Casio 3173 - PRG-260 Bedienungsanleitung

Casio betrachten 3173 - PRG-260

Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für Casio 3173 - PRG-260 (11 Seiten) in der Kategorie betrachten. Dieser Bedienungsanleitung war für 2 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/11
moving time forward
Š CASIO Benelux B.V. Amstelveen - WWW.CASIO.NL
Gebruiksaanwijzing
Horloge model 3173/3246
Toepassingen
De ingebouwde sensoren van dit horloge meten windrichting, luchtdruk, tempera-
tuur en hoogte. De gemeten waarden worden afgebeeld op de display. Dankzij deze
functies is het horloge handig bij het wandelen, bergbeklimmen en andere dergelijke
buitenactiviteiten.
Waarschuwing!
• De in dit horloge ingebouwde meetfuncties zijn niet bedoeld om metingen met
professionele of industriĂŤle precisie te doen. De waarden die dit horloge produceert,
moet u slechts zien als een redelijke benadering.
• Als u gaat bergbeklimmen of andere activiteiten gaat ontplooien waarbij u in een
gevaarlijke of zelfs levensbedreigende situatie terechtkomt wanneer u de weg kwijt-
raakt, dient u altijd een tweede kompas bij zich te hebben om windrichtingmetingen
te bevestigen.
• NB: CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor eni-
gerlei schade of verlies door u of een derde partij ten gevolge van het gebruik van
dit product of een defect ervan.
Over deze handleiding
Horloge 3173 Horloge 3246
De bedieningshandelingen voor de horloges 3173 en 3246 zijn identiek. Alle afbeeldin-
gen in deze handleiding laten horloge 3173 zien.
Afhankelijk van het model van uw horloge wordt de tekst op uw display weergegeven
als donkere karakters tegen een lichte achtergrond of als lichte karakters tegen een
donkere achtergrond. Alle voorbeelden van de display in deze handleiding worden
weergegeven als donkere karakters tegen een lichte achtergrond.
De bediening van de knoppen wordt weergegeven met behulp van de letters zoals
getoond in de illustratie.
De productillustraties in deze handleiding zijn alleen bedoeld ter referentie. Het feite-
lijke product kan er dus in het echt enigszins anders uitzien dan op de illustratie.
Dingen die u moet controleren voordat u het horloge gaat
gebruiken
1. Controleer het niveau van de batterij.
2. Controleer de instellingen van de woonplaats en de zomertijd (DST).
Gebruik de procedure bij “De woonplaatsinstellingen configureren” om de instellingen
van uw woonplaats en de zomertijd te configureren.
Belangrijk!
Gegevens voor de Wereldtijdmodus en Zon-op-/Zon-onder-modus hangen af van de
juiste instellingen van de woonplaats, de tijd en de datum in de Tijdfunctiemodus. Zorg
ervoor dat u deze instellingen correct instelt.
3. De juiste tijd instellen.
Zie “De actuele tijd- en datuminstellingen configureren”.
Het horloge is nu klaar voor gebruik.
Het horloge opladen
De wijzerplaat van het horloge is een zonnecel die energie opwekt uit licht. De opge-
wekte energie laadt de ingebouwde oplaadbare batterij op, die het horloge van stroom
voorziet. De batterij wordt opgeladen wanneer het horloge aan licht wordt blootgesteld.
Handleiding voor het opladen
Wanneer u het horloge
niet draagt, leg het dan
op een plek waar het aan
licht wordt blootgesteld.
De beste oplaadprestaties
bereikt u door het horloge
bloot te stellen aan zo sterk
mogelijk licht.
Is “H” or “M” displayed for the battery power indicator?
Go to step 2.
Power is low. Charge the watch by placing it in a location
where it is exposed to light. For details, see “Charging the
Watch”.
NO YES
YES
Does any one of the following conditions exist?
• Battery power indicator shows “L” and “LOW” is displayed in the
upper left corner of the screen.
• “C” is displayed in the lower left corner of the screen.
• The face is blank.
The watch is charged
sufficiently.
For details about
charging, see
“Charging the Watch”.
NEXT
Battery power
indicator
Wordt “H” of “M” afgebeeld voor de batterijstroomindicator?
Is er sprake van een van de volgende omstandigheden?
• Debatterijstroomindicatorgeeft“L”en“LOW”wordt
afgebeeld in de linkerbovenhoek van het scherm.
• “C”wordtafgebeeldindelinkerbenedenhoekvanhet
scherm.
• Dewijzerplaatisleeg.
Het horloge is voldoende
opgeladen. Voor meer
informatie over het
opladen, zie “Het horloge
opladen”.
De batterij is bijna leeg.
Laad de batterij op door het horloge op een plek te leggen
waar het aan licht wordt blootgesteld. Voor meer informatie,
zie “Het horloge opladen”. Ga naar stap 2.
