Liebherr GNP 2756-23 Bedienungsanleitung

Liebherr Gefrierschrank GNP 2756-23

Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Liebherr GNP 2756-23 (14 Seiten) in der Kategorie Gefrierschrank. Dieser Bedienungsanleitung war für 16 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/14
Gebruiksaanwijzing
Vrieskast
20190717 7085668 - 01
GN/GNP
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Overzicht van apparaat en uitrusting........................ 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Productgegevens..................................................... 3
1.5 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.6 Energie sparen......................................................... 3
1.7 Isolatieplaat.............................................................. 3
1.8 HomeDialog............................................................. 4
1.9 SmartGrid................................................................. 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 5
3.1 Bedienings- en controlepaneel................................. 5
3.2 Temperatuurweergave.............................................. 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat transporteren............................................ 5
4.2 Apparaat opstellen................................................... 6
4.3 Draairichting deur veranderen.................................. 6
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 8
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 8
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 8
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 8
5 Bediening................................................................ 9
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay.................... 9
5.2 Kinderbeveiliging...................................................... 9
5.3 Deuralarm................................................................. 9
5.4 Temperatuuralarm.................................................... 9
5.5 Levensmiddelen invriezen........................................ 9
5.6 Levensmiddelen ontdooien...................................... 10
5.7 Temperatuur instellen............................................... 10
5.8 SuperFrost................................................................ 10
5.9 Laden....................................................................... 10
5.10 Plateaus................................................................... 10
5.11 VarioSpace............................................................... 10
5.12 Info-systeem............................................................. 11
5.13 Kruiden- en bessenlade........................................... 11
5.14 Koelaccu.................................................................. 11
6 Onderhoud.............................................................. 11
6.1 Ontdooien met NoFrost............................................ 11
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 11
6.3 Binnenverlichting vervangen.................................... 11
6.4 Technische Dienst.................................................... 12
7 Storingen................................................................ 12
8 Uitzetten.................................................................. 13
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 13
8.2 Buiten werking stellen............................................... 13
9 Apparaat afdanken................................................ 13
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Overzicht van apparaat en uitrus-
ting
Aanwijzing
uPlateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Transportgreep achter Typeplaatje(7)
(2) Bedienings- en contro-
lepaneel
(8) Lades
(3) LED-binnenverlichting Info-systeem(9)
(4) NoFrost installatie VarioSpace(10)
(5) Kruiden- en bessenvak Stelvoeten, transport-(11)
grepen voor, transport-
wieltjes achter
(6) Koudeaccu
1.2 Toepassingsgebied van het appa-
raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoudelijke
of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt bijv.
het gebruik
-in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed-
plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk-
bare, overeenkomstig de Europese richtlijn
2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten
grondslag liggende stoffen en producten
-Gebruik buiten bij zeer hoge luchtvochtigheid.
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat-
klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen,
worden gebruikt. De voor uw apparaat betref-
fende klimaatklasse staat op het typeplaatje
vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar-
borgen, moet de aangegeven omgevingstem-
peratuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen
SN, N t/m 32 °C
ST t/m 38 °C
T t/m 43 °C
Een probleemloze werking van het apparaat is
gewaarborgd tot een omgevingstemperatuur
van 5 °C.
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het
apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoor-
schriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU,
2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
1.4 Productgegevens
De productgegevens zijn conform de richtlijn van de (EU)
2017/1369 bij het apparaat gevoegd. Het volledige productge-
gevensblad kunt op de website van Liebherr in het download-
bereik downloaden.
1.5 Opstelafmetingen
Fig. 2
Model Apparaathoogte H (mm)
GN 19.., GNP 19.. 1250
GN 23.., GNP 23.. 1447
GN 27.., GNP 27.. 1644
GN 30.., GNP 30.. 1841
x Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm (zie 4.2) groter.
1.6 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
ningen resp. -roosters niet af.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van
25° C kan het energieverbruik veranderen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertemperatuur
laten afkoelen.
Stof verhoogt het energieverbruik:
-De koelmachine met warmtewisselaar -
metalen roosters aan de achterkant van
het apparaat - eenmaal jaarlijks
afstoffen.
