Meyra 1.610 Bedienungsanleitung


Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Meyra 1.610 (64 Seiten) in der Kategorie Rollstuhl. Dieser Bedienungsanleitung war für 38 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/64
NL
W i j b e w e g e n m e n s e n .
Bedieningshandleiding
ELEKTRISCHE ROLSTOEL
Model 1.610
Model 1.611
Model 1.612
2
Inhoudsopgave
Inleiding ........................................................................................................ 6
Indicaties ....................................................................................................... 7
Specificaties ..................................................................................................7
Modellen ....................................................................................................... 7
Levering ......................................................................................................... 7
Toepassing ..................................................................................................... 8
Aanpassing .................................................................................................... 8
Levensduur ....................................................................................................9
Overzicht .....................................................................................................10
Model: 1.610 .......................................................................................................10
Model: 1.611 .......................................................................................................11
Model: 1.612 .......................................................................................................12
Hantering van de elektrische rolstoel ...................................................... 13
Elektrische rolstoel vergrendelen .....................................................................13
Functietest ...........................................................................................................13
Rijgedrag .............................................................................................................13
Remmen ......................................................................................................13
Bedrijfsrem ..........................................................................................................13
Afremmen van de rolstoel ...........................................................................13
Parkeerrem..........................................................................................................13
Vastzetten van de remmen ..........................................................................14
Ontgrendelen der remmen ..........................................................................14
Rijden/vrijloop.....................................................................................................15
Naar vrijloop schakelen ................................................................................15
Naar rijstand schakelen ................................................................................15
3
Rijklaar maken ............................................................................................ 16
Controles voorafgaande aan het gebruik ........................................................18
Opladen van de accu ....................................................................................18
Het positioneren van de bedieningsmodule ...................................................19
Functiebeschrijving .......................................................................................19
Afstand tot de armsteun instellen ...............................................................19
Bedieningsmodule wegnemen ....................................................................19
Bedieningsmodule insteken .........................................................................19
Bedieningsmodule afzwenken ....................................................................20
Hoogte-instelling van de bedieningsmodule .............................................20
Beensteunen ............................................................................................... 21
Kuitband .............................................................................................................21
Afnemen van de kuitband ...........................................................................21
Aanbrengen van de kuitband ......................................................................21
Lengte van de kuitband instellen ................................................................21
Ondersteel van de beensteun ...........................................................................22
Voetplaten .....................................................................................................22
Voetenplank ..................................................................................................22
Bovendeel van de beensteunen ........................................................................23
Wegdraaien van de beensteunen ...............................................................23
Indraaien van de beensteunen ....................................................................24
Verwijderen van de beensteunen ................................................................25
Terugplaatsen van de beensteunen ............................................................25
Mechanisch in hoogte verstelbare beensteunen .............................................26
Beensteun omhoog brengen/laten zakken ................................................26
Elektrisch in hoogte verstelbare beensteunen ................................................27
Hoogteverstelling .........................................................................................27
Elektrisch in hoogte verstelbare beensteun wegnemen ...........................28
Inhangen van de elektrisch in hoogte verstelbare beensteun ..................29
Armleuningen ............................................................................................. 30
Het verwijderen van de armleuningen ............................................................30
Insteken van de armleuning ..............................................................................30
7
INdIcATIeS
Bij de volgende indicaties wordt het
gebruik van een mobiliteitsproduct
aanbevolen:
Wanneer u niet in staat bent om
te lopen of slechts zeer beperkte
mate in staat bent te lopen in het
kader van de basisbehoefte om
zich in uw eigen woning te ver-
plaatsen.
Wanneer u de behoefte hebt om
de woning te verlaten en een
korte wandeling in de frisse lucht
te maken of om de gewoonlijk in
de buurt van de woning liggende
plaatsen te bereiken om uw dage-
lijkse boodschappen te doen.
SpecIfIcATIeS
De elektrische rolstoel is een milieu-
vriendelijke elektrische voertuig. Hij
is speciaal ontworpen om de bewe-
gingsvrijheid bij lichamelijke beper-
kingen door gezondheids- of ouder-
domsproblemen te vergroten.
Het model is ingedeeld in de klas-
se B in overeenstemming met de
norm EN12184.
MOdeLLeN
Deze bedieningshandleiding is geldig
voor de volgende modellen:
Model 1.610
Model 1.611
Model 1.612
LeVeRING
Alle producten worden in de fabriek
op fouten gecontroleerd en verpakt
in speciale dozen.
