AEG KPK742280B Bedienungsanleitung

AEG Backöfen KPK742280B

Lesen Sie kostenlos die 📖 deutsche Bedienungsanleitung für AEG KPK742280B (168 Seiten) in der Kategorie Backöfen. Dieser Bedienungsanleitung war für 17 Personen hilfreich und wurde von 2 Benutzern mit durchschnittlich 4.5 Sternen bewertet

Seite 1/168
KPK742280B
KPK742280M
KPK742280T
NL Gebruiksaanwijzing | Oven 2
EN Oven 30User Manual |
FR Four 56Notice d'utilisation |
DE Backofen 84Benutzerinformation |
PT Forno 112Manual de instruções |
ES Horno 140Manual de instrucciones |
aeg.com\register
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om
jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het
leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft.
Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-
informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.......................................................... 8
4. BEDIENINGSPANEEL.................................................................................... 9
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK......................................... 10
6. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................. 11
7. KLOKFUNCTIES...........................................................................................14
8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK: ACCESSOIRES.................. 15
9. EXTRA FUNCTIES....................................................................................... 17
10. AANWIJZINGEN EN TIPS.......................................................................... 18
11. ONDERHOUD EN REINIGING................................................................... 20
12. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................... 23
13. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................... 25
14. MENUSTRUCTUUR................................................................................... 26
15. HET IS HEEL GEMAKKELIJK!................................................................... 28
16. MILIEUBESCHERMING..............................................................................29
2 NEDERLANDS
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen
jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te
worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen..
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Houd
kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat tijdens
het gebruik en bij het afkoelen.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
NEDERLANDS 3
Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk
gebruik.
Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere
soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet
overschrijdt.
Alleen een erkende installatietechnicus mag dit apparaat
installeren en de kabel vervangen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
constructie installeert.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact
voordat u welke soort onderhoud dan ook gaat uitvoeren.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met
elektriciteit te voorkomen.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Zorg
ervoor dat je de verwarmingselementen of het oppervlak
van de apparaatruimte niet aanraakt.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
ovenschalen te verwijderen of erin te plaatsen.
Gebruik alleen de voedselsensor (kerntemperatuursensor)
die voor dit apparaat wordt aangeraden.
Om de inschuifrailen te verwijderen trek eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Plaats de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken.
4 NEDERLANDS
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Haal, vóór pyrolytische reiniging, alle accessoires en
overmatige afzettingen/morsingen uit de ovenruimte van het
apparaat.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installeren
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep
van zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-
eisen voldoet.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Controleer, voordat je het apparaat
monteert, of de ovendeur onbelemmerd
opent.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het moet worden
gebruikt met de elektrische voeding.
De inbouwunit moet voldoen aan de
stabiliteitsvereisten van DIN 68930.
Minimumhoogte kast (Mini‐
mumhoogte kast onder
werkblad)
444 (460) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voorkant
van het apparaat
455 mm
Hoogte van de achterkant
van het apparaat
440 mm
Breedte van de voorkant
van het apparaat
595 mm
Breedte van de achterkant
van het apparaat
559 mm
Diepte van het apparaat 567 mm
Ingebouwde diepte van het
apparaat
546 mm
Diepte met open deur 882 mm
Minimumgrootte ventilatie‐
opening. Opening geplaatst
aan de onderkant van de
achterzijde
560x20 mm
Lengte netvoedingskabel.
Kabel wordt in de rechter‐
hoek van de achterzijde ge‐
plaatst
1500 mm
Bevestigingsschroeven 3.5x25 mm
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op
een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer
niet beschadigt. Indien de voedingskabel
NEDERLANDS 5
moet worden vervangen, dan moet dit
gebeuren door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat of de
niche onder het apparaat, met name niet
als deze werkt of als de deur heet is.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n
manier worden bevestigd dat het niet
zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3
mm.
Sluit de deur van het apparaat volledig
voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
Dit apparaat wordt geleverd met een
stekker en een netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden,
elektrische schokken of een explosie.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd worden.
Laat het apparaat tijdens de werking niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de
deur van het apparaat wanneer het
apparaat in werking is. Er kan hete lucht
vrijkomen.
Gebruik het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen druk uit op de open deur.