1.7 Isolatieplaat
De isolatieplaat, waarmee u slechts een gedeelte van het
apparaat gebruikt, is apart te verkrijgen bij de vakhandelaar.
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Wanneer u niet veel levensmiddelen in de
vrieskast heeft, kunt u met behulp van de
isolatieplaat het energieverbruik tot 50%
verlagen. Afhankelijk van het model,
kunnen er tot 5 schuilfaden worden uitge-
schakeld. Om te koelen zijn minstens 3
schuifladen nodig. Meer informatie vindt u
op de bijsluiter van de isolatieplaat.
1.8 HomeDialog
Afhankelijk van model en uitrusting kunnen met
het HomeDialog System meerdere Liebherr-
apparaten (b.v. in de kelder) aan een hoofdap-
paraat (b.v. in de keuken) worden gekoppeld en
vanuit deze worden bediend. Nadere informatie
over de voordelen, voorwaarden en het functie-
principe vindt u op internet onder www.
liebherr.com.
1.9 SmartGrid
Afhankelijk van model en uitvoering is uw
apparaat voorbereid voor de toekomsttech-
nologie "SmartGrid".
SmartGrid is een toekomstige mogelijkheid om de individuele
energiekosten via een intelligente elektriciteitsmeter van de
energieleverancier te laten dalen. Bij de aanwezigheid van
energieoverschotten, bijvoorbeeld door de toevoer van regene-
ratieve energie, worden huishoudens voorzien van voordelige
stroom. Diepvrieskasten met SmartGrid-ready zijn nu reeds
voorbereid voor deze toekomsttechnologie. Met een daarvoor
benodigde extra module zullen de apparaten in staat zijn om de
energiekosten te optimaliseren.
Meer informatie over de voordelen, voorwaarden en werkwijze
vindt u op internet op de homepage van uw energieleverancier
en op www.liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede door
personen met verminderde psychische,
sensorische of mentale bekwaamheden of
een gebrek aan ervaring en kennis worden
gebruikt onder toezicht van een derde of met
betrekking tot het veilige gebruik van het
apparaat zijn onderwezen en de gevaren
kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen. De reiniging en het
onderhoud mag niet door kinderen zonder
toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8
jaar mogen het apparaat inladen en uitladen.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt
van het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat en
het vervangen van de netaansluiting mag
alleen worden uitgevoerd door de klantenser-
vice of ander vakpersoneel dat hiervoor is
opgeleid.
-Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
-Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eige-
naar door.
-Speciale lampen zoals LED-lampen in het
apparaat dienen voor de verlichting van de
binnenruimte van het apparaat en zijn niet
geschikt voor de verlichting van de ruimte.
Brandgevaar:
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op het
typeplaatje) is milieuvriendelijk maar brand-
baar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Gebruik binnen in het apparaat nooit open
vuur of ontstekingsbronnen.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreinigers,
verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of
ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwij-
deren. Vertrek goed ventileren. Informeer
de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
-Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
-Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre-
dende alcohol kan door elektrische compo-
nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
-Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer
nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-Langdurig huidcontact met koude opper-
vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid-
delen vermijden of veiligheidsmaatregelen
treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kachel-
tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-
pray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge-
klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in
de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in
de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing
is alleen voor het recyclingproces van belang.
In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op de
achterkant van het apparaat zijn aange-
bracht. Deze heeft betrekking op de schuim-
panelen in de deur en/of de behuizing. Deze
aanwijzing is alleen voor het recyclingproces
van belang. De sticker niet verwijderen.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICH
TIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controlepaneel
Fig. 3
(1) (7)Insteltoets Up Toets On/Off
(2) (8)Insteltoets Down Toets SuperFrost
(3) (9)Symbool menu Toets alarm
(4) (10)Symbool alarm Symbool stroomuitval
(5) (11)Symbool SuperFrost Symbool kinderbeveiliging
(6) Temperatuurdisplay Symbool HomeDialog(12)
3.2 Temperatuurweergave
In de normale modus worden:
-de warmste vriestemperatuur
De temperatuurweergave knippert:
-de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
In de weergave knipperen strepen:
-de vriestemperatuur is boven de 0 °C.
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie 7) .
-F0
F0
F0
F0F0 F9
F9
F9
F9F9 tot
-Het symbool stroomuitval knippert.
