter plaatsen/vervangen
Boven de vetfilters bevinden zich de
openingen waar u de anti-geurfilters in
kunt schuiven.
Verwijder het deksel. Het zit met
magneten vast.
Neem de anti-geurfilters uit de ver-
pakking.
Schuif de anti-geurfilters in de ope-
ningen.
Plaats het deksel terug.
Reiniging en onderhoud
40
Vervangingsfrequentie
Vervang de anti-geurfilter altijd zodra
kookluchtjes niet meer voldoende
worden opgenomen.
In ieder geval om de 6 maanden ver-
vangen.
De werkingsurenteller geeft aan wan-
neer de anti-geurfilters moet worden
vervangen. Het symbool van het anti-
geurfilter gaat dan branden.
Werkingsurenteller voor de anti-geur-
filter terugzetten naar fabrieksinstel-
lingen
Na de vervanging moet de werkingsu-
renteller worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
druk dan tweemaal circa 3 seconden
op toets werkingsuren  en houdt
deze ingedrukt, totdat alleen stand 1
knippert.
Het symbool anti-geurfilter gaat uit.
Wanneer u het anti-geurfilter vervangt
voordat het ingestelde aantal uren is
verstreken:
Druk tweemaal circa 6 seconden lang
op de toets bedrijfsuren , totdat
alleen stand 1 knippert.
Anti-geurfilters weggooien
Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
Technische Dienst van Miele en garantie
41
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u uw Miele-vak-
handelaar of Miele.
Het adres, het telefoonnummer en de
website van Miele vindt u achter in deze
gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet de afdeling Consumentenbelan-
gen weten welk type toestel u heeft en
welk serienummer het heeft.
Beide gegevens vindt u op het typepla-
tje.
Positionering van het typepla-
tje
Het typeplaatje vindt u op de ommante-
ling, als u het deksel voor de geurfilter-
sleuven uitneemt.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2jaar.
Meer informatie vindt u in de meegele-
verde garantievoorwaarden.
Montage
42
Afmetingen van het toestel
DA 3568 DA 3598
Montage
43
aLuchtafvoer, luchtcirculatie met om-
bouwset DUU 150.
bHet corpus van de kast moet 38mm
korter zijn dan de kastdeur.
cMontage is ook mogelijk in een
600mm brede kast. Hierbij dient u
op het volgende te letten:
Ook de kasten naast de dampkap
moeten 38mm korter gemaakt
worden.
De kastdeuren van de inbouwkast
en de kasten ernaast moeten naar
boven opengaan, zodat u bij de
vetfilters kunt.
dDe luchtafvoer kan ook aan de ach-
terkant worden aangesloten.
eIn de bovenkast kan na de montage
een tussenwand worden geplaatst.
De toegang tot de vetfilters en bij het
luchtcirculatiesysteem tot de anti-
geurfilters moet daarbij goed bereik-
baar blijven.
fDe bovenkast kan eventueel aan de
zijkanten worden uitgebouwd.
gAls er een bodemplaat is, moeten er
openingen worden gemaakt om de
houdkracht van het wasemscherm in
te stellen. Voorbeelden:
Naast de kast bevinden zich, zo-
als afgebeeld, nog andere kasten.
De dampkap is gemonteerd in een
600mm brede kast met zijkasten.
Bij het meten van de kasthoogte en de
uitsparingen moet u rekening houden
met gemonteerde accessoires (bijv. ge-
luidsdempers en DSM-modules).
Montage
44
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge-
braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan-
gehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 450mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van 12,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van 4,8 kW heeft.
760mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >21,6 kW,
of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
niet mogelijk
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6 kW 650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
8,1 kW
760mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kW niet mogelijk
Montage
45
Montagetips
Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in
het midden boven de kookplaat zijn
gemonteerd.
Zorg ervoor dat het kookplaat niet
groter is dan de dampkap, liefst klei-
ner.
De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de damp-
kap kunnen komen en deze ongehin-
derd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
Voor de montage
Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk
en in het hoofdstuk “Opmerkingen
omtrent uw veiligheid” in acht.
Montageschema
De montage vindt u op de bijgeleverde
montageschema beschreven.
Wasemscherm instellen
Het ingeschoven wasemscherm wordt
door magneten vastgehouden.
De sterkte van de magneten kan inge-
steld worden. Stel de magneten zo in,
dat het wasemscherm links en rechts
stevig vastgehouden wordt en het ge-
makkelijk naar beneden gelaten kan
worden. Voor het instellen van de mag-
neten is een hoekschroevendraaier
meegeleverd.
Stel beide kanten hetzelfde in. Draai
steeds een halve slag en controleer
de instelling door het wasemscherm
naar boven en naar beneden te be-
wegen.
Draai de beide schroeven rechtsom:
de houdkracht wordt hoger.
Draai de beide schroeven linksom: de
houdkracht wordt lager.
Montage
46
Montagemateriaal
Montage
47
a1luchtafvoertuit voor een luchtaf-
voerleiding van 150mm.
b1 verloopmof voor een luchtafvoer-
leiding van 125mm.
c1 terugslagklep die in de uitblaas-
tuit van de motoreenheid wordt inge-
bouwd (niet bij luchtcirculatie).
d2 afdekkingen voor de L-ijzers voor
de montage.
e2 L-ijzers voor de montage waar
het toestel in de bovenkast op moet
rusten.
f1 afdekking voor de openingen van
de anti-geurfilters.
g1 afstandsprofiel voor het afdekken
van de spleet tussen achterwand
van het toestel en de muur.
hOmbouwset voor luchtcirculatie
(wordt niet met het toestel meegele-
verd, bij te bestellen accessoire, zie
“Technische gegevens”). De om-
bouwset bevat een uitblaasrooster,
een aluminium slang en slangklem-
men.
12 schroeven 4x15mm voor het be-
vestigen van de dampkap in de boven-
kast.
4 schroeven M4x16mm voor het be-
vestigen van de dampkap aan de mon-
tagehaken en voor het bevestigen van
het afstandsprofiel.
4 schroeven M4x8mm voor het be-
vestigen van het afstandsprofiel.
2 schroeven 4x40mm,
2 pluggen 6x36mm als extra steun
bij het bevestigen van de dampkap aan
de wand (alleen bij montage in een
900mm brede kast).
4 schroeven 4x25mm als extra
steun bij het bevestigen van een
900mm brede dampkap.
4 plakstroken voor het afsluiten van
bevestigingsgaten die niet nodig zijn.
1 hoekschroevendraaier T 20
Luchtafvoerleiding
48
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die-
zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko-
men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc-
ties en waarschuwingen in het gelijk-
namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse-
lijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele luchtaf-
voerleidingen van niet-brandbaar
materiaal worden gebruikt.
Wanneer het toestel op een externe
afzuiginstallatie is aangesloten, mo-
gen er alleen vormstabiele buizen en
slangen worden gebruikt. Door de
externe afzuiginstallatie kan namelijk
een onderdruk ontstaan, waardoor
de luchtafvoerbuizen vervormd kun-
nen raken.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver-
mogen en een zo laag mogelijk geluids-
niveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan
150mm.
Wanneer er platte kanalen worden
gebruikt, mag de doorsnede niet klei-
ner zijn dan de doorsnede van de
luchtafvoertuit.
De luchtafvoerleiding moet zo kort en
recht mogelijk zijn.
Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voerleiding komen en de luchtafvoer-
leiding mag niet in elkaar worden ge-
drukt.
De verbindingspunten moeten stevig
zijn en mogen niet lekken.
Let erop dat iedere barrière in de
luchtstroming de afzuigcapaciteit
vermindert en het geluidsniveau ver-
hoogt.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een te-
lescopische muurkast of een dak-
doorvoer worden geïnstalleerd (na te
bestellen accessoires).
Moet de lucht door een luchtafvoer-
kanaal worden afgevoerd, dan moet
de invoerbuis verticaal worden gebo-
gen.
Wanneer de luchtafvoerleiding hori-
zontaal wordt aangelegd, moet wor-
den gezorgd voor een verval van min-
stens 1cm per meter. Daarmee wordt
voorkomen dat er condenswater in
de dampkap kan lopen.
Als de luchtafvoerleiding door koele
ruimtes, zolders enzovoort loopt,
kunnen er aanzienlijke temperatuur-
verschillen binnen de afzonderlijke
Luchtafvoerleiding
49
ruimtes optreden. Dat kan condens-
water veroorzaken. De luchtafvoerlei-
ding moet dan worden geïsoleerd.
Anti-condensvoorziening
Daarnaast is het aan te bevelen om een
anti-condensvoorziening te installeren
die het condenswater, dat ondanks de
isolatie van de luchtafvoer vrijkomt, op-
neemt en verdampt.
Dit accessoire is verkrijgbaar voor
luchtafvoerbuizen met een doorsnede
van 125mm of 150mm.
Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven
de luchtafvoertuit van de dampkap.
De pijl op de ommanteling geeft de
blaasrichting aan.
In de dampkappen van het type ...EXT
is een anti-condensvoorziening stan-
daard ingebouwd.
Geluidsdemper
In de luchtafvoerleiding kan een ge-
luidsdemper worden gemonteerd (mits
toeslag verkrijgbaar). Deze zorgt voor
bijkomende geluidsdemping.
Luchtafvoer
De geluidsdemper reduceert zowel af-
zuiggeluiden die naar buiten dringen als
ook geluiden die van buiten via de
luchtafvoer de keuken binnendringen,
zoals straatlawaai. Daarom wordt de
geluidsdemper zo dicht mogelijk vóór
de opening geplaatst waarlangs de
lucht wordt afgevoerd .


Produktspezifikationen

Marke: Miele
Kategorie: Dunstabzugshaube
Modell: DA 3598

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Miele DA 3598 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung Dunstabzugshaube Miele

Bedienungsanleitung Dunstabzugshaube

Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-