Gebruik het apparaat niet als werkblad of
als opslagoppervlak.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Het gebruik van ingrediënten
met alcohol kan een mengsel van alcohol
en lucht veroorzaken.
Laat geen vonken of open vlammen in
contact met het apparaat komen wanneer
u de deur opent.
Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
plaats ovenschalen of andere
voorwerpen niet rechtstreeks op de
bodem van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de bodem
van de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
bewaar geen vochtige gerechten en
voedsel in het apparaat nadat u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal
is niet van invloed op de werking van het
apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Vruchtensappen veroorzaken
vlekken die permanent kunnen zijn.
Kook altijd met de deur van het apparaat
gesloten.
Als het apparaat achter een meubelpaneel
gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan
voor dat de deur nooit gesloten is als het
apparaat in werking is. Warmte en vocht
kunnen achter een gesloten meubelpaneel
ophopen en schade aan het apparaat, de
behuizing of de vloer veroorzaken. Sluit
6 NEDERLANDS
het meubelpaneel niet tot het apparaat
compleet is afgekoeld na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan
het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld.
Er bestaat een risico dat de glasplaten
kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als
deze beschadigd zijn. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
2.5 Pyrolytische reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op letsel / Brand / Chemische
uitstoot (dampen) in pyrolitische modus.
Voor het uitvoeren van de pyrolytische
reiniging en de eerste voorverwarming
dient u het volgende uit de ovenruimte te
verwijderen:
overtollig voedselresten, olie- of
vetresten/afzettingen.
alle verwijderbare voorwerpen
(inclusief planken, zijrails, enz., die bij
het apparaat zijn geleverd), met name
alle antiaanbakpotten, pannen,
dienbladen, keukengerei, enz.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging in
werking is. Het apparaat wordt zeer heet
en er komt hete lucht vrij uit de voorste
koelopeningen.
Pyrolytische reiniging gebeurt op hoge
temperaturen waarbij dampen kunnen
vrijkomen van kookresten en
constructiematerialen. Om die reden
adviseren wij consumenten:
zorg voor goede ventilatie tijdens en
na de pyrolytische reiniging.
zorg voor goede ventilatie tijdens en
na de eerste voorverwarming.
Tijdens en na de pyrolytische reiniging
mag u geen water op de ovendeur morsen
of aanbrengen om beschadiging van de
glasplaten te voorkomen.
Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief kinderen of personen
met medische aandoeningen.
Houd huisdieren uit de buurt van het
apparaat tijdens en na de pyrolytische
reiniging en de initiële voorverwarming.
Kleine huisdieren (vooral vogels en
reptielen) kunnen zeer gevoelig zijn voor
temperatuurveranderingen en uitgestoten
dampen.
Antiaanbaklagen in potten, pannen,
bakplaten, bakgerei, enz. kunnen worden
beschadigd door de hoge temperatuur van
de pyrolytische reiniging van alle
pyrolytische ovens. Ook kunnen ze een
bron zijn voor schadelijke dampen op laag
niveau.
2.6 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
NEDERLANDS 7
Dit product bevat een lichtbron van
energie-efficiëntieklasse G.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.7 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Neem contact op met uw plaatselijke
overheid voor informatie over het afvoeren
van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1 2
4
3
5
6
7
8
1
2
3
4
Bedieningspaneel
Display
Opening voor de voedselsensor
Verwarmingselement
Lamp
Ventilator
Inschuifrails, verwijderbaar
Inzetniveaus
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
8 NEDERLANDS
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Om te bakken en braden of als een pan om vet in
op te vangen.
Voedselsensor
Om de temperatuur binnenin het voedsel te
meten.
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Overzicht bedieningspaneel
1 2 3 4 5 6
1Aan / UIT Houd ingedrukt om het apparaat in en uit te schakelen.
2Menu Vermeldt de functies van het apparaat.
3Favorieten Geeft een overzicht van de favoriete instellingen.
4Display Geeft de huidige instellingen van het apparaat weer.
5Lampschakelaar Om de verlichting in en uit te schakelen.
6Snel opwarmen Om de functie in en uit te schakelen: Snel opwarmen.
NEDERLANDS 9
Druk Verplaatsen
3s
Ingedrukt houden
Raak het oppervlak aan met de vin‐
gertop.
Schuif de vingertop over het opper‐
vlak.