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
uHet apparaat verpakt transporteren.
uHet apparaat rechtop transporteren.
uHet apparaat niet alleen transporteren.
Bedienings- en controle-elementen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
4.2 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
uHet apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
uApparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
uStopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa-
raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar brandbaar.
Koelmiddel dat ontsnapt kan ontbranden.
uDe buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
uPlaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-
openingen!
uDe ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
uhet apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
Aanwijzing
Worden meerdere apparaten naast elkaar geplaatst, moet een
afstand van 100 mm tussen de apparaten worden gelaten.
Wordt deze afstand niet aangehouden, vormt zich condens-
water tussen de zijwanden van de apparaten.
Fig. 4
qBij schade aan het apparaat onmiddellijk vóór het aansluiten
contact met de leverancier opnemen.
qDe vloer op de standplaats moet horizontaal en vlak zijn.
qPlaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
qEen optimale standplaats is een droge en goed geventi-
leerde ruimte.
qHet apparaat met de achterkant en het gebruik van de
meegeleverde wandafstandhouders (zie onder) altijd direct
tegen de wand plaatsen.
qHet apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verplaatst.
qDe ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
hebben als de omgeven bodem.
qHet apparaat niet zonder hulp plaatsen.
qDes te meer koelmiddel in het apparaat aanwezig is, des te
groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimten kan bij een lek een brandbaar gas-lucht-
mengsel ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de ruimte mini-
maal 1 m3 groot zijn. Gegevens over het gebruikte koel-
middel staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
uHaal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge-
luiden ontstaan!
uVerwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt
bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij
sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaat-
diepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder
gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft
een iets hoger energieverbruik.
uBij een apparaat met meegele-
verde wandafstandhouders deze
wandafstandhouders links en
rechts boven aan de achterkant
van het apparaat monteren.
uVoer de verpakking af (zie 4.5) .
uStel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
Aanwijzing
uApparaat reinigen (zie 6.2) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
uZorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
ruimte.
4.3 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
qTorx 25
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
qTorx 15
qSchroevendraaier
qmeegeleverde steeksleutel
qeventueel een tweede persoon voor de montage
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
uDeur goed vasthouden.
uDeur voorzichtig neerzetten.
uRechts onder aan de lagerbus de
borgschroef
Fig. 5 (1)
uitdraaien.
uDeur openen.
uDeur aan de greepzijde en onder-
kant vastpakken en optillen.
wDe lagerbout
Fig. 5 (21)
komt uit
de lagerbus
Fig. 6 (2)
los.
uIndien de lagerbout
Fig. 5 (21)
niet kan worden losgedraaid, de
bout van onderaf naar buiten
drukken.
Fig. 5
uDeur aan de onderkant uitdraaien en loshalen.
Fig. 6
uLagerbus
Fig. 6 (2)
losschroeven.
uLagerdeel
Fig. 6 (3)
losschroeven en in het tegenoverlig-
gende opnamegat van de lagerbus omzetten en weer vast-
schroeven.
uStop
Fig. 6 (4)
uit de lagerbus verwijderen en in de tegen-
overliggende opening van de lagerbus omzetten.
uAfdekking
Fig. 6 (5)
aan kant van de greep voorzichtig
wegnemen.
uSchroef
Fig. 6 (6)
uitdraaien en aan de andere kant weer
indraaien.
uAfdekking
Fig. 6 (5)
weer terugplaatsen.
uLagerbus
Fig. 6 (2)
aan de nieuwe scharnierzijde evt. met
behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met
4 Nm) vastschroeven.
Fig. 7
uAan de bovenkant afdekking
Fig. 7 (7)
en afdekking
Fig. 7 (8)
met een schroevendraaier losklikken en schuin
naar beneden verwijderen.
uLagerbout
Fig. 7 (9)
uitdraaien en aan de andere kant goed
(min. 4 Nm) vastschroeven.
uAfdekking
Fig. 7 (7)
aan de kant van de lagerbout weer
aanbrengen: achteraan inzetten, vooraan vastklikken.
uAfdekking
Fig. 7 (8)
op de tegenoverliggende kant
monteren: achteraan inzetten, vooraan vastklikken.