NEE
Volgende
JA
JA
batterijstroomindicator
Zorg er wanneer u het
horloge draagt voor dat de
wijzerplaat niet wordt bedekt
door de mouw van uw kle-
ding waardoor er geen licht
bij kan komen.
• Het horloge kan in slaap-
stand gaan wanneer de
wijzerplaat geheel of zelfs
gedeeltelijk wordt afge-
dekt door uw mouw.
Waarschuwing!
Wanneer u het horloge in fel licht laat opladen, kan het erg heet worden. Ga voorzichtig
met het horloge om, om brandwonden te voorkomen. Het horloge kan met name
heet worden wanneer het gedurende langere tijd wordt blootgesteld aan de volgende
omstandigheden:
• Op het dashboard van een in direct zonlicht geparkeerde auto
• Te dicht in de buurt van een gloeilamp
• In direct zonlicht
Belangrijk!
• Als het horloge erg heet wordt, kan de display van vloeibaar kristal zwart worden.
Het lcd-scherm wordt weer normaal zodra het horloge is afgekoeld.
• Zet de Energiebesparingsfunctie van het horloge aan en bewaar het op een plaats
waar het normaal aan licht wordt blootgesteld wanneer u het langere tijd niet ge-
bruikt. Dit helpt ervoor te zorgen dat de batterij niet leeg raakt.
• Als u het horloge voor een lange periode opbergt op een plaats waar geen licht
komt, of als u het zo draagt het niet aan licht wordt blootgesteld, dan kan de batterij
leeg raken. Stel het horloge zo vaak mogelijk bloot aan fel licht.
Stroomniveaus
U krijgt een beeld van het stroomniveau van uw horloge door de batterijstroomindica-
tor op de display te bekijken.
Niveau Batterijstroomindicator Functiestatus
1 (H) Alle functies ingeschakeld.
2 (M) Alle functies ingeschakeld.
3 (L)
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Verlichting, pieptoon en sensorhan-
delingen uitgeschakeld.
4 (C)
Behalve tijdfunctie en de [C]
(oplaad-)indicator, alle functies en
displayindicatoren uitgeschakeld.
5Alle functies uitgeschakeld.
• De knipperende LOW-indicator op niveau 3 (L) betekent dat het laadniveau van de
batterij zeer laag is en dat het horloge zo snel mogelijk aan fel licht moet worden
blootgesteld om op te laden.
• Op niveau 5 worden alle functies uitgeschakeld en de instellingen teruggezet op de
fabrieksinstellingen. Zodra de batterij niveau 2 (M) bereikt na teruggevallen te zijn
naar niveau 5, dient u de actuele tijd, datum en andere instellingen te configureren.
• De displayindicatoren verschijnen weer zodra de batterij is opgeladen van niveau 5
naar niveau 2 (M).
• Als u het horloge aan direct zonlicht of een andere zeer felle lichtbron wordt bloot-
gesteld, kan de batterijstroomindicator korte tijd een hoger niveau aangeven dan
het werkelijke laadniveau van de batterij. De juiste batterijstroomindicatie verschijnt
na enkele minuten.
• Als het niveau van de batterij naar 5 zakt en wanneer u de batterij laat vervangen,
keren de actuele tijd en alle andere instellingen naar hun standaardfabriekswaarden
en worden alle in het geheugen opgeslagen gegevens gewist.
Stroomherstelmodus
• Wanneer u in korte tijd verschillende handelingen uitvoert, zoals sensor-, verlich-
tings- en pieptoonhandelingen, dan kunnen alle batterijstroomindicatoren (H, M en
L) op de display gaan knipperen. Dit geeft aan dat het horloge in de Stroomherstel-
modus staat. Verlichting, alarmsignaal, waarschuwingssignaal afteltimer en sensor-
handelingen worden dan uitgeschakeld totdat de batterij zich heeft hersteld.
• De batterijstroom herstelt zich in circa 15 minuten. Op dat moment houden de bat-
terijstroomindicatoren (H, M en L) op te knipperen. Dit betekent dat de bovenge-
noemde functies weer zijn ingeschakeld.
• Als alle batterijstroomindicatoren (H, M en L) knipperen en de C-(oplaad)indicator
ook knippert, betekent dit dat het laadniveau van de batterij erg laag is. Stel het
horloge zo snel mogelijk bloot aan fel licht.
• Zelfs met het laadniveau van de batterij op niveau of 1 (H) of 2 (M) kan de sensor
van de Barometer-/thermometermodus of de Hoogtemetermodus worden uitge-
schakeld als er niet voldoende voltage aanwezig is om die functie van stroom te
voorzien. Dit wordt aangegeven door het knipperen van alle batterijstroomindicato-
ren (H, M en L).