Raak het oppervlak 3 seconden
aan.
4.2 Display
150°C
12:30
15min START
85°C
F E CD B
A
Display met ingestelde toetsfuncties.
A. Dagtijd
B. BEGIN/STOP
C. Temperatuur
D. Verwarmingsfuncties
E. Timer
F. Voedselsensor (alleen geselecteerde modellen)
Indicatielampjes op de display
Basisindicatielampjes: om op de display te navigeren.
Om de selectie/instelling te bevesti‐
gen.
Om één niveau
terug te gaan in
het menu.
Om de laatste han‐
deling ongedaan te
maken.
Om de opties in en uit te scha‐
kelen.
Geluidsalarm functie-indicatielampjes: wanneer de ingestelde kooktijd ten einde is, klinkt het signaal.
De functie is ingeschakeld. De functie is ingeschakeld.
Het koken stopt automatisch. Het geluidsalarm staat uit.
Indicatielampjes timer
De functie instellen: Uitgestelde start. Om de instelling te annuleren.
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
10 NEDERLANDS
5.1 Eerste reiniging
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Haal alle accessoires en verwijder‐
bare inschuifrails uit het apparaat.
Reinig het apparaat en de accessoi‐
res uitsluitend met een microvezel‐
doek, warm water en een mild reini‐
gingsmiddel.
Plaats de accessoires en de verwij‐
derbare inschuifrails in de oven.
5.2 Eerste verbinding
Het display toont een welkomstbericht na de eerste verbinding.
Je moet het volgende instellen: Taal, Helderheid display, Toetstonen, Geluidsvolume, ,
Dagtijd.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties
Stap 1 Zet de oven aan. Op het display verschijnt de standaard verwarmingsfunctie.
Stap 2 Druk op het symbool van de verwarmingsfunctie om het submenu te openen.
Stap 3 Selecteer de verwarmingsfunctie en druk op: . Het display toont: temperatuur.
Stap 4 Instellen: temperatuur. Druk op: .
Stap 5 Druk op: .
Voedselsensor - u kunt de sensor op elk gewenst moment voor of tijdens het koken aansluiten.
- druk hierop om de verwarmingsfunctie uit te schakelen.
Stap 6 Schakel de oven uit.
6.2 Instellen: Kook- En Bakassistent
Elk gerecht in dit submenu heeft een aanbevolen functie en temperatuur. U kunt de tijd en de
temperatuur aanpassen.
Voor sommige gerechten kunt u ook koken met:
• Voedselsensor
Tot hoeverre een gerecht wordt gekookt:
Rauw of Minder
NEDERLANDS 11
• Medium
Gaar of Meer
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Druk op: .
Stap 3 Druk op: . Voer in: Kook- En Bakassistent.
Stap 4 Kies een gerecht of een voedseltype.
Stap 5 Druk op: .
6.3 Verwarmingsfuncties
STANDAARD
Verwarmingsfunctie Toepassing
Grillen
Om dunne stukken voedsel te grillen en brood te roosteren.
Circulatiegrill
Voor het braden van grote stukken vlees of gevogelte met bot op één niveau. Voor
gratineren en bruinen.
Hetelucht
Bakken op maximaal twee rekstanden tegelijkertijd en voedsel drogen. Stel de tempe‐
ratuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte.
Bevroren gerechten
Om kant-en-klaar-gerechten (bijv. patat, aardappelpartjes of loempia's) krokant te ma‐
ken.
Boven + onderwarmte
Voor het bakken en roosteren op één ovenniveau.
Pizza-functie
Voor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining en een krokante bodem.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een krokante bodem en het bewaren van voedsel.
Brood bakken
Gebruik deze functie voor brood en broodjes met heel goed professioneel resultaat
qua krokantheid, kleur en bruine korst.
12 NEDERLANDS
Verwarmingsfunctie Toepassing
Deeg laten rijzen
Om het rijsproces van gistdeeg te versnellen. Het voorkomt dat het oppervlak van het
deeg uitdroogt en houdt het deeg elastisch.
SPECIAAL
Verwarmingsfunctie Toepassing
Inmaken
Voor het inmaken van groenten (bijv. augurken).
Drogen
Om in plakjes gesneden fruit, groenten en champignons te drogen.