.Aanwijzing:
U wordt verzocht het voertuig di-
rect bij aflevering te controleren
op eventuele transportschade,
liefst in het bijzijn van de persoon
die levert.
.Aanwijzing:
De verpakking van de rolstoel
dient voor een eventuele retour-
zending bewaard te worden.
8
TOEPASSING
De elektrische rolstoel dient met ge-
monteerde beensteunen en armleu-
ningen uitsluitend voor het transport
van een zittend persoon. Andere trek-
of transportlasten voldoen niet aan
het beoogde gebruik.
Dit model is een elektrische rolstoel
voor binnen en buiten op een stevige,
vlakke ondergrond.
De elektrische rolstoel biedt veelzijdi-
ge aanpassingsmogelijkheden aan de
individuele lichaamsmaten.
Voordat de rolstoel voor de eerste
keer wordt gebruikt, dient de rolstoel
door de dealer ingesteld te worden.
Daarbij wordt met de rijervaring, de
lichamelijke beperkingen van de ge-
bruiker en de voornamelijke toepas-
singsomgeving van de rolstoel reke-
ning gehouden.
!
Let op:
Aanpassings- of instelwerkzaam-
heden altijd door een dealer laten
uitvoeren.
AANPASSING
De dealer levert uw elektrische rol-
stoel klaar voor gebruik, met inacht-
neming van alle relevante veiligheids-
voorschriften en aangepast aan uw
persoonlijke behoeftes.
Aanwijzing:
Wij raden aan de verstellingen van
de rolstoel regelmatig te contro-
leren om op de lange termijn een
optimale verpleging te garande-
ren, ook bij veranderingen van het
ziektebeeld of de handicap van de
gebruiker. In het bijzonder bij kin-
deren en jongeren wordt aangera-
den de rolstoel om de 6 maanden
aan te passen.
We adviseren regelmatig door een
arts te laten onderzoeken of u vei-
lig kunt deelnemen aan het weg-
verkeer.
Achteraf uitgevoerde verstellingen
mogen uitsluitend worden uitge-
voerd door de dealer!
9
LeVeNSduuR
We gaan bij dit product uit van een
te verwachte gemiddelde productle-
vensduur van 5 jaar, voor zover het
product wordt gebruikt volgens be-
stemming en alle onderhouds- en ser-
viceaanwijzingen worden gevolgd.
De levensduur van uw product is af-
hankelijk van zowel de gebruiksfre-
quentie, de omgeving waarin het
wordt gebruikt en het onderhoud.
Door het gebruik van reserveonder-
delen kan de levensduur van het
product worden verlengd. Reserve-
onderdelen zijn in de regel tot 5 jaar
na beëindiging van de productie nog
verkrijgbaar.
De aangegeven levensduur vormt
geen extra garantie.
1 2
3
4
10
15
14 13
6
9
5
8 7
12
11
10
OVERZICHT
Model: 1.610
Het overzicht toont de belangrijkste
onderdelen en bedieningsmogelijk-
heden van de elektrische rolstoel.
Positie Benaming
1 Rugleuning
2 Armleuning
3 Zitkussen
4 Beensteun
5 Kuitband
6 Voetplaat
7 Zwenkwiel
8 Aandrijfwiel
9 Duwbeugel
10 Bedieningsmodule
11 Verlichting voor
12 Omschakelhendel rij-/duw-
stand
13 Anti-kiepwiel
14 Accubak
15 Verlichting achter
1 2 3
4
10
16
14 13
6
9
5
8 7
12
11
15
12
Model: 1.612
Het overzicht toont de belangrijkste
onderdelen en bedieningsmogelijk-
heden van de elektrische rolstoel.
Positie Benaming
1 Rugleuning
2 Armleuning
3 Zitkussen
4 Beensteun
5 Kuitplaat
6 Voetplaat
7 Zwenkwiel
8 Aandrijfwiel
9 Duwbeugel
10 Bedieningsmodule
11 Verlichting voor
12 Omschakelhendel rij-/duw-
stand
13 Anti-kiepwiel
14 Accubak
15 Verlichting achter
16 Bagagedrager
1
2
15
Rijden/vrijloop
!
. Let.op:
De elektrische rolstoel alleen in
stilstand voor rangeren of in nood-
gevallen, maar niet op aflopende
trajecten/hellingen, op Vrijloop
schakelen of schuiven.
In duwstand zijn de elektromagne-
tische remmen uitgeschakeld.