Fig. 8
uTil de stop
Fig. 8 (12)
uit de deurlagerbus en plaats hem om.
uMonteer deurgreep, stop
Fig. 8 (10)
en drukplaten
Fig. 8 (11)
af en monteer ze aan de tegenoverliggende kant.
uLet er bij het monteren van de drukplaten op, dat deze goed
vastklikken.
uVeerklem
Fig. 9 (20)
verplaatsen: Sluitnok
omlaag drukken, veerklem
eroverheen en eraf
trekken.
uVeerklem aan de nieuwe
scharnierkant weer erin
schuiven totdat hij inklikt.
uLagerbout
Fig. 9 (21)
uit de
deurbus nemen en samen
met het plaatje aan de
tegenoverliggende kant
aanbrengen. De sluitnok
moet naar de binnenkant
van de deur wijzen, de kerf
naar de buitenkant.
Fig. 9
uDeur boven in de lagerbout
Fig. 7 (9)
hangen.
uDeur aan de onderkant vastzetten en de lagerbout
Fig. 9 (21)
in de lagerbus aanbrengen. Evt. de lagerbout
draaien om deze te laten vastklikken.
uBorgschroef
Fig. 5 (1)
onder in de lagerbout draaien en vast-
schroeven .(met 4 Nm)
uDe deur eventueel via de beide langsgaten in de lagerbus
ten opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe middelste schroef
uitdraaien.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
uDe lagerbussen/lagerbouten goed (met 4 Nm) vast-
schroeven.
uAlle schroeven controleren en evt. aandraaien.
4.4 Inbouw in het keukenblok
Fig. 10
(1) (3)Opbouwkast Keukenkast
(2) (4)Apparaat Wand
x Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) .
Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat
Fig. 10 (2)
aan de hoogte van het keukenblok aan te
passen, kan boven het apparaat een opzetkast
Fig. 10 (1)
worden aangebracht.
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan
het apparaat direct naast de keukenkast
Fig. 10 (3)
worden
geplaatst. Het apparaat steekt aan de zijkant 34 mm x en in het
midden 50 mm x uit ten opzichte van het keukenkastfront.
LET OP
Risico op beschadiging door oververhitting als gevolg van
onvoldoende ventilatie!
Bij te weinig ventilatie kan de compressor worden beschadigd.
uLet op voldoende ventilatie.
uNeem de ventilatie-eisen in acht.
Ventilatie-eisen:
-Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
-De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet minimaal
300 cm2 bedragen.
-Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 10 (4)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
uKinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-Golfkarton/karton
-Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-Folies en zakken uit polyetheen
-Spanbanden uit polypropeen
-Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen*
uBreng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
uGeen omvormer gebruiken.
uGeen energiespaarstekker gebruiken.
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brandgevaar.
uGeen verlengkabel gebruiken.
uGeen verdeeldozen gebruiken.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje
(zie 1) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en
een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van
de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de
stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan
worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat
bevinden.
uElektrische aansluiting controleren.
uSteek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
uDiepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
leggen.
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading inschakelen.
uToets On/Off
Fig. 3 (7)
indrukken.
wHet temperatuurdisplay en het symbool Alarm knipperen tot
de temperatuur voldoende koud is. Als de temperatuur
boven 0 °C ligt knipperen streepjes, is de temperatuur lager,
knippert de huidige temperatuur.
wDe binnenverlichting brandt wanneer de deur open is.
In gebruik nemen
8 * afhankelijk van model en uitvoering
wOm de binnenruimte bij eerste ingebruikname zo snel moge-
lijk te laten afkoelen, werkt het apparaat op maximaal
vermogen, wat inhoudt, dat de compressor op een hoog
toerental werkt. Daarom zijn de geluiden in eerste instantie
iets luider. Daarna werkt het apparaat in de energiebespa-
rende normale modus aanzienlijk zachter verder.
wWanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen
met de Technische Dienst.
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdis-
play
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen
aan het omgevingslicht.