Borden warmen
Om borden voor het serveren op te warmen.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd is afhankelijk van de hoe‐
veelheid ingevroren voedsel en de grootte daarvan.
Gratineren
Voor gerechten zoals lasagne of aardappelgratin. Voor gratineren en bruinen.
Lage temperatuur ga‐
ren
Om malse, sappige braadstukken te bereiden.
Warm houden
Om voedsel warm te houden.
Warmelucht (vochtig)
Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen. Bij het ge‐
bruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte verschillen van de ingestelde
temperatuur. De restwarmte wordt gebruikt. Het verwarmingsvermogen kan worden
verminderd. Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk "Dagelijks gebruik", op‐
merkingen op: Warmelucht (vochtig).
6.4 Notities over: Warmelucht
(vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen
aan de energie-efficiëntieklasse en
ecodesign-vereisten (overeenkomstig EU
65/2014 en EU 66/2014). Testen in
overeenstemming met:
IEC/EN 60350-1
De ovendeur dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de functie niet wordt
onderbroken en de oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-efficiëntie.
Bij gebruik van deze functie gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch uit.
NEDERLANDS 13
Zie voor bereidingsinstructies het hoofdstuk
'Aanwijzingen en tips', Warmelucht (vochtig).
Kijk voor algemene aanbevelingen voor
energiebesparing in het hoofdstuk 'Energie-
efficiëntie', Energiebesparing.
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Omschrijving klokfuncties
Klokfunc
tie
Toepassing
Kooktijd De duur van het koken instellen. Maxi‐
maal 23 uur 59 min.
Actie beëin‐
digen
Voor het instellen wat er gebeurt als
de timer stopt met tellen.
Uitgestelde
start
Om het begin en/of het einde van het
koken uit te stellen.
Klokfunc
tie
Toepassing
Tijd verlen‐
ging
Om de kooktijd te verlengen.
Herinnering Om een aftelling in te stellen. Maxi‐
mum is 23 uur 59 min. Deze functie
heeft geen invloed op de werking van
de oven.
Uptimer Controleert hoelang de functie werkt.
Uptimer - je kunt deze in- en uitscha‐
kelen.
7.2 Instellen: Klokfuncties
De klok instellen
Stap 1 Druk op: Dagtijd.
Stap 2 Stel de tijd in. Druk op: .
De bereidingstijd instellen
Stap 1 Kies de verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
Stap 2 Druk op: .
Stap 3 Stel de tijd in. Druk op: .
De eindoptie kiezen
Stap 1 Kies de verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
Stap 2 Druk op: .
Stap 3 Stel de bereidingstijd in.
Stap 4 Druk op: .
Stap 5 Druk op: Actie beëindigen.
Stap 6 Kies je voorkeur: Actie beëindigen.
Stap 7 Druk op: . Herhaal de actie totdat het hoofdscherm op het display verschijnt.
14 NEDERLANDS
Het begin van het koken uitstellen
Stap 1 Stel de verwarmingsfunctie en de temperatuur in.
Stap 2 Druk op: .
Stap 3 Stel de bereidingstijd in.
Stap 4 Druk op: .
Stap 5 Druk op: Uitgestelde start.
Stap 6 Kies de waarde.
Stap 7 Druk op: . Herhaal de actie totdat het hoofdscherm op het display verschijnt.
De bereidingstijd verlengen
Wanneer 10% van de bereidingstijd overblijft en het voedsel niet klaar lijkt te zijn, kun je de bereidingstijd verlen‐
gen. Je kunt ook de verwarmingsfunctie wijzigen.
Druk op om de bereidingstijd te verlengen.+1min
De timerinstellingen wijzigen
Stap 1 Druk op: .
Stap 2 Stel de timerwaarde in.
Stap 3 Druk op: .
Je kunt de ingestelde tijd tijdens het koken op elk gewenst moment wijzigen.
8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK: ACCESSOIRES
8.1 Accessoires plaatsen
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de
veiligheid. De inkepingen zijn ook anti-
kantelmechanismen. De hoge rand rond het
rooster voorkomt dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen van
de roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes om‐
laag staan.
NEDERLANDS 15
Bakplaat / Diepe schaal:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen van de
inschuifrail.
8.2 Voedselsensor
Voedselsensor- meet de temperatuur binnenin het voedsel. Je kunt het bij elke
verwarmingsfunctie gebruiken.