De elektrische rolstoel kan dan
door het omschakelen naar de rij-
stand worden afgeremd.
Voor het rangeren van de elektri-
sche rolstoel het schuifhandvat van
de rugleuning beetpakken.
Naar.vrijloop.schakelen
1. De bedieningsmodule uitschake-
len, anders wordt het duwen be-
moeilijkt.
Daarvoor de handleiding < Be-
dieningsmodule > in acht ne-
men.
2. De remmen lossen [1].
Daarvoor het hoofdstuk < Rem-
men lossen > in acht nemen.
De elektrische rolstoel kan nu ge-
duwd worden.
Naar.rijstand.schakelen
1. De remmen vastzetten [2].
Daarvoor het hoofdstuk < Vast-
zetten van de remmen > in acht
nemen.
2. Bedieningsmodule inschakelen.
Daarvoor de handleiding < Be-
dieningsmodule > in acht ne-
men.
De elektrische rolstoel is nu rijklaar.
4
3
17
3. De positie van de bedienings-
module controleren
De positie van de bedieningsmodule
moet zo worden ingesteld, dat de
elektrische rolstoel comfortabel en
veilig bestuurd kan worden.
Afstand tot de armsteun instellen:
De afstand van de bedieningsmodule
tot de armsteun kan na het losdraaien
van de klemschroef (3) ingesteld wor-
den.
!
Let op:
De klemschroef na de instelling
weer vastdraaien.
Hiervoor het hoofdstuk < Plaatsen
van de bedieningsmodule > in acht
nemen.
Hoogteinstelling:
Hiervoor het hoofdstuk < Plaatsen
van de bedieningsmodule > in acht
nemen.
4. Bedieningsmodule inschakelen
AAN/UIT toets (4) op het bedienings-
paneel van de bedieningsmodule in-
drukken.
Daarvoor de handleiding < Bedie-
ningsmodule > in acht nemen.
2
1
18
Controles voorafgaande
aan het gebruik
Voor aanvang van de rit moet het vol-
gende te worden gecontroleerd:
de acculaadtoestand,
de ingestelde voorselectie van de
vooraf selecteerbare maximale
snelheid.
Daarvoor telkens de handleiding
< Bedieningsmodule > in acht ne-
men.
Opladen van de accu
Voor de acculaadprocedure de
handleiding van de acculader in
acht nemen.
1. De elektrische rolstoel vergrende-
len.
Daarvoor het hoofdstuk < Elek-
trische rolstoel vergrendelen >
in acht nemen.
2. De stekker van de lader in de accu-
laadbus van de bedieningsmodule
steken (1).
!
Let op:
Geen andere voorwerpen dan de
laadstekker in het laadcontact ste-
ken.
– Gevaar van kortsluiting!
3. De acculader inschakelen resp. de
stekker van de acculader in een
overeenkomstig stopcontact ste-
ken.
– Het laden begint.
De laadprocedure loopt alleen met
intacte accu-/hoofdzekering (2)!
4. Wanneer de laadcyclus voltooid de
stekker van de acculader uit het
stopcontact halen en de laadstek-
ker uit het laadcontact van de accu
halen.
2
1
34
19
Het positioneren van de
bedieningsmodule
Functiebeschrijving
Een gedetailleerde beschrijving van
de drukknoppen en symbolen vindt
u in de bedieningshandleiding van de
< Bedieningsmodule >.
De positie van de bedieningsmodule
kan aan de individuele maten van de
gebruiker aangepast worden. Tijdens
vervoer of voor het stallen kan de be-
dieningsmodule ook verwijderd wor-
den en weggelegd of op de zitting
gelegd worden.
!
Let op:
Voor het instellen/verwijderen
eerst de bedieningsmodule uit-
schakelen.
Afstand tot de armsteun instellen
Om de afstand in te stellen de klem-
schroef (1) losdraaien. Vervolgens de
bedieningsmodule in de gewenste
positie schuiven. De kabel daarbij
voorzichtig begeleiden en de klem-
schroef (1) weer goed vast draaien.
Bedieningsmodule wegnemen
Om de bedieningsmodule weg te ne-
men de klemschroef (1) losdraaien en
de steekverbinding (2) scheiden (4).
Daarbij niet aan de kabels trekken.
Vervolgens de bedieningsmodule
naar voren uit de armleuningbuis
trekken.
Bedieningsmodule insteken
Voor het rijden de bedieningsmodule
van voren in de armleuningbuis ste-
ken [3] en de afstand tot de armsteun
instellen.