• Wanneer alle batterijstroomindicatoren (H, M en L) vaak knipperen, betekent dat
waarschijnlijk dat het resterende laadniveau van de batterij laag is. Laat het horloge
in fel licht liggen om op te laden.
Oplaadtijden
Blootstellingsniveau
(helderheid)
DagelÄłks gebruik
*1
NiveauwÄłziging *2
Niveau 5 Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1
Zonlicht buitenshuis
(50.000 lux) 5 minuten 2 uur 12 uur 4 uur
Zonlicht door een raam
(10.000 lux) 24 minuten 5 uur 59 uur 16 uur
Daglicht door een raam
op een bewolkte dag
(5.000 lux)
48 minuten 9 uur 120 uur 32 uur
Fluorescerende
verlichting binnenshuis
(500 lux)
8 uur 95 uur - - - - - - - -
*1 De tijd die het horloge bij benadering iedere dag aan licht moet worden blootgesteld
om genoeg energie te genereren voor normaal dagelijks gebruik.
*2 De tijd (in uren) die het horloge bij benadering aan licht moet worden blootgesteld
om het stroomniveau van de batterij met ĂŠĂŠn niveau te verhogen.
• De bovengenoemde blootstellingstijden zijn alleen bedoeld ter referentie. De werke-
lijke blootstellingstijden hangen af van de lichtomstandigheden.
• Voor meer informatie over de gebruiksduur en de dagelijkse gebruiksomstandighe-
den, zie de sectie “Stroomvoorziening” van de specificaties.
Energiebesparing
De Energiebesparingsfunctie, mits ingeschakeld, zorgt ervoor dat het horloge automa-
tisch in de slaapstand gaat als het voor een bepaalde periode wordt weggelegd op een
donkere plek. De onderstaande tabel laat zien hoe de functies van het horloge worden
beĂŻnvloed door de Energiebesparingsfunctie.
• Er bestaan twee slaapstandniveaus: “displayslaap” en “functieslaap”
Verstreken tijd in het donker Display Werking
60 tot 70 minuten (displayslaap) Leeg, PS knippert Display staat uit, maar alle functies
zijn ingeschakeld.
6 tot 7 dagen (functieslaap) Leeg, PS knippert niet Alle functies zijn uitgeschakeld, maar
de tijdfunctie werkt nog.
• Het horloge gaat niet in de slaapstand tussen 6.00 en 21.59 uur. Als het horloge
zich al in de slaapstand bevindt als het 6.00 uur wordt, blijft het in de slaapstand
staan.
• Het horloge gaat niet in de slaapstand zolang het in Stopwatchmodus of Afteltimer-
modus staat.
Terugkeren uit de slaapstand
Verplaats het horloge naar een goed verlicht gebied, druk op een willekeurige knop, of
draai het horloge in een hoek naar uw gezicht om het af te kunnen lezen.
Battery power
indicator
Batterijstroom-
indicator
(Light)(Light) (Light)
Module 3173
(Light)
Module 3246
(verlichting) (verlichting) (verlichting) (verlichting)
moving time forward
Š CASIO Benelux B.V. Amstelveen - WWW.CASIO.NL
Energiebesparing in- en uitschakelen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [E] ingedrukt totdat de
stadscode gaat knipperen. Dit is het instelscherm voor de
stadscode.
• Voordat de stadscode begint te knipperen, verschijnt de
mededeling SET Hold op de display. Houd [E] ingedrukt
totdat SET Hold verdwijnt en de stadscode begint te
knipperen. 2. Gebruik [D] om het aan-/uitscherm voor
energiebesparing af te beelden (zie links).
3. Druk op [A] om heen en weer te schakelen tussen energie-
besparing aan (ON) en uit (OFF).
4. Druk twee keer op [E] om het instelscherm te verlaten.
• De Energiebesparing-aan-indicator is in alle modi op de
display zichtbaar wanneer de Energiebesparingsfunctie
is ingeschakeld.
Modusreferentiegids
Uw horloge beschikt over 10 “modi”. Welke modus u moet selecteren, hangt af van wat u wilt doen.
Om dit te doen Gebruikt u deze modus:
• De actuele datum in uw woonplaats bekijken
• De woonplaatsinstellingen en de zomertijd (DST) configureren
• Tijds- en datuminstellingen handmatig configureren
Tijdfunctiemodus
• De tijden bekijken waarop de zon op een bepaalde datum op- en
ondergaat Zon-op-/Zon-onder-modus
• Uw huidige positie of de windrichting vanaf uw huidige positie
naar een bestemming vaststellen als een windrichtingindicator en
hoekwaarde
• Uw huidige positie bepalen met het horloge en een kaart
Digitaal kompasmodus
• De barometrische druk en de temperatuur bekijken voor uw locatie
• Een grafiek van de barometrische drukmeetwaarden bekijken Barometer-/thermometermodus
Een modus selecteren
• Op de afbeelding hieronder ziet u welke knoppen u moet gebruiken om tussen de
modi te navigeren.