Er moeten twee temperaturen worden ingesteld:
De oventemperatuur: (minimaal 120 °C). De kerntemperatuur.
Voor de beste kookresultaten:
Ingrediënten moeten op kamertem‐
peratuur zijn.
Niet gebruiken voor vloeibare
gerechten.
Tijdens het koken moet het in de schaal
blijven.
De oven berekent een geschatte bereidingseindtijd. Dit hangt af van de voedselkwaliteit, de
ingestelde ovenfunctie en de temperatuur.
Gebruik: Voedselsensor
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Selecteer de verwarmfunctie en, indien nodig, de oventemperatuur.
Stap 3 Invoegen: Voedselsensor.
Vlees, gevogelte en vis Stoofschotel
Breng het uiteinde van Voedselsensor in het midden
van het vlees, de vis, in het dikste deel indien moge‐
lijk. Zorg ervoor dat ten minste 3/4 van Voedselsen‐
sor binnen in het gerecht zit.
Breng het uiteinde van Voedselsensor precies in het mid
den van de braadpan. Voedselsensor moet stevig op zijn
plaats blijven tijdens het bakproces. Gebruik een solide
ingrediënt om dit voor elkaar te krijgen. Gebruik de rand
van de ovenschaal voor het ondersteunen van het sili‐
cone handvat van de Voedselsensor. Het uiteinde van
Voedselsensor mag de bodem van een bakplaat niet aan‐
raken.
16 NEDERLANDS
Stap 4 Stekker Voedselsensor steek in de aansluiting aan de voorkant van de oven.
Het display toont de huidige temperatuur van: Voedselsensor.
Stap 5 - druk om de kerntemperatuur van de sensor in te stellen.
Stap 6 - druk om de voorkeursoptie in te stellen:
Geluidsalarm - wanneer het voedsel de kerntemperatuur bereikt, klinkt het signaal.
Geluidsalarm en stop met koken - wanneer het voedsel de kerntemperatuur bereikt, klinkt het
signaal en stopt de oven.
Stap 7 Selecteer de optie en druk herhaaldelijk op: om naar het hoofdscherm te gaan.
Stap 8 Druk op: .
Wanneer het voedsel de ingestelde temperatuur bereikt, klinkt het signaal. U kunt ervoor kiezen om
te stoppen of door te gaan met koken, om er zeker van te zijn dat het voedsel goed gaar is.
Stap 9 Verwijderen Voedselsensor haal de stekker uit het stopcontact en neem het gerecht uit de oven.
WAARSCHUWING!
Er bestaat gevaar voor brandwonden omdat Voedselsensor heet wordt. Wees
voorzichtig wanneer u de stekker eruit haalt en de voedingssensor uit het ge‐
recht haalt.
9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Hoe kan ik opslaan: Favorieten
U kunt uw favoriete instellingen opslaan,
zoals de verwarmingsfunctie, de
bereidingstijd, de temperatuur of de
reinigingsfunctie. U kunt 3 favoriete
instellingen opslaan.
Stap 1 Het apparaat inschakelen.
Stap 2 Selecteer de gewenste instelling.
Stap 3 Druk op: . Selecteer: Favorieten.
Stap 4 Selecteer: Huidige instellingen opslaan.
NEDERLANDS 17
Stap 5 Druk op om de instelling toe te voegen aan de lijst met: Favorieten. Druk op .+
- druk hierop om de instelling te resetten.
- druk hierop om de instelling te annuleren.
9.2 Toetsenblokkering
Deze functie voorkomt dat de verwarmingsfunctie per ongeluk wordt gewijzigd.
Stap 1 Het apparaat inschakelen.
Stap 2 Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 3 , - druk hier tegelijkertijd op om de functie in te schakelen.
Herhaal stap 3 om de functie uit te schakelen.
9.3 Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na
bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in
werking is en u geen instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 - maximaal 3
De automatische uitschakeling werkt niet met
de functies: Binnenverlichting,
Voedselsensor, Eindtijd, Lage temperatuur
garen.
9.4 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om
de oppervlakken van het apparaat koel te
houden. Als je het apparaat uitschakelt, kan
de koelventilator blijven werken totdat het
apparaat is afgekoeld.