5.1.1 Helderheid instellen
De helderheid is instelbaar tussen (geen verlichting) en
h0
h0
h0
h0h0 h5
h5
h5
h5h5
(maximale lichtsterkte).
uInstelmodus activeren: druk gedurende ca. 6 sec. op de
toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
.
wOp het display wordt aangegeven.
c
c
c
cc
wHet symbool Menu
Fig. 3 (3)
licht op.
uMet insteltoets Up
Fig. 3 (1)
of insteltoets Down
Fig. 3 (2)
h
h
h
hh
kiezen.
uBevestigen: toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
even indrukken.
uDisplay lichter instellen: insteltoets Up
Fig. 3 (1)
indrukken.
uDisplay donkerder instellen: insteltoets Down
Fig. 3 (2)
indrukken.
uBevestigen: toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
indrukken.
wDe helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
uInstelmodus deactiveren: toets On/Off
Fig. 3 (7)
indrukken.
-of-
u5 min. wachten.
wOp het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
aangegeven.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen
bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha-
kelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging instellen
uInstelmodus activeren: druk gedurende ca. 6 sec. op de
toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
.
wOp de display knippert .
c
c
c
cc
wHet symbool Menu
Fig. 3 (3)
is verlicht.
uDruk kort op de toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
om te bevestigen.
Als in de display c1
c1
c1
c1c1 wordt aangegeven:
uom de kinderbeveiliging in te schakelen, drukt u kort
op de toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
.
wHet symbool kinderbeveiliging
Fig. 3 (11)
brandt. Op de
display knippert .
c
c
c
cc
Als in de display wordt aangegeven:
c0
c0
c0
c0c0
uom de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op de
toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
.
wHet symbool Kinderbeveiliging
Fig. 3 (11)
dooft. Op de
display knippert .
c
c
c
cc
uInstelmodus deactiveren: toets On/Off
Fig. 3 (7)
indrukken.
-of-
u5 min. wachten.
wOp de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
weergegeven.
5.3 Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur
wordt gesloten.
5.3.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha-
keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
uToets Alarm
Fig. 3 (9)
indrukken.
wHet akoestisch alarm gaat uit.
5.4 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is,
gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en
het symbool Alarm
Fig. 3 (4)
.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
-warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
gelegd
-bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd.
-de stroom is langer uitgevallen
-het apparaat is defect
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 3 (4)
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met knip-
peren, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is.
Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie 7) .
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens-
middelen bederven.
uDe kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen.
5.4.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
uToets Alarm
Fig. 3 (9)
indrukken.
wHet akoestisch alarm is gedeactiveerd.
5.5 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie 1) onder „Invriesca-
paciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten
worden belast.
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten worden
belast.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit
geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
uFlessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen door en door inge-
vroren worden, dient u de volgende hoeveelheden per verpak-
king niet te overschrijden:
- Groente, fruit tot 1 kg
- Vlees tot 2,5 kg
uLevensmiddelen in diepvrieszakjes, her te gebruiken kunst-
stof, metalen of aluminium bakjes in porties verpakken.
5.6 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
uNeem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
uOntdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
5.7 Temperatuur instellen
Het apparaat is standaard ingesteld voor een normale werking.
De temperatuur is instelbaar tussen -14 °C en -28 °C, aanbe-
volen wordt -18 °C.
uTemperatuur hoger instellen: insteltoets Up
Fig. 3 (1)
indrukken, totdat de temperatuur op het display knippert.
Toets loslaten.
uTemperatuur lager instellen: insteltoets Down
Fig. 3 (2)
indrukken, totdat de temperatuur op het display knippert.
Toets loslaten.
wOp het temperatuurdisplay wordt de actuele temperatuur
weergegeven.
uTemperatuur laten verspringen in stapjes van 1 °C: toets kort
indrukken.
-of-
uTemperatuur doorlopend veranderen: toets ingedrukt
houden.
wTijdens het instellen knippert de waarde.
wCa. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
ingedrukt, wordt de daadwerkelijke temperatuur aange-
geven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe
instelling aan.