• Gedurende ongeveer een seconde nadat naar een modus gaat door op [D] te druk-
ken, verschijnt er een aanwijzer op de display die naar de desbetreffende modus op
de ring wijst.
• Druk in ongeacht welke modus op [L] om de display te verlichten.
Algemene functies (alle modi)
De functies en handelingen die in dit gedeelte worden beschreven kunnen in alle modi
worden gebruikt.
Automatische terugkeerfuncties
• Het horloge keert automatisch terug naar de Tijdfunctiemodus als u twee à drie
minuten op geen enkele knop drukt in de modi Zon-op-/Zon-onder, Gegevens uit
geheugen oproepen, Alarmsignaal, Ontvangst of Digitaal kompas.
• Als u de display twee of drie minuten laat staan met een knipperende instelling
zonder op een knop te drukken, verlaat het horloge automatisch het instelscherm.
Als eerste weergegeven scherm
Wanneer u het horloge in de Wereldtijdmodus, Alarmsignaalmodus of Digitaal kompas-
modus zet, worden de gegevens die u het laatst bekeek bij het verlaten van de modus
als eerste getoond.
Scrollen
De knoppen [A] en [C] worden in het instelscherm gebruikt om door gegevens op de
display te bladeren. In de meeste gevallen wordt met het ingedrukt houden van deze
knoppen op hoge snelheid door de gegevens gebladerd.
Tijdfunctie
Gebruik de Tijdfunctiemodus om de huidige tijd en datum in te stellen en te bekijken.
• In de Tijdfunctiemodus beweegt een indicator langs de ring mee met het verstrijken
van de seconden.
• In de Tijdfunctiemodus drukt u op [E] om door de displayformaten van de Tijdfunc-
tiemodus te bladeren.
Om dit te doen: Gebruikt u deze modus:
•Dehoogtevanuwhuidigepositiebekken
•Hethoogteverschiltussentweepositiesbepalen
(referentiepunt en huidige positie)
•Eenhoogtemetingwaardevastleggenmetmeetdatumen-td
Hoogtemetermodus
In de Hoogtemetermodus gemaakte gegevens oproepen Modus gegevens uit geheugen oproepen
De actuele tÄłd in ĂŠĂŠn van de 48 steden (31 tÄłdzones) over de
hele wereld bekÄłken WereldtÄłdmodus
De stopwatch gebruiken om de verstreken tijd te meten Stopwatchmodus
De afteltimer gebruiken Afteltimermodus
Een alarmtijd instellen Alarmsignaal modus
• U kunt met de knoppen [A], [B] en [C] direct vanuit de Tijdfunctiemodus of vanuit
een andere modus naar een sensormodus gaan. Om vanuit de Zon-op-/Zon-onder-
modus, de modus Gegevens uit geheugen oproepen, Wereldtijdmodus, Stopwatch-
modus, Afteltimermodus of Alarmsignaalmodus naar een sensormodus te gaan,
moet u eerst naar de Tijdfunctiemodus gaan en vervolgens op de desbetreffende
knop drukken.
Woonplaatsinstellingen configureren
Er zijn twee woonplaatsinstellingen: het feitelijke selecteren van de woonplaats en het
selecteren van de standaardtijd of de zomertijd (DST).
De woonplaatsinstellingen configureren
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [E] ingedrukt totdat de
stadscode gaat knipperen. Dit is het instelscherm voor
de stadscode.
• Voordat de stadscode begint te knipperen, ver-
schijnt de mededeling SET Hold op de display.
Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold verdwijnt en de
stadscode begint te knipperen.
• Het horloge verlaat de instelmodus automatisch als
u gedurende ongeveer twee Ă  drie minuten geen
enkele handeling uitvoert.
• Raadpleeg voor meer informatie over de stadsco-
des de “Stadscodetabel”.
2. Gebruik [A] (oost) en [C] (west) om de stadscode te
selecteren die u als uw woonplaats wilt gebruiken.
• Blijf op [A] of [C] drukken totdat de stadscode op de
display verschijnt die u als woonplaats wilt kiezen.
3. Druk op [D] om het instelscherm voor de zomertijd
weer te geven.
4. Druk op [A] om de zomertijdinstelling te schakelen tus-
sen aan en uit.
• U kunt niet heen en weer schakelen tussen STD
(standaardtijd) en DST (zomertijd) wanneer UTC is
geselecteerd als woonplaats.
5. Als alle instellingen correct zijn, drukt u tweemaal op [E] om naar de Tijdfunctiemo-
dus terug te keren.
• De zomertijdindicator verschijnt op de display om aan te geven dat de zomertijd is
ingeschakeld.