Daarvoor het hoofdstuk < Afstand
tot de armsteun instellen > in acht
nemen.
Vervolgens de gescheiden steekver-
binding (4) weer tot stand brengen
(2).
De werking van de bedieningsmo-
dule controleren.
1
3
5
4
2
22
Ondersteel.van.de.beens-
teun
Om in- of uit te stappen moeten de
voetplaten resp. moet de voetenplank
omhoog worden geklapt [1].
Op plaatsen met beknellingsge-
vaar letten!
Beide voeten van de voetplaten
nemen.
De kuitband (2), indien aanwezig,
wegnemen.
Daartoe het hoofdstuk < Kuit-
band > in acht nemen.
.Aanwijzing:
Voor aanvang van de rit moeten
de voetplaten resp. moet de voe-
tenplank weer naar beneden wor-
den geklapt [3] en moet de kuit-
band aangebracht worden.
Voetplaten
De voetplaten kunnen naar buiten
toe omhoog [1] en naar binnen toe
omlaag worden geklapt [3].
Voetenplank
Voor het afzwenken en afnemen van
het bovenste deel van de beensteu-
nen moet de voetenplank omhoog
worden geklapt.
Het.omhoog.klappen.van.de.voe-
tenplank
Voor het omhoogklappen van de voe-
tenplank de losse voetenplankkant (4)
tot de aanslag naar boven klappen.
Voetenplank. naar. beneden. klap-
pen
Voor het naar beneden klappen van
de voetenplank de losse voetenplank-
kant tot de aanslag naar beneden op
de voetenplankhouder klappen [5].
1
2
3
3
23
Bovendeel.van.de.beensteu-
nen
Het bovenste deel van de beensteun
waarin het onderste deel is ingesto-
ken wordt de beensteun genoemd.
Wegdraaien.van.de.beensteunen.
Om eenvoudig in of uit de elektrische
rolstoel te kunnen verplaatsen of om
dichtbij een kast, bed of het bad te
kunnen rijden, kunnen de beensteu-
nen naar binnen/ buiten wegzwen-
ken [1] en [2].
.Aanwijzing:
Voor het afzwenken van de beens-
teunen de kuitband wegnemen.
Daartoe het hoofdstuk < Kuit-
band > in acht nemen.
!
. Let.op:
Weggeklapte beensteunen zijn
niet meer vergrendeld en komen
gemakkelijk los. Hierop bij verdere
handelingen (bijv. transport) let-
ten.
Voor het afzwenken van de beens-
teunen, die voetplaten resp. de
voetenplank omhoogklappen.
Daarvoor hoofdstuk < Onderste
deel beensteunen > in acht ne-
men.
Vervolgens de betreffende hen-
del voor de vergrendeling (3) naar
achteren trekken of indrukken en
de overeenkomstige beensteun af-
zwenken.
1
24
Indraaien.van.de.beensteunen
Voor inzwenken de beensteunen tot
het hoorbare vergrendelen van de ar-
rêtering naar voren zwenken [1].
.Aanwijzing:
Nadat de beensteunen hoorbaar
zijn ingedraaid, moet worden ge-
controleerd of deze goed vastzit-
ten en vergrendeld zijn.
Vervolgens het hoofdstuk < On-
derste deel van de beensteun > le-
zen.
1
2
3
25
Verwijderen.van.de.beensteunen
Om gemakkelijk in en uit de elek-
trische rolstoel te stappen en om de
lengte van de rolstoel te beperken
(belangrijk bij transport) kunnen de
beensteunen verwijderd worden [1].
.Aanwijzing:
Voor het afzwenken van de beens-
teunen de kuitband wegnemen.
Daartoe het hoofdstuk < Kuit-
band > in acht nemen.
Om weg te nemen de beensteu-
nen eerst afzwenken en dan naar
boven wegnemen [1].
Daarvoor het hoofdstuk < Weg-
draaien van de beensteunen >
in acht nemen.
Let op voor eventueel beknellings-
gevaar!
Terugplaatsen. van. de. beensteu-
nen
Voor inhangen de beensteunen
zijdelings afgezwenkt, parallel aan
de voorste framebuis aandrukken
en naar beneden inhangen [2].
Hierbij dient de houderpen in de
framebuis te glijden.
.Aanwijzing:
Na het plaatsen van de beensteu-
nen moeten deze worden inge-
draaid [3].
Daarvoor het hoofdstuk < In-
draaien van de beensteunen >
in acht nemen.