5.8 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel
tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met
maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden
van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
U kunt maximaal zoveel kilogram aan verse levensmiddelen
invriezen binnen 24 uur, zoals aangegeven op het typeplaatje
onder „vriescapaciteit ... kg/24u”. Deze maximale invriescapa-
citeit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voor-
komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
-wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
per dag
5.8.1 Met SuperFrost invriezen
uToets SuperFrost
Fig. 3 (8)
indrukken, totdat op het display
het symbool wordt weergegeven. Toets loslaten.
wDe temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
koeling.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
uCa. 6 u wachten.
uVerpakte levensmiddelen in de diepe onderste laden
leggen.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
uCa. 24 u wachten.
uOnderste diepe laden uitschuiven en de levensmiddelen
direct op de onderste plateaus leggen.
wSuperFrost schakelt automatisch uit. Naargelang hoeveel-
heid nieuwe levensmiddelen op zijn vroegst na 30 h uiterlijk
na 65 h.
wHet symbool SuperFrost
Fig. 3 (5)
gaat uit, wanneer het
invriezen is afgesloten.
uLevensmiddelen in de laden legen en deze weer inschuiven.
wHet apparaat werkt in de energiebesparende normale
modus verder.
5.9 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Bij apparaten met NoFrost:
uLaat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!
uHoud de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!
uOm de diepvriesproducten direct op de draagplateaus op te
bergen: Schuiflade naar voren trekken en eruit halen.
5.10 Plateaus
5.10.1 Plateaus verplaatsen
uPlateau uitnemen: vooraan optillen en
uittrekken.
uPlateau terugplaatsen: tot aanslag
inschuiven.
5.11 VarioSpace
U kunt naast de schuifladen ook de
draagplateaus eruit halen. Zo maakt
u plaats voor grotere levensmid-
delen zoals gevogelte, vlees, groter
wild en kunnen hoge producten van
de bakkerij volledig worden inge-
vroren en verder worden klaarge-
maakt.
uDe schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten
worden belast.
uDe plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten
worden belast.
Bediening
10 * afhankelijk van model en uitvoering
5.12 Info-systeem
Fig. 11
(1) Kant-en-klare
gerechten, ijs
(4) Vleeswaren, brood
(2) Varkensvlees, vis Wild, paddestoelen(5)
(3) Fruit, groenten Gevogelte, rund-/kalfs-(6)
vlees
De getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevroren
levensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermelde
bewaartijden zijn richtwaarden.
5.13 Kruiden- en bessenlade
Dankzij de kruiden- en bessenlade kunt u bessen, kruiden,
groenten en andere kleine diepvriesproducten invriezen zonder
dat ze aan elkaar vriezen. De diepvriesproducten behouden
hun vorm en zijn later makkelijker in porties te verdelen.
5.13.1 Het kruiden- en bessenvak gebruiken
uVerdeel de diepvriespro-
ducten losjes over het
kruiden- en bessenvak.
uLaat de diepvriesproducten 10
tot 12 uur invriezen.
uDoe de diepvriesproducten
over in diepvrieszakjes of -
bakjes.
uDiepvrieszakjes of -bakjes in een lade plaatsen.
uOm te ontdooien spreidt u de ingevroren diepvriesproducten
losjes naast elkaar uit.
5.14 Koelaccu
De koelaccu's verhinderen bij stroomuitval dat de temperatuur
te snel stijgt.
5.14.1 Koelaccu's gebruiken
uDe koelaccu's ruimtebespa-
rend in de kruiden- en vruch-
tenlade leggen.
uDe bevroren koelaccu's in het
bovenste, voorste bereik van
de vriesruimte op de diep-
vriesproducten leggen.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien met NoFrost
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
uU hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
6.2 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
uGebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
uGebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
uGeen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
uGebruik geen chemische oplosmiddelen.
uBeschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
uKabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
uLaat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
uGebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
uGebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
uApparaat uitruimen.
uTrek de stekker uit.
uUit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
uGelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauw-
warm water met allesreiniger gebruiken.
uGelakte deuroppervlakken uitsluitend met een zachte,
schone doek afvegen. Bij hardnekkig vuil een beetje water
of allesreiniger gebruiken. Naar keuze kan ook een microve-
zeldoek worden gebruikt.
uDe met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-laden
matig reinigen.
uAndere onderdelen met lauwwarm water en een beetje
afwasmiddel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
uApparaat en onderdelen droogwrijven.
uApparaat weer aansluiten en inschakelen.
uSuperFrost inschakelen (zie 5.8) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
ude levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 Binnenverlichting vervangen
In het apparaat is standaard een LED-lamp gemonteerd om de
binnenruimte te verlichten.
Bij gebruik van een gloeilamp:
qEen gloeilamp van max. 15 W en fitting E14 gebruiken.
qStroomsoort (wisselstroom) en spanning op de standplaats
moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
(zie 1) .