NB
• Nadat u een stadscode hebt geselecteerd, gebruikt het horloge UTC*-compensatie
in de Wereldtijdmodus om de actuele tijd voor de andere tijdzones te berekenen op
basis van de actuele tijd in uw woonplaats.
* UTC (Coordinated Universal Time) is de wereldwijd gebruikte wetenschappelijke
standaard voor tijdregistratie. Het referentiepunt voor UTC is Greenwich, Enge-
land.
De zomertijdinstelling (Daylight Saving Time) wijzigen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [E] ingedrukt totdat de
stadscode gaat knipperen. Dit is het instelscherm
voor de stadscode.
• Voordat de stadscode begint te knipperen, ver-
schijnt de mededeling SET Hold op de display.
Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold verdwijnt en
de stadscode begint te knipperen.
2. Druk op [D] om het instelscherm voor de zomertijd
weer te geven.
3. Druk op [A] om de zomertijdinstelling te schakelen
tussen aan een uit.
4. Als alle instellingen correct zijn, drukt u tweemaal
op [E] om naar de Tijdfunctiemodus terug te keren.
• De zomertijdindicator verschijnt op de display om aan te geven dat de zomertijd is
ingeschakeld.
De actuele tijd- en datuminstellingen configureren
Met de onderstaande procedure kunt u de instellingen voor datum en tijd in de Tijd-
functiemodus aanpassen als ze uitstaan.
De instelling van de actuele datum en tijd wijzigen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [E] ingedrukt totdat de
stadscode gaat knipperen. Dit is het instelscherm
voor de stadscode.
• Voordat de stadscode begint te knipperen, ver-
schijnt de mededeling SET Hold op de display.
Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold verdwijnt en
de stadscode begint te knipperen.
2. Selecteer de gewenste stadscode met [A] en [C].
• Zorg ervoor dat u uw Woonplaatscode selecteert
voordat u andere instellingen wijzigt.
• Raadpleeg de “Stadscodetabel” voor volledige
informatie over de stadscodes.
3. Druk op [D] om de knipperende positie te verplaat-
sen in de hieronder weergegeven volgorde om
andere instellingen te selecteren.
DST indicator
Energiebesparing-
aan-indicator
World Time
Mode
Data Recall
Mode
Sunrise/Sunset
Mode
Stopwatch Mode
Countdown
Timer Mode Alarm Mode
Altimeter Mode
Barometer/
Thermometer Mode
Digital Compass Mode
Timekeeping Mode
Sensor Modes
Wereldtijd
modus
Modus gegevens uit
geheugen oproepen
Zon-op-/Zon-
onder-modus
Hoogtemeter-
modus
Tijdfunctiemodus
Stopwatchmodus Afteltimermodus Alarmsignaalmodus
Sensormodi
Digitaal kompasmodus
Barometer-/thermometer-
modus
Year Barometric
pressure graph
Day of the Week Screen Year Screen Barometric Pressure
Graph Screen
PM
indicator
Day of
week
Month
Day
SecondsHour : Minutes
Scherm met dagen van
de week
Scherm met jaren Scherm barometrische-
drukgrafiek
Jaar Barometrische
drukgrafiek
PM-indicator
Dag van
de week
Maand –
Dag
Uren : Minuten Seconden
PM
indicator
City
code
Month
Day
SecondsHour : Minutes
DST indicator
PM-
indicator
Stads-
code
Maand
– Dag
Uren : Minuten Seconden
DST-indicator
DST indicator
DST-
indicator
PM
indicator
City
code
Month
Day
SecondsHour : Minutes
PM-
indicator
Stads-
code
Maand
– Dag
Uren : Minuten Seconden
Stadscode DST (zomertijd)
Dag
MinutenUur
12-/24-uurs-
formaat Seconden
VerlichtingsduurEnergiebesparing Maand
Jaar
Knopgeluidssignaal
Thermo-/Baro-/Hoog-
temeter
moving time forward
Š CASIO Benelux B.V. Amstelveen - WWW.CASIO.NL
• In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u alleen de tijdfunctie-instellingen moet
configureren.
4. Wanneer de tijdfunctie-instelling die u wilt wijzigen knippert, gebruikt u [A] en/of [C]
om deze te wijzigen op de manier zoals hieronder is beschreven.
Scherm Om dit te doen: Doet u dit:
De stadscode wijzigen Druk op [A] (oost) of [C]
(west).
Schakelen tussen, zomertijd (ON) en standaardtijd (OFF). Druk op [A].
Schakelen tussen 12-uurs- (12H) en 24-uurs- (24H)
weergave van de tijd Druk op [A].
50 De seconden terugzetten naar 00 Druk op [A].
De uren of minuten wijzigen
Druk op [A] (+) of [C] (-).