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
10.1 Kookadviezen
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Ze zijn afhankelijk van het recept, de
kwaliteit en de kwantiteit van de gebruikte ingrediënten.
Je apparaat kan anders bakken of roosteren dan het apparaat dat je tot nu toe gebruikt hebt. De onderstaande
hints tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rekstand voor specifieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
Voor meer kookaanbevelingen kunt u de kooktabellen op onze website raadplegen. Om de Kookhints te vinden,
controleer het PNC-nummer op het classificatieplaatje op de voorzijde van het frame van de binnenkant van het
apparaat.
18 NEDERLANDS
10.2 Warmelucht (vochtig)
(°C) (min)
Zoete broodjes, 16
stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 20 - 30
Biscuitrol bakplaat of lekschaal 180 1 20 - 30
Luchtige flanbodem flanvorm op rooster 180 1 25 - 35
Gepocheerde vis, 0,3
kg
bakplaat of lekschaal 180 2 15 - 25
Hele vis, 0,2 kg bakplaat of lekschaal 180 2 20 - 30
Bitterkoekjes, 24
stuks
bakplaat of lekschaal 160 1 30 - 40
Muffins, 12 stuks bakplaat of lekschaal 180 1 25 - 35
Hartig gebak, 20 stuks bakplaat of lekschaal 180 1 25 - 35
Zandkoekjes, 20 stuks bakplaat of lekschaal 160 1 25 - 35
Taartjes, 8 stuks bakplaat of lekschaal 180 1 15 - 25
Groenten, gepo‐
cheerd, 0,4 kg
bakplaat of lekschaal 180 2 30 - 40
10.3 Warmelucht (vochtig) – aanbevolen accessoires
Gebruik de donkere en niet-reflecterende bakjes en schalen. Ze nemen de warmte beter op
dan licht en reflecterend servies.
Pizza pan Ovenschaal
Ovenvormpjes
Blik voor flanbodem
Donker, niet-reflecterend
Diameter van 28 cm
Donker, niet-reflecterend
Diameter van 26 cm
Keramiek
8 cm diameter, 5
cm hoog
Donker, niet-reflecterend
Diameter van 28 cm
10.4 Kooktafels voor testinstituten
Informatie voor testinstituten
Tests volgens IEC 60350-1.
Gebruik de functie: Grillen.
Gebruik de derde rekstand.
Verwarm de lege oven voor.
NEDERLANDS 19
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
min
1e kant 2e kant
Hamburgers 9 - 13 8 - 10
Toast 2.5 - 3.5 2.5 - 3.5
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over de reiniging
Reinigingsmid‐
delen
Reinig de voorkant van het apparaat uitsluitend met een microvezeldoek met warm water en
een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Dagelijks gebruik
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen brand veroor‐
zaken.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in het apparaat. Droog de ruimte na elk ge‐
bruik uitsluitend met een microvezeldoek.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik alleen een zachte doek
met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in een afwasmachine rei‐
nigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of scherpe voor‐
werpen.
11.2 Hoe te verwijderen:
Inschuifrails/
Verwijder de inschuifrails om de oven te
reinigen.
20 NEDERLANDS
Stap 1 Schakel de oven uit en wacht totdat
deze is afgekoeld.
Stap 2 Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
Stap 3 Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder het.
2
1
Stap 4 Plaats de inschuifrails in omgekeerde
volgorde.
11.3 Hoe gebruikt u: Pyrolytische
reiniging
Maak de oven schoon met Pyrolytische
reiniging.
WAARSCHUWING!
Er bestaat gevaar voor brandwonden.
LET OP!
Als er andere apparaten in dezelfde kast
zijn geïnstalleerd, gebruik deze dan niet
tijdens deze functie. Dit kan de oven
beschadigen.
Vóór de Pyrolytische reiniging:
Schakel de oven uit en wacht
totdat deze is afgekoeld.
Verwijder alle accessoires uit de
oven en de verwijderbare inschuif‐
rails.
Reinig de onderkant van de oven en de
glazen deur aan de binnenkant met
warm water, een zachte doek en een
mild reinigingsmiddel.
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven in. Druk op: / Reinigen. Selecteer de reinigingsmodus.