Bij gebruik van een LED-lamp:
qAlleen de originele LED-lamp van de fabrikant mag worden
gebruikt. De lamp kan worden aangeschaft via de service-
dienst of speciaalzaak (zie 6.4) .
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 11
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met risi-
cogroep RG 2.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
uNiet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door LED-lamp!
Bij het gebruik van andere LED-lampen bestaat oververhittings-
resp. brandgevaar.
uGebruik de originele LED van de fabrikant.
Wanneer de lamp defect is, moet deze op de volgende
wijze worden vervangen:
Fig. 12
uSchakel het apparaat uit.
uTrek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
uVervang de lamp onder het bedieningspaneel volgens de
afbeelding.
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie 7) . Mocht
dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische
Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie 6) ,
uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
uApparaataanduiding
Fig. 13 (1)
, service-nr.
Fig. 13 (2)
en serie-nr.
Fig. 13 (3)
van het
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
Fig. 13
uContact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding
Fig. 13 (1)
, service-nr.
Fig. 13 (2)
en serie-nr.
Fig. 13 (3)
mededelen.
wDit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uHet apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
wDe levensmiddelen blijven langer koel.
uTrek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
uApparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
uStekker controleren.
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
uZekering controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
uDat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperFrost is ingeschakeld.
uOm de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
uHet knipperen is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
uHet geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
uHet geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
uHet geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
uHet geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
uOplossing: (zie 1.2)
Trilgeluiden
Het apparaat staat niet vast op de vloer. Daardoor gaan
voorwerpen en meubels in de buurt van het lopende
koelaggregaat trillen.
uLijn het apparaat via de stelvoeten uit.
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: tot
F0
F0
F0
F0F0 F9
F9
F9
F9F9
Het betreft een storing.
uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 6) .
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval . Op
het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur
weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra
de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer
verder met de laatste temperatuurinstelling.
uAanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
Alarm
Fig. 3 (9)
indrukken.
Storingen
12 * afhankelijk van model en uitvoering
uDe kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid-
delen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 6) .
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
uDit is normaal.
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
uDeur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
uOplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
uAfwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie 6) .
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.
uOplossing: (zie 5.8)
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
uStel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
uVerander de standplaats van het apparaat of van de warm-
tebron.
Op het display worden streepjes ( ) weergegeven.„- -”
De vriestemperatuur is door een stroomuitval of een
stroomonderbreking boven de nul graden gestegen.
uZie ook “stroomuitval” en “
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
uApparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min. open.
uDe binnenverlichting schakelt zich bij een geopende deur
na ca. 15 min. automatisch uit.
Als de binnenverlichting niet brandt, maar de temperatuur-
weergave brandt, is de lamp (levering met LED-lamp)
defect.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met risi-
cogroep RG 2.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
uNiet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
uLampje vervangen (zie 6) .
De deurafdichting is defect of moet om andere redenen
worden vervangen.
De deurafdichting is bij enkele apparaten verwisselbaar.
Het kan zonder overig gereedschap worden verwisseld.
uNeem contact op met de Technische Dienst. (zie 6) .
Het apparaat is bevroren of er vormt zich condenswater.
De deurafdichting kan uit de sleuf zijn weggegleden.
uDe deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
sleuf.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
uToets On/Off
Fig. 3 (7)
indrukken, totdat het display donker
wordt. Toets loslaten.
wWanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
kinderbeveiliging actief (zie 5.2) .
8.2 Buiten werking stellen
uApparaat leegmaken.
uApparaat uitschakelen (zie 8) .
uNetstekker eruit halen.
uApparaat reinigen (zie 6.2) .
uLaat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
uApparaat onbruikbaar maken.
uTrek de stekker uit.
uSnijd het aansluitsnoer door.
Uitzetten
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
4202 Radinovo
Bezirk Plovdiv
Bulgarien
home.liebherr.com


Produktspezifikationen

Marke: Liebherr
Kategorie: Gefrierschrank
Modell: GNP 2756-23

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Liebherr GNP 2756-23 benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung Gefrierschrank Liebherr

Bedienungsanleitung Gefrierschrank

Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-