Jaar, maand of dag wijzigen
5. Druk twee keer op [E] om het instelscherm te verlaten.
NB
• Raadpleeg het gedeelte “Woonplaatsinstellingen configureren” voor informatie over
het selecteren van een Woonplaats en het configureren van de zomertijdinstelling.
• Wanneer 12-uursweergave is geselecteerd voor het bijhouden van de tijd, verschijnt
er een P-indicator (PM) voor tijden vanaf 12 uur ’s middags tot 11.59 uur ‘s avonds.
Er wordt geen indicator weergegeven tussen middernacht en 11.59 uur ‘s morgens.
Met de 24-uursweergave worden de tijden weergegeven van 0.00 tot 23.59 uur,
zonder een P-indicator (PM).
• De in het horloge ingebouwde automatische kalender houdt rekening met de
verschillende maandlengtes en het schrikkeljaar. Nadat u de datum hebt ingesteld,
is er geen reden om dit nog weer te veranderen, behalve wanneer u de oplaadbare
batterij van het horloge hebt laten vervangen of nadat het energieniveau onder
niveau 5 daalt.
Digitaal kompas
In de Digitaal kompasmodus bepaalt een ingebouwde positioneringssensor met
regelmatige tussenpozen het magnetische noorden en geeft op de display een van de
16 windrichtingen aan.
Een meting verrichten met het digitale kompas
1. Zorg dat het horloge in de Tijdfunctiemodus of een
van de sensormodi staat.
• De sensormodi zijn: De Digitaal kompasmo-
dus, de Barometer-/thermometermodus en de
Hoogtemetermodus.
2. Plaats het horloge op een vlak oppervlak. Als u het
horloge draagt, moet u ervoor zorgen dat uw pols
horizontaal is ten opzichte van de horizon.
3. Richt de 12-uurspositie van het horloge in de
windrichting die u wilt meten.
4. Druk op [C] om een digitale kompasmeting te
beginnen.
• Op de display verschijnt COMP om aan te
geven dat er een digitale kompasmeting aan
de gang is.
• Raadpleeg het gedeelte “Digitale kompasme-
tingen” voor informatie over wat op de display
verschijnt.
NB
• Als er rechts van de windrichtingindicator een waarde verschijnt, betekent dit dat
het scherm Positioneringsgeheugen wordt afgebeeld. Als dit gebeurt, druk dan op
[E] om het scherm Positioneringsgeheugen te verlaten.
5. Als u klaar bent met het digitale kompas drukt u op [D] om terug te keren naar de
Tijdfunctiemodus.
Digitale kompasmetingen
• Wanneer u op [C] drukt om een digitale kompasmeting te beginnen, verschijnt eerst
COMP op de display om aan te geven dat er een digitale kompasmeting aan de
gang is.
• Ongeveer twee seconden nadat u met een digitale kompasmeting begonnen bent,
geven letters op de display aan in welke windrichting de 12-uurspositie van het
horloge wijst. Ook verschijnen vier wijzers die naar respectievelijk het magnetische
noorden, het zuiden, het oosten en het westen wijzen.
• Na de eerste meting blijft het horloge gedurende 20 seconden elke seconde digitale
kompasmetingen verrichten. Daarna stopt het meten automatisch.
• De windrichtingindicator en de hoekwaarde laten - - - zien om aan te geven dat de
digitale kompasmetingen afgerond zijn.
• De automatische verlichting wordt gedurende de 20 seconden dat de digitale kom-
pasmetingen plaatsvinden uitgeschakeld.
• De onderstaande tabel geeft de betekenissen van de windrichtingafkortingen die op
de display kunnen verschijnen.
Windrichting Betekenis Windrichting Betekenis Windrichting Betekenis Windrichting Betekenis
NNoord NNE Noordnoordoost NE Noordoost ENE Oostnoordoost
EOost ESE Oostzuidoost SE Zuidoost SSE Zuidzuidoost
SZuid SSW Zuidzuidwest SW Zuidwest WSW Westzuidwest
WWest WNW Westnoordwest NW Noordwest NNW Noordnoordwest
• De foutmarge voor de hoekwaarde en de windrichtingindicator bedraagt 11 graden
wanneer het horloge horizontaal is ten opzichte van de horizon. Als de aangege-
ven windrichting bijvoorbeeld noordwest (NW) en 315 graden is, kan de werkelijke
windrichting alles tussen 304 en 326 graden zijn.
• Indien het horloge bij een meting niet horizontaal ten opzichte van de horizon wordt
gehouden, kan de meetafwijking groot zijn.
• U kunt de positioneringssensor kalibreren als u vermoedt dat de windrichtingmeting
onjuist is.