Optie Reinigingsmodus Duur
Pyrolytische reiniging, kort Licht reinigen 1 h
Pyrolytische reiniging, normaal Normaal reinigen 1 h 30 min
Pyrolytische reiniging, intensief Grondig reinigen 2 h 30 min
Als het reinigen begint, wordt de deur van de oven vergrendeld en is de lamp uit. De koelventilator werkt op
een hogere snelheid.
- druk hierop om het reinigen te stoppen voordat het is voltooid.
Gebruik de oven niet totdat het deurvergrendelingssymbool van het display verdwijnt.
NEDERLANDS 21
Na afloop van het reinigen:
Schakel de oven uit en wacht
totdat deze is afgekoeld.
Maak de ruimte schoon met een
zachte doek.
Verwijder het residu van de bodem van
de ruimte.
11.4 Reinigingsherinnering
Wanneer de herinnering verschijnt, wordt reiniging aanbevolen.
Gebruik de functie: Pyrolytische reiniging.
11.5 Verwijderen en installeren:
Deur
U kunt de deur en de binnenste glasplaten
verwijderen om ze te reinigen. U Het aantal
glasplaten verschilt per model.
WAARSCHUWING!
De deur is zwaar.
LET OP!
Behandel het glas voorzichtig, vooral
rond de randen van het voorpaneel. Het
glas kan breken.
Stap 1 Open de deur volledig.
AA
Stap 2 Hef en druk de klemhendels (A) op
de twee deurscharnieren.
Stap 3 Sluit de ovendeur in de eerste openingsstand (in een hoek van ongeveer 70°). Houd de deur aan
beide kanten vast en trek deze onder een opwaartse hoek weg van de oven. Plaats de ovendeur
met de buitenkant omlaag op een zachte doek op een stabiele ondergrond.
Stap 4 Pak de deurafdekking (B) aan de
bovenkant van de deur aan beide
kanten vast en druk deze naar bin‐
nen om de klemsluiting te ontgren‐
delen.
1
2
B
Stap 5 Trek de deurlijst naar voren om
hem te verwijderen.
Stap 6 Houd de glasplaten aan hun boven‐
kant vast en trek deze een voor een
omhoog uit de geleider.
22 NEDERLANDS
Stap 7 Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Reinig de glasplaten niet in de vaat‐
wasser.
Stap 8 Voer na het reinigen de boven‐
staande stappen in de omgekeerde
volgorde uit.
Stap 9 Plaats de kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere glasplaat en de deur.
11.6 Hoe te vervangen: Lamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
Voordat u de lamp vervangt:
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven uit. Wacht tot de
oven afgekoeld is.
Trek de oven uit het stopcontact. Plaats een doek op de bodem van
de holte.
Bovenlamp
Stap 1 Draai de glazen afdekking om die te ver‐
wijderen.
Stap 2 Reinig de glasafdekking.
Stap 3 Vervang de lamp door een geschikte 300 °C hittebestendige lamp.
Stap 4 Installeer het glazen deksel.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
NEDERLANDS 23
12.1 Wat te doen als...
Het apparaat gaat niet aan of warmt niet op
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat is niet aangesloten op een stopcontact of
niet goed geïnstalleerd.
Controleer of het apparaat goed is aangesloten op de
elektriciteitsvoorziening.
De klok is niet ingesteld. Stel de klok in, zie voor meer informatie Klokfuncties
hoofdstuk, Instellen: Klokfuncties.
De deur is niet goed gesloten. Sluit de deur volledig.
De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oorzaak van het probleem is.
Als het probleem zich opnieuw voordoet, neem dan
contact op met een gekwalificeerde elektricien.
Het apparaat Kinderslot is aan. Raadpleeg het hoofdstuk 'Menu', Submenu voor: Op‐
ties.
Onderdelen
Omschrijving Oplossing
De lamp is opgebrand. Vervang de lamp, raadpleeg voor meer informatie het
hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging', Hoe te vervangen:
Lamp.
Een stroomonderbreking zal de reiniging altijd
stoppen. Herhaal de reiniging als deze wordt
onderbroken door stroomuitval.
12.2 Hoe te beheren: Foutcodes
Wanneer de softwarefout optreedt, geeft het display een foutmelding weer.
In deze sectie vindt u de lijst met problemen die u zelf kunt oplossen.
Code en omschrijving Oplossing
C2 - de Voedselsensor bevindt zich in de ovenruimte
van het apparaat tijdens Pyrolytische reiniging.