2
1
3
28
Elektrisch in hoogte verstelbare
beensteun wegnemen
Voor het wegnemen van de beens-
teun eerst de hendel voor de vergren-
deling (1) afhankelijk van de uitvoe-
ring naar achter trekken of indrukken
resp. naar boven of beneden omslaan.
Vervolgens de beensteunen naar de
zijkant wegzwenken en naar boven
toe eraf nemen [2].
Daarvoor het hoofdstuk < Weg-
draaien van de beensteunen > in
acht nemen.
!
Let op:
Bij weggenomen elektrisch in
hoogte verstelbare beensteunen
moet het elektrische contact (3)
evt. (bijv. bij langere opslag) tegen
vocht, nattigheid alsmede stof en
vuil worden beschermd!
Mogelijke functiestoring van de
elektrische verstelling.
De optionele afdekkap kan bijv.
als bescherming dienen.
1
29
Inhangen. van. de. elektrisch. in.
hoogte.verstelbare.beensteun
.Aanwijzing:
Na het plaatsen van de beensteu-
nen moeten deze worden inge-
draaid.
Daarvoor het hoofdstuk < Indraai-
en van de beensteunen > in acht
nemen.
De naar de zijkant gedraaide
beensteunen, parallel aan de
framebuis aan de voorzijde druk-
ken en naar onderen erin hangen.
– Hierbij dient de houderpen in de
framebuis (1) te glijden.
Werking van de elektrisch in hoog-
te verstelbare beensteun testen!
1
2
4
3
5
34
Elektrisch verstelbare rug-
leuning
De rugleuning [1] kan elektrisch wor-
den versteld.
Aanwijzing:
Neem daarvoor de bedienings-
handleiding van de < Bedienings-
module > in acht.
!
Let op:
Verstel de rugleuning alleen als
de elektrische rolstoel op een ho-
rizontaal vlak staat. Op hellingen
bestaat kiepgevaar!
Elektrisch verstelbare rugleuning
omklappen
Voor het omklappen van de elektrisch
verstelbare rugleuning [2] eerst de
vergrendelingsbeugel (3) openklap-
pen, dan de steekbout (4) verwijde-
ren.
Daarbij de rugleuning en de motor
met één hand op de duwbeugel in
positie houden.
Aansluitend de motor op de onderste
steun plaatsen en de rugleuning naar
voor klappen [2].
De steekbout (4) weer plaatsen om
deze niet te verliezen.
Het rechtopzetten van de rug-
steun
Na het rechtopzetten van de rugleu-
ning [1] de steekbout (4) verwijderen,
de motor opheffen en ophangen. Dan
de steekbout (4) weer insteken en de
vergrendelingsbeugel dichtklappen
[5].
Na het opzetten van de rugleuning
en plaatsen van de steekbout moet
de vergrendeling worden gecon-
troleerd.
Voor een onberispelijke werking
dient de bout goed schoon gehou-
den te worden.
46
WANNEER WAT OPMERKING
Om de 6-8 weken
(afhankelijk van rij-
afstand)
Wielbevestigingen
Controleren of de
wielmoeren goed
vastzitten
Zelf of met behulp van be-
geleider uitvoeren.
Losgeraakte wielmoeren
of -bouten vastdraaien
en na 10 bedrijfsuren of
50 km bijdraaien.
Indien nodig een vak-
werkplaats opzoeken.
Om de 2 maan-
den
(afhankelijk van rij-
afstand)
Bandenprofiel con-
troleren
Minimaal profiel = 1
mm
Visuele controle zelf of
met begeleider uitvoeren.
Bij een versleten banden-
profiel of een beschadi-
ging van de band, contact
opnemen met een vak-
werkplaats voor de repa-
ratie.
Om de 6 maan-
den
(volgens gebruik)
Controleer
– Reinheid.
– Algemene toestand.
Zie < Onderhoud > in het
document < Veiligheids-
en algemene aanwijzin-
gen voor gebruik van
elektrische voertuigen >.
Zelf of met behulp van be-
geleider uitvoeren.
Aanbeveling van de
fabrikant:
Om de 12 maan-
den
(volgens gebruik)
Inspectiewerkzaam-
heden
Voertuig
Lader
Door geautoriseerde dea-
ler laten uitvoeren.


Produktspezifikationen

Marke: Meyra
Kategorie: Rollstuhl
Modell: 1.610

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Meyra 1.610 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung Rollstuhl Meyra

Bedienungsanleitung Rollstuhl

Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-