• Een eventuele windrichtingmeting wordt tijdelijk stopgezet wanneer het horloge een
alarmhandeling uitvoert (dagelijks alarmsignaal, uursignaal, waarschuwingssignaal
afteltimer) of wanneer de verlichting wordt ingeschakeld, door op [L] te drukken. Na-
dat de handeling die de meting onderbrak is voltooid, hervat en voltooit het horloge
de meethandeling.
• Raadpleeg “Voorzorgsmaatregelen digitaal kompas” voor belangrijke informatie het
nemen van windrichtingmetingen.
De positioneringssensor kalibreren
Wanneer u het gevoel hebt dat de windrichtingmetingen die het horloge produceert er
naast zitten, moet de positioneringssensor kalibreren. Er bestaan drie kalibratiemetho-
den: magnetische declinatiecorrectie, bi-directionele kalibratie en noordelijke kalibratie.
Magnetische declinatiecorrectie
Bij magnetische declinatiecorrectie voert u een magnetische declinatiehoek in (het ver-
schil tussen het magnetische noorden en het echte noorden), waardoor het horloge het
echte noorden kan aanwijzen. U kunt deze procedure volgen wanneer de magnetische
declinatiehoek is aangegeven op de kaart die u gebruikt. U kunt de declinatiehoek
alleen in hele graden opgeven. Wellicht moet u de waarden die op de kaart worden
gegeven dus afronden. Als uw kaart de declinatiehoek aangeeft als 7,4°, voert u 7° in.
Is dat 7,6° dan voert u 8° in; voor 7,5° kunt u zowel 7° als 8°invoeren.
Bi-directionele kalibratie en noordelijke kalibratie
Met bi-directionele kalibratie en noordelijke kalibratie kalibreert u de nauwkeurigheid
van de positioneringssensor ten opzichte van het magnetische noorden. U gebruikt
bi-directionele kalibratie wanneer u metingen wilt verrichten in een gebied dat is bloot-
gesteld aan magnetische krachten. Dit type kalibratie moet u gebruiken als het horloge
om de een of andere reden magnetisch is geworden. Met noordelijke kalibratie “leert”
u het horloge waar het noorden is. U dient dit vast te stellen met een ander kompas of
op een andere manier.
Belangrijk!
Hoe nauwkeuriger u de bi-directionele uitvoert, des nauwkeuriger de metingen van de
positioneringssensor zullen zijn. U moet een bi-directionele kalibratie uitvoeren wan-
neer u van omgeving verandert waarin u de positioneringssensor gebruikt en wanneer
u het gevoel hebt dat de positioneringssensor onjuiste meetwaarden produceert.
Een magnetische declinatiecorrectie uitvoeren
1. Houd in de Digitaal kompasmodus [E] ingedrukt totdat
de actuele instelling voor de magnetische declinatie
begint te knipperen op de display. Dit is het instel-
scherm.
• Voordat de magnetische declinatie-instelling begint
te knipperen, verschijnt de mededeling SET Hold
op de display. Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold
verdwijnt en de magnetische declinatie-instelling
begint te knipperen.
2. Gebruik [A] (oost) of [C] (west) om de instellingen te
wijzigen.
• In het volgende gedeelte worden de windrich-
tinginstellingen van magnetische declinatiehoek
uitgelegd.
OFF: Geen magnetische declinatiecorrectie uit-
gevoerd. De magnetische declinatiehoek bij
deze instelling is 0°.
E: Wanneer het magnetische noorden naar het
oosten ligt (oostelijke declinatie)
W: Wanneer het magnetische noorden naar het
westen ligt (westelijke declinatie)
• U kunt bij deze instellingen een waarde kiezen binnen een bereik van W 90° en E
90°.
• Door [A] en [C] tegelijk in te drukken schakelt u de magnetische declinatiecorrectie
uit (OFF).
• De illustratie laat zien welke waarde u moet invoeren en de windrichtinginstelling die
u moet selecteren wanneer de kaart een magnetische declinatie te zien geeft van
1° West.
3. Wanneer u de gewenste instelling hebt bereikt, drukt u op [E] om het instelscherm
te verlaten.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot bi-directionele kalibratie
• Voor bi-directionele kalibratie kunt u elk paar tegenovergestelde windrichtingen kie-
zen. Ze moeten echter beslist 180 graden tegenovergesteld zijn. Als u de procedure
incorrect uitvoert, geeft de positioneringssensor de verkeerde meetwaarden.
• Beweeg het horloge niet zolang het kalibreren van de windrichtingen aan de gang is.
• U moet de bi-directionele kalibratie in eenzelfde omgeving uitvoeren als waarin
u windrichtingmetingen wilt gaan verrichten. Als u bijvoorbeeld van plan bent
windrichtingmetingen in een open veld te gaan doen, kalibreer dan in een open veld.
Een bi-directionele kalibratie uitvoeren
1. Houd in de Digitaal kompasmodus [E] ingedrukt totdat
de actuele instelling voor de magnetische declinatie
begint te knipperen op de display. Dit is het instel-
scherm.