Neem de Voedselsensor.
C3 eruit - de deur wordt niet volledig gesloten tijdens
Pyrolytische reiniging.
Sluit de deur.
F111 - Voedselsensor wordt niet correct in het stop
contact gestoken.
Volledig aansluiten Voedselsensor in het stopcontact.
F240, F439 - de aanraakvelden op het display werken
niet goed.
Reinig het oppervlak van het display. Zorg ervoor dat er
geen vuil op de aanraakvelden zit.
24 NEDERLANDS
Code en omschrijving Oplossing
F908 - het apparaatsysteem kan geen verbinding ma‐
ken met het bedieningspaneel.
Schakel het apparaat uit en weer in.
12.3 Service-informatie
Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met je verkoper of een
erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt
zich op het voorframe van de apparaatruimte. Verwijder het typeplaatje niet uit de
apparaatruimte.
Wij raden je aan om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
13. ENERGIEZUINIGHEID
13.1 Productinformatie en productinformatieblad
Naam leverancier AEG
Modelnummer
KPK742280B 944005023
KPK742280M 944004923
KPK742280T 944005024
Energie-efficiëntie-index 61,6
Energie-efficiëntieklasse A++
Energieverbruik met een standaard belading, conventionele modus 0,89 kWh/cyclus
Energieverbruik met een standaard belasting, heteluchtmodus 0,45 kWh/cyclus
Aantal holtes 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 43 l
Soort oven Inbouwoven
Massa
KPK742280B 34.6 kg
KPK742280M 37.4 kg
KPK742280T 34.6 kg
IEC/EN 60350-1 - Huishoudelijke elektrische kooktoestellen - Deel 1: Fornuizen, ovens, stoomovens en grills -
Methoden voor het meten van prestaties.
NEDERLANDS 25
13.2 Energiebesparing
Dit apparaat heeft functies die u helpen
energie te besparen tijdens het dagelijks
koken.
Zorg ervoor dat de deur van het apparaat
gesloten is als het apparaat in werking is.
Open de deur van het apparaat niet te vaak
tijdens het koken. Houd het deurrubber
schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn
plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie
te besparen.
Verwarm het apparaat niet voor alvorens te
koken als dat niet hoeft.
Houd onderbrekingen tussen het bakken zo
kort mogelijk als je een aantal gerechten
tegelijkertijd bereidt.
Koken met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties
met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Als een programma met Duur wordt
geactiveerd en de bereidingstijd langer is dan
30 minuten, worden de
verwarmingselementen bij sommige functies
van het apparaat automatisch eerder
uitgeschakeld.
De ventilator en lamp blijven werken.
Wanneer je de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt die warmte
gebruiken om het eten warm te houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot
minimaal 3-10 minuten voor het einde van het
koken. De restwarmte binnen in het apparaat
zal blijven koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte te
gebruiken en een maaltijd warm te houden.
Het indicatielampje van de restwarmte of
temperatuur verschijnt op het display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit.
Doe het aan als je het nodig hebt.
Warmelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding
energie te besparen.
Als je deze functie gebruikt, gaat de
verlichting na 30 sec. automatisch uit. Je kunt
de verlichting weer inschakelen, maar deze
handeling vermindert de verwachte
energiebesparingen.
14. MENUSTRUCTUUR
14.1 Menu
Menu-item Toepassing
Kook- En Bakassistent Toont overzicht van de automatische programma's.
Reinigen Toont overzicht van de schoonmaakprogramma's.
Favorieten Geeft een overzicht van de favoriete instellingen.
Opties Om de apparaatconfiguratie in te stellen.
Instellingen Instelling Om de apparaatconfiguratie in te stellen.
Service Toont de softwareversie en -configuratie.
26 NEDERLANDS


Produktspezifikationen

Marke: AEG
Kategorie: Backöfen
Modell: KPK742280B

Brauchst du Hilfe?

Wenn Sie Hilfe mit AEG KPK742280B benötigen, stellen Sie unten eine Frage und andere Benutzer werden Ihnen antworten




Bedienungsanleitung Backöfen AEG

Bedienungsanleitung Backöfen

Neueste Bedienungsanleitung für -Kategorien-