• Voordat de magnetische declinatie-instelling begint
te knipperen, verschijnt de mededeling SET Hold
op de display. Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold
verdwijnt en de magnetische declinatie-instelling
begint te knipperen.
2. Druk op [D] om het instelscherm voor de bi-directio-
nele kalibratie weer te geven.
• Op dit moment knippert de noordaanwijzer op
de 12-uurspositie en geeft de display -1- aan ten
teken dat het horloge klaar is om de eerste wind-
richting te kalibreren.
3. Plaats het horloge op een oppervlak dat waterpas is in een willekeurige windrichting
en druk op [C] voor de kalibratie van de eerste windrichting.
• De display laat tijdens het kalibreren - - - zien. Wanneer de kalibratie gelukt is,
laat de display OK en -2- zien, en knippert de noordaanwijzer bij de 6-uurs-
positie. Dit betekent dat het horloge klaar is voor de kalibratie van de tweede
windrichting.
4. Draai het horloge 180 graden.
5. Druk opnieuw op [C] om de tweede windrichting te kalibreren.
• De display laat tijdens het kalibreren - - - zien. Wanneer de kalibratie gelukt is,
laat de digitale display OK zien en gaat dan naar het scherm voor de Kompas-
modus (- - -).
Een noordelijke kalibratie uitvoeren
Belangrijk!
Als u zowel een noordelijke als een bi-directionele kalibratie wilt uitvoeren, doe dan de
bi-directionele kalibratie eerst en daarna de noordelijke kalibratie. Dat is nodig omdat
een bi-directionele kalibratie elke bestaande noordelijke kalibratie tenietdoet.
1. Houd in de Digitaal kompasmodus [E] ingedrukt totdat
de actuele instelling voor de magnetische declinatie
begint te knipperen op de display. Dit is het instel-
scherm.
• Voordat de magnetische declinatie-instelling begint te
knipperen, verschijnt de mededeling SET Hold op de
display. Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold verdwijnt
en de magnetische declinatie-instelling begint te
knipperen.
2. Druk tweemaal op [D] om het instelscherm voor de
noordelijke kalibratie weer te geven.
• Op dit moment verschijnt -N- (noorden) op de display.
3. Plaats het horloge op een oppervlak dat waterpas is en wel zo dat de 12-uurspositie
naar het noorden wijst (gemeten met een ander kompas).
4. Druk op [C] om het kalibreren te starten.
• De display laat tijdens het kalibreren - - - zien. Wanneer de kalibratie gelukt is, laat
de digitale display OK zien en gaat dan naar de Kompasmodus (- - -).
Positioneringsgeheugen
U kunt een windrichtingmeting opslaan in het positi-
oneringsgeheugen en die waarde afbeelden terwijl u
meer digitale kompasmetingen uitvoert. Het scherm
Positioneringsgeheugen beeldt de windrichtinghoek
van de opgeslagen windrichting af, plus een indicator
die op de display de opgeslagen windrichting aan-
geeft. Wanneer u een digitale kompasmeting verricht
terwijl de display het scherm Positioneringsgeheugen
afbeeldt, dan wordt zowel de windrichtinghoek van
de actuele digitale kompasmeting (zoals gemeten
vanuit de 12-uurspositie van het horloge) als de
actueel opgeslagen windrichtinginformatie uit het
Positioneringsgeheugen afgebeeld.
NW
0
WNW
W
WSW
SW
SSW
S
SSE
SE
ESE
E
ENE
NE
NNE
N
NNW
90
180
270
12 o’clock
position
Current
time
North
pointer
Direction
indicator
Angle value (in degrees)
Windrichting-
indicator
12-uurs-
positie
Actuele tijd
Noord-
aanwijzer
Hoekwaarde (in graden)
Magnetic declination
angle direction value
(E, W, or OFF)
Magnetic declination
angle value
Waarde van de magneti-
sche declinatiehoek
Windrichtingwaarde van
de magnetische declinatie-
hoek (E, W of OFF)
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
12 o’clock
position
Bearing memory
direction angle
North
pointer
Direction angle of
current reading
Bearing Memory
Screen
Bearing
memory
pointer
12-uurs-
positie
Windrichtinghoek in het
Positioneringsgeheugen
Noord-
aanwijzer
Windrichtinghoek
van de actuele
positionering
Aanwijzer
positionerings-
geheugen
Scherm Positioneringsgeheugen


Produktspezifikationen

Marke: Casio
Kategorie: betrachten
Modell: 3173 - PRG-260

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit Casio 3173 - PRG-260 benĂśtigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung betrachten Casio

Bedienungsanleitung betrachten

Neueste Bedienungsanleitung fĂźr -Kategorien-